• De Opheilia torende trots boven alle boten in de haven uit. Alle mensen hadden zich rond haar verzameld, klaar om te vertrekken voor een reis naar de Caraïben. De reis duurde een paar weken en toen alle passagiers terug aan wal komen, was de wereld helemaal veranderd.
    Het grootste deel van de populatie bestaat uit zombies - ook wel Walkers genoemd. Alles is chaotisch en mensen vertonen zich zelden. Bijna niemand gaat alleen over straat, vooral 's nachts niet.

    De passagiers van de Opheilia besluiten aan boord te blijven van het grote cruiseschip. Hoewel het schip niet meer uit kan varen - er is geen benzine meer - lijkt dat de veiligste plek. De voedselvoorraad slinkt snel en de groep wordt steeds kleiner door mensen die ouder worden en sterven, zelfmoord plegen of verhongeren. Op het schip zwerven hier en daar zombies rond: vergeten mensen die nooit teruggevonden zijn toen ze stierven. Het is uiterst gevaarlijk om alleen aan wal te gaan, dus dat gebeurt ook enkel wanneer nodig.
    Daarbij komt ook nog eens dat er steeds meer ruzie ontstaat binnen de groep.
    Zal de groep uit elkaar vallen door ruzies? Of zullen ze allemaal in leven te blijven als ze samenwerken?


    Groepsleden (houdt mannen en vrouwen een beetje gelijk):
    - Rebecca Morgan ~ Ortelius
    - Rowan Ava Carter ~ Assassin
    - Daryl Dixon ~ Apocalyptic
    - Xari Jarrett ~ LexLover
    - Quentin Alfredo Burenti ~ RabidKiller
    - Elizabeth Destiny Harkness ~ Ianto
    - Tyler Grey ~ ForbesBrooks
    - Nathan Morgan ~ Swizzle

    Personage:
    Naam:
    Leeftijd: (Alle leeftijden zijn toegelaten)
    Uiterlijk:
    Innerlijk:
    Wapen:
    Extra's:
    Familieleden: (mag onderling besproken worden)

    Regels:
    - Minimaal 8 regels schrijven
    - Graag met leestekens en hoofdletters typen.
    - OOC graag met haakjes; [] {} () - -
    - Liefde tussen mensen mag, maar houdt het realistisch.
    - Geen Mary Sue's (perfecte personages)
    - 16+ en schelden mag, maar niet OOC
    - Geen personages van anderen besturen.
    - Geen personage's doden zonder toestemming van die persoon
    - Alleen Ortelius maakt topics aan
    - Melden als je je nickname veranderd


    "Do not be angry with the rain; it simply does not know how to fall upwards.” - Vladimir Nabokov

    Rowan Ava Carter

    Zodra hij de motor langzamer laat gaan kijk ik pas echt goed om me heen, me ervan bewust dat we een dorp in rijden. Hier zijn we nog niet geweest, maar dat is dan ook te ver om lopend af te leggen en aangezien wij geen voertuigen hebben kunnen we dus ook niet zo ver. Er waren wel auto's, in het ruim, maar zodra iedereen zicht bewust werd van de walkers, namen ze die gelijk mee om weg te gaan, kijken of het ergens beter was. Het dorp ziet er wat ouderwets uit, het is eng leeg en het zou je doen denken uit zo'n verlaten jaren '80 dorpje die ze voor de nuclaire bommen gebruikten, hoewel we nu gelukkig niet midden in een woestijn zitten. Voor me hoor k Daryl iets onverstaanbaars grommen en hij zet zijn motor stil. Als hij ervan af stapt, doe ik hetzelfde. Als hij daarna naar mij kijkt, lach ik iets verlegen, maar ook opgewonden van de rit. "En? Hoe voelde dat?" vraagt hij en door zijn glimlach moet ik iets breder lachen. "Geweldig!" antwoord ik, misschien iets te overdreven. De meisjesachtige kant die ik had voor dit gebeuren komt dan ook iets naar de oppervlakte gedreven op het moment. "Hij rijd echt geweldig!" Ik leg mijn koude handen even op mijn verhitte gezicht neem en probeer mijn opgewekte glimlach iets in te tomen. Hij zal wel denken dat je één of andere dwaas bent, Ro. Toch ben ik iets te enthousiast om dat ook daadwerkelijk te kunnen doen en blijf ik als een idioot staan grijnzen. Ik ben me er echt niet van bewust in welke staat het dorpje nou eigenlijk echt is door de adrenaline die nu langzaam af begint te nemen.


