• Deze RPG speelt zich af aan het koninklijk hof. Alle informatie over waar het zich afspeelt, de omgeving, gewoontes en dergelijke kan je hier vinden. De tijd waarin de RPG zich afspeelt, is zoals jullie waarschijnlijk al doorhadden, de Middeleeuwen. Maar niet zoals het werkelijk was, het is namelijk een fantasie wereld.
    Van mensen met toverdrankjes tot reuzachtige draken, het is allemaal toegestaan.

    Elke tien jaar worden er uit de omliggende dorpen twee mensen, die in het rijke bezit zijn van een machtig mythisch wezen, uitgekozen om een training te komen volgen aan het koninklijk hof, ze zullen getraind worden door de beste meesters die er zijn.

    Het is een eeuwenoude traditie die nooit verdwenen is, ontstaan in een periode vol oorlogen. Spionnen van de heer hadden de belangrijke taak de twee uitverkorenen te kiezen. Deze moesten natuurlijk wel voldoen aan een aantal eisen, zoals dat ze in het bezit moesten zijn van een mythisch wezen en er mee om moesten kunnen gaan. Enkel de besten werden uitgekozen en mochten naar het hof komen en kregen training van de beste trainers om nog beter met hun dier om te kunnen gaan, maar ook met wapens. Ze werden ingezet in de oorlogen en strijd als aanvoerders van kleine legers of werden uitgezonden op privé missies.
    Er zat een hoop verantwoordelijkheid achter de taak als uitverkorene en het was dus een hele eer als je uitgekozen werd, een droom van velen zelfs.

    En dat is het nog altijd. De twee voorheen gewone dorpelingen komen ineens in een heel ander wereldje terecht en plots kijken er mensen naar hun op. Sommigen weten zich erg goed aan te passen, anderen krijgen heimwee en bij enkele stijgt de roem en rijkdom ze naar het hoofd. Hoe reageren de andere bewoners op het koninklijk hof hierop? Zoeken ze hun roem bij de uitverkorenen, negeren ze ze of proberen ze hun neer te krijgen?


    Er wonen dus verschillende mensen aan het koninklijk hof, mensen met verscheidene beroepen en rangen,
    probeer je ook in te leven in hun wereld, beleefdheden, tradities en dergelijke. Om dit gemakkelijker te maken
    heb ik zelf wat dingen op een rijtje gezet en die kan je hier lezen. Voor de rest laat ik jullie helemaal vrij in alles.

    De bijhorende story: Hier
    Het rollentopic: Hier

    De personages:
    - Moffat - Oliver John Tozay - 24 - Zoon heer - 1,1
    - Aotearoa - Dante Florian Lunix - 26 - Trainer van Esmée - 1,8
    - Goldenwing - Emlyn - 28 - Stalmeester - 1,4
    - Sid - Philip ‘Pip’ Lamora - 20 - Stalknecht - 1,?
    - Tortura - Adam Michael Jones - 26 - Arts - 1,2
    - Nyan - Samuel ‘Elias’ Clarckson - 20 - Expert mythische wezens - 1,2
    - Capricious - Moren Bervag - 24 - Minstreel - 1,5

    - Linchpin - Valeria Francesca Arryn - 22 - Verloofde Oliver - 1,3
    - Endure - Esmée Fox - 21 - Uitverkorene - 1,1
    - Endure - Eleanor Pantheras - 17 - Dochter waard Gouden Hippogrief - 1,1
    - Colfer - Camilla Victoria - 19 - Verzorgt dieren&tuin - 1,1
    - Gipsy - Ameline Rose Ermengard - 19 - Nichtje v/d Heer - 1,4
    - Lexus - Gwen Verselli - 18 - Arts in opleiding - 1,?
    - Boira - Francesca Gostanza Maria – Xisca – Piombino - 24 - Prinses Gelfrina - 1,5

    [ bericht aangepast op 31 dec 2012 - 15:49 ]


