Alaine twijfelde. Had papa haar niet gezien? Of niet gehoord? Of negeerde hij haar? Toen ze daaraan dacht voelde een leeg gevoel van binnen.
Ze besloot nog een keer te roepen.
'Papa!'
'Wie roep je?' wilde Nick weten, die naast Alaine zat.
'Papa,' antwoordde Alaine Nick. Ze kende hem van foto's, standbeelden en portretten, maar haar was altijd verteld dat hij eigenlijk nooit iets deed en totaal onbelangrijk was. Dat haar vader hem alleen de titel als heerser liet behouden uit mededogen.
'Arm kind,' vond Nick. 'Geen wonder dat hij net doet alsof hij je niet hoort.'
Bij het horen van die woorden sprongen er meteen tranen in haar ogen en ze voelde hoe haar hart brak.
'Dat hij net doet alsof hij me niet hoort?' vroeg ze aarzelend, met trillende stem.
‘Ja. Blijkbaar is hij helemaal niet blij om je te zien. Zo is hij altijd al geweest – allen maar druk met zichzelf.’
Alaine probeerde met haar mouw haar tranen weg te vegen, want je mocht niet huilen.
'Maar..hij zei altijd dat ik het belangrijkst was.'
Alaine ademde snel en onregelmatig.
'Papa!' riep ze nog een keer zo hard als ze kon, en de hele bus leek even naar haar te kijken. Behalve papa.
Ze maakte zich klein op haar stoel en begon te huilen.
Alaine ademde snel en onregelmatig.
'Papa!' riep ze nog een keer zo hard als ze kon, en de hele bus leek even naar haar te kijken. Behalve papa.
Ze maakte zich klein op haar stoel en begon te huilen.
Alaine schudde haar hoofd en veegde haar tranen weer weg. Ze slikte en probeerde om niet weer te huilen.
Nick kon niet zo goed tegen jankende kinderen, ook al was Alaine nauwelijks een kind meer te noemen.
'Zeg, heb je hobby's?' vroeg hij in een poging haar gesnik te overstemmen.
Hij vroeg zich af hoe Ignatius het zou vinden als hij met zijn dochter zou gaan.
Het was zeker het proberen waard.
Alaine realiseerde zich ook dat dat haar misschien af kon leiden van het verdriet dat ze nu voelde.
Ze knikte. ''Ik hou van schilderen.' zei ze, 'en dansen, en lezen, en piano spelen, en toneel.'
Ze slikte nogmaals toen ze weer aan haar vader dicht en wendde haar gezicht weer af.
‘Dat is een hele mond vol,’ antwoordde Nick. ‘Wat fijn dat er zoveel dingen zijn die je leuk vindt om te doen.’
Hij kon zelf nog geen twee dingen bedenken.
Vanuit zijn ooghoeken keek hij nog eens naar haar. Ze had wel iets van Aenea weg, met haar bleke huid, gitzwarte haren en indringende ogen. Toch vermoedde hij dat het hem wel ter ore zou zijn gekomen als Ignatius een kind bij Aenea verwekt had.
Hij streek even langs haar donkere haar. ‘Je hebt mooi haar.’
Alaine glimlachte. Dat loog hij vast, want er waren veel meer mensen met veel mooier haar. Er waren sowieso veel mensen veel mooier dan zij.
Maar het was een compliment, en uit beleefdheid moest ze hem bedanken.
'Dank je,' zei ze.
Nick merkte dat ze hem een beetje vermeed aan te kijken en vroeg zich of het verlegenheid of angst was dat haar daarvan weerhield.
‘Wie zijn je dreuzel broers en zussen?’
'Geno,' antwoordde Alaine. Én Tomas, dacht ze, maar ze zei het niet.
'Wie zijn jouw dreuzelbroers en zussen?'
'Zoe - maar die is nu dood - Li en Daisy,' somde hij braaf op. 'Ik kende hen al van vroeger.'
