Maximiliano Guido Gustav.
Gedurende het lopen worden Nathan en ik geamuseerd door twee luidkeels zingende meiden. Jammer genoeg is dit niet voor lang, want het strand komt al snel in zicht. Terwijl ik geniet van de zoute geur van het water die mijn neus binnen heeft gedrongen, voel ik een hand op, dit maal wel raak, mijn kont die vervolgens weer verdwijnt. “Op, op, op” klinkt de stem van Ambrosia dan lachend. Zo te horen ben ik niet de enige die het water zo snel mogelijk wilt bereiken. Kort trek ik een sprintje totdat het zand mijn schoenen op de een of andere manier is binnengekropen. “Dus, wie gaat het water als eerst testen meneer met de badmuts?” ik werp een blik over mijn schouders om de scheve grijns op haar gezicht te bekijken. Vervolgens laat ze zich van mijn rug afgleiden en heb ik de kans gekregen om met een snelle beweging mijn schoenen uit te werken. Wanneer ik opkijk heeft ze haar handdoek al uitgeslagen, gevolgd door Moira, alleen gooit zij haar spullen ernaast. Ik pak mijn schoenen in een hand vast en leg ze op de handdoek die ik van mijn nek op het zand heb neergelegd. Vanuit mijn ooghoeken zie ik hoe Ambrosia, gevolgd door Moira, haar top uittrekt en om van dit uitzicht te genieten, draai ik me met een subtiele beweging om en ga ik met mijn benen opgetrokken op het zand zitten. Zo kan ik tegelijkertijd mijn korte zwarte sokken uittrekken. Ik had eerlijk gezegd niet verwacht dat het hier zo warm zou worden en heb daarom geen open schoenen meegenomen, behalve dan mijn slippers die ik ’s ochtends altijd aan heb, maar deze vind ik niet comfortabel genoeg om er de hele dag op te lopen. Mijn voeten zijn, ondanks het warme weer, toch altijd aan de koude kant, dus op zich maakt het ook niet veel uit dat ik, naast mijn slippers, geen open schoenen heb meegebracht. “Dus, wie gaat?” ik kijk op naar haar ogen, maar mijn zicht wordt belemmerd door de zon en dus kijk ik haar met half dichtgeknepen ogen aan. Dit geeft echter geen fijn gevoel, daarom breng ik mijn hand omhoog zodat mijn schaduw mijn ogen bedekt en ik Ambrosia normaal aan kan kijken. Ik wil net zeggen dat ik wel ga, aangezien ik sta, of eerder zit, te popelen om het water in te gaan, als Moira me voor is. “Ik ga wel, ik ga wel,” de lach die haar omhoog krullende lippen heeft verlaten zorgt ervoor dat er een glimlach op mijn gezicht blijft staan en voordat ik het weet heeft ze zich omgedraait en is ze de zee in gerend. Ik stoot een korte grinnik uit, waarna ik me omhoog werk. Zo te horen zijn we volgens haar niet snel genoeg, aangezien ze ons nog eens wenkte en daarna weer het water uitkwam om ons te halen. “Maxi, het water is lekker, kom – je zal er geen spijt van hebben,” grijnst ze zoetjes. Een lichte grijns verschijnt op mijn gezicht wanneer Moira haar handen onder mijn shirt laat glippen. Door de aanraking van haar natte koude handen op mijn warme buik, trekt mijn buik zich als een reflex even in en verschijnen er lichte bolletjes op mijn huid, ook wel kippenvel. Ze laat mijn shirt weer vallen en loopt naar Nathan toe. “Kom nou, waarvoor zijn we anders naar het strand gekomen?” ze glimlacht en ik werp een blik op Ambrosia, waarna ik de onderkant van mijn shirt beetpak en hem over mijn hoofd heen trek om mijn shirt vervolgens over mijn schoenen heen te gooien. Het briesje wekt de bolletjes op mijn huid weer op en ik wrijf over de print op mijn arm, terwijl mijn ogen glinsteren bij het zien van het water. Ik heb altijd van zwemmen gehouden. Op jonge leeftijd was ik in