• DIMENSION TRAVEL.


    ––––––––––––
    Eindelijk zijn er wetenschappers met het idee gekomen om een tijdmachine te gaan maken. Ze hebben deze klaar, maar hebben nog proefpersonen nodig..
    Zodra ze deze gevonden hadden komen ze erachter dat deze machine niet in de tijd reist, maar in verschillende dimensies..
    Met een (mislukte) tijdmachine zijn er 15 jongeren belandt in een echte horror wereld. Ze zitten vast en kunnen hier never meer uitkomen.. Tenminste, als het de wetenschappers niet meer lukt om ze er weer uit te halen. Dan moeten de jongeren hun draai in deze wereld vinden.
    Gelukkig hebben de wetenschappers een speciale horloge bij ze om gedaan waarmee ze contact kunnen houden. Als je deze kwijt raakt dan heb je een groot probleem..


    Rollentopic.
    Lees dit, zodat je weet hoe de dimensie eruit ziet.


    Wezens:
    Assassin - James.
    Nychta - Athan Romanescu
    Tortura | Hidan - Andrei Shade Vaughn / Lilith.

    Meisjes:
    Aurorea - Willow Nastya Reyes.
    Nychta - Amberlynn Lee Jefferson.
    Assassin - Sage Evangeline Clark
    Aurorea - Erin Naveen Lightwood

    Jongens:
    Exasperated - Jack Rush.
    Oromis - Damien Hunter.

    Wetenschappers:
    Tortura | Hidan. - Xavier Hush Gray.

    Regels RPG:
    • Ooc binnen de haakjes: (), [], {}.
    • 16 + teksten mag.
    • Geen perfecte rollen. Iedereen heeft wel wat minpuntjes.
    • Max. 2 Personage's p.p.
    • Schrijf meer dan 1 á 2 zinnetjes. Anders valt de Rpg dood en het is echt niet zo moeilijk.
    • Geen ruzie maken. Hou het gezellig! De personage's zelf mogen wel ruzie maken.
    • Geen andere dingen verzinnen van de verhaallijn of ervan afwijken. Hou je er gewoon aan.
    • Maak geen grote beslissingen in je eentje en je bestuurt de personage van de ander niet! Alleen die van jezelf.
    • Have fun! (:


    [Wachten op Nikki's antwoord of mijn beurt om te schrijven?]


    Quiet the mind, and the soul will speak.

    [Ik had Nikki vanochtend nog gevraagd en we mogen gewoon verder]


    To the stars who listen — and the dreams that are answered

    Xavier Hush Gray, wetenschapper.

    De frons die er op haar gezicht komt negeer ik maar voor zover ik kan. Erop reageren zal ik in elk geval niet. De hele tijd keek zij zwijgend toe, het maakte me eigenlijk niet uit dat zij dit deed, als ze maar haar mond zou houden over hoe ellendig ik eruit zie. ‘Dat was snel.’ Merkt ze bijna toonloos op, al reageer ik er niet op. Het komt zelfs bijna niet tot me door, want ik begin al over haar enthousiastheid van daarnet. Met samen geknepen ogen keek ze naar me, waardoor ik een diepe zucht slaakte. Geef alsjeblieft gewoon antwoord, ik heb geen zin in wantrouwigheid en vervolgens die vragen. Hierop haalt ze haar schouders iets op en pakt het blik vast, om er een slok uit te nemen en deze naar mij te reiken. Eigenlijk wil ik het afslaan, desondanks pak ik het echter toch aan.
    ‘Geen melk of suiker,’ mompelt ze. Dat deert mij niets, zwart was toch beter, zwart en bitter. Dat zal het vast goed doen bij mij nu, misschien kan ik iets van mijn sarcastische uitspraken terug winnen waardoor het verlies van James gemakkelijker word. Hoewel ik toch wel stiekem weet dat het nu gewoon voor een tijdje nog miserabel blijft. ‘En inderdaad, zo enthousiast ben ik niet. Ik had niet verwacht om terug te keren naar huis, eigenlijk. Ik heb niets om naar terug te keren.’ Zegt ze met haar ogen op het blik gericht, waardoor ik haar blik iets volg en er uiteindelijk een slok uit neem. Ik ook niet, dacht ik in mezelf, niets en niemand om naar terug te keren. Waarom wil ik dan eigenlijk zo graag terug als ik hier bij hem kan blijven? Ach, uiteindelijk zal hij er genoeg van krijgen en zichzelf afvragen waarom hij er in de eerste plaats mee begonnen was. Dit was beter, veel beter, dit zóu beter moeten zijn.
    ‘En jij?’ Vraagt ze abrupt, waardoor ze mijn gedachten doorbreekt en ik opkijk terwijl zij dat ook doet. Vragend kijk ik haar aan, maar ze verklaart het al verder. ‘Je lijkt ineens wel een stuk meer gedreven te zijn om die machine aan de praat te krijgen wat je nu ook is gelukt. Waarom?’ Nieuwsgierig en ook wat doordringend kijkt ze me aan, maar ik sla mijn blik naar beneden en kijk naar het blik terwijl ik eerst een slok neem, voordat ik deze afgeef terug aan Sage. ‘Dat was ik al, maar behalve jij werkte er niemand echt mee aan de machine. Het duurde hierdoor langer en ik werd er gewoon geïrriteerd van. Niets meer en niets minder. Ik verlang wel naar een goede douche en het slapen in mijn eigen bed…’ murmel ik het laatste, waarop ik iets zucht en mijn blik over het kamp laat gaan. ‘Net zoals jou heb ik ook niets om naar terug te keren, niemand. Desondanks wil ik weg, er is toch niets dat me hier houd.’ Lieg ik deels, waarbij ik over mijn droge lippen lik en alweer verlang naar de bittere instantkoffie.

    Andrei, wezen.