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Adam Michael Jones

    Dankbaar glimlachte ze naar Adam voor het feit dat hij een paar boodschappen van haar overnam. Hij glimlachte met zijn gewoonlijke glimlach terug, hoewel er een charmante hint in zat, iets dat bijna altijd aan hem op te merken was. Het was een deel van hem en dat wist iedereen blijkbaar, anders waren die vreselijke roddels er ook niet gekomen. Hij zou er niet eens over na kunnen denken om de lieflijke Eleanor te gebruiken, Adam zag nog altijd het meisje van jaren geleden die hij hielp met de schaafwonden en de appels. Er zat dan ook absoluut geen wellustige relatie of iets in verborgen, wat de helft van het dorp wel even dacht te weten. Nee, dat is niet mogelijk, zeker niet met haar.
          “Dat is fijn om te horen,” De opluchting in haar zachte, vrouwelijke stem was duidelijk te horen en abrupt merkte Adam dat hij de zachte toon ervan gemist had. Kort schrok hij ervan, echter liet hij er niets van merken en liep op een rustige tred verder. “En met mij gaat alles goed,” vervolgde de jonge vrouwe, waarbij ze me kort aankeek, hoewel Adam haar maar voor een enkel moment aankeek om vervolgens opnieuw recht voor zich te kijken. “Hij doet de laatste tijd goed zaken en is veel beter gehumeurd. Het doet me goed hem weer eens zo blij te zien.” In zijn ooghoeken keek hij naar haar en merkte op hoe er een glimlach op haar lippen danste toen ze dit had gezegd. Het zorgde ervoor dat er bij hem ook een kleine hint van een glimlach op zijn lippen was te vinden. “Begrijpelijk, vrouwe Pantheras. Hopelijk blijven de zaken goed gaan en wanneer jullie hulp nodig hebben, u weet waar u me kunt vinden, dame.” Vertelde hij haar op een aanlokkelijke toon, hoewel het absoluut niet zijn bedoeling was om haar te charmeren. Integendeel, het zat gewoonweg in zijn stem en hij hoopte dan ook vurig dat niemand er verkeerd over dacht. Al was dat natuurlijk fout gegaan…
          Wanneer hij opmerkte dat de mensen hen nog altijd nakeken en soms zelfs over hun schouders keken om vervolgens onhoorbaar te gaan smoezen, verloor hij bijna zijn geduld en gratie om tegen de desbetreffende mensen te gaan roepen. Bíjna, maar gelukkig niet helemaal, want Eleanor was erbij en hij wilde eerlijk gezegd niet dat zij ervan af wist. Of haar vader, zou hij het weten? Ik moet eens met hem praten, misschien zou ik zo wel met Eleanor mee lopen naar de Gouden Hippogrief, bedacht hij zich, waarbij hij kort een brok in zijn keel weg slikte. De blik die zij op haar gezicht had was voor hem niet te missen, aangezien hij het al verwacht had te zien. Bij de duivel, ze wist het niet en dit moment zou verpest worden, alles zou verpest worden, wanneer zij het te weten zou komen. Kort beet hij op zijn lip, terwijl hij zich haastig een onderwerp bedacht om over te praten, zodat zij het niet aan hem zou vragen. Dan was hij wel gedwongen om antwoord te geven, maar hoewel hij niet graag van liegen hield, zou hij dat wel moeten doen.
          Precies op dat moment echter kwam er een jonge man aan gelopen, die hen beide begroette. Adam kende hem vaag als de vaste klant van de Gouden Hippogrief, de paar keren dat Adam er de laatste tijd was geweest. Met een knikje liet hij weten dat hij de begroeting gehoord had. “Clarckson.” Begroette hij kort, al was hij opgelucht dat hij hen gestoord had, omdat het op een goed punt kwam. Eleanor had hem al terug begroet, waarna ze hem uit belangstelling vroeg of hij het druk had gehad. Adam merkte op hoe ze nog een blik om zich heen keek, maar zuchtte daarom juist niet, anders wisten ze het al zeker dat hij er iets van af wist. “Het gaat de laatste tijd niet meer zo goed in de bibliotheek.” De mannelijke stem kwam vaag door tot in zijn tobbende gedachten, al keek hij nog niet op. “Hoe gaat het nog met u en met uw vader?” vroeg Samuel, waarschijnlijk om van onderwerp te veranderen. “Met hem gaat het goed, Samuel, dank u voor het vragen.” De zachte toon in de stem van Eleanor liet hem weer opkijken, waardoor hij erachter kwam dat hij had staan dagdromen in zijn wazige gedachten.
          “En hoe gaat het met u heer Jones?” Kort knipperde hij moe met zijn ogen om wat wakker te worden en keek toen richting Samuel Clarckson. Voor een enkele seconde stond hij met zijn mond vol tanden, niet echt wetende wat hij moest zeggen. Uiteindelijk wist hij zijn mond open te doen om iets rustigs tegen hem te antwoorden. “Prima, prima,” murmelde hij. “Dank u voor het vragen.” Eindigde hij kort. Zijn blik ging naar Eleanor met een glimlach op zijn gezicht. “Vrouwe, zou u het erg vinden als ik u terug escorteerde naar de Gouden Hippogrief? Ik zou graag eens met uw vader willen praten.” Verklaarde Adam nog altijd met dat glimlachje, terwijl hij haar nieuwsgierig aan keek.


    Quiet the mind, and the soul will speak.

