Na lange tijd dan het verwachte antwoord. Ik ga er even vanuit dat met de opbouw de toonhoogte wordt bedoelt, omdat dit zo in Wikipedia staat.
Verticale opbouw:
Het muziekstuk bestaat uit een vast akkoordenschema, dat vier maten duurt (dit stuk heeft een 4/4 maatsoort). Dit vast akkoordenschema wisselt om de twee tellen van akkoord, de hele tijd door het stuk, dus dat maakt twee wisselingen per maat. Het stuk is geschreven in G mineur en daar begint het akkoordenschema dus ook mee. Alle akkoorden zijn consonant (dus ze klinken mooi samen). Het akkoordenschema ziet er als volgt uit:
Gm Es Bes Dm(hoog)
Gm Es Bes Dm(laag)
Hierbij wordt in de twee maten het verschil gemaakt in waar het laatste D-akkoord wordt gespeeld. Bij de eerste twee maten is dit akkoord boven de grondtoon van het G-akkoord en bij de laatste twee maten is dit akkoord onder de grondtoon van het G-akkoord (de afstand is hierbij nooit een heel octaaf). Tijdens de bridge (1.32 - 2.16) is alleen het Gm-akkoord gebruikt om de opbouw van de melodie beter te kunnen ondersteunen en dat spannend genoeg te maken.
Het stuk begint logisch met het grondakkoord, het Gm-akkoord. Het Es-akkoord is de majeur equivalent van het Gm-akkoord, waarbij dit een logische opvolging is. Het nieuwe akkoord is iets hoger dan het Gm-akkoord. Dan wordt er een akkoord hier tussenin gespeeld, het Bes-akkoord, wat de vijfde trap is in de toonladder van Es en dus deel van het kadens en zo een zuiver in het oor klinkende opvolging is aan het Es-akkoord. Vervolgens wordt alles opgevolgd door een Dm-akkoord, wat ook de vijfde trap is, maar dan in de toonladder van G mineur en dus ook deel van het kadens, wat ook zorgt voor een zogezegd "mooie" voortzetting, maar tegelijkertijd zorgt dat het stuk niet beëindigt klinkt, wat alleen zou kunnen worden gedaan door het grondakkoord (in dit geval een Gm-akkoord of een Es-akkoord). Deze akkoorden zorgen ervoor dat het stuk zich nog verder kan opbouwen, totdat het uiteindelijk in een "Grand Finale" eindigt met een soort open einde, want het blijft namelijk hangen bij het Bes-akkoord en terwijl men "gewent" is dat nu het Dm-akkoord wordt aangeslagen, gebeurt dit niet, waarbij men als het ware de hele tijd op het puntje van zijn stoel wordt gehouden.
Horizontale opbouw:
In het hele stuk wordt eenzelfde motief gebruikt. Dit motief wordt in het begin als melodie gebruikt en gespeeld door strijkers. Hierbij is duidelijk eerst een lage noot te horen, gevolgd door een hogere noot, dan een iets hogere lage noot, gevolgd door een iets hogere hoge noot. Zo bouwt de melodie zich op tot het eind van de maat, waarbij er soms op de laatste tellen van een maat een lagere hoge noot te horen is, gevolgd door een nog lagere lage noot. Dit sluit deze melodische zin als het ware af met een soort punt, waarbij er wat tijd is voor de volgende maat om soms een nieuw motief of instrument te gaan gebruiken en zo aan te kondigen. Soms wordt op de laatste tellen verder gegaan met het motief en daalt de melodie niet in toonhoogte. Dit creëert een soort "en" in en melodische zin en de melodie vervolgd zijn structuur dan op de eerstgenoemde manier om dan wel af te sluiten met de zogeheten "punt". Het motief wordt overigens niet de hele tijd in dezelfde toonladder gespeeld, omdat het anders botsen met de akkoorden).
Nadat dit motief door strijkers is gespeeld, vallen ze weg en begint een koor met het zingen van een nieuw motief, namelijk eenvoudige noten die even lang duren als de akkoorden en ook consonant klinken met deze akkoorden, wat een nieuwe dimensie geeft aan het stuk en zorgt voor een andere sfeer. Vervolgens komen deze twee samen, waardoor het stuk nog meer wordt opgebouwd. Hierbij houdt het koor de melodie. Vervolgens nemen de strijkers de melodie en het motief over van het koor, waarbij het koor begeleidt met het motief dat de strijkers eerst gebruikten. Uiteindelijk vallen de twee samen in ditzelfde eerste motief, wat zorgt voor een krachtige indruk en meerdere dimensies toevoegt aan het stuk.
Tijdens de bridge wordt gebruikt gemaakt van stijgende noten die gespeeld worden door de strijkers, wat spanning creëert. Deze spanning komt samen als de melodie plotseling weer even daalt, dan weer stijgt en met een gebruik van een triller uitkomt op het eerstgenoemde motief. Dit motief is precies hetzelfde, maar eindigt, in plaats van waar het eerst weer daalde, op zijn hoogste punt, waarna de luisteraar alleen nog maar de galm lijkt te horen van een soort langsrijdend voertuig. Dit zorgt voor constante oplettendheid bij de luisteraar en houdt men op het puntje van zijn of haar stoel. Het stuk lijkt te zeggen, we zijn nog niet klaar, wij zullen de aarde blijven beschermen ook al is dit lied afgelopen.
Ik hoop dat alles een beetje duidelijk is. Ik heb me volgens mij iets teveel uitgeleefd en een beetje teveel muziektermen rondgestrooid :x Je moet maar zien wat bruikbaar is.
[ bericht aangepast op 7 mei 2013 - 10:32 ]
From these ashes, I will rise