    Hoewel ik hen nog wel genoeg privacy heb gegeven, heb ik over het algemeen wel een aantal dingen gehoord en zo ben ik toch tot de conclusie gekomen dat James wat voor die jonge man moet voelen. Nog niet eens halverwege begint Willow te huilen, waardoor ik mijn kaken kort op elkaar klem en naar ze blik. Lui leun ik iets tegen een boom aan, terwijl mijn blik nog altijd strak naar hen is gericht, vooral naar Willow. Ze begint uiteindelijk terug te lopen, maar blijft abrupt stilstaan waardoor ik al naar haar toe wil lopen. Pas na een aantal stappen houd ik stil, omdat ze zich verslagen tegen een boom aan heeft laten zakken.
    Hierdoor draai ik me niet wetende wat te doen om en haal een hand door mijn warrige haar, waarna ik iets aan mijn achterhoofd krab. Opeens hoor ik geritsel en bijna direct draai ik me dan ook om, om Willow tussen de bosjes vandaan te zien komen. ‘We zijn klaar met praten.’ Kort knik ik erop. De lichte trilling in haar stem en haar rode ogen verraden dat ze gehuild heeft, waardoor mijn blik iets milder word dan het ijzige dat erin zat. ‘Wil je me nog steeds naar de rand van het bos brengen en daarna terug naar het kamp?’ vraagt ze. Ik blijf zwijgzaam naar haar ogen staren, waarbij ik al wel een aantal stappen naar haar toe zet. ‘Alsjeblieft? Ik wil niet dat James me brengt…’ Haar stem klinkt nogal smekend, dus eenmaal ik dat gehoord had, knik ik opnieuw. ‘Dat wil ik wel, maar ik welke kant van het bos wil je op? Het koude gedeelte, de bergen…?’


    Quiet the mind, and the soul will speak.

    Willow Nastya Reyes
    Nadat ik aan Andrei heb gevraagd of hij me nog naar de rand van het bos wilt brengen en daarna terug naar het kamp staart hij zwijgzaam naar mijn ogen, die ik daardoor wat iets ongemakkelijk en gegeneerd op de grond richt. Volgens mij is het duidelijk aan me te zien dat ik gehuild heb, hopelijk is dat niet meer zo goed te zien wanneer ik bij het kamp aankom. Dan zeg ik met een, zonder dat ik het zelf door heb, smekende stem dat ik niet wilt dat James me brengt. 'Dat wil ik wel, maar in welke kant van het bos wil je op? Het koude gedeelte, de bergen...?' Het duurt me enkele seconden om me te bedenken waar James ook alweer “woont”.
    'Oh, eh, de bergen,' antwoord ik uiteindelijk. 'Is dat ver?' vraag ik vervolgens terwijl ik een korte blik op mijn enkel werp en daarna kort naar Andrei kijk. Ook al merk ik de pijn nu niet echt op, het is denk ik niet verstandig dat ik er lang op ga lopen. Bovendien zal ik een stuk moeten klimmen, dan kan mijn enkel daarvoor beter rust gehad hebben.
    Ik twijfel er over of ik het mijn broer zal moeten vertellen van James. Als hem het hele verhaal vertel, dan laat hij me zeker niet snel meer ergens heen gaan. Waarschijnlijk zal hij het toch wel aan me kunnen zien dat er iets mis is, hij heeft het altijd door als ik verdriet heb over iets. Ik zucht zacht en schud mijn hoofd. Laat ik daar nu nog maar niet over nadenken, ik weet niet eens zeker of ik hier überhaupt ooit wegkom. Ik moet me nog geen zorgen maken, dat mijn broer zich zorgen zal gaan maken om mij.
    Ongewillig glijden mijn gedachten naar James. Ik had niet zo dom moeten zijn mezelf hoop te geven door die enkele flirterijen van hem, terwijl ik toen al wist dat Xavier zijn hart heeft. Ik had gelijk weg moeten gaan toen ik het vermoeden begon te krijgen dat hij gevoelens begon te krijgen voor Xavier. Het is mijn eigen domme schuld. Ik ben niet eens boos op James, ik ben boos op mezelf. James kan er niks aan doen, hij heeft tenslotte voor Xavier geen liefde gekend voor iemand – als ik hem daarover moet geloven tenminste –. Als hij had geweten dat je mensen kan kwetsen door met ze te flirten terwijl je weet dat je gevoelens voor iemand anders begint te krijgen, dan had het misschien niet gedaan. Misschien.
    Zonder dat ik het door heb druk ik mijn nagels hard in mijn handpalm, waardoor kleine wondjes ontstaan waar bloed uit opwelt.


    To the stars who listen — and the dreams that are answered

    Andrei, wezen.

    Ietwat ongemakkelijk en gegeneerd richt ze haar ogen op de grond als ze merkt dat ik daarnaar staar, doordat het te merken is dat ze gehuild heeft. Het is te merken dat mensen zielig zijn, ze huilen zo snel, maar dat ze om een wezen zou huilen. Wel, ik moet eerlijk toegeven dat ik, in een donker plekje ergens in mijn hart, het wel zielig voor haar vind. Alhoewel ik zelf nooit zou huilen, niet dat ze dat horen of moeten weten tenminste.
    Het duurt enkele seconden voordat ze antwoord op mijn vraag, maar ik ben al opgelucht dat ze terug antwoord, want ik sta niet echt bekend om mijn geduld of iets dergelijks. “Oh, eh, de bergen,” antwoord ze, waarop ik knik dat ik het begrepen heb. Ergens past dat ook wel bij James, ja. In elk geval meer dan de andere plekken in deze dimensie. “Is dat ver?” vraagt ze vervolgens, waardoor ik op haar neerkijk omdat ze zo klein is en grinnikend over mijn kin wrijf. Op dat moment wierp ze een blik op haar enkel. “Alles nu lijkt ver voor een mens,” beantwoord ik geheimzinnig, al weet ik niet bepaald zeker of ze het wel gehoord heeft. Willow lijkt nogal diep in gedachten te zijn, want niet vlak erna zucht ze zacht en schud haar hoofd.
    Waar denkt ze aan? Nou, ik zal het in elk geval niet te weten komen, het lijkt me niet dat ze dat kwijt wil nu. Verdomme James, houd je dan ook gewoon in, zelfs mij help je hier niet mee nu. Hoewel je dat vast leuk zou vinden, dacht ik geërgerd, waarbij ik iets met mijn tanden knarste. “Willow?” vroeg ik nog iets nonchalant, maar toch benieuwd, waarop ik mijn hand voor haar gezicht zwaaide om aandacht te krijgen. “Aarde aan Willow.” Mijn blik gleed naar haar handen toen ik in mijn ooghoeken merkte hoe ze haar nagels hard in de palmen drukten. Hierdoor kwamen er kleine wondjes waar bloed uit opwelde.
    Gelijk dringt die ijzergeur in mijn neusgaten, waardoor mijn ogen open sperren. Verdomme, het was al weer te lang geleden dat ik iets had gekregen en nu lokte ze me ook nog uit met het bloed van haar! Nog even en ik verscheurde haar, om vervolgens van haar bloed en vlees te genieten. Dat mocht natuurlijk niet baten, dat kon niet, zeker niet nu James nog in de buurt was. Daarbij kwam dat ik het niet wilde, ik wilde geen slaaf zijn van de honger. Gelijk sloeg ik mijn handen voor mijn mond en neus, waarbij ik grote stappen naar achteren deed. “Verdomme Willow, kijk daarmee uit. Zorg ervoor dat je niet in mijn maag beland door dat!” grauwde ik iets beestachtig, waarbij ik snel nog meer afstand van haar deed.