    Esmée Fox.
    Geschrokken keek ze naar het bloed dat het net nog zo witte overhemd van heer Lunix doordrenkte met een dieprode kleur. Dat was absoluut haar bedoeling niet geweest, was hij werkelijk zo toegetakeld? Misschien waren de verhalen deze keer niet overdreven, zoals gewoonlijk gebeurde met roddels. Esmée's gezichtsuitdrukking verzachtte, hoe kon ze dit nog rechtzetten? Want ondanks dat heer Lunix zich duidelijk groot probeerde te houden en het over wou doen komen alsof het meeviel, was het duidelijk te zien wat hij mankeerde. Hij zag ineens erg bleek, alsof hij een spook gezien had! "En als u toch blijft twijfelen aan uw trainer, is het misschien beter als u een nieuwe zoekt," zei hij en Esmée keek verbaasd zijn kant op. Het voelde alsof iemand een mes in haar rug stak, ze mocht het niet laten gebeuren! Ze zou niet met zichzelf kunnen leven als ze dit zou verpesten. "Nee wacht, blijf hier, u bent gewond. Blijf hier, ik haal Wyvern, dat is sneller," zei ze en toen ze zag dat hij wilde tegenstribbelen ging ze gauw verder, "er is markt, het zou veel te lang duren!" Esmée's blik maakte duidelijk dat ze nu geen tegenspraak duldde en ze hoopte dan ook dat heer Lunix hier zou blijven en, mocht ze héél veel geluk hebben, haar zelfs een tweede kans zou geven.
    Terwijl Esmée al richting de stallen liep keek ze nog één keer achterom en haastte zich toen verder. Eenmaal bij de stallen liep ze gauw naar binnen, de blikken van diegene die er werkten negeerden. Ze liep in één keer richting de stal van Wyvern en begon hem al te ontgrendelen toen één van de stalknechten al naar haar toekwam, hij trok zijn mond al open en zei iets van dat het niet zomaar kon, maar Esmée snoerde hem de mond. "Nood breekt wet," zei ze enkel en trok de staldeur open, waarna de stalknecht al achteruit strompelde. Zeker een nieuweling, dacht ze met enige minachting voor de stalknecht.
    Wyvern kwam verbaasd overeind en Esmée wenkte haar. "Kom meissie, we gaan een ritje maken," zei ze en klom op haar rug. Doordat ze de kleding van de training nog droeg zat ze al snel gemakkelijk op haar rug. "Naar het trainingsveld," zei ze zachtjes tegen Wyvern en klopte liefkozend op haar hals. Ze hoorde de vermoedelijk nieuwe stalknecht nog wat stamelen, maar de rest van zijn woorden ging verloren toen Wyvern begon te rennen. Met gemak ontweek het tweetal een aantal verbaasde stalknechten die opzij sprongen, wel hoorde Esmée hoe er achter haar een aantal dingen omvielen en ze bedacht zich dat ze later nog wat uit te leggen had. Ze keek er nu al tegenop om weer een gesprek met Emlyn aan te moeten gaan. Hopelijk was het allemaal niet voor niks. De verwonding van heer Lunix had er in ieder geval serieus genoeg uitgezien en je kon beter het zekere voor het onzekere nemen wist ze uit ervaring.
    Eenmaal buiten spreidde Wyvern haar vleugels en steeg ze op, maar Esmée, die zich stevig vast hield aan de schubbige hals van het beest, liet haar niet te hoog vliegen aangezien de afstand naar het trainingsveld relatief kort was. Wyvern was een snelle drakensoort en vloog sneller dan paarden konden rennen, ook zouden ze geen last hebben van drukte en dat was de reden dat ze er zo op had gestaan Wyvern te halen. Druk was het namelijk wel altijd rond het kasteel, overal liepen wel mensen die druk aan het werk waren.
    Tot haar opluchting zag Esmée dat heer Lunix niet de benen had genomen en ze liet Wyvern vlak bij hem landen. "Het is misschien niet de meest subtiele, maar wel de snelste manier," constateerde ze en voegde er na een kort twijfelen nog aan toe: "Klim erop en houdt u goed vast." Ze had eerst haar hulp aan willen bieden, maar had besloten dat ook hij zo zijn trots had. Hij had immers eerder ook haar hulp afgeslagen en leek veel moeite te doen om zich groot te houden. Er was een korte woordenwisseling na de twee, maar Esmée wist hem toch over te halen en toen heer Lunix eenmaal achterop zat wees ze hem er nog één keer op om zich stevig vast te houden waarna ze Wyvern liet opstijgen. Elke keer genoot ze er weer van om een stukje met Wyvern te vliegen, ze voelde de wind door haar haren en het gaf haar een geweldig gevoel van vrijheid. Daarbij kwam ook nog het prachtige uitzicht dat je vanaf hier had over het hele omliggende gebied."Daar is het, ik laat haar landen!" Esmée moest roepen om boven het geluid van de wind uit te komen, zo snel had ze Wyvern laten vliegen.
    Esmée voegde daad bij woord en liet Wyvern op de grond voor de ziekenboeg landen, waarna ze soepel van haar rug sprong. "Ik ben zo terug," zei ze tegen heer Lunix en liep de ziekenboeg binnen. Al gauw had ze een arts gevonden en toen ze het verhaal had uitgelegd liep de arts al gauw naar buiten om heer Lunix naar binnen te helpen zoals het hoorde. Esmée meldde nog dat ze buiten zou wachten voordat ze de ziekenboeg met een opgelucht gevoel verliet, eenmaal buiten klopte ze Wyvern op de hals. "Goed gedaan hoor," glimlachte ze naar haar grote vriend.


