Memphis
"‘Is dat zo?"
Ik vernauw mijn ogen even terwijl ik ondanks de moeite een grijns niet kan onderdrukken. Aowynn mag dan wel ontkennen dat ze flirt, maar om eerlijk te zijn begin ik dit toch wel heel erg als flirten te beschouwen. Ik steek mijn hand even uit richting haar onderrug wanneer ik haar zie wankelen, zodat ik haar kan ondersteunen mocht het nodig zijn.
"Oppassen voor bijtende papa’s he," plaagt Aowynn terwijl ze de deur opent. Ik grinnik even en schud met een zacht lachje mijn hoofd. Ik denk niet dat haar vader degene is die voor het bijten zorgt. Ze weet niet half dat ze zojuist de grote boze wolf in haar huis heeft uitgenodigd. De deur is amper open of er verschijnt een mannelijk figuur in de hal. Hoewel ik hem niet knap vind, kan ik duidelijk zien dat hij haar vader is. Hij heeft dezelfde ogen en de vorm van haar lippen kan ik in de zijne herkennen. Toch vermoed ik dat ze het grootste deel van haar schoonheid van haar moeder heeft geërfd.
"Aowynn? Ongelukkig gevallen he?"
Ik moet me inhouden niet te gaan lachen, omdat Aowynn hem blijkbaar zo'n slap excuus heeft gegeven. Waarom heeft ze hem niet verteld dat ze door een "hond" is gebeten, net zoals ze tegen mij zei? Dat is toch een plausibele situatie? Ik hou echter mijn lippen stijf op elkaar omdat de man me tot nu toe nog niet lijkt opgemerkt te hebben en ik dat graag zo wil houden. Ik ben geen held in het omgaan met vaders, en zeker niet als ik dingen met hun dochters heb uitgespookt waarvan ze zouden walgen. Niet dat dit bij Aowynn het geval is, maar toch vermijd ik de confrontatie liever.
"Zoals ik gisteren al zei; niks ernstigs."
"Natuurlijk niet, je loopt nog." Punt voor papa op de sarcasmeschaal. Wanneer ik merk dat de man naar me kijkt, richt ik mijn ogen op het plafond, alsof het iets interessants is dat ik in mijn hele leven nog nooit heb gezien. Zolang ik niet expliciet vermeld wordt, hou ik me er rustig buiten.
"Precies, ik loop nog. Ik heb Ome Ray al gebeld en Memphis gevraagd of hij me wilde helpen, moet voldoende zijn."
Kut. Fuck. Shit. Moet ik me alsnog gaan voorstellen dan? Hem wijsmaken dat mijn bedoelingen met zijn dochter alleen maar eerbaar zijn? Wat overigens een grote leugen zou zijn. Ik besluit toch maar te zwijgen en niet eens te proberen snappen waar het over gaat wanneer de conversatie een heel oncomfortabele wending neemt.
"Precies zoals zij. Je bent precies je moeder, geen haar beter."
Omdat ik niet compleet respectloos ben, draai ik me een beetje van de twee weg om ze wat privacy te gunnen. Hierin wil ik namelijk ook liever niet verzeild raken. Ik ben ietwat opgelucht wanneer Aowynn het duidelijk weer tegen mij heeft.
"We moeten naar de zolder, mijn kamer. Het spijt me als je een warmer welkom had verwacht, dat zit er hier niet altijd in."
Wanner Aowynn naar de trap gaat, til ik haar heel langzaam en voorzichtig weer op. Het gevoel van verbondenheid dat ik nu met haar voel, zou ik liefst uit mijn lichaam rukken en uit het raam gooien omdat ik bang ben dat het me later nog in de weg zal zitten. Met heel mijn verschrompelde hart hoop ik dat het afneemt als ik hier weer de deur uit ben. Ik weet maar al te goed hoe het is om geen goede band met je ouders te hebben en ergens hoop ik dat haar oom voor haar betekent wat mijn bonnie voor mij is. Een veilige haven, een warme haard en een zoete glimlach.
"Ze moet een geweldige vrouw geweest zijn, als je op haar lijkt," zeg ik zachtjes. "Sterk en grappig," verduidelijk ik even wat ik bedoel.
Ik kijk haar bewust niet aan omdat dit zowat het eerste serieuze compliment is dat ik ook nog eens meen dat ik in jaren gegeven heb. Meestal zijn mijn complimentjes enkel op iets fysieks gericht, en geef ik ze alleen om iets voor mezelf gedaan te krijgen. Dit keer is het omdat ik denk dat Aowynn er wel wat aan kan hebben. Wanneer we eindelijk de zolder bereikt hebben, draag ik Aowynn naar de aanpalende badkamer en ik zet haar neer op de badrand. Op mijn knieën ga ik voor haar zitten en ik maak haar schoenen los. Wanneer die uit zijn, sta ik zwijgzaam op en rommel wat in de schuiven. Wanneer ik een doos tampons tegenkom, druk ik het schof snel weer dicht.
"Sorry."
Ik zet mijn zoektocht verder en uiteindelijk vind ik wat ik nodig heb. Een schaar. Ik ga weer voor Aowynn zitten en geef een knipje in haar broek, in beide pijpen. Vervolgens scheur ik met mijn blote handen het grootste deel ervan af. Op dit moment kan ik het namelijk niet gebruiken haar in haar ondergoed te zien, ookal moet ik bij haar bovenbeen zijn. De stukken jeans belanden ergens achter me op de grond.
"Je moet vaker shorts dragen," grinnik ik voorzichtig.
Ik sta op en neem de douchekop af de stang. Ik zet de kraan aan en stop mijn eigen hand eronder terwijl ik met de andere de temperatuur regel. Wanneer het lauwwarm is, leg ik een van Aowynn's handen op mijn schouder om vervolgens haar gewonde been in de badkuip te zetten. Voorzichtig hou ik de douchekop er boven, zodat het water van boven naar onder de wonde spoelt.
"Altijd schoon maken, spoelen," leg ik uit. Ik trek even een grimas wanneer ik zie hoe diep de wonde is. Ik moet flink kwaad en in het nauw gedreven geweest zijn gisteren, om haar zo toegetakeld te hebben. Ik bijt even op mijn onderlip als ik wat van de vezels van haar broek in de wonde zie zitten. Ik kijk even om me heen en gelukkig zie ik snel een pincet liggen. Wanneer ik het genomen heb, zet ik de douche uit en neem ik het ontsmettingsmiddel uit het zakje van de apotheker. Ik giet een gulle scheut over het pincet en pluk heel voorzichtigjes de draadjes uit haar wonde. Na een grondige inspectie neem ik een handdoek en druk die tegen de wonde aan.
"Deppen, niet wrijven," verklaar ik. Voorzichtig kijk ik haar even in de ogen. "Knijp maar als ik je pijn doe," zeg ik zacht.
Ik neem opnieuw het ontsmettingmiddel en giet het over de wonde heen.
"Beter te veel dan te weinig."
Voorzichtig druk ik de handdoek met een schoon stuk er nog een keer tegen aan. Wanneer ik klaar ben neem ik het verband dat ik vrij strak om haar been wind. Ik knip een stuk af en leg er een knoopje in.
"Twee keer per dag verschonen en droog houden. Best 's ochtends en 's avonds. Als het begint dicht te groeien of te jeuken wil ik dat je het me laat weten, dan kan ik je verder helpen. Vooral niet krabben."
Ik glimlach zachtjes terwijl ik mijn hand langs haar been naar beneden laat glijden.
I've no idea of the future, but I can see the past quite well. And the present, if the weather's clear.