    Quiet the mind, and the soul will speak.

    James - wezen

    "Volgende keer als je iemand leuk vindt, ook al weet je het niet zeker, dan moet je niet met andere mensen gaan flirten, dat kan verkeerde signalen veroorzaken. Je kan niet met de gevoelens van mensen spelen," zegt ze met een zachte, gepijnigde stem. Ik kan haar waterige ogen vanaf hier zien, hoewel ze het weg probeert te knikken en ik ben even met stomheid geslagen. Ik kan niet geloven dat ze dit nu zegt, alsof het mijn schuld is dat zij niet duidelijk geweest is met wat ze wilde. Met langzame passen loopt ze naar me toe en ze hinkt iets, waar ik weinig aandacht aan besteed. Haar handen legt ze op de weerszijden van mijn gezicht, waardoor ik haar iets gespannen aankijk, omdat ik niet weet wat ze van plan is. Ze brengt haar gezicht dichter naar de mijne toe en druk een zachte, tedere kus op mijn lippen.
    "Je stond bij mij op de eerste plek," fluister ze zacht. Hierna draait ze me om en loopt ze snel bij mij vandaan, terwijl ik haar ongelovig na staar. Dit kan je toch niet menen, dit gebeurde toch niet? Alles wees er gewoon op dat ze gewoon wat dolde en rond speelde, niets serieus. Ik snap het niet, ik... Ik raak gewoon helemaal in de war van haar, waardoor ik even zo blijf staan en vervolgens mijn lippen voorzichtig aanraak. Nee, dit is van een illusie van Andrei, het kan gewoon niet anders. Vandaag is gewoon te raar, ik moet niet meer met mensen optrekken. Ik geef teveel om ze en dan krijg je dit soort situaties. Afwijzingen en alles wat erbij hoort. De pijn die ik vandaag voel is te groot, dit kan ik er niet bij hebben. Het verscheurt me, want ik geef werkelijk om Willow. Ik wilde haar geen verkeerde indruk geven.
    Op het moment heb ik er gewoon behoefte aan om alleen te zijn, waardoor ik koers zet naar mijn eigen plekje, mijn eigen grot. Ik ren zo snel als ik kan, zo snel als de wind blaast. Ik ben op zoveel momenten dankbaar voor die snelheid, maar nu nog wel het meest. Hierdoor ben ik ook al snel bij de plek waar ik wil zijn en spring ik omhoog. Als ik binnen ben, zie ik dat Willow haar slaapzak nog op mijn bed ligt. Met een kwade blik in mijn ogen gooi ik hem de grot uit, naar beneden. Ik heb niet door dat er een foto uit dwarrelt, zo onder mijn bed. Hierna neem ik plaats op mijn bed en probeer ik alle gevoelens te negeren. Ik ben zeer hard gekwetst, verdrietig, boos en woedend. Daarbij begrijp ik er zo weinig dat ik mezelf niet eens snap, niet snap wat er allemaal gebeurd is en hoe het kon gebeuren.

    Sage Evangeline Clark

    Als ik naar het blik kijk, neemt hij uiteindelijk een slok van de koffie. Ik vraag hierna wat abrupt wat hij heeft, waarna ik het verklaar na zijn vragende blik. Hij neemt nog een slok van de koffie voor hij het blik weer aan mij geeft en ik er iets van nip. "Dat was ik al, maar behalve jij werkte er niemand echt mee aan de machine. Het duurde hierdoor langer en ik werd er gewoon geïrriteerd van. Niets meer en niets minder. Ik verlang wel naar een goede douche en het slapen in mijn eigen bed…" murmelt hij het laatste, waarop hij iets zucht en zijn blik over het kamp laat gaan. "Net zoals jou heb ik ook niets om naar terug te keren, niemand. Desondanks wil ik weg, er is toch niets dat me hier houd." antwoord hij en hij likt over zijn droge lippen.
    Ik staar hem een moment aan, voor ik een grote slok neem en het blik zwijgend aan hem doorgeef. "Niets?" vraag ik uiteindelijk toch aarzelend, als een poging om te beginnen over zijn interactie met het wezen James, zijn rode ogen en zijn schorre stem. Het is duidelijk dat hij gehuild heeft en hij weet ook wel dat ik het ook weet. Voorzichtig blik ik op naar hem en kijk ik hem inschattend aan. Ik ben er nieuwsgierig naar geworden, heel nieuwsgierig ondertussen. Ik hou er niet echt van om in andermans zaken te wroeten, maar soms overwint mijn nieuwsgierigheid het en doe ik alsnog een poging om het te weten te komen, al ben ik er niet echt standvastig in, of goed. Vaak wordt ik te bot waardoor ik het sowieso al niet meer te weten kan komen.


    Your make-up is terrible

    Xavier Hush Gray, wetenschapper.

    Ze staart me voor een moment aan, voor ze een grote slok neemt en het blik zwijgend aan mij doorgeeft. Ik staar er eerst kort in, voor ik het naar mijn lippen laat gaan. Eigenlijk wilde ik er met mijn vingers overheen gaan en de aanraking van James nog voelen, maar dat hielp niemand. Zeker niet in deze situatie en ik wist zeker dat Sage dingen wilde gaan ontrafelen, ze zou vast voor detective gaan spelen. “Niets?” vraagt ze uiteindelijk toch aarzelend. Daar was het al, datgene waar ik bang voor was, een poging om te beginnen over James en hoe ik er nu uitzie. Zwijgzaam neem ik eerst een slok van de zwarte koffie, waarna ik het doorslik en in het blik kijk.
    Het is nog halfvol en hopelijk zou het eruit zien of ik het niet gehoord had. Al wist ik hoe Sage was, misschien niet goed genoeg, maar wel prima om te weten dat ze hier niet zomaar over zou stoppen. Vooral omdat ze er eigenlijk buiten had, maar opeens neemt ze hier ‘interesse’ in. De nieuwsgierigheid die het overwint, laat ik maar zeggen. Nu kijk ik langzaam op en merk hoe ze me inschattend aankijkt. Hierop zucht ik diep en geef dan het blik met de koffie aan haar, terwijl ik mijn poelen met een geïrriteerde blik erin weg laat dwalen. “Niets, ja. Betwijfel je me?” vraag ik haar, met een nogal beschuldigende toon erin verworven. Ik hoop toch echt dat die rode ogen weg zijn, want ik word er zo langzamerhand gestoord van. Dit zou goed zijn voor James en voor mij, ik doe hem eigenlijk plezier. Later zou hij het wel gaan inzien… “Anders had ik ook niet zo snel die machine af willen maken.” Grom ik.


