Isaiah Simeon Hale || kapitein
In haar ogen schieten tranen van pijn als ik haar zij indruk, bingo, Isaiah. Ook zie ik iets van irritatie in haar ogen. Ik grijns naar haar dat ik haar best wil laten zien waar ik toe in staat ben terwijl zij gewoon in mijn armen blijft hangen. Als ik mijn hand in haar onderbroek laat gaan, worden haar wangen plotseling rood, waar ik toch geen aandacht aan besteed. Ze bijt op haar lip en schud iets met haar hoofd alsof ze het niet wilt, maar eerlijk gezegd komt het behoorlijk zwak over. Ik had toch wel wat meer weerstand verwacht van dit meisje. Toch geef ik haar een kans om mijn naam nog eens goed te zeggen.
"Hmm," begint ze nadenkend, alsof ze het toch niet gaat doen. "Ik ben het vergeten, misschien moet u het nog eens vertellen, aangezien ik volgens u toch dom ben en domme mensen dingen snel vergeten." Ze likt kort over haar lippen heen waar mijn blik even op blijft hangen. "Ik denk toch echt dat we opzoeken moeten gaan naar water. Mijn lippen worden droog en u zou zich echt moeten wassen, u ruikt niet bepaald fris." zegt ze op een onschuldige toon, waarna mijn ogen vuur schieten. Niet omdat ze vind dat ik vies ben, want dat weet ik toch wel. Ik geef daar bar weinig om. Juist omdat ze toch nog zo eigenwijs is en niet toe wil geven.
"Je weet het best, volgens mij probeer je me gewoon uit te lokken om te zien hoe ver ik ga," grom ik duister. "Of wil je dit soms?" grijns ik vervolgens als ik mijn hand nu verder laat gaan. Dit keer stop ik mijn hand niet en geef ik haar niet nog een kans. Ruw duw ik enkele vingers bij haar naar binnen als ik daar aangekomen ben. "Ik vind het niet erg om te doen, maar ik dacht dat tere rijkelui's kinderen niet zo van dit ruwe hielden, of dat is in ieder geval wat ze elke keer laten blijken." fluister ik in haar oor. Op die manier laat ik blijken dat zij zeker niet de enige is bij wie ik zulke dingen gedaan heb en dat ze ook geen medelijden moet verwachten van mij.
Ik begin mijn vingers op dezelfde ruwe manier te bewegen terwijl ik mijn arm die ik om haar middel geslagen heb om haar zo tegen me aan te drukken omhoog haal, terwijl ik haar nog altijd tegen me aan druk. Het is lastig om vanuit deze positie veel te doen en eigenlijk wilde ik haar enkel een lesje leren, maar ze laat me verlangen naar zoveel meer dan enkel een lesje. Mijn arm ligt nu hoger op haar rug en mijn hand weet ik langs haar zij te wurmen om zo haar borst aan te kunnen raken. "Heb je al spijt?" vraag ik.
Maribel Graciana Davenport || gevangene
De soldaat let er niet eens op als ik bijna val en loopt gewoon door. Zijn aandacht is duidelijk op iets anders waardoor ik twijfelend weer iets achter hem ga lopen. Ik heb nu gewoon de kans om hem te wurgen zonder dat hij er echt op kan reageren. Ik loop nog even twijfelend achter hem aan, volgens mij lopen we nu minder diep het bos in dan eerst. Toch kan ik geen zee horen, dus we zijn eigenlijk behoorlijk diep gegaan. Dan besluit ik het er toch maar op te wagen, wie niet waagt, wie niet wint, toch? Vlug sla ik een deel van de plant om zijn nek heen en wikkel ik hem er nog eens omheen, waarna ik met mijn tengere lijf achter hem ga staan en het touw behoorlijk aantrek. Zoals verwacht spartelt hij behoorlijk, maar hij is ook behoorlijk sterk waardoor ik flink wat moeite hem om door te zetten. Ik blijf amper op mijn benen staan, maar dan neemt zijn kracht af en zakt hij uiteindelijk slapjes in elkaar.
"Stomme Britten," mompel ik chagrijnig naar hem. Achter me hoor ik geluiden, waardoor ik me rap omdraai en een vrouw zie staan. Ik heb haar niet eerder opgemerkt, maar ik herken haar ook niet, ze zat waarschijnlijk niet op hetzelfde schip. Zijn er dan nog anderen?De vrouw heeft een exotisch uiterlijk, maar anders dan die van mij. Ik kan het niet precies plaatsen. Heel even staren mijn lichte ogen in haar bruine, voordat ik me terug omdraai naar het bewusteloze lichaam. "Moet je iets?" vraag ik grommend aan haar, terwijl ik onhandig naar voren buk om het degen dat uit de handen van Kasper gegleden is op te pakken. Ik weet niet of ze gevaarlijk is, maar ik heb dat ding sowieso nodig als ik los wil komen.
Op mijn dooie gemak, alsof de vrouw er helemaal niet is, laat ik mezelf op mijn kont zakken. Ik vraag niet om haar hulp, in plaats daarvan probeer ik het zwaard tussen mijn voeten in te plaatsen om hem zo vast te houden en de liaan om mijn polsen los te snijden. Helaas ben ik er niet al te goed in, het zwaard glijd steeds tussen mijn voeten vandaan en in plaats daarvan snijd ik in mijn arm. Mijn polsen zijn al helemaal beurs en bebloed door de eerdere boeien en de kokosnoot, maar nu maak ik het enkel erger. "Maldición," mompel ik als ik mezelf snij en het zwaard weer wegglijd. "Mierda." vloek ik dan luider tegen het zwaard.
Eternamente, everlastingly, for all time