• Deze RPG speelt zich af aan het koninklijk hof. Alle informatie over waar het zich afspeelt, de omgeving, gewoontes en dergelijke kan je hier vinden. De tijd waarin de RPG zich afspeelt, is zoals jullie waarschijnlijk al doorhadden, de Middeleeuwen. Maar niet zoals het werkelijk was, het is namelijk een fantasie wereld.
    Van mensen met toverdrankjes tot reuzachtige draken, het is allemaal toegestaan.

    Elke tien jaar worden er uit de omliggende dorpen twee mensen, die in het rijke bezit zijn van een machtig mythisch wezen, uitgekozen om een training te komen volgen aan het koninklijk hof, ze zullen getraind worden door de beste meesters die er zijn.

    Het is een eeuwenoude traditie die nooit verdwenen is, ontstaan in een periode vol oorlogen. Spionnen van de heer hadden de belangrijke taak de twee uitverkorenen te kiezen. Deze moesten natuurlijk wel voldoen aan een aantal eisen, zoals dat ze in het bezit moesten zijn van een mythisch wezen en er mee om moesten kunnen gaan. Enkel de besten werden uitgekozen en mochten naar het hof komen en kregen training van de beste trainers om nog beter met hun dier om te kunnen gaan, maar ook met wapens. Ze werden ingezet in de oorlogen en strijd als aanvoerders van kleine legers of werden uitgezonden op privé missies.
    Er zat een hoop verantwoordelijkheid achter de taak als uitverkorene en het was dus een hele eer als je uitgekozen werd, een droom van velen zelfs.

    En dat is het nog altijd. De twee voorheen gewone dorpelingen komen ineens in een heel ander wereldje terecht en plots kijken er mensen naar hun op. Sommigen weten zich erg goed aan te passen, anderen krijgen heimwee en bij enkele stijgt de roem en rijkdom ze naar het hoofd. Hoe reageren de andere bewoners op het koninklijk hof hierop? Zoeken ze hun roem bij de uitverkorenen, negeren ze ze of proberen ze hun neer te krijgen?


    Er wonen dus verschillende mensen aan het koninklijk hof, mensen met verscheidene beroepen en rangen,
    probeer je ook in te leven in hun wereld, beleefdheden, tradities en dergelijke. Om dit gemakkelijker te maken
    heb ik zelf wat dingen op een rijtje gezet en die kan je hier lezen. Voor de rest laat ik jullie helemaal vrij in alles.

    De bijhorende story: Hier
    Het rollentopic: Hier

    De personages:
    - Moffat - Oliver John Tozay - 24 - Zoon heer - 1,1
    - Aotearoa - Dante Florian Lunix - 26 - Trainer van Esmée - 1,8
    - Goldenwing - Emlyn - 28 - Stalmeester - 1,4
    - Sid - Philip ‘Pip’ Lamora - 20 - Stalknecht - 1,?
    - Tortura - Adam Michael Jones - 26 - Arts - 1,2
    - Nyan - Samuel ‘Elias’ Clarckson - 20 - Expert mythische wezens - 1,2
    - Capricious - Moren Bervag - 24 - Minstreel - 1,5

    - Linchpin - Valeria Francesca Arryn - 22 - Verloofde Oliver - 1,3
    - Endure - Esmée Fox - 21 - Uitverkorene - 1,1
    - Endure - Eleanor Pantheras - 17 - Dochter waard Gouden Hippogrief - 1,1
    - Colfer - Camilla Victoria - 19 - Verzorgt dieren&tuin - 1,1
    - Gipsy - Ameline Rose Ermengard - 19 - Nichtje v/d Heer - 1,4
    - Lexus - Gwen Verselli - 18 - Arts in opleiding - 1,?
    - Boira - Francesca Gostanza Maria – Xisca – Piombino - 24 - Prinses Gelfrina - 1,5

    [ bericht aangepast op 31 dec 2012 - 15:49 ]