    Quiet the mind, and the soul will speak.

    Willow Nastya Reyes
    'Willow?' Ik schrik op uit mijn gedachten over James als Andrei met zijn hand voor mijn gezicht zwaait. 'Aarde aan Willow.' Ik wil net vragen wat er is, aangezien hij waarschijnlijk wel iets heeft gezegd net, als hij zijn ogen open spert. Hij slaat zijn handen voor zijn mond en neus en loopt tegelijkertijd naar achter. Ik kijk hem niet-begrijpend aan en er verschijnt een lichte frons op mijn gezicht. 'Wat is er mis?' vraag ik verward. 'Verdomme Willow, kijk daarmee uit. Zorg ervoor dat je niet in mijn maag beland door dat!' grauwt hij beestachtig terwijl hij nog steeds verder naar achteren loopt. Een seconde later word ik me bewust van een lichte bloedgeur. Mijn blik glijdt naar beneden, naar mijn handen, en nu pas heb ik door dat mijn nagels in mijn handpalm druk. Er komt bloed uit de kleine wondjes. Niet goed. Dat verklaart waarom Andrei ineens zo deed. Ik probeer alleen door mijn mond te ademen, aangezien de geur van het bloed me duizelig maakt. Mijn blik heb ik inmiddels ook niet meer op mijn handen gericht, maar verontschuldigend op Andrei. 'Sorry, ik deed het niet expres,' zeg ik hem. Hierna trek ik van een struikje een groot blad zodat ik het bloed weg kan vegen, anders ga ik straks zelf nog knock-out. Als ik het bloed heb weggeveegd laat ik het blaadje op de grond vallen, omdat ik niet weet wat ik er anders mee zou moeten. Hopelijk wordt Andrei daar niet boos om, hij is volgens mij nogal een planten liefhebber. De wondjes zijn gelukkig erg klein en oppervlakkig, dus het bloed niet meer echt. 'Ik kan snappen als je me nu niet meer naar de bergen wilt brengen,' begin ik op een zachte en verontschuldigend toon. 'Maar zou je me dan wel willen vertellen welke kant ik op moet, dan kijk ik zelf wel hoe ik weer bij het kamp kom.' Van dat laatste weet ik nu al zeker dat me dat niet in mijn eentje gaat lukken, en ik hoop dan ook Andrei me nog wilt brengen, want anders verdwaal ik en dan bestaat de kans dat ik James tegenkom, waar ik nu niet echt behoefte aan heb. Bij gedachte aan James verschijnt er weer een wat sombere blik op mijn gezicht.


    To the stars who listen — and the dreams that are answered

    Andrei, wezen.

    Niet begrijpend kijkt ze me aan, terwijl er een lichte frons verschijnt, maar daar let ik al helemaal niet meer op. Het gaat zelfs nogal langs me heen, aangezien de bloedgeur mijn neusgaten in dwaalt. Er is een ongelooflijke walm van die maar niet weg lijkt te gaan, verdomme. ‘Wat is er mis?’ stelt ze verward, waarop ik grauw dat ze uit moet kijken of dat ze anders in mijn maag beland. Lekker handig dit zo. Ze weet toch dat ik een wezen ben, op dit punt maakt het dan niet meer uit wiens prooi ze is. Wanneer ik mezelf niet in de hand kan houden vanwege het bloed, eindigt ze als eten in mijn maag.
    Haar blik glijdt naar beneden, naar haar handen. Nu pas heeft ze door dat er bloed uit de kleine wondjes komt, dat is maar goed ook. Dan weet ze direct waarom ik nu zo doe. Wel dom dat ze er niet op let, in de buurt van een wezen die zich nodig weer eens moet voeden. Willow lijkt duizelig te worden van haar eigen bloed, terwijl ik haar enkel aan wil vallen. Na een paar grote meters kan ik het nog altijd ruiken, ze moet er heel snel wat aan doen of ze leeft straks niet meer.
    Verontschuldigend kijkt ze naar me. ‘Sorry, ik deed het niet expres,’ zegt ze. Vast niet, dacht ik en hoewel ik dat ook wil zeggen, kan ik het niet. Ik kan het niet garanderen dat ik me dan nog kan controleren of iets. Ze trekt een groot blad van een struik af, waaraan ze het bloed wegveegt. Daarna laat ze het op de grond vallen. Hoewel ik insta voor alle planten en, om het even zo te zeggen, een rare natuurfreak ben, zou ik er eigenlijk boos om moeten worden. Al zou dat te overdreven zijn, zeker als ik het ook doe voor mijn medicijnen, giffen en alles. Wel ben ik boos op het feit dat het bloed nog niet weg is, wel van haar hand, maar nu ligt het op de grond. Het moet helemaal weg zijn.
    ‘Ik kan snappen als je me nu niet meer naar de bergen wilt brengen,’ begint ze op een zachte en verontschuldigende toon. ‘Maar zou je me dan wel willen vertellen welke kant ik op moet, dan kijk ik zelf wel hoe ik weer bij het kamp kom.’ Een sombere blik komt op haar gezicht terecht, maar mijn blik gaat nog steeds uit naar het bloed op het blaadje en vervolgens naar haar wond. Haastig begin ik in mijn zakken naar iets te zoeken.
    Als ik eenmaal een soort stof heb gevonden dat we hier gebruiken om te verbinden, gooi ik het naar haar toe en gebaar iets vreemd, omdat ik me nog niet helemaal kan concentreren. ‘Schiet op, verbind je hand ermee, tenzij je op die andere manier wilt eindigen.’ Ik rommel weer in mijn zakken en gooi een flesje naar het blaadje toe, waarop het in vlammen opgaat en er niets meer van over blijft. Voorzichtig haal ik mijn hand van mijn neus en mond af, maar ruik nog steeds die geur, dus rimpel ik het iets. ‘We gaan zo direct als jij dat gedaan hebt.’ Grom ik.

    [Okay done, finally. Don't expect too much from it, I'm sleepy as fuck. I just wanted to be done with it, lol.]


    Quiet the mind, and the soul will speak.

