Irial
Ik voel mijn hart een beetje sneller slaan als ik merk dat Kyle een beetje dichter bij me komt zitten, al zal het feit dat hij nog steeds zo lekker zoent daar ook wel voor iets tussen zitten. Ik laat een klein geluidje van ongenoegen aan me ontsnappen als Kyle voorzichtig de kus afbreekt.
"Iri... Hoe... Weet je al meer?" Voor ik echter de kans krijg om te antwoorden begint Kyle, geheel trouw aan zichzelf, als een gek te ratelen. "Het spijt me. Ik- ik moest dat niet vragen. Maar ik weet gewoon niet wat ik moet doen en hoe ik me moet voelen. Aan de ene kant ben ik verdrietig en aan de andere kant blij, dat je nog leeft. Ik weet het gewoon niet. Sorry als ik verkeerde dingen zeg en doe, maar het is niet mijn bedoeling. Ik ben gewoon heel blij dat je nog leeft en dat ik je kan kussen en vasthouden... Ik kan me niets voorstellen zonder jou."
Ik blijf even stil om zijn woorden tot me door te laten dringen, en wanneer ik ten volle besef wat hij net gezegd heeft, kan ik niet anders dan zachtjes lachen. Ik leg mijn goede hand een beetje voor mijn mond om het te verbergen. Hij is zo serieus en ik wil hem niet het gevoel geven dat ik hem aan het uitlachen ben, want dat is niet zo. Hij is gewoon zo schattig.
Op de tast zoek ik zijn borstkas en wanneer ik die gevonden heb, grijp ik zijn shirt stevig beet. Ik trek hem naar me toe en laat de warme adem die ik op mijn gezicht voel me naar zijn lippen leiden.
"Niet verdrietig zijn, liefje. Ik ben er nog, en ik weet niet meer wat er gebeurd is maar ik weet wel dat het me niet nog een keer zal overkomen." Ik druk mijn lippen opnieuw zachtjes op de zijne. Ik kan de kleine grijns die opkomt niet tegen houden. "Daarbij is onkruid moeilijk uit te roeien," voeg ik er met een lachje aan toe. Ik laat zijn t-shirt los en neem een van zijn handen vast om die vervolgens naar mijn borstkas te leiden. Als ik de oorzaak van de littekens die er nog steeds zijn overleefd heb, dan kan ik dit ook wel aan. Zolang Kyle maar bij me is, raak ik er wel doorheen. Ik schuif een beetje opzij, zodat Kyle naast me kan komen liggen.
"Welke dag is het vandaag?" vraag ik als ik op mijn beurt voorzichtigjes de kus afgebroken heb.
Charlotte
“Ja. Maar ik geloof dat ik alles wel heb. Zou ik je kleding mogen zien?” Ik probeer me er niet aan te storen dat het allemaal een beetje geforceerd overkomt. Als hij na het ontbijt nog steeds liever gewoon wil vertrekken, dan zal ik zelf die taxi wel bellen.
"Ga je gang," zeg ik met een zachte glimlach. "Maar verwacht er niet teveel van." Ik kan wel een beetje tekenen, maar naar mijn mening is het niet erg fenomenaal. Al moet ik toegeven dat ik de kinderkleertjes die mijn schetsblok sieren wel allerschattigst vind. Koekje zou nooit zulke dingen willen dragen. Toch niet van de collectie voor meisjes. De jongenskleertjes zou ze waarschijnlijk maar al te graag aan trekken.
Ik sta op van de bank, en wandel naar de telefoon. Ik neem de hoorn van de haak en druk op de sneltoets die me met de receptie verbindt. Het duurt even, maar uiteindelijk krijg ik toch de stem van de vriendelijke dame aan de balie te horen. Ik vraag haar of het mogelijk is een ontbijt voor drie op de kamer te kunnen krijgen en bedank haar vriendelijk als ze me vertelt dat het geen enkel probleem is en dat de roomservice er binnen een kwartiertje zal zijn.
Nadat ik opgehangen heb, blijf ik even staan. In een nostalgische bui beeld ik me onvrijwillig in hoe anders het allemaal had kunnen zijn. Ik kijk over mijn schouder even naar Michael, maar bedenk me dan dat ik me geen illusies moet maken, dat dit geen onderwerp is om over te staan dagdromen. Het verleden ligt achter me, en ik kan alleen maar vooruit. Ik laat mijn pokerface weer op zijn plaats vallen en draai me om naar Michael.
"Mocht er een leuke naam in je opkomen, laat het me dan weten want ik ben nog wanhopig op zoek naar eentje," zeg ik met een lachje. Ik leun een beetje tegen het bureautje waar de telefoon op staat. De ideeën voor leuk outfits blijven maar komen, maar de merknaam bepaalt al de helft van de verkoop. Het moet gewoon leuk klinken, willen de mensen het kopen.
I've no idea of the future, but I can see the past quite well. And the present, if the weather's clear.