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Dante Lunix
    Eleanor en heer Jones hadden me netjes terug gebracht naar het kasteel, daar had ik hen netjes bedankt en hadden de wachters me overgenomen en terug naar mijn huisje gebracht. Uitgeput was ik in slaap gevallen, met kleren aan en al. De volgende ochtend werd ik gewekt door een van de bediendes met de mededeling dat is me eerst eens moest omkleden en daarna verder kon slapen. Met pijn en moeite had ik dat gedaan. De blouse van heer Jones werd gewassen en klaar gelegd om hem terug te geven. Na me omgekleed te hebben, viel ik meteen weer terug in slaap om vervolgens gewekt te worden door heer Jones. Hij onderzocht de wond op mijn buik en vroeg nog wat dingen. Vermoeid beantwoorde ik zijn vragen en zei dat hij zijn blouse weer mee kon nemen. Daarna viel ik weer in slaap. Gelukkig werd ik de volgende dag een beetje uitgerust wakker. Voorzichtig stond ik op, de pijn negerend. Het was gelukkig al minder dan de eerste dagen. Er lag vers brood en een brief op tafel. Rustig opende ik hem terwijl ik wat at. De afgelopen dagen had ik weinig gegeten en het viel me dus niet zo geweldig. Het zat me allemaal even niet mee deze week. Rustig las ik de brief door. Er stond in dat mijn uitverkorene terug naar huis was gegaan omdat het daar allemaal niet goed ging en dat ik werd overgeplaatst naar een andere uitverkorene, wiens leraar weg moest. Even zuchtte ik, het liefst ging ik weer terug naar bed, maar helaas de plicht roept. Ik wreef even door mijn ogen om alle slaap eruit te krijgen en liep naar de badkamer. Daar koos ik een gemakkelijke outfit met mantel. Eenmaal klaar, wat even geduurd heeft, toverde ik een zwaard om tot wandelstok en hing mijn andere gewoon aan mijn riem. Een bediende kwam binnen om te kijken of alles goed gaat. Snel toverde ik een glimlach op mijn gezicht en zei dat ik weer weg ging. Ze vroeg nog of ze iets voor me kon doen, maar dat was niet het geval. Rustig liep ik het huisje uit, steunend op mijn zwaard. Gelukkig woonde ik niet ver van het traininsveld en hoefde ik niet vet te lopen. Toch duurde het even voordat ik op het traininsveld was. Ondanks alles was ik er nog eerder dan mijn leerling, maar het duurde niet lang voordat er iemand, in gemakkelijke kleding, op mij af liep. Ik probeerde zo min mogelijk op mijn zwaard te steunen.
    ‘Heer Lunix?’ vroeg het meisje waarop ik knikte. Meteen stelde ze zich voor als Esmée Fox. ‘Aangenaam vrouwe Fox, mijn naam is Dante Lunix, uw nieuwe trainer,’ zei ik ‘Wat heeft u zoal gedaan bij heet Valenta?’

    Ameline Rose Ermengard - Nichtje van de Heer

    Ik rolde even geïrriteerd met mijn ogen toen ik vernam dat Oliver nog niet aanwezig was, niet dat de vrouw het kon zien.
    "Oh, mijn excuses, ik heb mezelf helemaal nog niet voorgesteld! Ik ben Valeria Francesca Arryn, Olivers verloofde, aangenaam." Hoorde ik de vrouw zeggen waardoor ik haar even sceptisch aankeek.
    "Gearrangeerd huwelijk?" Vroeg ik zonder in te gaan op haar uitnodiging om me voor te stellen. "Of uit liefde?"
    Het laatste kwam er redelijk spottend uit aangezien ik wist dat het vrijwel nooit gebeurde dat iemand van een koningshuis trouwde uit liefde.
    Ik was nieuwsgierig, dat kon ik niet ontkennen maar ze leek me toch niet iemand waarmee Oliver uit vrije wil zou trouwen.
    Niet dat ze lelijk was, maar ze leek me niet bepaald zijn type meisje.
    Dat het onbeleefd was om me niet voor te stellen wist ik, maar wat was het nut dat ik me zou voorstellen als de kans bestond dat ze niet eens wist wie ik was.
    Terwijl ik in een tweestrijd zat verwikkeld of ik me al dan niet zou voorstellen, zuchtte ik even en sloeg ik langzaam mijn handen in elkaar.
    "Ik ben vrouwe Ermengard," Stelde ik me uiteindelijk toch voor op een zeer neutrale toon. "Ameline Rose Ermengard."
    Mijn ogen gleden even naar de andere mensen die aan de tafel zaten, het was een man en een vrouw maar ik was niet zeker of ik hen kende.
    Ik vroeg me eigenlijk af wie ze waren en waarom ze hier in de eetzaal van het kasteel waren.
    De vrouw kon me nog redelijk belangrijk lijken, maar mijn gevoel vertelde me dat de man absoluut niet van adel kon zijn.
    Er leek veel verandert te zijn tijdens mijn afwezigheid van een jaar, maar of het goede veranderingen waren, viel nog een beetje te bekijken.
    Om eerlijk te zijn werd ik wel wat ongeduldig nu ik nog steeds aan het wachten was op Oliver, hij mocht wel eens opschieten.
    Wanneer ik me afvroeg of mijn oude kamer er nog in zijn perfecte staat zou zijn zoals ik hem had achtergelaten, voelde ik hoe een rilling zich een weg baande langs mijn ruggengraat.
    Aan de andere kant kon ik het hen niet kwalijk nemen als ze mijn kamer af zouden hebben gestaan, ze waanden me immers toch al dood.
    Persoonlijk zou ik ook alles weg gegooid hebben, maar waarschijnlijk om een heel andere reden.
    Ik zou het weggegooid hebben omdat het me te veel zou doen herinneren aan de eigenaar van de spullen.
    Het was immers een feit dat ik soms niet kon omgaan met mijn eigen emoties en die zo snel mogelijk probeerde te verdringen.