    Willow Nastya Reyes
    Andrei begint haastig in zijn zakken te zoeken als ik heb gezegd dat ik het kan snappen als hij niet me niet meer naar de rand van het bos wilt brengen. Hij gooit een soort stof naar me toe en maakt een raar gebaar. 'Schiet op, verbind je hand ermee, tenzij je op die andere manier wilt eindigen.' Ik knik en wil net mijn hand verbinden als Andrei weer iets uit zijn zak haalt, een flesje, en die naar het blaadje gooit die ik op de grond had laten vallen. Iets verschrikt stap ik achteruit en laat ik de stof vallen als het blaadje in vlammen op gaat. Er blijft helemaal niks van over, zelfs geen as. 'We gaan zo direct als jij dat gedaan hebt,' gromt Andrei dan. Mijn blik glijd weer naar hem en ik zie dat zijn neus iets gerimpeld is, alsof hij de bloedgeur nog steeds ruikt. Ik knik, iets opgelucht omdat hij me nog wel wilt brengen en ik niet in mijn eentje de weg hoef uit te vogelen, raap de stof snel weer van de grond en probeer met de stof mijn hand te verbinden, waar ik een klein kwartiertje over doe. Het is niet erg gemakkelijk om je hand met je andere hand te verbinden en Andrei kan nou niet bepaald helpen. 'Ik ben klaar,' mompel ik.
    Aarzelend bijt ik op mijn volle onderlip. 'Hoelang is het denk je lopen?' vraag ik aan Andrei. Eigenlijk wil ik vragen of hij me zou willen dragen, in verband met mijn enkel, maar ik durf het niet en weet haast wel zeker dat hij toch "nee" zou zeggen.
    Misschien heeft mijn vader wel gelijk en ben ik echt niks waard. Als ik iets waard zou zijn, dan zou James misschien wel iets in mij zien en zou hij Xavier niet leuk vinden.

    [Ugh, sorry dat hij zo kort en crap is, ik wist echt niks.]

    [ bericht aangepast op 6 maart 2013 - 21:52 ]


    To the stars who listen — and the dreams that are answered

    Sage Evangeline Clark

    Als ik de 'niets' vraag uiteindelijk stel, blijkt hij zwijgzaam. Hij neemt een slok van de koffie en staart in het blik. Wat onderzoekend blijk ik naar hem kijken, omdat hij amper lijkt te reageren. Ik wil het net herhalen om te kijken of hij het wel gehoord heeft als hij ineens langzaam op kijkt en behoorlijk diep zucht. Hij heeft het duidelijk wel gehoord, maar lijkt het eigenlijk niet te willen horen, of misschien denkt hij er gewoon over na. Het blik met de zwarte koffie erin geeft hij terug aan mij, zijn blik staat behoorlijk geïrriteerd, maar ik neem het blik toch aan. Ik had niet verwacht dat hij zo zou reageren eigenlijk, waardoor ik hem alleen nog maar meer onderzoekend aan kijk en er ook wat van nieuwsgierigheid in door begint te schemeren.
    "Niets, ja. Betwijfel je me?" vraagt hij op een nogal beschuldigende toon. Langzaam knik iets ik, ik betwijfel hem inderdaad. "Anders had ik ook niet zo snel die machine af willen maken." gromt hij. Ik blijf nog even zwijgend naar hem kijken, waarna ik een paar kleine slokken van de koffie neem, die ondertussen al redelijk afkoelt. "Natuurlijk betwijfel ik je," antwoord ik nuchter terug. "Iedereen met een beetje ogen en oren zou je betwijfelen." Ik besluit nu maar gewoon recht voor zijn raap te zijn en nergens omheen te draaien of proberen om me nergens mee te bemoeien. Het brengt me toch nergens en dit keer wil ik het gewoon eens weten. Het is elke keer net alsof die drie hun geheimpjes samen hebben en niemand het mag weten. Dat is nu wel weer genoeg geweest.
    "Het is voor iedereen duidelijk dat jij en dat wezen van je om elkaar heen draaien. Daarbij ging je met hem weg, blijf je een eeuwigheid weg en kom je terug met rode ogen. Wat is er gebeurd?" vraag ik aan hem, mijn blik doordringend op hem gericht. De koffie geef ik pas door als ik een antwoord krijg, afwijzend of niet. Als hij er niet op wilt antwoorden moet hij het zelf maar weten, ik heb het in ieder geval geprobeerd.


    Your make-up is terrible

    Andrei, wezen.

    Willow knikt en wil haar hand verbinden als ik het blaadje waar bloed op zit laat verbranden, het vergaat in vlammen. Logisch eigenlijk ook, als ze niet op gegeten wil worden. Ze is nogal schrikachtig, want ze stapt achteruit en laat de stof vallen die ik naar haar toe had gegooid. Hierdoor grom ik iets, maar zeg er niets op, omdat ik wel verwacht had dat er zoiets zou gebeuren. In elk geval dat ze nogal verschrikt zou reageren. Haar blik glijdt naar mij en hierdoor kruizen onze blikken iets. Hierdoor zie ik dat ze knikt, iets opgelucht, maar waarom weet ik niet.
    Snel raapt ze de stof van de grond op en probeert het met een hand te verbinden. Toch duurt het nog een klein kwartiertje voordat het eindelijk gelukt is, waardoor ik in de tussen tijd nog meer afstand van haar had genomen. Ik heb dan ook werkelijk geen flauw idee hoe James bij haar of die man, Xavier of zoiets, in de buurt kon komen voor zo lang. Dat zou ik echt niet vol gehouden hebben, waardoor het misschien wel beter zou zijn voor Willow als zij naar hem had geluisterd. Ach, de obstinate tienergeest die de kop op steekt. Later zou ze wel merken dat het beter zou zijn geweest, nu nog niet in elk geval.
    ‘Ik ben klaar,’ mompelt ze, wat ik nog van het afstandje hoor. In de tussentijd leunde ik tegen de muur aan met mijn rug naar haar toe, waarna ik snel omdraaide en binnen een seconde weer voor haar neus stond. De honger is nog steeds niet helemaal weg, maar ik zal straks wel even kijken wat ik daarvoor kan doen. Het zal in elk geval moeten minderen, op wat voor manier dan ook. Aarzelend bijt Willow op haar volle onderlip. ‘Hoe lang is het denk je lopen?’ Hierdoor trek ik nogal lui en laconiek een wenkbrauw op. ‘Voor een mens een eeuwigheid, voor een wezen binnen enkele seconden.’ Verklaar ik simpel, terwijl ik naar haar toeloop en gebaar dat ze op mijn rug moet springen. ‘Je dacht toch niet dat je een eeuwigheid vol zou houden, hé?’ Gniffel ik zacht. ‘Tenzij jij ook onsterfelijk bent. Bovendien ben ik nogal ongeduldig, dus schiet op; ik breng je.’

    Xavier Hush Gray, wetenschapper.