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Dante Florian Nightingale
    Dante had op het punt gestaan om Ryu te halen, maar de stem van vrouwe Fox liet hem wachten.
    'Nee wacht, blijf hier, u bent gewond. Blijf hier, ik haal Wyvern, dat is sneller,' zei ze, hij bedacht zich dat Wyvern wel eens haar dier zou kunnen zijn. Dante had best op Ryu kunnen gaan en hij protesteerde koppig.
    'er is markt, het zou veel te lang duren,' bracht vrouwe Fox daar snel op in. Iets in haar ogen zei dat ik beter niet te koppig kon zijn en naar haar moest luisteren, met die gedachte was mijn buik het best wel eens. Langzaam ging ik weer in het gras liggen terwijl vrouwe Fox richting de stallen liep. Ik sloeg mijn mantel wat open. Op mijn witte overhemd zat een redelijk grote donkerrode plek, precies waar de wond was gemaakt, voorzichtig verwijderde ik het overhemd, het verband dat rond mijn middel gebonden zat, was helemaal doordrongen met donker rood bloed. Snel sloeg ik mijn mantel weer terug om te voorkomen dat meer mensen op de hoogte zouden geraken, het was immers niet de bedoeling dat de hele stad alle details wist. Niet veel later hoorde ik het geluid van vleugels. Voorzichtig kwam ik overeind en zag dat vrouwe Fox een draak had laten landen. 'Het is misschien niet de meest subtiele, maar wel de snelste manier,' zei ze 'Klim erop en houdt u goed vast.' Dante vond het maar overbodig, met Ryu was het net zo goed gegaan. Rustig klom hij op de rug van het geschubde beest, hij moest toegeven da Ryu beter zat, maar oké. Nog een keer werd hem gezegd dat hij zich goed vast moest houden.
    'Ik heb ervaring met vliegen,' zei hij koppig. 'Met Ryu had het net zo snel gegaan,' voegde hij er wat zachter aan toe. Dante's lichaam protesteerde aan als kanten tijdens de rit en hij was ook blij toen ze weer geland waren. Vrouwe Fox ging snel naar binnen en Dante klom gemakkelijk van de rug van de draak. Een arm had hij al de hele tijd tegen zijn buik gehouden om het bloeden te stelpen, maar het mocht niet echt baten. Een arts hielp hem naar binnen en vrouwe Fox zei dat ze buiten zou wachten. Hij deed zijn mantel af en deed daarna ook zijn bebloede overhemd uit. De arts, een vrij oude man, haalde voorzichtig het verband rond zijn middel weg toen Dante eenmaal op de behandeltafel zat. Hij kreeg een doek van de arts die hij tegen de wond moest houden terwijl de arts spullen pakte. Dante was blij dat hij even kon liggen. Alleen een paar van de middelste hechtingen waren gebroken, het merendeel zat nog keurig op zijn plaats, had de arts hem verteld. Hij sputterde niet meer tegen, nee niet als het ging om medische zaken, dan was zijn koppigheid even weg. De wond werd opnieuw gespoeld met lauw water en ingesmeerd met een of andere zalf. Er werd Dante nog aangeboden om hem te verdoven, maar dat zou alleen nog langer duren. Hij kreeg weer een prop doeken in zijn mond en zijn handen klemde hij om de rand van de tafel. Het duurde minder lang dan de vorige keer, maar het bleef een helse pijn die door zijn lichaam heen trok. Gelukkig was hij klaar en werd alles nog eens schoon gemaakt en er nieuw verband om gedaan. Hij bedankte de arts en werd weer naar buiten begeleid, waar vrouwe Fox nog steeds stond te wachten.
    'Bedankt,' zei hij zacht en vervolgde zijn zin op zijn normale toon. 'Ik zal mijn eigen vervoer terug regelen.' Over de behandeling of de wond zei hij niks en haar bedanken zou hij later misschien doen. 'Lessen gaan zo verder, u brengt uw draak terug naar de stallen en komt dan naar mijn verblijf. Mocht u problemen krijgen met mensen uit de stallen, of stalmeester Emlyn kunt u hen bij me langst sturen, ik ben verantwoordelijk voor daden die deze ochtend in de stallen zijn gebeurt met betrekking tot u en uw draak.' Hij keek naar de lucht en plaatste zijn vingers aan zijn lippen. Een kort en schel gefluit kwam er uit voort, nu maar wachten. Niet veel later kwam er een dier aangevlogen, dat langde langs Dante. Dante boog netjes, maar pijnlijk. Meteen gaf de hippogrief aan dat het mocht en Dante liep blij naar hem toe.
    'Ik heb je gemist jongen,' zei hij zacht in het oor van zijn dier en hij sloeg zijn armen om de nek van Ryu. 'Alles gaat goed hoor jongen, zou je me alsjeblieft naar mijn verblijf willen brengen?' Ryu ging door zijn knieën, waardoor Dante makkelijk kon opstappen. 'Ik heb je gemist,' fluisterde hij nog een keer en het dier steeg op. 'Ik zie u zo in mijn verblijf, vrouwe Fox,' zei hij nog tegen haar en vloog naar huis. De rit ging een stuk soepeler dan de heenreis, waar Dante erg blij mee was en ze waren dan ook snel weer bij zijn verblijf. 'Dankje jongen,' zei Dante zacht en hij kriebelde Ryu nog even achter zijn oor. Ryu bleef rustig achter het huisje liggen terwijl Dante door de achterdeur naar binnen ging. Meteen kwam er een bezorgde bediende op hem af, met de mededeling dat hij erg bleek zag en of alles wel goed ging. Dante wimpelde haar met de vraag voor een warm bord soep weg en liep naar de badkamer. Snel wisselde hij zijn mantel en overhemd voor wat schoons en warmers en ging aan de tafel zitten.
    'Vrouwe Fox komt zo nog langs,' zei hij tegen de bediende die zijn bord soep kwam brengen. De geur van kippensoep vulde de hele kamer. Dat hadden ze waarschijnlijk de afgelopen dagen klaar gemaakt voor als hij wakker zou worden. Dante pakte een papier en begon te schrijven, hij vond dat heer Jones op de hoogte gesteld moest worden, hij vertrouwde die man namelijk met zijn leven.

