Andrei.
Willow had geknikt en was naar me toe gelopen, haar armen rond mijn hals geslagen en al vlak erna voelde ik haar benen rond mijn middel gevouwen, alsof ze zo bang was dat ik haar zou laten vallen. Ik mag dan wel een wezen zijn, maar ik pak het wel geraffineerder aan, dan doe ik dit soort trucjes niet. Stevig hield ik haar dan ook vast voor we ongeveer een minuut later bij de rand van het bos aankwamen. De bergen begonnen hier en terwijl ik mijn handen over haar benen liet dwalen, zodat ze van mijn rug af kon glijden, keek ik bestuderend rondom me.
Ik zal mijn spullen zo snel mogelijk halen, mompelde ze. Het zwakke glimlachje dat ik van haar had gekregen, vertelde me dat ze zich ietwat ongemakkelijk voelde. Hoewel ik dat niet zeker wist, zou ze zich vast en zeker niet erop staan te springen om richting James te lopen. Op wat ze zei, reageerde ik niet en ze draaide zich al om, om weg te gaan. Mijn donkere blik gleed over het slanke, kleine gestalte van de jonge vrouw die voor me weg liep. Voor een meisje dat redelijk klunzig was, had ze nog best een zwierige tred.
In eerste instantie had ik hun gesprek nog eens willen afluisteren, echter het feit wilde dat ik er nu al moe van was geworden. Het was ook niet aan mij besteed, ik wilde liever mezelf bezig houden met moorden, etc. Niet met dit soort onzin. Desondanks had ik me voor een enkel moment werkelijk afgevraagd waar James zich in hemelsnaam mee in had gelaten. Nu was ik erbij betrokken ook, fijn. Zo geduldig mogelijk wachtte ik op Willow, zonder haar af te luisteren of iets dergelijks. Wanneer ze problemen had, zou ik dat ook niet kunnen horen of merken, tenzij het te lang zou duren. Daar hield ik namelijk niet van, dan ging ik wel luisteren.
Na wat een tiental minuten leken te zijn, spitste ik toch mijn oren en stond op van de bruine aardegrond. In de tussentijd had ik namelijk van verveling op de grond gezeten, maar nu zij weer terug was wat ik merkte aan haar voetstappen had ik opgestaan en mezelf afgeklopt. Er waren nog wel enkele bruine vlekken op de donkere broek te zien, toch viel het wel mee.
Wanneer ik opkeek, zag ik de blauwkleurige slaapzak die ze bij zich droeg. Had ze werkelijk al plannen gemaakt om bij hem te blijven slapen? Mensen, daar had ik geen woorden meer voor
James is en blijft een wezen, dat kon niemand van hem afpakken, dus er hoefde maar één ding verkeerd te gaan en hij zal weer over de rooie gaan. Hij hoeft maar eens bloed te zien, zoals ik, en hij wil het opnieuw. Daar is niets aan te veranderen.
Sorry dat je moest wachten. Kwam er mompelend bij haar vandaan, terwijl ik op dat moment pas richting haar ogen opkeek. Er was een bepaalde verdrietige blik in te zijn die ik niet kon registreren, maar ik wist wel dat er iets binnenin mij op mijn ribben leek te drukken. Had ze gehuild, vanwege hem? Of dacht ze ondertussen ergens anders aan en ging het daarover? Mijn lippen weken al iets van elkaar, waarbij ik mijn handen iets levenloos naast me liet hangen, niet echt wetende wat te doen. Vervolgens week ik mijn blik van haar af, sloot mijn mond en besloot om er niets op te zeggen. Dat wilde ze vast ook niet, en daarbij kwam nog eens dat ik niet wist wat te zeggen.
Hoe gaat het met je voet? Stelde ik haar eerst, voordat ik mijn blik terug op haar richtte. Met mijn handen in mijn zakken liep ik naar haar, waarna ik even over haar donkere haar streelde. Toen gleed mijn blik naar beneden af, totdat deze bij haar voet kwam en ik bukte abrupt langzaam. Niet om haar pijnlijke voet te controleren, maar om mijn ene arm achter haar rug te leggen en de andere onder haar knieën. Zo tilde ik haar op, om haar vervolgens stevig tegen me aan te drukken en haar aan te kijken. Houd je goed vast. Ik breng je naar het kamp. Meldde ik kortaf. De slaapzak had ik zo gedaan dat deze op haar kwam te liggen en er niet snel vanaf ging, waarop ik al begon te rennen richting het kamp. Hier aangekomen, zette ik haar voorzichtig neer, zonder echt op de andere te letten.
Quiet the mind, and the soul will speak.