Andrei – wezen.
Willow doet haar mond open en dicht wanneer ik in mijn andere gedaante verander, waarna ik in een flits opnieuw terug veranderd ben. Met een verbaasde blik in haar donkerblauwe ogen kijkt ze mij aan. ‘Juist, maar eigenlijk ben je dus… onzijdig, aangezien je niet echt een man bent, maar ook niet echt een vrouw.’ Ik frons mijn wenkbrauwen direct en kijk haar vreemd aan, terwijl zij haar wenkbrauwen ook iets fronst. ‘Waar heb je het –?’ Verder kwam ik echter niet, want ze praatte gewoon door. ‘Of je bent een hermafrodiet, maar dan wel op een hele rare manier, een travestiet zou in principe ook nog kunnen,’ mompelt ze daarna, wat op mij meer overkomt op ratelen. ‘Wat is een hermafrodiet en trave – Weet je, laat ook maar. Ik hoef het niet te weten.’ Verzucht ik langzaam en lichtelijk moedeloos, aangezien ik het niet eens meer hoefde te weten. Straks kwam ze met hele verhalen bij waar ze vandaan komt, dat hoef ik echt niet allemaal rijker te worden hoor.
Ik zeg haar dat ze er nog wel achter komt, het drankje of het zalfje. ‘Nou, ik wil van te voren weten of het zalfje eruitziet als iets van snot of het drankje naar witlof smaakt.’ Meld ze me, waarop ik mijn wenkbrauwen iets optrek en een “Ha” luid op uitspreek, alsof het een grap is. ‘Schattig dat je denkt dat ik naar je ga luisteren, lieve schat, maar dat gaat dus mooi niet door.’ Kaats ik terug, waarbij ik even over haar arm strijk en naar de plekken kijk.
Willow zucht zacht. ‘Desnoods geef ik je er wat voor, want in mijn eentje bij de grot proberen te komen gaat me toch niet lukken door dit stomme bos.’ Ik grinnik iets en houd in om iets neerbuigends te zeggen, volgens mij zit ze daar ook niet op te wachten. ‘Kan James je niet brengen?’ vraag ik geamuseerd, waarna ik iets hummend vervolg: ‘Ik wil graag dat je bij mij in het krijt staat, dametje.’ Hierna gooi ik haar al over mijn schouder en na een enkele minuut zet ik haar neer in het hutje ver boven de grond. Geen aandacht geef ik meer aan Willow, maar loop direct door naar de deur die naar mijn slaapkamer leid.
Wanneer ik deze open doe, merk ik Erin direct op met mijn donkerblauwe blouse aan. Het is een paar maten te groot, maar de riem die om haar middel heen draagt, houd het bij elkaar en het accentueert een beetje. Eerlijk gezegd staat het haar wel goed, weg denkend dat het iets groter is natuurlijk. Bovendien zou ik dit beeld wel vaker willen zien, dat ze op mijn bed ligt en mijn kleding aan heeft. Hoewel… hierbij grijns ik even iets in gedachten en pervers. Ik merk de kleding pas op toen ik me erbij probeerde te houden en kort met mijn ogen knipperde. Toch grijnsde ik dat ik er weer was. Ze trekt haar wenkbrauwen op als ik met mijn wenkbrauwen wiebel.
‘Ja, heel erg.’ Antwoord ze sarcastisch, het is duidelijk te merken dat ze blij is wanneer ze erachter komt dat ze haar stem terug heeft. Erin glijdt van het bed, loopt naar me toe en probeert langs me te komen, maar ik blokkeer haar weg opnieuw. ‘Laat me er eens langs, je kamer is te saai voor woorden,’ meld ze. Hierop schud ik enkel mijn hoofd en houd haar vast bij haar arm, terwijl ik nonchalant tegen de deurpost aan ga leunen. ‘Ik dacht het mooi niet, madammetje. Niet voordat jij mijn bloezen terug gedaan hebt in de kledingkast, anders ken jij het mooi vergeten.’ Spreek ik en kijk haar dwingend aan, echter is in mijn stem een vermakelijke toon te vinden, wat nogal tegenspreekt met elkaar. ‘Mijn kamer is niet meer zo saai als je erachter komt waar ik het voor gebruik.’ Vervolg ik plagerig erna, omdat ik gewoonweg weet dat ze hierdoor iets opgefokt raakt.