    Your make-up is terrible

    Daryl Dixon
    Haar gezicht straalt. "Geweldig!" beantwoord ze mijn vraag met een lach. "Hij rijd echt geweldig!" In haar enthousiasme legt ze haar handen verkoelend op haar warme gezicht, maar ze kan niet stoppen met lachen. Het werkt aanstekelijk, en ik kan een glimlachje van voldoening niet achterwege laten. Haar oprechte lach laat me iets doen wat ik anders nooit had gedaan. Ik leg mijn handen op haar rode gezicht. "Dit is de eerste keer dat ik je warm zie in plaats van koud," zeg ik voordat ik mezelf kan tegenhouden. Voor ik spijt kan krijgen van wat ik zojuist heb gedaan, hoor ik een gorgelend geluid achter me en ik grijp direct naar mijn kruisboog. Er staat een enorme Walker recht achter me en zijn vingers glijden al over mijn poncho. Ik sla het ding met mijn kruisboog en trap hem naar achteren. Hij is zo groot dat ik hem niet in één trap op zijn rug krijg. Snel gris ik een pijl uit de koker en schiet ik de Walker tussen zijn ogen. Vervolgens zet ik mijn schoen op zijn hoofd en trek ik de pijl er uit. In de verte komen al meer nieuwsgierige lijken de hoek om gelopen. Er drentelen er ook een aantal voor de ingang van de supermarkt. Ik draai me naar Rowan toe. "De supermarkt is onze beste kans om spullen te vinden. We lopen om de gebouwen heen en gaan via de achteringang, oké?" sis ik. Ik probeer mijn puur emotionele actie van daarnet weg te drukken.

    [ bericht aangepast op 17 jan 2013 - 19:16 ]


    ars moriendi

    Rowan Ava Carter

    Daryl lijkt tevreden te zijn met mijn antwoord want hij begint ook te glimlachen. Plotseling voel ik zijn grote handen ook op mijn gezicht, die iets minder koud zijn dan die van mij. Het verbaasd me iets omdat hij de hele tijd het stuur vast hield, maar volgens mij is hij over het algemeen gewoon meestal warm. Mijn gezicht is gewoon warm en wordt hierdoor alleen nog maar warmer. "Dit is de eerste keer dat ik je warm zie in plaats van koud." zegt hij erbij. Mijn glimlach wordt zo mogelijk nog breder door deze woorden, tot zijn handen mijn gezicht plots los laten. Dan zie en merk ik pas wat er aan de hand is, het is een enorme walker die ik in mijn enthousiasme totaal gemist moet hebben. Het gaat allemaal heel snel als Daryl hem slaat met zijn kruisboog en naar achteren trap, waarna hij hem recht tussen zijn ogen schiet. Ik vind het behoorlijk indrukwekkend, maar tijd om daar over na te denken heb ik niet, want ze komen plots uit alle hoeken en gaten gekropen. Mijn gezicht vertrekt iets krampachtig, mooie val. "De supermarkt is onze beste kans om spullen te vinden. We lopen om de gebouwen heen en gaan via de achteringang, oké?" sist hij mee toe en ik knik gelijk. Nu heb ik geluk dat ik zo licht ben en daardoor zo stil rond kan rennen. Hierdoor raak ik waarschijnlijk niet gelijk in paniek en schieten mijn ogen over de winkels heen terwijl ik het mes trek. Achteringang... We hebben geluk, als het goed is kunnen we daar doorheen rennen, daar lijken ze niet, of tenminste weinig, te zijn. Niet kan je beter niet zeggen want ze zijn altijd overal, ook al zie je ze niet. Ik besluit gelijk als eerste te gaan en ren op een behoorlijk tempo recht door de vrije plek heen. Jezus, ze zouden me hiervoor wel mogen betalen, aangezien ik hier eigenlijk de energie niet voor heb. Gelukkig bereiken we al snel de achterkant van het gebouw, maar tijd om uit te puffen hebben we natuurlijk niet, ze volgen ons nu al.