    Forget the risk and take the fall...If it's what you want, it's worth it all.

    Moren Bervag

    Zonder een hap te nemen van het droge brood in mijn handen, hield ik de vermomde vreemdeling in de gaten. De persoon bewoog soepel als een dame, maar dat betekende niet direct dat het een vrouwelijk iemand was. Het kon net zo goed een lenige man zijn en eigenlijk was dat ook waar ik hoopte. Criminelen die uit waren op bloed waren van harte welkom. De laatste tijd was er niet veel spectaculairs gebeurd aan het hof. Er werden roddels verspreid en soms was er hier en daar een ruzietje, maar echte drama’s en knokpartijen waren ver te zoeken. Daarom had ik het absoluut op prijs gesteld als iemand plots een zwaard had getrokken. Toen het duidelijk werd dat dat niet zo gebeuren, bleef ik slechts achteloos naar de gedaante staren.
    Doordat ik verdronk in mijn eigen onsamenhangende gedachten en de zeurende hoofdpijn op de achtergrond een groot deel van mijn concentratie opeiste, had ik pas door dat vrouwe Xisca naast me was komen zitten toen ze een stukje los pulkte van mijn onaangeroerde brood.
    ‘Weet jij wie het is?’ vroeg ze me zo zacht mogelijk. ‘Rupert wilde me ook al niet vertellen wie het is.’
    Ik wendde me tot haar. Voor nog geen honderd goudstukken had ik kunnen ontkennen dat ze een prachtige verschijning was. Zelfs als ze, net als op dat moment, voedsel uitspuugde, zag ze er nog goed uit. Het verbaasde me dan ook dat ze me leek te mogen, want veel knappe dames met een hoge status deden hun uiterste best om me te ontwijken. Dat zij een uitzondering was, kon ik wel waarderen. Haar pittige karaktertrekken en exotische uiterlijk maakten haar tot een onweerstaanbare vrouw. Ik was uiteraard niet de enige die daar van op de hoogte was en daar kwamen meestal hilarische taferelen uit voort. Het was ontzettend vermakelijk om te zien hoe sommige mannen haar stamelend probeerden te vleien.
    Nadat ik een diepe zucht over mijn lippen had geblazen, gaf ik vrouwe Xisca een antwoord waar ze vermoedelijk niet op zat te wachten. ‘Ik geloof dat het een mannelijke noch vrouwelijke kwakzalver is die ons ervan probeert te overtuigen dat hij of zij een middel heeft waar je onzichtbaar van wordt,’ zei ik op de meest serieuze toon die ik kon creëren. ‘De vreemdeling is dat momenteel aan het demonstreren zonder te weten dat het helaas niet…’
    Ik hield abrupt mijn mond toen ik opmerkte dat Valeria, de ijdele verloofde van Oliver, sprak tegen de mysterieuze onbekende. Valeria was een leuke meid om te zien, maar het feit dat ze in een sprookjeswereld leek te leven waarin zij de geadoreerde prinses was, joeg me enigszins angst aan. Het was weliswaar amusant om te doen alsof ik haar zag zitten. Ik vond het namelijk geweldig als ze me een walgende blik toewierp.
    Voor zover ik de situatie in kon schatten, hadden de twee elkaar net ontmoet en hielden ze zich bezig met zichzelf aan elkander voorstellen. Het was vrij rustig in de zaal, dus ik het moest mogelijk zijn om hen te kunnen verstaan. Ik spitste mijn oren. De koppijn die me lastig bleef vallen, probeerde ik te negeren toen ik de gesluierde gedaante hoorde spreken. Het was klaarblijkelijk een vrouw die een neerbuigende opmerking naar het hoofd van Valeria, haar gespreksgenoot, slingerde. Vervolgens meende ik de naam Ermengard op te vangen.
    ‘Ermengard,’ herhaalde ik langzaam. ‘Ben ik dankzij mijn kater aan het hallucineren of heb je… u… Heeft u dat ook gehoord?’
    Terwijl ik de reactie van vrouwe Xisca afwachtte, nam ik een hap van het brood dat ik nog steeds vasthad. Het was niet lekker, maar door mijn honger kon ik het niet laten om het door te slikken.


