Rymus
Gaius liep naar de deur en opende deze, ik ving een naam op als Gwaine, het is duidelijk dat de man een ridder is.
Erg veel versta ik niet van het gesprek, niets eigenlijk, terwijl ik mij toch erg focus op hun stemmen. Wanneer de blikken af en toe naar mij gaan glimlach ik naar de twee. Ik draai me dan met mijn rug naar ze toe en mijn glimlach wordt een kleine grijns. Toch ving ik iets op van een vreemdeling waarvoor we moeten uitkijken, zolang het niet over mij gaat vind ik het allemaal best. Dan gaan mijn ogen iets open, vreemdeling. Bedoelen ze hiermee die vrouw in dat donkere gewaad, die ik in de stallen had gezien toen ik terug naar Gaius ging? Ik besluit er niets over te zeggen, niet voor ik weet wie diegene in dat donkere gewaad is.
"Oh, voor je gaat, Gwaine. Als je Gwen en Merlin tegenkomt kan je hen dan vragen of ze me willen helpen met de zieke burgers, ik kom zo snel mogelijk!" Ik kijk om, naar Gaius en zie dat de ridder, Gwaine niet veel later vertrekt.
"Zieke burgers?" vraag ik vol nieuwsgierigheid en aandacht. "Misschien kan ik wel helpen, zo hoeft u Merlin niet te vragen. Volgens mij heeft hij het al druk genoeg." glimlach ik. Merlin. Ergens vertrouw ik het niet zo, die jongen ziet er zo oplettend uit, maar ook weer niet. Hij lijkt me slimmer dan dat hij eruit ziet. En die blikken die ik daarnet van hem gekregen heb, het voelt niet zo goed. Ik wil dat eerst even uitvogelen voordat ik hem nog eens wil zien denk ik.
Merlin
"Toen hij me naar de stal liep ging het een tijdje goed en gezellig. Tot wij hier waren en hij een van de straatkinderen een koperstuk uit de zak van een man zag stelen. Opeens duikelde het kind tegen de man aan en aan Rymus zijn blik zag ik dat het zijn doen was. Het kind is gelukkig weggekomen en ik ben tegen hem uitgevallen. Een paard beet hem en ik gaf hem een linkse hoek toen het escaleerde. Waarschijnlijk was dat niet handig want toen heeft hij met de dood gedreigd als ik tegen iemand zou zeggen wat er was voorgevallen en dat hij een magiër is." aandachtig luister ik naar Eira. Die Rymus is dus niet zo heel erg slim bezig, meteen de eerste dag dat hij in Camelot is, gaat hij al herrie schoppen. Ik moet deze jongen in de gaten houden, en al helemaal omdat hij in het vertrek van Gaius en mij is.
Ik kijk op van een klein jochie dan aan komt rennen en naar Eira toe gaat.
"Bedankt mejuffrouw." zijn stem klinkt vrolijk. Lichtjes glimlach ik eventjes.
"Geen probleem, jochie, en als jij of een van je makkers ooit een plek nodig heeft om te slapen is er altijd een stal met stro vrij." Eira geeft hem een aai over zijn hoofdje en dan gaat het jochie er weer vandoor. "Snap je nu dat ik woest op hem werd?" Ik kijk naar Eira en knik dan.
"Ik snap het helemaal. Ik zal Rymus in de gaten houden, Eira. Dat beloof ik," Ik kijk even om me heen. "Ik zal hem niets vertellen over dit, dat jij dit vertelt hebt. Ik wacht een juist moment af tot hij iets doet dat verdacht is," zeg ik zacht en kijk even naar Eira haar voet. "Ik ga het Gaius ook vertellen, zodat hij Rymus ook in de gaten houd. En die rare gedaante dat hier is, komt ook wel voor elkaar," zeg ik en haal mijn blik van haar voet af.
"Hoe is de pijn nu?" vraag ik dan met een oprechte glimlach.
Dit topic is gesloten omdat het maximum van 300 berichten is bereikt
Egal was kommt, es wird gut, sowieso. Immer geht 'ne neue Tür auf, irgendwo.