    Heer Jones,
    Ik hoop dat u het goed maakt, over mezelf kan ik dat helaas niet zeggen. Deze ochtend zijn is er wat vervelends gebeurt en ik vond dat u daarvan op de hoogte gesteld moest worden. Door een ongeluk ben ik met redelijk wat kracht in mijn buik geraakt, waardoor er een paar hechtingen zijn gebroken. Ik ben meteen naar de ziekenboeg gebracht en daar hebben ze me keurig geholpen, nu voel ik me alleen erg zwak. Als u nog vragen hebt met betrekking tot het ongeluk, de wond of andere medische kwesties kunt u het beste een keer naar mijn verblijf komen, de aankomende dagen blijf ik waarschijnlijk hier en neme zoveel mogelijk rust.
    Getekend,
    Dante Florian Lunix
    Dantevouwde het papier dubbel en schreef de naam van heer Jomes nog eens op de voorkant, vervolgens gaf hij het aan een bediende met de opdracht om het persoonlijk bij heer Jones te bezorgen en het niemand anders te laten lezen. Nu was het tijd voor zijn kippensoep en rust.

    [ bericht aangepast op 8 jan 2013 - 15:58 ]


    Do it scared, but do it anyway.

    Post van 800 woorden weggedrukt TT^TT HUileeee D: Deze is dus wat minder geweldig, sorry.

    Esmée Fox.
    Ze had buiten staan wachten bij Wyvern, tijdens dit wachten had ze hulp gevraagd aan de Goden, iets wat ze nog nooit gedaan had. Ze was niet zo gelovig, maar op het moment had ze het idee dat ze al het geluk in de wereld kon gebruiken. Elke dag leek minder en minder aangenaam te worden en ze maakte, ondanks dat het niet haar bedoeling was, meer vijanden dan vrienden. Voor het eerst in haar leven verlangde ze ontzettend naar huis, ze hield wel van een avontuur, maar dit leek, hoe moeilijk het ook was om toe te geven, toch te hoog gegrepen voor haar. Ze zat er momenteel gewoon doorheen en had zichzelf het liefst afgezonderd van alles en iedereen, maar dat kon niet. Ze zat er nog middenin en moest zich groot zien te houden, proberen haar fouten recht te zetten en het allerbelangrijkste was dat ze een goede leerling zou worden. Opgeven zou ze niet doen, hoe aanlokkelijk het op het moment ook was.
    Na een poos kwam heer Lunix terug naar buiten en hij bedankte haar kort waarop Esmée kort knikte en antwoordde: "Het was het minste wat ik kon doen." Het was haar manier om haar excuses aan te bieden, het kwam er in ieder geval nog het meest bij in de buurt. Esmée was immers te trots om haar excuses aan te bieden. Tot haar verbazing vertelde heer Lunix dat de les nog doorging en het voelde als een belediging jegens haar én Wyvern dat hij zijn eigen vervoer had. Na een kort, schel fluitje streek er een hippogrief neer. Dat moest Ryu zijn, waar heer Lunix het over had tijdens de heenweg. Waarom had hij niet gefloten op het trainingsveld? De dwaas had in deze toestand naar de stallen willen lopen, maar Esmée hield wijselijk haar mond en keek zwijgend toe hoe hij vertrok. "Nog één rit meissie, dan moet je echt terug," sprak ze tegen haar draak en voegde daad bij woord. Ze gunde het Wyvern en op die manier kon ze ook even alleen zijn, weg van alles en iedereen.
    Esmée hield haar woord en na één rit liet ze Wyvern bij de stallen landen waarna ze met lood in haar schoenen afstapte. Met alle tegenzin van de wereld liep ze vervolgens de stallen binnen, het hol van de leeuw in. Het was wel het laatste wat ze wilde, vooral na wat er net gebeurd was. Alweer had ze gezorgd voor een puinhoop en opschudding en ondanks haar goede bedoelingen wist ze wat er komen ging. Starende, boze blikken. Ze bleek gelijk te hebben, maar ondanks het ongemakkelijk gevoel en haar gekrompen ego rechtte ze toch haar rug. Ze vond het lafaards, want niemand leek het lef te hebben er iets van te zeggen, maar het gevoel van minachting ging samen met opluchting. Esmée was oud genoeg om te weten dat ze fouten had gemaakt, al velen sinds ze hier was en ze had niemand nodig die haar dat nog eens inwreef.
    "Kom op meissie, terug je stal in." Esmée had de staldeuren al geopend, maar de draak leek zich veel te goed vermaakt te hebben buiten om nog terug naar binnen te gaan. "Naar binnen, Wyvern," zei Esmée daarom zonder haar stem te verheffen, maar het was duidelijk te horen dat ze het meende en deze keer geen tegenspraak duldde. Het leek te helpen en met pijn in haar hart deed ze de staldeuren weer op slot terwijl ze in gedachte een belofte maakte om de dag erna terug te komen, zodat Wyvern weer even naar buiten kon.
    Ze hoefde nu alleen nog Emlyn te vinden en hoe graag ze ook een stalknecht de boodschap door had laten geven, ze wist dat het laf zou zijn en dat ze er niet aan ontkwam. Wie fouten maakte moest dat zelf oplossen vond ze altijd en ook zij zou dat dus moeten. Lang hoefde ze niet te zoeken voordat ze heer Emlyn aantrof in één van de stallen. Hij werd vergezeld door een jonge vrouw (ik kon haar info nergens vinden) en een gewond paard, dus Esmée vermoedde dat de jonge vrouw, die ze nog niet eerder gezien had, een dierenarts was. Esmée kuchte kort om aan te geven dat ze er was en toen ze de aandacht had keek ze heer Emlyn aan. "Kan ik u spreken? Alleen?" Dit laatste zei ze met een blik op de jongedame, ze zou er vroeg of laat toch wel achter komen, verhalen gingen hier helaas snel rond, maar het was al erg genoeg dat ze naar Emlyn moest. Haar excuses aanbieden kon ze niet, zulke woorden had ze nooit over haar lippen gekregen, maar ze kon hem het op zijn minst duidelijk maken. Wat ze ook niet zou doen was hem doorsturen naar haar nieuwe trainer, ze had hem al genoeg problemen bezorgd voor het moment en wilde laten zien dat ze het wel alleen af kon.
    Met een simpele beweging streek ze een paar losgelaten haren naar achteren en besefte zich toen dat ze nog haar kleding van de training droeg, niet erg charmant, maar ze was het compleet vergeten en heer Lunix had ook nog gezegd dat de les nog niet afgelopen was. Ze was doodmoe door het slechte slapen en de training van vandaag en gisteren en nu ze stilstond voelde ze weer hoe al haar spieren protesteerden. Zelfs haar maag was akelig leeg, het ontbijt van vanmorgen, de vieze pap die ze had gekregen dankzij heer Valenta, was alles behalve voedend geweest had ze het idee. Hopelijk hoefde ze daar niet de rest van haar training op blijven leven.