    Your make-up is terrible

    Tyler Grey

    “Hey! Ja, het gaat wel. Met jou?” Ze probeert vrolijker te klinken als ze eigenlijk is en dat merk ik meteen. Even klopt ze op het zand naast zich en ik loop naar haar toe om naast haar te gaan zitten, de twee konijnen leg ik ook op de grond. "Echt waar?" Vraag ik terwijl ik haar aan kijk en even een wenkbrauw optrek. Ik kijk naar het steentje dat ze het water in gooit en de kringen die hierdoor op het water verschijnen. Even moet ik gapen en hou even mijn hand voor mijn mond, ik had verschrikkelijk geslapen vannacht aangezien er steeds walkers door de gang liepen en af en toe teen mijn deur botsten. De deur had ik dan wel op slot gedaan maar toch voelde ik me niet helemaal veilig in deze nieuwe omgeving. Eigenlijk zouden alle walkers maar snel opgeruimd moeten worden want dat zou het schip een stuk aangenamer maken, maar het waren er nog behoorlijk wat en dit was niet iets wat je in een middag voor elkaar zou krijgen.

    Rebecca Morgan

    "Echt waar?" klonk het ongelovig. Ik moest echt wat beter mijn best gaan doen om hem te overtuigen, dus ik zette mijn breedste glimlach op en knikte. “Echt waar.”
    Tyler geeuwde, waardoor ik hem met opgetrokken wenkbrauwen aankeek. “Ik heb jou toch ook al niet wakker gemaakt, hè?”
    Ik kon anders toch best wel hard schreeuwen, al had ik er zelf niet echt veel van gemerkt.
    Als een klein kind groef ik een kuiltje in het zand met mijn vingers, zodat ik mijn linkerhand erop kon leggen en die onder kon graven. O, de nostalgie. Ik miste die dagjes aan het strand met Nathan. Waar ik hem vroeger altijd ondergroef, of uit het bootje probeerde te duwen omdat ik er van papa niet in mocht omdat hij kleiner was en hij mij te groot vond voor zo'n mini bootje. Ik kon zijn stem nog in mijn hoofd horen. "Becca, blijf van die boot af. Als je ergens op wil gaan liggen, blaas dan de luchtmatras op." Maar uiteindelijk luisterde ik nooit en duwde ik hem eruit om er zelf in te springen. Die dag was alweer jaren geleden, maar het waren de meest fantastische tijden.
    Ik herinnerde me ook nog de keer dat Nathans ijsje in het zand was gevallen en hij zo hard aan het janken was dat ik, als dertien jarige en hij als vijf jarige, al het zand er voor hem afgelekt had en het dan terug in zijn handen had geduwd omdat ik het zo zielig vond.
    Een klein glimlachje was op mijn gezicht verschenen en volgens mij had ik zonet hardop gekucht, maar ik kon het niet helpen. Het waren gewoon zo fijne herinneringen.

    [ bericht aangepast op 17 jan 2013 - 19:35 ]


    "Do not be angry with the rain; it simply does not know how to fall upwards.” - Vladimir Nabokov