    Wat onderzoekend blijft ze naar mij kijken, waar ik nogal nerveus van word omdat ze niet ophoud. Sowieso kan ik er niet tegen als mensen dat blijven doen zonder een specifieke reden te geven, alsof ik iets slechts heb gedaan. Zo veroordelend. Toch weet ik nu wel wat er aan de hand is, waar dat nerveuze dan weer vandaan komt. Het voelt alsof ik betrapt ben op iets, terwijl het totaal nergens voor nodig is. Sage is gewoonweg benieuwd, soms is daar niets mis mee, maar ik ben iets opgelucht als ze het blik aanneemt en zwijgt. Die blik houdt echter nog niet op, hierdoor vermijd ik het dan ook.
    Wanneer ik haar vraag of ze me betwijfeld, wat eigenlijk bedoeld is om haar van het hele gedoe af te gooien, knikt ze er iets langzaam op. Het heeft dus duidelijk niet geholpen, verdomme. Ik grom iets door over de machine, waarop ze nog kort zwijgend naar me blijft kijken, waarna ze een paar kleine slokken van de koffie neemt. ‘Natuurlijk betwijfel ik je,’ antwoord ze nuchter terug. Die toon enkel al, daar word ik van geïrriteerd. Ik wil iets antwoorden als “Ja, want dat is het logische om te doen natuurlijk,” geheel sarcastisch, maar houd toch even wijselijk mijn mond. Wel moet ik het op elkaar persen, want het voelt alsof het elk moment eruit kan glippen en dan ben ik degene met de gebakken peren.
    ‘Iedereen met een beetje ogen en oren zou je betwijfelen.’ Gelijk kijk ik haar nu wel aan, fronsend en ja, nogal beledigend, want waar slaat dat nu weer op? Dat was aan James niet te zien hoor, dat hij mij betwijfelde. Verdomme, nu breng ik die verdrietige blik van hem weer op mijn netvlies. Goed gedaan, Xavier, prima werk! ‘Het is voor iedereen duidelijk dat jij en dat wezen van je om elkaar heen draaien. Daarbij ging je met hem weg, blijf je een eeuwigheid weg en kom je terug met rode ogen. Wat is er gebeurd?’ Stelt ze vervolgens, haar blik doordringend op mij gericht. Hard bijt ik op mijn onderlip, waardoor er een velletje los komt te zitten en ik deze pijnlijk eraf trek. Voor een klein moment is het stil, al is de sfeer tussen ons wel geladen, waarschijnlijk door het feit dat ik zo geërgerd was dat mensen het in de echte wereld het nog konden merken.
    Mijn tanden knars ik stevig op elkaar, waarbij ik ruw opsta en niet eens de tijd neem mijn kleding dit keer af te kloppen. Ik wil weglopen, dus draai ik me al om, maar ik weet niet eens waar ik dan naartoe zou moeten lopen en aangezien de machine al eigenlijk af is, kan ik me ook niet meer in het werk verliezen. Dus draai ik me terug om naar Sage met een vreemde, boze blik in mijn ogen en mijn kaken op elkaar. ‘Het is vreemd en het slaat totaal nergens op, de aantrekkingskracht van liefde. Ik ben er niet voor weg gelegd, toch brengt hij iets raars bij me naar boven.’ Haastig ga ik bij haar zitten en begin zachter te fluisteren, maar nog altijd op een gehumeurde manier, alsof zij het gedaan heeft.
    ‘Ik verwacht niet dat je het zal begrijpen, Sage, want ik snap er zelf nauwelijks iets van, maar je…’ Mijn ogen hadden iets donkers gekregen, een donkere blik die ik deels niet kon begrijpen. Ik sloeg ze neer en bedacht me dat het een verdrietige, neerslachtige blik was. Het laatste moment weer op mijn netvlies gebrand. Alle woede of gehumeurdheid was abrupt verdwenen en in plaats daarvan kwam die droevige sfeer. ‘Je had hem moeten zien… die blik toen ik vertelde…’ Mijn adem stokte iets, alsof ik iets vreselijks had gedaan of iets in die richting, maar vluchtig daarop schudde ik mijn hoofd. Een teken dat ik het wegwuifde. ‘Vergeet het, het is niet belangrijk. De machine is gemaakt.’ Probeerde ik te glimlachen, al kwam het er nogal zuinig uit.


    Quiet the mind, and the soul will speak.