    If you wanna fly, you got to give up the shit that weighs you down.

    Francesca Gostanza Maria – Xisca – Piombino

    Het leek wel uren te duren voordat mijn vraag bij Moren doordrong. Ondertussen hield ik mijn ogen strak op de vreemdeling gericht. Haar bewegingen bewezen dat de gedaante een vrouw was, net zoals de los gevallen plukken uit haar cape. Ze waren te verzorgd voor de haren van een man. Zachtjes beet ik op mijn onderlip terwijl er een dragelijke pijn in mijn onderbuik werd veroorzaakt door de angst voor deze vrouw. Mijn ogen priemde naar haar totdat Moren mij uit mijn observatie haalde.
    ‘Ik geloof dat het een mannelijke noch vrouwelijke kwakzalver is die ons ervan probeert te overtuigen dat hij of zij een middel heeft waar je onzichtbaar van wordt. De vreemdeling is dat momenteel aan het demonstreren zonder te weten dat het helaas niet…’
    Hij stopte midden in zijn zin. Als Moren’s verhaal niet zo ongeloofwaardig had geklonken, zou ik door zijn serieuze toon hem hebben geloofd. Ik grinnikte zachtjes terwijl Moren zich op zijn beurt op het stel had gericht. Valeria’s naïviteit snapte ik niet. Zeker de onbeleefdheden van de vreemdeling tegen over Valeria, al leek zij zich er niets van aan te trekken. Zelf had ik er niets tegen als men, die ik uiteraard ken, me aansprak met ‘je’ en mijn voornaam gebruikte, maar van vreemdelingen had ik dat zeker niet toegestaan. Helemaal niet als ze ook nog eens te onbeschoft waren om hun gezicht te laten zien. Op dit soort momenten kon ik me erg verbazen over Valeria en haar makkelijk, bijna simpele gedrag, maar het is een keuze die ze maakte. Zolang ik Oliver en zijn vader al kende, had ik nooit verwacht dat die jongen iets met haar was begonnen, of dat zijn vader de verloving zou goedkeuren. Zo zie je maar, soms vergiste je, je in de mens en zo zat je met een type als Valeria opgescheept. Het was niet dat ik haar niet mocht. Het was een prima persoon om domweg een praatje mee te maken of even lekker over niets mee te kunnen praten, maar echt iets zinnigs waar ik iets aan had, had ik de afgelopen weken nog niet uit haar beeldige hoofdje horen komen.
    Met tegenzin hoorde ik haar hoe Valeria zich do deftig mogelijk probeerde voortestellen en daarbij niet vergat te vertellen dat zij de verloofde van Oliver was. Hoe vaak ik dat de afgelopen weken had gehoord was ongelooflijk vaak. Een klein zuchtje verliet mijn mond terwijl zowel Moran als ik ons op het lopende ‘gesprek’ focuste.
    "Gearrangeerd huwelijk? Of uit liefde?"
    Om mijn lach te tegen te houden, sloeg ik mijn hand voor mijn mond. De vreemde vrouw had zeker weten lef, een leuke portie, maar waarschijnlijk meer dan Valeria kon hebben. Even kijk ik naar Moran maar die lijkt nog steeds druk met het gesprek bezig was.
    “Ameline Rose Ermengard."
    De optie man konden we na het uitspreken van de naam van de vreemdeling ook van het lijstje vervagen. Ik draai me opnieuw naar Moran, die een soort van ontzet naar de vrouw lijkt te kijken. Haar ogen glijden langs ons heen terwijl Moran haar achternaam herhaalde.
    “Ben ik dankzij mijn kater aan het hallucineren of heb je… u… Heeft u dat ook gehoord?”
    Ik rolde met mijn ogen. Hij kon het ook nooit afleren, ze konden het allemaal niet afleren. Het leek zo’n achterlijke tik, die me totaal niet aansprak.
    “Heb je dat ook gehoord?” verbeterde ik hem. “En ja, ik heb het ook gehoord. Ameline Rose Ermengard,” herhaalde ik speciaal voor Moran haar naam. “Wat is er zo bijzonder aan deze vrouw?”
    Met lede ogen keek ik toe hoe Moran een stukje van het oude brood in zijn mond stak en het fijn kauwde. Pure afkeer kwam er in mij op toen hij het stukje ook nog eens doorslikte.
    “Met een kater moet je echt iets beters eten,” zei ik zachtjes. “Je moet sowieso geen oud brood eten. Wie weet heeft er een vreemd iemand aangezeten.”