Abrupt hoor ik mijn stem met een paniekerige, angstige stem uitgesproken worden, waardoor ik iets omkijk naar Willow. Toch houd ik Erin nog stevig in de gaten, want ik wil niet dat ze langs mij komt voordat het gebeurd is. ‘Volgens mij zijn de vlekjes groter geworden,’ voegt ze er zachter aan toe. Logisch dat ze het zo uitspreekt, ze heeft geen flauw idee of het haar iets aan kan doen of niet. Dat zal het echter niet, maar dat ik zal voorlopig nog niet aan haar kwijt raken, want dit is veel te leuke entertainment voor mij. ‘Ik neem aan dat je de snelle behandeling wilt.’ Constateer ik achteloos, waarbij ik even mijn wenkbrauw optrek, maar vervolgens streng naar Erin kijk. ‘Ruim ’t op, eerder kom jij er echt niet uit.’ vertel ik haar dwingend, sluit de deur opnieuw en draai me vervolgens grijnzend om naar Willow, terwijl ik naar haar toe loop en de vlekken bestudeer. ‘Hm.’ Hum ik, loop zonder iets te zeggen tegen haar naar de kast en zet hier de flesjes terug die ik uit mijn jas haal. Later zal ik wel opnieuw naar ingrediënten zoeken, nu gaat dat toch niet lukken.
‘Ga zitten, Willow.’ Zeg ik murmelend en laat mijn vingers over enkele potten gaan, waarna ik er één tevoorschijn haal en een flesje water – ten minste, zo lijkt het voor de mens – van een andere plank haal. De pot draai ik open en ik haal er enkele kraaltjes uit, deze lossen direct op wanneer ze het ‘water’ aanraken en het krijgt een olijfgroene kleur. Ik zet de dicht gedraaide pot weer terug op de plank en schud wat met het flesje, terwijl ik zacht een spreuk murmel en mijn vingers onder Willow’s kin leg. ‘Drink up, dear.’ Een halve, charmante glimlach op mijn lippen toen ik het flesje tegen haar volle lippen aanzette.
Xavier Hush Gray, wetenschapper.
‘Natuurlijk, alsof ik wil dat iemand anders behalve ik het ziet.’ Klinkt het nonchalant over zijn lippen. Ik probeer het nog te onderdrukken, maar uiteindelijk glijd er dan toch een goedkeurende grijns op mijn lippen, terwijl ik mijn hoofd hierbij iets naar hem toe kantel. James beet op zijn lip en kijkt weer vooruit, maar ik kijk nog even naar hem voor ik hetzelfde doe. ‘Dat klinkt toch een beetje alsof je me tot jouw eigendom hebt benoemd.’ Constateer ik plagend naar hem.
Hierna vraagt hij of ik wil zwemmen, waardoor ik aangenaam zucht en knik. Ik zeg hem dat het wel de bedoeling is en dat ik zijn lijf ook nat wil zien worden door het water, grijnzend. Hoewel ik op een antwoord zat te wachten, nogal nieuwsgierig ernaar, beantwoord hij het niet en blijft stil. Het enige wat ik bij zijn kant vandaan hoor komen is een slik. Hierop zeg ik hem abrupt en ietwat met een hardvochtige toon dat hij zijn kleding maar aan moet trekken. Een stilte kwam me tegemoet, echter had ik ook niets anders verwacht. Alhoewel ik eerlijk gezegd wel voor een moment dacht dat hij me zou slaan of iets dergelijks, vanwege deze negatieve ommekeer die ik had gebracht.