    [ bericht aangepast op 8 jan 2013 - 16:47 ]


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Pleasse do not die!!


    Do it scared, but do it anyway.

    Volgens mij wachten Simone en ik nu op Nyan. ;].


    Quiet the mind, and the soul will speak.

    Aotearoa schreef:
    Pleasse do not die!!


    Ik zal morgen ervoor zorgen dat er een Emlyn post komt, de toetsweek gaat/ging even voor. (:


    Stand up when it's all crashing down.

    Nee ik kan wel schrijven maar drukdrukdruk met school.


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    ik ga mijn best doen om aankomend weekend sowieso een post te maken, maar het zal niet geweldig worden.


    "The only way of finding a solution is to fight back, to move, to run, and to control that pressure."

    Nyan heeft zich uitgeschreven, kan de 300 woorden niet aan. Iemand die het lij wilt vinden? Of hem ergens op een andere manier in post wil betrekken, dat ie vertrekt of iets dergelijks?


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Emlyn

    Het was maar goed dat hij samen met Bruce de hengst in bedwang hield, want ondanks dat het paard verdoofd was schrok het dier nog lichtelijk bij het voelen van het ontsmettingsmiddel. Met zijn tweeën konden ze voorkomen dat het dier eventueel uit zou halen naar Gwen. Hij kon het zich niet permitteren dat de arts in opleiding die zo aardig was om hem te helpen met een paard gewond raakte door het dier. ‘Zou u hem het voer willen geven, of heeft u dat al gedaan?’ De woorden haalden zijn aandacht bij de hengst vandaan die hij met zachte woorden aan het geruststellen was. “Hij heeft het voer al binnen gekregen, dus dat zal ieder moment zijn werk gaan doen.” Hij luisterde naar wat Gwen hem vertelde over hoe hij straks met het dier om zou moeten gaan. Begrijpend knikte hij. “Ik zal mijn uiterste best doen om er voor te zorgen dat de wond zo goed mogelijk herstelt. Blijvende schade willen we natuurlijk niet.” Bij die laatste woorden glimlachte hij even. Zijn aandacht had hij net weer op de hengst gericht toen hij lawaai hoorde vanuit de stallen waar de mythische wezens waren ondergebracht. “Bij Rastullah's staart! Wat is daar gaande?” Hij vroeg aan Bruce of hij het heel even in zijn eentje zou redden met het rustig houden van de hengst, nadat Bruce had geknikt keek hij naar Gwen. “Excuseer me even, Vrouwe. Ik moet gaan kijken wat daar gebeurt.” Emlyn haastte zich naar de stallen van de mythische wezens waar hij een aantal omgevallen spullen aantrof en een ontzettend schuldig kijkende stalknecht. “Bij Rastullah’s staart! Toch niet weer die draak van Vrouwe Fox?” Vroeg hij aan de nieuwe stalknecht. De jongen kwam haast niet uit zijn woorden door zijn schuldgevoelens waardoor hij uiteindelijk slechts knikte. “Kijk me aan als ik tegen je praat.” Het kwam kwader over zijn lippen dan was bedoeld. Hij ontmoette vrijwel direct de ogen van de stalknecht die redelijk angstig stonden. Traag keek hij naar de uitgang van de stallen voordat hij zijn aandacht met een zucht weer op de stalknecht richtte die hem nog altijd met een angstige blik aankeek. “Ruim de troep op en zorg ervoor dat het niet nog eens gebeurt.” Wist hij over zijn lippen te krijgen. Met Vrouwe Fox zou hij nog wel eens een hartelijk woordje spreken als ze haar draak terug kwam brengen. Een hand haalde hij door zijn haar voordat hij weer terug naar de hengst waar Gwen mee bezig was. “Nogmaals excuses voor mijn korte afwezigheid. Ik was even ergens anders nodig.”

