Raquelle Noëlle Fontani
'Dat hebben we nooit gezegd. En ik heb het zelfs nooit enige seconde gedacht. Het enige dat door mijn hoofd ging, was dat je enorm dom was om zomaar weer van me weg te lopen terwijl we eindelijk weer het contact hadden hersteld' verliet Claytons mond nadat ik had gezegd dat zij waarschijnlijk nu dachten dat ik allerlei dingen had verteld. Ik negeerde hem.
Toen ik begon te vertellen over die ontsnappingspoging zag ik aan Clay dat hij het grote onzin vond. 'Toch was het een domme actie. Je had moeten wachten tot je de kans zag om weg te lopen. Het resultaat blijft nog steeds hetzelfde: we hebben hun wraakactie niet kunnen hinderen met als enige verschil dat jij gewond bent geraakt.' Ik keek Clay even kort aan. 'Als ik had gewacht op het juiste moment, dan zou ik daar over twee eeuwen nog zitten. Maar goed, daar zouden jullie toch alleen maar blij mee zijn' mompel ik dan zachtjes.
'En oh ja. Er is iets vreemds met Giovanni. Om een of andere reden blijft hij me beschermen, ook al heb ik hun ‘vertrouwen’ volledig verbroken. Dat is wat een van de bendeleden daar tegen me zei' vervolgde ik toen. 'Blijf uit de buurt van Giovanni. Beloof het me, Raquelle. Je moet je vertrouwen weer terugwinnen. Bewijs het' zei Clay bijna direct nadat ik uitgesproken was. 'Goed' zei ik alleen maar. 'Ik ga spullen halen voor het te verzorgen. Blijf hier en durf niet weg te gaan' zei Clay terwijl hij op stond en de vergaderzaal uit liep.
'Luister naar je broer, hij is veel slimmer dan je denkt... Hij wilt je uit alle macht beschermen, maar ook hij heeft maar twee handen en de bende heeft geen ogen bij andere bendes Raquelle...' had Nora nog gezegd toen Clayton de deur uit liep, maar ik was al in gedachten verzonken. Ik keek recht vooruit, naar de muur.
Vier jaar oud:
'Ik heb je!' zei Clay toen zijn armen zich hadden omsloten rond mijn middel en hij mij met mijn rug naar hem toe trok en mij een beetje af de grond tilde. Het was moeilijk aangezien ik héééél hard spartelde maar even later overhandigde hij mij al aan mama en papa. 'Neee! Neee! Neeeeee!' Mijn gegil was nu nog harder te horen waarna de oude man eindelijk de naald erin stak en het gegil langzaam afstierf.
Tien jaar oud:
'Claytooooooon. Clahaaaaaay. Claaaaaaaay.' De stem die langzaam maar zeker zich een weg baande door zijn oren. Een gemurmel ontsnapte uit zijn mond waarna hij zich omdraaide, proberend om het geluid uit zijn slaaprust te bannen. Zijn poging was echter tevergeefs dus zocht hij verwoed naar een andere manier. Het deken had hij dan maar over zijn hoofd getrokken waarna hij het kussen nog als extra buffer erop smeet. Het haalde verder echt niet veel uit aangezien hij hoorde hoe mijn stem een kinderlijke lach produceerde. 'Hmm. Nee. Stil' mompelde Clay waarna het inderdaad leek te helpen. Mijn lach stopte.
Niet veel later sprong ik op hem. Clay zocht zich een weg naar boven waarna zijn ogen gleden over mijn gezicht dat nu boven de zijnd hing. 'En waar was dat voor, Dopey?' Ik grijnsde. Zijn blik ging al vrij snel naar de klok toe.
'Serieus? Raquelle? Het is nog maar zés uur!' had hij er zuchtend uitgegooid waarna hij mij met een grappig gezicht aankeek. 'Il tempo di vendetta!' schreeuwde Clay lachend uit waarna hij mij begon te kietelen. Al snel begon ik te lachen waarna ik probeerde van hem af te kruipen terwijl ik zijn handen probeerde te weren. 'No, la mia vendetta sarà dolce, sorellina!' lachte hij waarna hij alleen maar nog meer begon te kietelen waardoor mijn kinderlijke lach alleen nog maar meer verspreidde door zijn kamer en de gang.
Twaalf jaar oud:
'Ze..Ze..Ze doen het…het… Ze doen het nu via het internet' verliet uiteindelijk mijn mond tussen het gesnik door. Clay vroeg over wie ik het had. 'Felicée en haar clubje. Ze schelden me nu.. nu voor alles en nog wat uit via die chats. Ze... ze willen dat ik mezelf doodt. Anders doen zij het voor me.' Mijn woorden drongen hem door waardoor als resultaat ik zag hoe de woede weer langzaam baas van hem werd. Ik zakte huilend neer op zijn schoot. De woede en irritatie die hij daarnet had gevoeld, verdween als sneeuw voor de zon. Zijn arm schoof onder mijn knieholtes en zijn andere arm ondersteunde mijn rug waarna hij mij even liftte en opstond om zich vervolgens beter op het bed te zetten, tegen de muur. Hij had mij zijdelings op zijn schoot gezet waardoor mijn hoofd zachtjes tegen zijn borstkas leunde terwijl zijn kin rustte op mijn hoofd. 'Hé hé.. het komt allemaal wel goed' fluisterde hij waarna hij de haren uit mijn gezicht wreef. 'Het komt allemaal wel goed. Ik beloof het je, Dopey.”Ik glimlachte zachtjes, “Na regen komt er altijd een zonneschijn, kleine. Vergeet dat nooit.' Clay wiegde me zachtjes terwijl ik voelde hoe ik daarna rustiger werd. Zijn woorden bleken te helpen en even later keek ik hem aan en was het huilen nu veranderd in gesnik. 'Goed zo, kleintje.' Hij drukte een kus op mijn voorhoofd waarna hij mij tegen zich aantrok. 'Alles komt zoals altijd goed. Ik beloof het je.'