Alaine had eigenlijk geen idee wie dat waren, behalve Zoë dan. Zij was het meisje dat net doodgereden was.
'Van vroeger? ' vroeg ze nieuwsgierig.
‘Ja, ze zaten vroeger bij mij op Zweinstein, althans, het halve jaar dat ik daar gezeten heb.’
'Zweinstein?' vroeg Alaine weer verbaasd.
'Daar heb ik over gelezen! Heeft het echt bestaan?'
Nick knikte. ‘Jazeker! Je vader heeft er op gezeten, samen met mij.’
'Papa zei altijd dat het maar een verhaaltje was! Een sprookje!'
'Hij hoopte misschien dat het maar een verhaaltje was,' antwoordde Nick. 'Anders kreeg zijn dochtertje vast nachtmerries van de dingen die hij had gedaan.'
'De dingen die hij had gedaan?' vroeg Alaine, die eigenlijk steeds nieuwsgieriger werd.
'Wat deed hij dan?'
‘Hij martelde iedere klasgenoot die hij maar kon vinden en heeft uiteindelijk allerlei duistere krachten opgeroepen om de wereld te vernietigen.’
'Daar had hij toch wel een reden voor?'
Alaine kon zich niet voorstellen dat haar vader ooit iets zou doen dat geen voordeel had voor de staat.
‘Ja, hij wilde andermans energie gebruiken om sterker te worden. Of hij wilde een belangrijke toverstok in handen krijgen. Vrij harteloze daden, als je het mij vraagt. Zelfs zijn zussen bespaarde hij geen lang lijden.’
Alaine keek hem bedenkelijk aan.
'Dat heeft hij toch niet echt gedaan. Toch?'
‘Er zijn er genoeg aan wie je het kunt vragen.’
Alaine slikte. Ze zou het niet gaan vragen. Eigenlijk wilde ze het niet eens weten.
'Hebben jullie ook..leuke dingen gedaan?'
Nick dacht na. Hij vond dat hij geweldige dingen had gedaan, maar Alaine had vast een andere definitie van dat woord.
'Niet echt.'
'Oh, dat is jammer,' zei Alaine.
'Ik ook niet echt..school was stresserig. Maar ik had wel een leuke vriendin, Emily!'
-
Hoe langer Mae de bus rondreed, hoe misselijker ze werd van al die stelletjes. Haar bloedeigen zus zat hand in hand met de jongen waar zij al jaren op verliefd was. De grootste nerd van de klas had een arm om Aenea heen geslagen, de grootste slet van de school. En dan te bedenken dat hij haar voor het schoolkamp haar nog had geprobeerd te versieren…
Aan de andere kant zaten Hermes en Quinn – broer en zus nota bene! Ze hoefde er alleen maar naar te kijken of ze voelde haar maag opspelen. Iedereen gedroeg zich idioot in deze bus.
Zo liep Alaine – de grootste pestkop van de school – net nog te verkondigen dat Ignatius haar vader was en liet ze zich door Nick – die al net zo’n kneusje als Ignatius was – troosten.
Het waren gewoon een stel imbecielen hier, niemand uitgezonderd.
-
Wense vond het niet erg om naast Gaara te zitten, hij zei amper wat en keek alleen beetje om zich heen. De klonk nog een luide knal en de moter spurtelde. Wense deed haar muziek op pauze en keek rond. Andere leerlingen deden het zelfde.
'Alles is onder controle, we maken straks een korte pitstop gezien er wat technische problemen voordoen.' Sprak de Spaans docent door de microfoon.
'Dit uitje wordt met de dag beter.' mompelde Wense, Gaara knikte instemmend.
Gaara slaakte een zucht en zou zich niet verbazen als dit voertuig weldra de lucht in zou gaan.
Dan waren ze allemaal dood.
‘Misschien kunnen we beter naar huis lopen,’ bromde hij.
[ bericht aangepast op 3 nov 2013 - 18:29 ]
Every villain is a hero in his own mind.