    "The only way of finding a solution is to fight back, to move, to run, and to control that pressure."

    Valeria Francesca Arryn

    "Gearrangeerd huwelijk? Of uit liefde?" Het lef. De spot in haar stem had Valeria geraakt omdat ze wist dat hij voor haar bedoeld was. Oliver was degene met wie mensen medelijden hadden, niet haar. Zij was het onnozele gansje waar iedereen dol op was maar waar niemand echt iets belangrijks mee wou bespreken omdat ze haar voor dom en oppervlakkig aanzagen. Oppervlakkig misschien wel nog en lichtelijk naïef maar dom was ze niet, dacht ze toch. In een nerveus gebaar wreef ze even met haar hand langs haar hals, vastbesloten om de opmerking over haar huwelijk te negeren. Alsof zij er zo gigantisch blij mee was. "Ik ben vrouwe Ermengard, Ameline Rose Ermengard." Blij met de afleiding wierp Valeria Ameline een brede glimlach toe. "Wel dan, welkom vrouwe Ermengard." Na een korte buiging, draaide ze zich om op haar hakken en liep naar de bediende bij de deur naar de keuken. "Zou ik een glas appelsap en een broodje kunnen krijgen alsjeblieft? En breng iets mee voor de anderen ook, alsjeblieft. Oud brood is niet zo smakelijk, ook niet voor een minstreel." Het was niet zozeer dat ze medelijden had met Moren en dat ze daarom ook iets voor hem had gevraagd, eerder omdat zij zichzelf niet in staat achtte te kunnen eten als hij daar zo onsmakelijk op oud brood zat te knabbelen. Met dezelfde glimlach draaide ze zich naar het gezelschap dat al aan tafel zat. "Goedemorgen Moren, Xisca." Valeria bleef het een ongemakkelijk gevoel vinden om Xisca aan te spreken als Xisca en niet zoals het hoorde. Het gaf haar steeds het gevoel dat ze iets onbehoorlijks deed, vooral omdat zij en Xisca nu niet direct zo'n goede vriendinnen waren. Net zoals de rest van de mensen hier aanwezig behandelde ze haar eerder als een pop die per toeval kon spreken en een beetje kon denken. Zonder hen verder nog aan te kijken, nam ze plaats aan de tafel waarbij ze ervoor zorgde zo ver weg van Moren te gaan zitten als de beleefdheid haar toestond. De geur die om hem heen hing was amper te harden. Drank, braaksel en een soort muffe geur waar ze haar vinger niet op kon leggen. Het liefste wou ze er gewoon vandoor gaan zoals ze al van eerder die ochtend van plan was geweest maar haar honger hield haar aan tafel.


    Soms ben ik het sterkste wijf ter wereld en soms ben ik een kwartelei.

    [Ik weet niet of ik hier ooit wat ga posten dus bij deze wil ik me graag uitschrijven. Ik zit hier echt mijn hersens voor te kraken iets te bedenken maar het wil niet. Dus ik ben weg hier. Sorry. 0


    Egal was kommt, es wird gut, sowieso. Immer geht 'ne neue Tür auf, irgendwo.