'Blijf hier' had hij gezegd met een glimlach toen hij mij op het bed had geplaatst en al de deur uitliep. Hij kwam enkele seconden later terug met zijn schetsboek, kleurpotloden en grijze potloden. 'Omdat jij het bent, mag je in mijn schetsboek tekenen' verliet zijn mond waarna hij mij plagend een knipoog schonk. Clay liet zich weer naast me ploffen waarna hij de potloden op mijn schoot liet vallen. 'Wat wil je tekenen, kleine?' glimlachte Clay waarna hij het schetsboek ook op mijn schoot had gegooid.
Negentien jaar oud:
'Hé, stil maar' verliet zachtjes zijn mond toen ik alleen nog maar zachtjes snikte. 'Je moet niet huilen, Dopey. Ik ben nu bij je. Er kan je niets meer gebeuren.' Ik snikte zachtjes door. 'Dat weet je nooit. Misschien staat er zometeen wel een horde vijanden voor je deur, daar kan jij echt niet tegen op hoor' zei ik zachtjes tegen hem. Ik hield mijn hoofd nog altijd tegen zijn borstkas en ik zag hoe mijn tranen langzaam zijn shirt nat maakte.
Na een tijdje leek ik eindelijk uitgehuild te zijn waardoor hij mijn hand vast nam en mij weer naar de bank trok. 'Raquelle..' begon Clay terwijl hij mij aankeek. 'Ik vind het nog steeds het domste idee ooit. Je weet dat ik er voor je ben en dat je zelfs hier bij me mag wonen zo lang je wil. Maar ik wil niet dat je je voegt bij de bende. Het is veel te gevaarlijk en het staat me helemaal niet aan als je je bij mij zou voegen.' verliet uiteindelijk zijn mond. Het was weer even stil. Clay veegde mijn resterende tranen met zijn duim weg en een klein dom glimlachje kwam er weer rond zijn lippen. Na nog een aantal minuten zei ik uiteindelijk 'Ik heb er goed over nagedacht en ik vind het prima om bij jou te wonen. Wat die bende betreft, dat bepaal ik zelf wel.' Ik keek hem even aan. Hij was nog altijd mijn broer en ik zou het nooit over mijn hart kunnen verkrijgen om me voor hem te moeten schamen, daarvoor hield ik teveel van hem. 'En nu ga je me de namen vertellen van de mensen die dat hebben gedaan en die ga ik dan morgen eigenhandig eens een bezoekje brengen.' Hoewel hij plagend en grappend klonk, wist ik dat hij het echt meende. Ze zouden ervoor boeten, dat wist ik zeker. Ik kende Clay er nu wel goed genoeg voor. Ik zuchtte even. 'Je kent ze wel. Die pesters van school vroeger. Die bij Gabi in de klas zaten en een aantal ook bij mij. Angelo, Allesandro, Felicée etc.' verliet uiteindelijk mijn mond.
Ik voelde me vreselijk. Clay had zoveel voor me gedaan. Zoveel. En nu? Nu had ik het allemaal weer verpest. Zoals altijd. Ik stond er namelijk bekend om om dingen te verpesten. Zo ook de vrije avonden tussen mijn broer en zijn vriendin. Ik kijk nog altijd recht voor me uit en ik reageer niet op Nora. Ik schrik ruw op uit mijn gedachten als ik Clay weer binnen zie komen met verschillende spullen en twee glazen. Waarschijnlijk voor hem en mij aangezien Nora al heeft. Ik besluit om het maar gewoon aan te nemen, alhoewel, heel veel meer haten kunnen ze me toch niet.
Ik kijk Clay met een schuldige blik aan. 'Het spijt me Clay' begin ik. 'Ik had het nooit mogen doen. Niet nadat ons contact net hersteld was. Maar je moet weten dat ik echt van plan was om terug naar huis te gaan, maar werd opgehouden door die gast van Assassini. Het spijt me echt. En ga je gang maar, wordt maar boos op me of weet ik veel wat je allemaal wilt doen. Ik verdien het toch wel' zeg ik wanneer Clay de kamer weer in is.
Ik kijk Clay even aan en zucht dan even. Dan richt ik me op Nora. 'En het spijt me tegenover jou dat ik de hele tijd op de verkeerde momenten kom. Want ja, ik heb allang door dat er iets speelt tussen jullie. De manier waarop je reageert, genoeg voor mij om te merken dat jij vindt dat ik jullie momentjes verstoor.' Ik kijk weer naar de muur, klaar voor wat me nog allemaal te wachten zou staan. Ik vroeg me eerlijk gezegd wel af of ze me nog naar de rijke buurt zouden laten gaan ook al zouden ze achter me lopen of dat ze me hier zouden laten en me hier zouden vasthouden, als ik het zo mag noemen.
[ bericht aangepast op 17 jan 2014 - 0:26 ]
That is a perfect copy of reality.