    Nathan Morgan
    Binnen in het huis ruikt het muf, maar ik had natuurlijk ook niet verwacht dat het er lekker fris zou ruiken. Voorzichtig begin ik met het rondneuzen in het huis. Ik begin in de woonkamer, waar ik door het raam ben gestapt. Een grote kast achter de bank staat vol met CD's. In mijn 'vorige' leven had ik daar mijn ogen naar uit gekeken. Op het moment interesseert het me niet meer zo. Ik heb er niks meer aan. Het herinnert me alleen aan mijn vorige leven als hevige muziek liefhebber. Ik trek een paar laatjes open waar ik vooral tijdschriften vind. In een van de laatjes vind ik ook drie doosjes lucifers. Snel stop ik ze in mijn tas. Je kan er maar nooit genoeg hebben. Ik verlaat de woonkamer en kom uit in de keuken. Het stinkt er zwaar naar verrot eten. Mijn waarnemingen worden bevestigt als ik de koelkast open trek. Met een vies gezicht gooi ik hem snel weer dicht. Ik loop naar het aanrecht en trek weer wat lades open. Leeg. Degenen die hier woonden zijn blijkbaar gevlucht. Als ik een kastje boven het aanrecht opentrek glimlach ik. Er staan twee Jack Daniels flessen. Ik pak er een. "Tennessee sour mash Whiskey," lees ik. Ik stop de flessen allebei in mijn tas. Misschien zijn er op de boot wel liefhebbers. Ineens hoor ik weer gegrom. Verschrikt maak ik een sprongetje. Ik pak het mes uit mijn riem en loop snel naar de woonkamer. Daar zie ik twee walkers die naar binnen proberen te komen. Verschrikt loop ik achteruit, waardoor ik tegen de muur op bots en niet verder kan. Ik stop het grote mes weer tussen mijn riem. Snel maak ik mijn tas open en haal de kleine messen eruit. Het is dus nu dat ik ze echt nodig heb. Ik slik.

    [ bericht aangepast op 17 jan 2013 - 19:52 ]

    Daryl Dixon
    Ze knikt meteen na mijn woorden en grijpt naar haar mes. Vervolgens spurt ze voor me uit richting supermarkt en ik volg haar met mijn kruisboog in de aanslag. Haar lange vlecht zwiert heen en weer terwijl ze razendsnel naar de achteringang van de supermarkt rent. Ik kijk schichtig om me heen. Er komen meer en meer Walkers uit alle hoeken en gaten. Ze staan op vanachter containers, wandelen uit open winkels en kruipen onder verlaten auto's uit. We bereiken de achterkant van het gebouw. De achterdeur is tot mijn schrik een flink robuust ding. "Aan de kant!" blaf ik naar Rowan waarna ik een aanloop neem en de deur probeer in te trappen. De deur geeft niet mee. Ik probeer het nogmaals, maar het heeft geen zin. Achter me slenteren de Walkers al naar ons toe. Het zijn er minstens dertig. Hoe naïef was ik ook om te denken dat dit dorp verlaten was toen we hier aankwamen? Bovenin de muur zit een klein raampje waar ik met mijn armen net bij kan. Ik grijp mijn kruisboog en sla het glas kapot. Daarna draai ik me weer naar Rowan en til ik haar zonder moeite in één keer op waarna ik haar naar het raam breng. "Probeer dat ding van binnenuit open te maken," zeg ik als ik haar in het raam heb gezet. De Walkers komen dichter en dichter bij. Ik grijp mijn mes en snijd de voorloper open. Ik hoop dat Rowan er niet al te lang over doet, anders is mijn lot bij deze getekend.

    [ bericht aangepast op 17 jan 2013 - 19:57 ]


    ars moriendi

    [Nathan D: Kill them!]


    "Do not be angry with the rain; it simply does not know how to fall upwards.” - Vladimir Nabokov