    Moren Bervag

    Dat vrouwe Xisca me berispte wegens het feit dat ik haar volgens de etiquette had aangesproken, toverde een glimlach op mijn gezicht. Ik vond het mooi dat ze streed tegen de beleefdheidsregels en andere belachelijke, verplichte gebruiken die haar overal achtervolgden. Daar was hoe dan ook een flinke dosis eigenwijsheid en lef voor nodig.
    ‘Met een kater moet je echt iets beters eten,’ zei ze zacht. ‘Je moet sowieso geen oud brood eten. Wie weet heeft er een vreemd iemand aangezeten.’
    Het was lang geleden dat iemand op deze wijze bezorgdheid jegens me had getoond en ik vond het een lief gebaar van haar, maar ondanks dat kon ik het niet laten om hardop te lachen. ‘O ja, iemand zoals jij bedoel je?’ hoonde ik. ‘Nou, dan hoef ik het helemaal niet meer.’
    Met een theatraal gebaar smeet ik het brood op tafel. Vervolgens krulde ik mijn mondhoeken omhoog tot een oprechte grijns om te benadrukken dat ik hetgeen wat ik had gezegd niet meende.
    ‘Goed, laten we even terug komen op die naam,’ zei ik terwijl ik het brood weer tussen mijn vingers klemde. ‘Het komt me bekend voor. Vaag, dat wel. Het liet me denken aan… Nee, nee. Laat maar zitten.’
    Ik stopte nog een stuk van het bedorven etenswaar in mijn mond. Onderwijl ik op het taaie stuk kauwde, dacht ik aan het beeld dat op mijn netvlies was verschenen toen ik mijn hersens had zitten kraken op de naam Ermengard. Voor zover ik me kon herinneren was het de achternaam van een jongedame met golvende lokken. Ze had een beeldig gezichtje en een honingzoete stem, waardoor ze een geliefde prostituee was geweest op het eiland Natoss waar ik vandaan kwam. Ik had leuke gesprekken met haar gevoerd, maar het was jammer dat ze haar voet in mijn kruis had geplant toen ik in een overmoedige bui dacht haar zonder te betalen mee te kunnen nemen.
    Toen ik zag dat Valeria een buiging maakte voor de onbekende, die een vrouw bleek te zijn, grinnikte ik binnensmonds. Het was erg schattig om te zien hoe ze haar uiterste best leek te doen om bij anderen in de smaak te vallen.
    Ik hoorde haar tegen een bediende zeggen dat er - zelfs voor mij - vers voedsel geserveerd moest worden. Waarom ze wilde dat ik ook wat ‘fatsoenlijks’ te eten zou krijgen wist ik niet en dat boeide me eigenlijk ook niet veel. De vraag waarom de mensen om me heen zich druk maakten over wat ik at, wekte wel mijn belangstelling.
    Met een glimlach draaide Valeria zich naar ons om. ‘Goedemorgen Moren, Xisca,’ zei ze als begroeting.
    Toen ze aanschoof, had ik direct door dat ze bewust een eindje bij me vandaan ging zitten. Natuurlijk zat ze niet té ver van me verwijderd, want stel je eens voor dat ze onvriendelijk over zou komen.
    Ik liet een zwoele blik in mijn ogen verschijnen toen ik Valeria aankeek en trok quasi-geïnteresseerd mijn wenkbrauwen. ‘Hallo schoonheid,’ fluisterde ik hees.


    If you wanna fly, you got to give up the shit that weighs you down.