James gaf me een zeer verbaasde blik, dat ik zo goed mogelijk probeer te negeren door gewoonweg door te lopen. Mijn handen bal ik wel iets tot vuisten, omdat ik het gevoel heb dat ik het niet vol kan houden en hem ieder moment aan kan vallen als ik ook maar één enkele aanraking voel. Ik vraag me af of het hem raakt, echter als ik het me gesprek herinner, wat nu eindelijk wel helder lukt, dringen de zinnen bij mij van hem naar binnen. Direct bijt ik pijnlijk op mijn lip, omdat ik wist dat ik hem pijn had gedaan, dat heb ik absoluut niet gewild. Mijn verontschuldiging bied ik echter niet aan, om de reden dat ik nog met de machine zat. Misschien hielp het wel als ik hem een pijnlijk gevoel gaf, dan hoefde we ons allebei geen zorgen meer over te maken, want we zullen elkaar vast niet meer zien… Toch brachten het negatieve emoties in mij te weeg.
‘Wat?’ Vraagt hij geschokt, alsof hij niet kan geloven dat ik dat net zei. Nog meer schuldgevoelens die er door mij heen gaan. ‘Aankleden, maar…’ begint hij te stamelen. Hierdoor richt ik expres mijn hoofd niet naar hem, want ik weet dat ik elk punt nu het kan begeven en hem de waarheid zal vertellen. ‘Zwemmen en…’ Hij schud met zijn hoofd, duidelijk flink in de war geschopt door wat ik had gezegd en de toon ervan. Nog altijd zeg ik niets en blijf zwijgzaam, ik pers zelfs mijn lippen stevig op elkaar om het niet open te trekken om toch nog iets te zeggen. James trekt een nors gezicht en zonder nog iets te zeggen, trekt hij zijn boxer aan en doet zijn shirt over zijn hoofd heen. Mijn ene hand trilt zo erg van de vuist die ik gemaakt heb, omdat ik alles ronduit voor me wil houden. Niets zeggen, Xavier, niet verpesten – of in elk geval niet verpesten zodat hij erachter komt, dan ga je er waarschijnlijk echt aan.
De kledingstukken plakken aan zijn nogal plakkerige lichaam, waardoor ik toch heel snel en haastig naar hem kijk, omdat ik het niet meer aan kan. Toch pers ik mijn lippen de hele tijd op elkaar en zeg dan ook niets. Nu ben ik nog als enige helemaal naakt, maar ik had zo erg gewild dat ik dit niet had moeten doen. Nu jaag ik hem weg, pijnig ik hem zodat ik samen met de anderen weg kan gaan, omdat de machine bijna gemaakt is. Shit, shit, shit, en nog eens shit. Ergens, een deel van mij, wil hier blijven, maar ik weet dat het slecht is en bovendien kunnen de anderen zonder mij niet terug. Eenmaal we bij het meertje aangekomen zijn, wat nog snel is, slik ik onhoorbaar een brok in mijn keel door. Mijn knokkels zijn wit geworden en ik knarsetand iets, terwijl ik mijn kleding zowat fijn knijp. ‘We zijn hier.’ Bromt hij. ‘Vindt je de weg alleen weer terug?’ Ik wil hem nu echt heel graag de waarheid vertellen, maar het is slecht, ik moet volhouden. Houd vol, spreek ik mezelf de gehele tijd toe, terwijl ik zwijgzaam blijf en hierdoor de sfeer geladen word. Negatief, drukkend.
‘Natuurlijk weet ik de weg weer terug.’ Grom ik naar hem, terwijl ik expres met mijn ogen rol alsof hij diegene is die stom doet. Ik weet dat ik er een hekel aan heb als iemand dat doet, misschien hij ook. Het doet me ongelooflijk pijn dat ik dit moet doen, maar het moet, dus loop ik zonder nog naar hem te kijken naar het meertje en laat mezelf hierin, nadat ik de kleding op de grond had gegooid. ‘Daarvoor heb ik je echt niet nodig.’ Fuck, waarom had ik dan ook net met hem gerotzooid? Dit brengt alles in de war. ‘We moeten hiermee stoppen. Ik wil dat je me met rust laat.’ Murmel ik nog hardvochtig na, al staan er in mijn ogen meerdere gevoelens die ik niet wil laten zien, dus duik ik onder water en hoop ik dat hij gewoon wegloopt, weg gaat uit mijn leven en nergens achterkomt.
[ bericht aangepast op 22 jan 2013 - 23:00 ]
Quiet the mind, and the soul will speak.