    Rowan Ava Carter

    "Aan de kant!" blaft hij naar mij, waardoor ik me hijgend tegen de muur van de supermarkt aandruk. Hij neemt een aanloop en probeert de deur tot twee keer toe in te trappen, wat niet lukt. Ik hoor het aan het geluid, maar mijn ogen zijn gericht op de enorme groep hongerige walkers die op ons afkomen. Ja, nu begin ik wel in paniek te raken. Ik schrik op als Daryl glas in slaat met zijn kruisboog, maar zie dan wat hij van plan is. Tot mijn ongenoegen tilt hij me in een snelle beweging op en brengt hij me naar het raam toe. Ik voel zijn warme handen zowat door mijn kleding heen branden en ik moet toegeven dat het me bijna even veel beangstigd als die walkers. "Probeer dat ding van binnenuit open te maken." zegt hij als hij me in het raam heb gezet. Ik knik snel en spring er aan de andere kant weer uit. Mijn trui blijft aan een glasscherf hangen en scheurt open. Het is eng donker binnen, maar ik hoor nog niets wat er op duid dat er walkers binnen zijn. Mijn hart gaat als een razende tekeer en gelukkig wennen mijn ogen snel, waardoor ik in een stap bij de deur sta en er flink aan begin te sjorren. Oh, dit is zo dom van Daryl, ik heb helemaal geen kracht! Kon hij dat dan niet zien toen ik de ramen open probeerde te maken? Nu gaat hij daar waarschijnlijk dood door en ik ook, aangezien ik hier toch niet alleen uit kan komen. Ik begin bijna te jammeren van paniek, maar dan geeft de deur eindelijk mee. Ik maak hem maar een klein stukje open, zodat Daryl er zeker door past, terwijl ik zie hoe dichtbij de walkers al zijn. "Snel, kom." zeg ik schor fluisterend door mijn vage emotionele uitbarsting.


    Your make-up is terrible

    Tyler Grey

    “Echt waar.” antwoord ze, ik glimlach even naar haar met half samengeperste lippen en even doe ik mijn mond half open om er op door te vragen maar bedenk me dan toch, het gaat me eigenlijk niets aan en ze kent me nauwelijks dus waarom zou ze me wat vertellen? Even kijk ik omhoog naar de blauwe lucht, een aantal witte wolkjes komen langzaam voorbij “Ik heb jou toch ook al niet wakker gemaakt, hè?” Vraagt ze me dan en ik kijk haar even verbaast aan. "Nee wat dan?" Zeg ik met een schuine lach op mijn gezicht. Ik kijk toe hoe ze haar arm in het zand begraaft, de wind die hier staat maakt het toch behoorlijk fris en ik ben niet bepaald warm gekleed , even wrijf ik dan met mijn hand over mijn arm, een mislukte poging om het iets warmer te krijgen en denk terug aan het gesprek dat ze gister had met haar broertje. Ik vraag me af wie James is, of eigenlijk was aangezien ze had gezegd dat hij dood is maar ik weet niet goed of ik hierover moet beginnen. "Waar is je broertje?" Vraag ik dan maar terwijl ik haar weer aankijk. Even laat ik een beetje van het zachte zand door mijn hand glijden en daarna laat ik me ook wat achterover vallen en leun op mijn ellebogen.

    Rebecca Morgan

    "Nee wat dan?" Voor de eerste keer klonk het oprecht geïnteresseerd, terwijl de meesten alleen maar zulke dingen vroegen om dat ze niet anders konden.
    "Nachtmerrie." Er verscheen een klein blosje op mijn wangen. Ik praatte niet graag over mijn nachtmerries, dus als hij meer te weten wilde komen, zou hij er toch maar achter moeten vragen.
    Tyler wrijft even met zijn handen over zijn armen, in een poging zichzelf op te warmen. Het scheen uiteindelijk niet te werken, aangezien hij nog steeds zat te bibberen.
    "Je mag mijn vest wel hoor," bood ik hem aan. Het zou er waarschijnlijk vreemd uitzien, of toch klinken. Volgens mij was mijn vest wel onzijdig. Het was gewoon een simpele, zwarte leren vest. Dus hij moest het maar weten.
    "Waar is je broertje?" vroeg hij opeens.
    Mijn houding veranderde van ontspannen, naar ongedurig. Dit gesprek liep de verkeerde kant uit.
    "Jagen." Ik beet op mijn onderlip. Nathan... Zou hij het goed maken? Of zou hij ondertussen al opgegeten zijn door een jager. Er trok weer een rilling door mijn lichaam. Niet aan denken, Rebecca!