    Niet veel later hoorde hij een gil vanuit de mythische wezensstal. Niet weer, dacht Emlyn terwijl hij zijn ogen ten hemel sloeg. Hij had niet eens de kans om bij de hengst weg te gaan want de stalknecht van eerder stond al voor zijn neus. “Wat is er nu weer gebeurt?” De ongeduldigheid was duidelijk in zijn stem te horen. De jongen wist hem deze keer direct aan te kijken. “De hippogrief van heer Lunix heeft zichzelf uit zijn stal bevrijd en is weg gevlogen, heer.” Wist de jongen uitermate snel over zijn lippen heen te krijgen. Die had snel geleerd wat spreken was. Hij beet op zijn lip om te voorkomen dat hij de jongen zijn huid vol zou schelden, maar de irritatie was in ieder geval al hoog opgelopen. “Wij spreken later nog.” Wist hij de jongen nu slechts te vertellen, omdat hij wou voorkomen dat hij alsnog tegen hem uitviel. “Zorg ervoor dat de rest van de dieren er niet vandoor gaat.” De jongen knikte. “Natuurlijk, heer.” De jongen liep vlug weer naar het juiste deel van de stallen om zijn werk te hervatten. Hij vroeg zich zo langzamerhand wel af wat er nou allemaal aan de hand was dat Vrouwe Fox haar draak nodig had en heer Lunix zijn hippogrief. Ten minste, hij hoopte dat heer Lunix zelf zijn hippogrief had geroepen en dat het dier niet in het wilde weg was ontsnapt. Zwijgend hield hij de hengst nog een tijdje kalm totdat hij uit zijn gedachten werd gehaald door een stem die zijn aandacht wilde. ‘Kan ik u spreken? Alleen?’ Zijn blik was al naar Esmée gegaan maar hij moest toegeven dat hij nog niet helemaal zag dat dit werkelijkheid was. Wat wilde ze deze keer van hem? Wilde ze hem de huid vol schelden vanwege zijn actie van vannacht? Nee, vast niet, dan had ze al eerder bij hem op de stoep gestaan. “Natuurlijk, Vrouwe.” Reageerde hij, het was dat er mensen bij waren waarvoor hij het goede voorbeeld moest geven. Zijn blik ging even naar Gwen en Bruce voordat hij Vrouwe Fox volgde naar een rustigere plek van de stallen. Zijn wenkbrauwen trok hij vragend op omdat Esmée nog niet had gesproken sinds ze op een iets rustigere plek waren.
    “Ik neem aan dat u mij kunt uitleggen waarom zowel uw draak als de hippogrief van heer Lunix ineens dringend hun stal uit moesten?” Hij wist dat het niet netjes was om te spreken voordat een dame van hogere stand dat had gedaan maar bij Vrouwe Fox lapte hij bijna alle etiquette al aan zijn laars, dan kon dit er ook nog wel bij. Zijn blik viel op de training outfit die ze nog droeg, een broek was weer een heel ander gezicht bij haar in vergelijking met de uitbundige jurk die ze gisteren had gedragen. Hij merkte ook op dat ze wat wit begon weg te trekken, iets dat hem toch enigszins verontrustte. Ondanks dat ze elkaar niet mochten wilde hij niet dat ze in zijn stallen neer viel, dat zou hem dan slecht op de naam komen te staan.
    “Ik mag me hier eigenlijk niet mee bemoeien, maar Vrouwe, heeft u wel genoeg gegeten? U begint een beetje wit weg te trekken.” Dat hij het nog zo netjes verwoorden verbaasde hem eigenlijk wel. Misschien was het omdat er nog allemaal ander volk in de stallen aanwezig was, want gister had hij zo’n toon niet tegen haar aangeslagen.
    Met een toch enigszins nieuwsgierige uitdrukking wachtte hij op een antwoord van Vrouwe Fox.


    Stand up when it's all crashing down.

    Eigenlijk moet ik nog in andere RPG's posten en met Eleanor en shit en eigenlijk moet ik aan school.. Maar ik heb inspiratie dus gun ik mezelf dit even :Y)

