Li stond langzaam op, bang zijn evenwicht weer te verliezen, maar het ging hem goed af.
‘Ik – ik ga haar even zoeken.’
Hij hield zich goed aan de paal vast toen hij wegliep en duwde een beetje moeizaam de grote deur open die Noha bij haar vertrek was doorgegaan. Hij hoopte eigenlijk niet at ze nu bij Megan was en dat die graag alleen wilde zijn, zodat Li Noha ook alleen zou treffen.
Ze leunde niet veel verderop tegen de muur en Li was blij dat hij haar zo snel gevonden had. Hij dacht niet dat hij dit de hele dag zou volhouden.
‘Wat is er aan de hand?’ vroeg hij, zodra hij haar bereikt had.
Noha haalde haar schouders op.
‘Zie je het dan niet?’
Li keek haar niet-begrijpend aan. Zij zag het ongetwijfeld ook niet, want ze was haar gave kwijt. Li vroeg zich af waarom ze Moon zo graag zwart wilde maken. Hij hield van haar en hij wilde niet dat die twee ruzie hadden.
‘Ik zie het niet, nee. Doe ik iets verkeerd?’
‘Nee!’ riep Noha gefrustreerd uit. Ze staarde hem aan met grote ogen, haar gezicht was een beetje ingevallen. ‘Jij doet niets verkeerd, maar Moon. Ze probeert je gewoon te claimen!’
Li dacht dat zijn hoofdletsel hem weer in de war bracht en zocht steun tegen de muur.
‘Nee,’ zei hij. ‘Nee… Ik denk niet dat ze me nog wil..’
‘Ga dan naar Megan!’ zei Noha hoopvol.
Li schudde lichtjes zijn hoofd. Het maakte hem duizelig. ‘Nee… Megan… Ik hou van haar, maar ze maakt me onrustig. Ik voel me alleen maar schuldig als ik bij haar ben. Ze heeft een gezin.’
Dat kon Noha niets schelen. Alsof Moon dan een betere keuze was. Dat kind was nauwelijks volwassen geworden.
‘Ze denkt dat ze alles kan krijgen. Jou en Luuk,’ voegde ze er aan toe toen ze zijn verwarde gezicht zag.
‘Zij en Luuk zijn vrienden… Ze heeft voor hem gezorgd nadat zijn ouders stierven. Ze is als een soort moeder voor hem. We hebben samen in een huisje gewoond… Ik – ik wil dat terug.’
Noha schudde haar hoofd. ‘Dat moet je niet denken. Waarom zou je Megan niet willen?’
‘Dat weet ik niet… Ik weet alleen dat ik Moon wil. Ik merk het als ik bij haar ben. Alles in mij wil dat. Ik heb nooit de kans gehad om een lichaam te begrijpen, weet je. Ik – ik voel nu pas dingen die ik hiervoor nooit kon ervaren, omdat ik nooit lichamelijk contact kon maken. Niet met een ander en niet met mezelf.’
Noha wilde niet weten wat hij daar mee bedoelde. Ze wilde gewoon dat Megan gelukkig werd. Dat Li en Megan weer samen kwamen en dat alles goed was. Megan kon de jaren inhalen waarin ze om Li’s dood had getreurd en ze zouden met zijn drieën op zoek gaan naar een manier om hun toverkracht terug te krijgen.
‘Ik weet dat Moon nooit voor jou zou kiezen.’ Ze keek Li in de ogen. Hij luisterde naar haar. ‘Wat zij en Luuk ook hebben meegemaakt toen ze jonger waren, nu is het anders. Ik heb ze zien zoenen toen ze hier binnen kwamen. Luuk was niet gek verklaard. Hij heeft zich laten opnemen en volgens mij zijn ze meer dan vrienden… Ik denk dat Moon je daarom niet wil.’
‘Ze zijn vrienden,’ mompelde Li, maar hij keek haar met een naar gevoel in zijn binnenste aan. Hij keek even om naar de deur die hij achter zich dicht had gedaan. Moon en Luuk… Het was haast bizar, maar Luuk was zo ontzettend veranderd. Hij was opgegroeid. Hij kon die gevoelens ervaren en waarom zou hij niet van Moon houden? Zij was de enige houvast in zijn leven geweest.
‘Maar…’
Li wilde het niet geloven, maar hij wilde ook Noha niet in twijfel trekken. Ze zou hem niet voorliegen. Ze zou hem die pijn juist willen besparen.
Het verklaarde waarom ze Moon niet mocht. Ze wilde het beste voor hem en voor Megan en als Moon zelf ook geen keuze kon maken… Als zij hem al had opgegeven en met Luuk verder wilde.
Li voelde tranen in zijn ogen prikken, want hij had het gevoel dat hij zijn eigen baken kwijt was. Moon, die hij in zijn eigen geest had laten kijken, hij had zijn ziel met de hare verbonden en hem op die manier sterker en ook kwetsbaarder gemaakt, omdat hij van haar hield. Zij had echter geen zin meer gehad om op hem te wachten... Hij was te laat.
‘Het spijt me,’ zei hij zacht.
‘Het geeft niet. Jij kunt er niets aan doen,’ zei Noha troostend. Ze probeerde om niet naar zijn tranen te kijken. ‘Kan ik iets voor je doen?’
Li schudde weer zijn duizelige hoofd.
‘Nee… Nee. Ik zal haar zeggen dat ik me niet meer aan hen zal opdringen. Ik wil niet dat het ongemakkelijk wordt.’
Hij draaide zich om en liep met gebogen hoofd terug naar de eetzaal.
Zaldrizes buzdari iksos daor. Maester > Zaldrizes