    "Do not be angry with the rain; it simply does not know how to fall upwards.” - Vladimir Nabokov

    Daryl Dixon
    Ik hou de kruisboog en mijn revolver beide stevig vast wanneer de groep Walkers zich rond me sluit. Als eentje mijn arm grijpt en er in wil bijten, schiet ik hem door zijn hoofd. De drie Walkers die het dichtste bij me zijn krijgen ook een kogel door hun schedel. Ik ben echt fucked als Rowan die deur niet open krijgt. Net als ik haar naam wil schreeuwen, gaat de deur piepend open en kan ik door de kier schieten. Direct duw ik de enorme deur met mijn schouder dicht. Het is hier aardedonker en mijn handen zoeken naar het slot op de deur. Wanneer ik deze gevonden heb, draai ik het ding weer op slot en duw ik mijn rug tegen de deur. Ik zak langzaam naar beneden terwijl ik sneller ademhaal dan normaal. Dat was er echt een op het randje. Achter me hoor ik de gorgelende geluiden van tientallen Walkers die weten dat we hier binnen zitten. Het zou niet lang duren voor het hele dorp voor de supermarkt zou komen te staan. De geluiden die de lijken maken trekken weer andere lijken aan. Ik wrijf over mijn gezicht en kijk dan rond. Mijn ogen zijn al wat beter gewend. We zijn in de opslagplaats van de supermarkt. Hoewel we als ratten in de val zitten; van de honger of dorst zullen we niet omkomen. De achteringang zat potdicht, en er was dan ook geen levende ziel binnen geraakt. Waarschijnlijk is de deur van deze opslag naar de winkel ook op slot, want alles staat hier nog. Blikken soep, koeken, ontbijtgranen.. Ik probeer Rowan's blik op te vangen, maar dat gaat erg lastig in het donker. Als ik me naar rechts beweeg, raakt mijn hand die van haar. Snel haal ik hem weer weg. "Heb je.. heb je je pijn gedaan..?" vraag ik. Ik was misschien toch een beetje lomp met haar omgesprongen door haar zo op het raam te zetten, maar als ik dat niet had gedaan, waren we op dit moment Walkervlees geworden.

    [ bericht aangepast op 17 jan 2013 - 20:33 ]


    ars moriendi

    Rowan Ava Carter

    Daryl schiet gelukkig door de kier heen en duwt de deur van snel dicht met zijn schouder, waardoor het felle zonlicht opnieuw word buitengesloten en ik weer niets kan zien tot mijn ogen gewend zijn. Ik hoor hoe de deur op slot gaat en Daryl die tegen de deur naar beneden zakt met zijn gejaagde ademhaling. Volgens mij is dat meer van de angst voor het doodgaan dan van de inspanning, zoals bij mij. Ik volg zijn voorbeeld en laat me dan ook zakken. Ik voel een doffe pijn in mijn zij en knijp even mijn ogen dicht. Ik voel zijn hand die van mij raken, waarna mijn ademhaling even stokt, om zijn hand daarna weer te voelen verdwijnen, terwijl ik hetzelfde doe. "Heb je... heb je je pijn gedaan..?" hoor ik hem vragen. Ik bijt op mijn lip en laat mijn hand naar mijn zij glijden. Misschien moet ik dat nog even verbergen, volgens mij is het ook niet zo erg. "Nee." antwoord ik dan zacht fluisterend. "Jij wel?" vraag ik iets bezorgd. Ze waren zo dichtbij, ik hoop maar niet dat hij gebeten is... Mijn ogen zijn al snel weer gewend en ik kan zien dat het een soort van magazijn moet zijn, één die nog redelijk vol staat in vergelijking tot wat ik gezien heb. Jezus, hoe kiezen we nou wat we mee moeten nemen? Ik heb geen idee, hopelijk weet hij dan wel. We hebben niet zoveel ruimte en we moeten hier straks ook nog levend uitkomen. Hopelijk kalmeren ze zo wat, anders zitten we hier nog wel even vast, denk ik zomaar. "Je hebt wel precies het goede uitkozen." murmel ik met mijn blik op alle voorraden. Zonde dat er zoveel walkers zijn...