het weekend altijd in het zwembad te vinden. Hier heb ik samen met Levi een hoop tijd doorgebracht. Nu ik er over nadenk deed ik nog meer met Levi dan met mijn mannelijke vrienden. Ik grinnik even bij de gedachte en merk dan dat Moira Nathan in het water heeft weten te krijgen. “Je smelt niet van een beetje water,” meld hij schor, waarop mijn wenkbrauw de lucht in schiet. Wanneer zijn lach, die me na twee weken wel is gaan irriteren, mijn oren heeft bereikt, verschijnt er quasi-vrolijke glimlach op mijn gezicht. “Ja, want jij was er zo snel in te vinden” mompel ik. Dit was dus de reden waarom ik Ambrosia heb meegebracht. Je dacht toch niet dat ik alleen met deze etter naar het strand zou zijn gegaan. Met Moira heb ik zeker geen moeite, maar met hem daar in tegen wel. Toch weet ik het om mezelf eroverheen te zetten voor nu tenminste, want ik weet zeker dat het een keer uit de hand zal gaan lopen en dan zal ik mezelf niet in kunnen houden, of wil ik mezelf niet inhouden. Ik pers een zucht tussen mijn lippen door en tuur het strand af op zoek naar een -, gevonden. Zonder Ambrosia, Moira of Nathan aan te kijken, trek ik een sprintje richting een houten stijger. Aan de rechterzijde staan motorbootjes geparkeerd, maar de linkerzijde is leeg. Ook loopt de stijger best ver het water in en heb ik een grote kans dat het er diep genoeg is om in te springen. Wanneer mijn blote voeten de houten ondergrond voelen, werp ik een blik opzij het water in om te kijken of ik de bodem kan zien. Gelukkig is het water helder en zou ik de bodem moeten kunnen zien als het ondiep zou zijn. Een brede grijns komt op mijn gezicht te staan en ik werp een blik op Nathan. “Ik zal je eens laten zien hoe ik wij dit soort dingen doen” mijn brede grijns maakt plaats voor een scheve en ik neem een aanloopje op de pier om vervolgens met een voorwaartse salto van de pier af te springen. Het voelt goed om weer door water omringd te zijn. Het geeft een soort zweverig gevoel, omdat het lijkt alsof je lichter bent. Met een springplank zou mijn salto beter uit hebben gepakt, maar ik mag niet klagen, want het was voor zover ik weet een aardige vertoning. Mijn hand strijkt mijn haar glad, maar door de hoeveelheid gel die ik erin heb gesmeerd vanmorgen, veert het toch een beetje terug. Als ik zeker weet dat ik niet voor gek loop met mijn kapsel, zorg ik dat ik door middel van de borstcrawl al snel weer bij Moira en Nathan aan kom. Mijn blik gaat echter al snel naar Ambrosia. Zij gaat hier niet droog weg. Ik werk mezelf uit het water en lik even kort over mijn lippen, terwijl ik naar haar toe begin te lopen. Ik houd mijn hoofd schuin en kijk haar grijnzend aan. “Je dacht toch niet dat je hier aan onderuit zou komen?” Eerst sla ik mijn armen om haar middel om haar een knuffel te geven, waardoor ze alvast kan wennen aan het natte water. Ik vond het niet zo koud, maar iedereen zal daar zijn eigen mening over hebben. Vervolgens span ik mijn armspieren rond haar middel aan en til ik haar over mijn schouder heen. Ik zie het voor me als een danslift, aangezien dat ook niet al te moeilijk is en Ambrosia is ook nog eens zo licht als een veertje. Met Ambrosia over mijn schouder heen, loop ik terug het water in. Ik heb geen genade en loop door totdat het wat dieper wordt. Op dit punt haal ik haar van mijn schouder af en gooi ik haar zacht het water in. Nu kan ze er niet meer onderuit.
[ bericht aangepast op 25 maart 2014 - 14:41 ]
'I don't want to leave her just because she makes me a better person.'