    Willow Nastya Reyes
    Andrei trekt nonchalant een wenkbrauw op wanneer ik heb gevraagd hoe lang het lopen is. 'Voor een mens een eeuwigheid, voor een wezen binnen enkele seconden,' zegt hij, terwijl hij naar me toeloopt en gebaart dat ik op zijn rug moet springen. 'Je dacht toch niet dat je een eeuwigheid vol zouden, hé?' gniffelt hij zacht. 'Tenzij jij ook onsterfelijk bent. Bovendien ben ik nogal ongeduldig, schiet op; ik breng je.' Ik knik en loop naar hem toe. Mijn armen sla ik rond zijn hals en mijn benen vouw ik rond zijn middel. Ik voel me zo een paar jonger, toen ik klein was ging ik altijd bij mijn broer op de rug.
    Een minuut later komen we aan bij de rand van het bos, waar de bergen beginnen. Ik laat me van Andrei's rug afglijden en glimlach zwakjes naar hem. 'Ik zal mijn spullen zo snel mogelijk halen,' mompel ik, waarna ik me omdraai en bij hem vandaan loop.
    Zo'n tien minuten later kom ik aan op de plek waar James' grot is. Mijn blik valt op de slaapzak die op de grond ligt. Zelfs als ik hier nu nog zou willen blijven, dan zou het niet kunnen, omdat James dat duidelijk niet wilt. Hij heeft vast liever dat Xavier blijft. Misschien blijft Xavier ook wel hier bij hem, en heeft James daarom mijn slaapzak naar beneden gegooid, zodat hij plaats kon maken voor Xavier's slaapzak... Ik zucht zacht en begin met tegenzin om hoog te klimmen. Het liefste zou ik gewoon de slaapzak pakken en terug naar Andrei lopen, maar mijn rugzak ligt nog boven en daar zitten dingen in die ik zeker mee moeten nemen, zoals de foto van mijn broer en mij.
    Als ik de grond in loop zie ik dat James op zijn bed zit en hij ziet er nogal woedend uit. Ik wend mijn blik snel van hem af en pak stilzwijgend mijn rugzak van de grond. 'H-het spijt me,' stamel ik dan ineens. 'I-ik had je niet moeten kussen, dat was dom van me, vooral omdat je vlak er voor nog had toegegeven dat je Xavier leuk vindt,' mompel ik er zacht achteraan. 'Maar als ik eerlijk ben, dan ben ik wel blij dat ik het gedaan, nu weet je tenminste hoe ik me voel.' Hierna draai ik me om, om weg te lopen, maar vlak bij de ingang van de grot blijf ik staan. 'James,' begin ik zacht. 'Ik wil dat je weet dat ik niet boos op je ben, niet omdat je Xavier leuk vindt tenminste. Het is mijn eigen domme schuld dat ik nu gekwetst ben. Ik was onnozel om mezelf hoop te geven dat er misschien iets tussen ons zou gebeuren, terwijl ik al die tijd eigenlijk al wel wist dat je iets voor Xavier voelt. Ik dacht gewoon dat, door wat er bij het meertje was gebeurd toen we gingen zwemmen, dat je misschien wel aangetrokken tot me zou zijn, maar dat was dom van me om te denken.' Ik zwijg even en wend mijn blik van hem af. 'De enige reden waarom ik boos op je ben, omdat wij, eh, dingen deden maar voordat er echt iets kon gebeuren brak ik het af. En als je dan vervolgens slechts een uur later al gaat rollebollen met Xavier, dat doet gewoon pijn. Alsof ik niet goed genoeg ben, wat ik voor jou waarschijnlijk ook niet ben.' Het laatste mompel ik er nauwelijks hoorbaar achteraan. 'Wat als ik het niet afgebroken had, James? Dan zou als goed als mij gebruikt hebben. Maar, dat is eigenlijk ook mijn eigen schuld, ik had er gewoon niet op in moeten gaan. Ik kan jou hier niet eens de schuld van geven. Je hebt nog nooit eerder van iemand gehouden, dan kan je ook niet weten hoe het voelt. Ik weet zeker dat als je al wel zou weten dat je iets voor Xavier zou voelen, dat je mij dan niet gezoend zou hebben.' Een traan die over mijn wang loopt veeg ik snel weg. 'Al dit is gewoon mijn eigen domme schuld. Ik had gewoon van het begin al moeten weten dat het toch niks tussen ons zou kunnen worden, dat ik niet jouw type ben. Mannen als jij vallen gewoon niet op meisjes als ik. Ik kan wel snappen dat jij niks in mij ziet, dat zou ik zelf ook niet doen. ' Met moeite tover ik een zwakke glimlach op mijn gezicht. 'M-misschien is het wel gewoon b-beter zo, het had toch nooit gewerkt tussen ons, ook al zou jij ook wat voor mij voelen,' geef ik met pijn in mijn stem toe. 'We zijn gewoon te verschillend. Ik ben een mens, en van jou weet ik niet eens zeker wat je precies bent. En ik zou ouder worden, terwijl jij gewoon deze leeftijd zou blijven houden. En onze karakters zijn ook te verschillend. Het zou niet werken. Je past beter bij Xavier...' Het is duidelijk aan mijn stem te horen dat het me moeite kost om dit te zeggen. Met trillende handen maak ik mijn rugzak open en haal ik James' shirt, waarin ik had geslapen en eerder vandaag ik mijn tas had gedaan, eruit. Ik doe mijn rugzak weer dicht, doe die op mijn rug, loop naar James toe en stop zijn shirt in zijn handen. Als onze vingers elkaar lichtjes aanraken trek ik snel mijn hand terug. 'I-ik zal je nu wel met rust laten, h-het s-spijt me dat ik heb l-lastig g-gevallen.' Mijn blik houd ik op de grond gericht terwijl ik de grot uitloop, waarna ik langzaam naar beneden klim.

    [ bericht aangepast op 9 maart 2013 - 21:04 ]


    To the stars who listen — and the dreams that are answered

    Nikki, wil je eerst reageren met James of maakt het je niet uit? :].


    Quiet the mind, and the soul will speak.

    Sage Evangeline Clark

    Xavier krijgt een geïrriteerde blik van mijn nuchtere antwoord en als ik nog verder ga kijken hij fronsend en wat beledigd naar me op. Als hij op zijn onderlip begint te bijten als ik vraag wat er is gebeurd, weet ik wel zeker dat er íets is, dat moet. Hij trekt een velletje van zijn lip af en er volgt een stilte, terwijl ik hem aan blijf kijken, afwachtend op zijn antwoord. Zijn tanden knarst hij op elkaar en ineens staat hij ruw op waarna hij zich van mij weg draait om weg te kunnen lopen. Ik zwijg terwijl ik toekijk, hij heeft het volste recht om hierdoor weg te lopen en boos te zijn over mijn wat invasieve vragen. Toch draait hij zich terug om met een boze blik naar mij toe. Zijn kaken staan nog altijd stevig op elkaar geklemd wat me laat afvragen waarom hij zich terug naar mij draait, of hij moet waarschijnlijk nog even het laatste woord hierin hebben.
    "Het is vreemd en het slaat totaal nergens op, de aantrekkingskracht van liefde. Ik ben er niet voor weg gelegd, toch brengt hij iets raars bij me naar boven." vertelt hij ineens, waarna hij haastig naast me komt zitten en zacht begint te fluisteren, hoewel hij nog altijd niet blij ermee lijkt te zijn, alsof het mijn schuld is dat hij nu alles vertelt. Toch wist ik het wel, dat het zoiets zou zijn. "Ik verwacht niet dat je het zal begrijpen, Sage, want ik snap er zelf nauwelijks iets van, maar je…" gaat hij verder, met donkere ogen van verdriet. "Je had hem moeten zien… die blik toen ik vertelde…" Zijn adem stokt plotseling en ik kijk hem bezorgt aan. Ineens schud hij zijn hoofd, alsof het er helemaal niet toe doet. "‘Vergeet het, het is niet belangrijk. De machine is gemaakt." zegt hij met een zuinige glimlach.
    Aangezien hij nog altijd dichtbij mij zit, leg ik mijn hand op zijn arm neer en kijk ik hem voor een moment onderzoekend aan. "Het is niet jouw schuld dat we weggaan of weg moeten. Je kan zo'n wezen ook niet mee terug nemen," vertel ik hem zacht. "Het was mooi zolang het duurde, toch?" vraag ik aan hem als ik hem bemoedigend toe glimlach en de pot met koffie in zijn handen duw. "Maak je er niet zo druk om, het is gewoon een ervaring in je leven." spreek ik hem vervolgens iets strenger toe. Zelf weet ik ook wel hoe onwaar zoiets is. Als er liefde in het spel is, is alles ineens een stuk lastiger. Je kan het niet zomaar vergeten of verdergaan, ook al doe je nog zo hard alsof het wel lukt. Ik heb dat doen alsof allang opgegeven. Ik klop hem even zacht op zijn rug. "Wil je dat ik je alleen laat?" vraag ik zacht, voor de zekerheid.