    Esmée Fox.
    Heer Emlyn leek logischerwijs niet blij te zijn om haar weer te zien, in deze korte tijd had ze immers al voor veel problemen gezorgd, toch ging hij akkoord en samen liepen ze naar een rustigere plek in de stallen. Net toen ze haar mond opendeed om heer Emlyn het voorval uit te leggen, begon hij voor zijn beurt te spreken waardoor ze genoodzaakt was haar mond weer te sluiten. Haar wenkbrauw wipte kort omhoog, maar ze was niet geheel verbaasd over deze brutaliteit, zoals de meesten het zouden noemen. Hij had haar al eerder bewezen dat hij zich, om het zomaar te melden, niet gedroeg zoals het hem betaamde. Zoals de avond dat hij bij haar binnenkwam.. Dat was een van de voorvallen die ze snel probeerde te vergeten.
    Ook waren de etiquetten voor haar geen gouden leidraad in haar leven en zag ze dit door de vingers, maar vooral omdat ze geen zin had om zichzelf nog dieper in de put te werken. Ondanks dat ze haar mond hield bleef het gevoel dat het ongehoord was nog even hangen, thuis, waar ze vandaan kwam, was het een ongeschreven regel dat je wachtte tot diegene met een hogere rang tegen je sprak. Op deze manier toonde je je respect, wat heer Emlyn blijkelijk niet voor haar had, ondanks dat zij in dit geval degene was met een hogere rang. Toch kon ze, hoe lastig het ook was om te accepteren, niet op tegen Emlyn die hier waarschijnlijk al het grootste gedeelte van zijn leven had rondgedoold. Iedereen kende hem, hij kende iedereen, en zij? Zij was een nieuwkomer, een buitenstaander of zelfs een indringer.
    "Daarvoor ben ik hier wel gekomen ja," antwoordde ze na een korte stilte om aan te geven dat ze oud genoeg was om zelf de consequenties van haar daden te aanvaarden. Ze had daar geen hulp bij nodig of iemand die haar op haar fouten wees. Esmée keek zwijgend naar de stalknechten die druk in de weer waren en af en toe subtiel een blik hun kant op wierpen. Natuurlijk waren ze nieuwsgierig en Esmée nam ze dat dan ook niet kwalijk, al had ze het liever anders gezien. Iedereen die wilde kon hun verhaal alsnog volgen, dus zou ze extra op haar tellen moeten letten. Gelukkigerwijs zou heer Emlyn dit ook moeten.
    Terwijl ze haar ogen zo de kost gaf bedacht ze zich hoe ze de hele situatie het beste onder woorden kon brengen, het was wel duidelijk dat ze geleerd had van de afgelopen keren, met name die van vorige nacht.
    "Ik mag me hier eigenlijk niet mee bemoeien, maar Vrouwe, heeft u wel genoeg gegeten? U begint een beetje wit weg te trekken," onderbrak Emlyn haar gedachten plots en ze keek hem kort verdwaasd aan. Wit weggetrokken? Het laatste wat ze wilde was een zwakke indruk maken, dus rechtte ze haar rug en antwoordde zo normaal mogelijk: "Het gaat prima met me."
    Even dacht ze er nog aan hem te bedanken voor zijn bezorgdheid, maar dat zat niet in haar aard en daarbij vond ze het juist onprettig als mensen haar op die manier benaderden. Ze had geen hulp nodig en ze was al helemaal niet zwak. Ze mocht zich dan wat futloos voelen door het verschrikkelijke ontbijt van die ochtend dat totaal niet leek te voldoen en door de zware training, maar dat ging niemand aan. Van een zwakte die getoond werd, werd altijd misbruik gemaakt.
    "Daarvoor ben ik ook niet gekomen," voegde ze er uiteindelijk aan toe en keek hem vervolgens aan, "heer Lunix (is zijn achternaam nou ineens verandert? ;p) raakte gewond tijdens de training, aangezien het er ernstig uit zag wilde ik hem zo snel mogelijk naar een arts brengen en haalde ik Wyvern op." Even zweeg ze en liet ze haar blik richting de stallen glijden, ze had al veel meegemaakt met Wyvern en de draak had haar al in een hoop problemen weten te brengen met haar gedrag, maar op zulke momenten wist Esmée dat ze altijd op haar draak kon rekenen.
    "Heer Lunix is inmiddels behandeld en hij maakt het goed, hij heeft ook zelf zijn hippogrief laten komen, dus daar hoeft u zich geen zorgen over te maken," eindigde ze haar uitleg. Voor een aantal tellen zweeg ze weer, streek een losgelaten lok haar naar achteren en vroeg zich af of ze nog iets vergeten was. Heer Lunix had haar verteld dat als ze problemen mocht krijgen met één van de mensen hier, met name heer Emlyn, dat ze die dan naar hem toe moest sturen, maar ze wilde hem verder niet belasten en besloot dat ze dit zelf moest oplossen. "Mijn training van vandaag is nog niet afgelopen, maar ik zou na afloop eventueel kunnen helpen met het opruimen van de door Wyvern gemaakte schade." Zo! Ze had het gezegd. Met veel moeite had ze het aanbod over haar lippen weten te krijgen. Ze mocht Emlyn niet en dat was duidelijk wederzijds en met name na die actie van de avond ervoor kon ze hem niet uitstaan, toch had ze hem haar hulp aangeboden. Niet voor hem, maar voor zichzelf. Ze wilde zichzelf bewijzen dat ze het best zelf aankon, misschien dat de mensen dat minder snel hun oordeel over haar klaar zouden hebben en heel misschien zou haar verblijf hier toch wat minder erg worden. Al wist ze zeker dat de trainingen alles van haar zouden vergen, maar ze zou doorgaan tot ze er bij neerviel.



    Bij sommige zinnen had ik van; wauuuw ja, perfect, dit wilde ik schrijven.. En andere wilde niet lukken ;p Dus het is een soort combipost I guess.. (':

    [ bericht aangepast op 20 jan 2013 - 20:01 ]


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Ik weet niet wat er nu met Adam en Eleanor moet gebeuren?


    Quiet the mind, and the soul will speak.

    Tortura schreef:
    Ik weet niet wat er nu met Adam en Eleanor moet gebeuren?

    Adam hoort nog een briefje te krijgen, gebracht door een bediende van Dante. Ik zou zeggen dat degene die nu moet posten gewoon zegt dat de persoon van Nyan?? weg gaat en dan verder gaat.


    Do it scared, but do it anyway.

    Aotearoa schreef:
    (...)
    Adam hoort nog een briefje te krijgen, gebracht door een bediende van Dante. Ik zou zeggen dat degene die nu moet posten gewoon zegt dat de persoon van Nyan?? weg gaat en dan verder gaat.

    Ja, maar ik heb al gepost. :'].


    Quiet the mind, and the soul will speak.