    Your make-up is terrible

    Daryl Dixon
    "Nee," zegt een stemmetje in de duisternis. "Jij wel?" Ik schud mijn hoofd en besef me dan dat ze dat niet kan zien. "Nee. Dat stinkende zwijn buiten had wel zin in een stukje Daryl, maar ik ben weggekomen." Ik schuif mijn poncho opzij en wrijf over mijn arm. Gisteren zat Rowan's trui daar nog omheen. De boomwond is nog halfopen, maar verder voel ik dat er ook al korstjes op beginnen te komen. "Je hebt wel precies het goede uitkozen," mompelt Rowan terwijl ze naar alle spullen in de ruimte kijkt. "Ja, een beetje jackpot is het wel," antwoord ik terwijl ik opsta. Mijn ogen zijn dusdanig gewend dat ik zie hoe deze ruimte ingericht is. Ik loop naar een rij vol drinken en pak een literfles water van het schap af. Vanaf vanochtend al heb ik dorst, en hier staat genoeg water voor een paar weken. Ik schroef de dop er af en begin gulzig te drinken. Daarna valt mijn blik op een pak rijstwafels. Ik twijfel, maar pak het dan toch. Vervolgens loop ik met de fles water en de rijstwafels terug naar de deur. Het is niet moeilijk om de weg daar naartoe te vinden; ik hoef alleen maar op het geluid af te lopen. In het donker zie ik een figuurtje zitten dat Rowan moet zijn en ik plof naast haar neer. Ik draai me naar haar toe. In het donker zijn haar ogen lastig te vinden, maar dankzij het wit van haar ogen vang ik toch haar blik. "Hier, water," mompel ik terwijl ik haar de fles in haar handen duw. "En.." Dit is riskant, maar ik moet het proberen. Het moet.. Ik open het pak rijstwafels en zoek dan naar haar hand. "Hier.. zit bijna niks in," mompel ik als ik haar er eentje geef. Ik kijk haar aan en ben bijna bang voor wat er nu gaat gebeuren.

    [ bericht aangepast op 17 jan 2013 - 20:51 ]


    ars moriendi

    Nathan Morgan
    Ik gooi een klein mes richting een van de walkers. Een bewegend doel is een stuk lastiger dan een muur. Het mes blijft daarom ook steken in de schouder van het ding. Mijn ademhaling wordt met de seconde gejaagder. Ik gooi nog een mes. Dit keer raak. Het zit in een van de ogen. De walker valt naar achteren. De andere walker is inmiddels weten binnen te komen. Ik pak het vleesmes tussen mijn riem uit en loop op de walker af. Ik steek hem in het voorhoofd neer. Ik loop snel naar de andere walker toe, waaruit ik de twee mesjes haal. Snel spring ik weer uit het raam, voordat ik straks ingesloten ben door een horde. Als ik buiten kom hoor ik gegrom vanuit mijn zijkant komen. Snel kijk ik opzij. Een kleine walker komt met graaiende armen op me afgelopen, maar die steek ik met gemak neer. Ik ren de straat op. Ik blijf stil staan en draai een rondje. Mijn hart klopt in mijn keel en mijn adem gaat zo snel dat het haast niet gezond moet zijn. Ik begin te rennen richting het einde van de straat waar ik daarstraks de hoek om was gelopen. Ik kijk nog een keer achterom en zie drie nieuwe walkers. Ik omklem het handvat van mijn mes zo strak dat mijn knokkels wit worden. Ik wou dat Rebecca hier was om me te helpen. Zij is hier vast zoveel beter in. Ik loop met mijn rug tegen een gebouw aan. Zo kunnen walkers me niet van achteren aanvallen. Met in mijn ene hand het vleesmes en in de andere een werpmes blijf ik staan wachten tot de walkers dichterbij komen. Ik probeer mijn ademhaling te controleren, wat helaas tevergeefs is. Ik heb geluk dat een walker sneller loopt dan de andere twee. Ik loop ernaartoe. Het grote mes plant ik in een van de ogen. Daarna loop ik naar de volgende die mijn arm vastpakt, maar niet snel genoeg is om te bijten voordat ik het neersteek. Dat was nummer twee. Mijn hart bonkt bijna mijn keel uit. Voordat ik me om kan draaien word ik op de grond getrokken. Een verschrikte, bange kreet ontsnapt uit mijn mond. De derde walker graait hongerig met zijn armen naar me terwijl het dichterbij probeert te komen. Door het trappen met mijn benen blijft het nog even op afstand.