    James - wezen

    Ik hoor Andrei en Willow al van veraf aankomen, verdomme. Gelukkig ligt de slaapzak beneden en gaat ze daarna weer weg, ik heb er echt geen zin in om haar nog eens onder ogen te komen. Als ik de stenen zachtjes hoor vallen, weet ik dat ze alsnog naar boven komt. Verdomme, waarom doet ze dit zichzelf nog aan ook? Zwijgend komt ze tevoorschijn, haar blik wend ze gelijk van me af en als ze iets van de grond af pakt weet ik pas dat ik dat vergeten was, verdomme. "H-het spijt me," stamelt ze dan ineens, maar ik blijf enkel emotieloos haar richting inkijken. Het kan mij weinig meer schelen wat ze nu weer te vertellen heeft, het zou me eigenlijk weinig moeten kunnen schelen. Ik wil het gewoon irritant vinden, haar irritant vinden, maar ik lijk het wel niet meer te kunnen. "I-ik had je niet moeten kussen, dat was dom van me, vooral omdat je vlak er voor nog had toegegeven dat je Xavier leuk vindt. Maar als ik eerlijk ben, dan ben ik wel blij dat ik het gedaan, nu weet je tenminste hoe ik me voel." Na haar woorden, waar ik op zwijg, draait ze zich om, maar bij de ingang van de grot blijft ze staan. Waarom gaat ze nou niet gewoon weg? Dat zal ons beide heel wat misery besparen.
    "James. Ik wil dat je weet dat ik niet boos op je ben, niet omdat je Xavier leuk vindt tenminste. Het is mijn eigen domme schuld dat ik nu gekwetst ben. Ik was onnozel om mezelf hoop te geven dat er misschien iets tussen ons zou gebeuren, terwijl ik al die tijd eigenlijk al wel wist dat je iets voor Xavier voelt. Ik dacht gewoon dat, door wat er bij het meertje was gebeurd toen we gingen zwemmen, dat je misschien wel aangetrokken tot me zou zijn, maar dat was dom van me om te denken." Ze zwijgt even en als ze haar blik afwend bijt ik op mijn lip. Het doet nog altijd meer met me dan ik wil toegeven. Ik geef meer om haar dan ik zou willen toegeven nu. "De enige reden waarom ik boos op je ben, omdat wij, eh, dingen deden maar voordat er echt iets kon gebeuren brak ik het af. En als je dan vervolgens slechts een uur later al gaat rollebollen met Xavier, dat doet gewoon pijn. Alsof ik niet goed genoeg ben, wat ik voor jou waarschijnlijk ook niet ben. Wat als ik het niet afgebroken had, James? Dan zou als goed als mij gebruikt hebben. Maar, dat is eigenlijk ook mijn eigen schuld, ik had er gewoon niet op in moeten gaan. Ik kan jou hier niet eens de schuld van geven. Je hebt nog nooit eerder van iemand gehouden, dan kan je ook niet weten hoe het voelt. Ik weet zeker dat als je al wel zou weten dat je iets voor Xavier zou voelen, dat je mij dan niet gezoend zou hebben." Ik bijt harder op mijn lip, omdat ik weet dat ze het helemaal mis heeft. Ik voel me zelfs schuldig, maar ik probeerde mijn eigen gevoelens hard te ontkennen aangezien ik wel weet hoe het voelt. Ik haat het gevoel. Ze veegt een traan weg die over haar gezicht rolt.
    "Al dit is gewoon mijn eigen domme schuld. Ik had gewoon van het begin al moeten weten dat het toch niks tussen ons zou kunnen worden, dat ik niet jouw type ben. Mannen als jij vallen gewoon niet op meisjes als ik. Ik kan wel snappen dat jij niks in mij ziet, dat zou ik zelf ook niet doen." Er verschijnt een zwakke glimlach op haar gezicht. Ze heeft echt geen idee waar ze het over heeft. Ik ben als een blok voor haar gevallen, al is het dan niet meer zo op het moment. "M-misschien is het wel gewoon b-beter zo, het had toch nooit gewerkt tussen ons, ook al zou jij ook wat voor mij voelen. We zijn gewoon te verschillend. Ik ben een mens, en van jou weet ik niet eens zeker wat je precies bent. En ik zou ouder worden, terwijl jij gewoon deze leeftijd zou blijven houden. En onze karakters zijn ook te verschillend. Het zou niet werken. Je past beter bij Xavier..." Het kost haar duidelijk moeite, maar ze zegt het toch. Het doet mij waarschijnlijk veel meer pijn om die woorden te horen, aangezien Xavier ons al opgegeven heeft, weggegooid alsof het niets waard was. Met trillende handen maakt ze haar rugzak open en haalt ze mijn shirt eruit. Haar tas maakt ze weer dicht om die op haar rug te doen. Tot mijn verbazing loopt ze op mij af en ik probeer hevig de tranen uit mijn ogen te knipperen en laat mijn lip los. Het shirt geeft ze aan mij, als onze vingers elkaar hierdoor raken trekt ze haar hand snel terug.
    "I-ik zal je nu wel met rust laten, h-het s-spijt me dat ik heb l-lastig g-gevallen." Aan haar stem kan ik horen dat ze flink aangedaan is als ze de grot uit loopt en naar beneden begint te klimmen. Ik weet nou niet of ik nog iets tegen haar moet zeggen, maar uiteindelijk sta ik op en snel ik naar de rand toe, waar ik haar vanaf pluk en naast me neer zet, in de schaduw van de wand. Mijn armen sla ik om haar heen en ik trek haar in een omhelzing. "Het spijt me, Willow. Voor alles wat er gebeurd is. Je moet niet zo slecht over jezelf denken, je bent een prachtmeisje. Of vrouw, eigenlijk," murmel ik terwijl ik haar in de omhelzing getrokken hou. "Ik wilde wel dat alles anders was gelopen, maar dat is het niet. Het wordt niets met Xavier, dat gaat gewoon niet lukken. Ik weet niet wat het is, maar ik had eerder naar je moeten luisteren. Het spijt me echt vreselijk." Uiteindelijk laat ik haar iets ongemakkelijk los en draai ik me om, om weer terug de grot in te lopen. Het liefst had ik haar daarnet gelijk over Elena vertelt, maar er is gewoon iets dat ervoor zorgt dat ik dat laat.


    Your make-up is terrible