    Francesca Gostanza Maria – Xisca – Piombino

    Hij schoot in de lach.
    ‘O ja, iemand zoals jij bedoel je? Nou, dan hoef ik het helemaal niet meer.’
    Ik rolde met mijn ogen terwijl hij breed grijnsde.
    “Dan toch niet,” grinnikte ik en ik tikte wat ongeduldig met mijn vingers op de tafel omdat ik nog steeds geen antwoord had gekregen op mijn voorgaande vraag. De naam Ermengard kwam me niet eens bekend voor. Het deed niets met me. Iets in me zei ook dat ik het niet wilde weten, dat het me niet beter ging maken. Dat stemmetje was waarschijnlijk het paranoia gedeelte in mij.
    ‘Goed, laten we even terug komen op die naam. Het komt me bekend voor. Vaag, dat wel. Het liet me denken aan… Nee, nee. Laat maar zitten,’ stopte hij zijn zin.
    Ik zuchtte diep.
    ‘Ik heb toch helemaal niets aan jou,” lachte ik. “Nu weet je iets en dan mag ik het niet weten. Dank je.”
    Lachend leunde ik naar achter zodat mijn gewicht wat meer over mijn zitplek verdeeld was. Mijn nieuwsgierigheid won het altijd van mijn paranoia. Soms was het beter, omdat ik dan dingen uit mijn hoofd kon zetten, maar vaak bracht de nieuwsgierigheid me in meer problemen dan mijn angst. Het waren familietrekjes. Mijn vader had ze ook, beide. Bij hem overwon de paranoia altijd. Het maakte hem gek. Ik slaak een klein zuchtje als ik eraan denk. Van mijn ouders heb ik al langere tijd niets meer gehoord, niet dat, dat nou zo verrassend was. Toen ik thuis woonde zag ik ze ook vaak dagenlang niet maar op dit moment is het anders. Het leek wel alsof ik smachtte naar aandacht, of in ieder geval een woord, van hen. Iets wat me een beetje de angst aanjaagde – net als alles.
    Door een vrouwelijke stem werd ik uit mijn gedachte gehaald.
    “Goedemorgen Moren, Xisca.”
    Ik knikte tevreden, maar voordat ik iets kon zeggen was Moren me voor.
    “Hallo schoonheid.”
    Door de heesheid in Morens stem schoot ik in de lach.
    “Moren,” proestte ik. “Je weet toch dat je dit meisje niet mag pesten. Straks stuurt ze je weg.”
    Ik trok een pruillipje, waarna ik mijn hoofd schudde en naar Valeria keek.
    “Goedemorgen Vrouwe Valeria, ik ben blij om u in goede gezondheid te zien,” probeerde ik zo serieus mogelijk te zeggen, maar al snel besloot ik dat beleefdheid niet in mijn bloed zat. “Ik ben wel blij dat jezelf zover hebt gekregen om mijn naam gewoon uit te spreken. Moren hier, heeft daar iets meer moeite mee.”
    Ik liet mijn ogen over de tafel glijden terwijl de naar van de inmiddels niet zo vreemde vreemdeling nog steeds door mijn hoofd spookte. Ermengard, Ermengard. Het frustreerde me dat ik echt niets met die naam kon. Even gleden mijn ogen naar Valeria. Zou zij weten wie het was? Ik grinnikte zachtjes in mezelf. Tuurlijk niet. Als Moren al onder de indruk was van die naam en Valeria haar zo makkelijk liet gaan, was het vast niet zo belangrijk voor haar.


    "The only way of finding a solution is to fight back, to move, to run, and to control that pressure."

    Esmée Fox.
    Zwijgend bekeek ze kort de man tegenover haar, die waarschijnlijk niet heel veel ouder was dan zijzelf. Hopelijk zouden roddels deze keer uitblijven, want ze was absoluut niet van plan iets met hem te beginnen. Het idee alleen al, het zou ook ontzettend respectloos zijn tegenover bijna iedereen en ze wist zeker dat ze haar dan direct naar huis zouden sturen en dat was ze zeker niet van plan. Terwijl ze heer Lunix bekeek dacht ze te zien dat hij op zijn zwaard, dat er trouwens ontzettend mooi uitzag, leunde, maar dat moest vast haar verbeelding zijn geweest. Verder zag heer Lunix er niet bijzonder uit, hij was gespierd en ook zeker niet lelijk, maar bijzonder? Nee. Hij leek haar gewoon een doodnormale, vriendelijke man.
    "Wat heeft u zoal gedaan bij heet Valenta?" vroeg hij haar en Esmée zweeg kort voordat ze antwoordde. "Wel, om eerlijk te zijn hebben we nog vrij weinig gedaan. Ik heb pas één training van hem gehad en toen moest hij plotseling weg," gaf ze eerlijk toe. In haar vertrekken had ze een boek met vechttechnieken liggen, ze had Elizabeth dat laten halen, maar had helaas nog niet de tijd gehad het door te nemen. Daar baalde ze nu ontzettend van, omdat ze had gehoopt een goede indruk op hem te kunnen maken, maar dat zou nu vast niet meer lukken. Ze vond het vreselijk om toe te geven, maar vechten? Nee.. Ze kon iemand een goede trap of een klap geven, maar echt vechten had ze nog nooit gedaan. Hopelijk zou hij haar niet vragen te laten zien wat ze kon of wist, dan zou ze meteen door de mand vallen.
    Wel was ze erg nieuwsgierig naar hoe heer Lunix was en ze was vooral nieuwsgierig naar zijn trainingen. Zou hij ook zo streng zijn? Zo zag hij er op het eerste geval in ieder geval niet uit.


    Hmm, hij is niet erg lang, maar ik kon niet erg veel :p Je mag wel even godmodden, anders kom je haast niet door die training heen. Als je wilt weten hoe zij zal reageren of hoe goed ze is in iets omdat je er niet uitkomt kan je altijd nog PB'en (:


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.


    Samuel Elias Clarckson

    "Dag Samuel," zei Eleanor.Zij was het gewoon om hem zo te noemen aangezien hij een vaste klant van hun herberg was.
    "Ik heb u al een poos niet meer gezien in de herberg van mijn vader, heeft u het druk?"vroeg ze hem dan en Samuel zuchtte even.”Het gaat de laatste tijd niet meer zo goed in de bibliotheek.”Legde Samuel hun uit ,waarna hij eens met een hand door zijn warrige haren gaat.
    Waarom? Dat wist hij zelf ook niet,sinds hij de bib had geërfd is het slechter beginnen gaan,maar nu dat zijn vader af en toe eens help,komen er wat meer mensen .Sommige mensen roddelden over hem en hadden vast iets negatiefs gezegd waardoor er minder mensen kwamen.
    “Hoe gaat het nog met u en met uw vader?”vroeg Samuel dan om van onderwerp te veranderen.
    Hij kon het goed vinden met Eleanor’s vader,hij was een aardige man.
    Doordat Samuel een hele tijd niet naar te herberg is kunnen gaan,mist hij de praatjes met de mensen daar wel.Hij ging zeker nog eens moeten gaan naar de Gouden Hippogrief.
    Zijn ogen gingen van Eleanor naar heer Jones. Die had sinds dat Samuel erbij was gekomen nog niets gezegt.
    “En hoe gaat het met u heer Jones?”vroeg hij dan om het gesprek een beetje op gang te brengen.
    Samuel kent heer Jones ook redelijk goed,hij was de arts van het dorp.Het was een zeer spontane man,maar hij stond ook wel bekend als de flirt was het dorp.
    Dat deed hem weer denken aan de roddel die hij gehoord had,was het nu een leugen of de waarheid.
    Het vragen zou onbeleefd zijn,dus dat deed hij niet ,maar hij dacht er wel over na.
    Samuel glimlachte eens naar hun en wachtte dan op een antwoord van hun.

    (sorry hij is erg kort van mij :/ )


    I caught a golden trout! But the real treusure? Friendship - ACNH

    Valeria Francesca Arryn

    Geschrokken keek Valeria op van de tafel als ze Moren's stem opving. "Hallo schoonheid." Zijn stem klonk zo hees en als ze opkeek en zijn zwoele blik opving kreeg ze het idee dat als ze dan iets aan het drinken geweest was, ze zich grandioos verslikt zou hebben. Gelukkig kozen de bediendes net dat moment uit om uit de keuken te voorschijn te komen met eten. Dankbaar nam ze het broodje de beker vruchtensap aan. Xisca schoot in de lach. “Moren, Je weet toch dat je dit meisje niet mag pesten. Straks stuurt ze je weg.” Valeria begon nu ook te lachen, al klonk het niet zo overtuigd als ze bedoeld had. "Ik stuur hem heus niet weg, als ik hem al ergens heen stuur, is het naar een badkamer." Geschrokken sloeg ze haar beide handen voor haar mond. "Sorry, het, ik," Lichtelijk stotterend keek ze hem aan terwijl het bloed naar haar wangen steeg. "het was niet mijn bedoeling om zo gemeen te zijn." Om zichzelf van een houding te voorzien nipte ze even van haar beker en scheurde een klein stukje brood af om in haar mond te steken. Ze mocht de man dan wel verafschuwen en er als de dood voor zijn; stiekem vond ze hem best grappig. Hij zorgde voor een beetje leven hier en dat was iets wat dit huis zeker kon gebruiken.

    “Goedemorgen Vrouwe Valeria, ik ben blij om u in goede gezondheid te zien, Ik ben wel blij dat jezelf zover hebt gekregen om mijn naam gewoon uit te spreken. Moren hier, heeft daar iets meer moeite mee.” Bedachtzaam at Valeria eerst haar mond leeg voor ze antwoord gaf. Misschien was het wel tijd om over haarzelf heen te komen. Tenslotte was Xisca evenwaardig als zij en het mocht dan al verkeerd aanvoelen om haar als Xisca aan te spreken. Het voelde nog verkeerder om haar als Xisca aan te spreken terwijl zij nog steeds Vrouwe Valeria zei. Eigenlijk hield ze ook niet echt van die aanspreektitel, ze voelde zich er zo verschrikkelijk oud door. Daarom dat ze Lucy altijd vroeg haar aan te spreken met 'Miss'. Niet goed wetend hoe ze dit moest zeggen, nam ze nog een slok voor ze haar mond opendeed. "Ik zou het appreciëren als je me gewoon met Valeria aanspreekt." Valeria wist niet hoe ze deze verandering in denken moest uitleggen zonder Xisca op zijn minst twee keer te beledigen dus hield ze gewoon haar mond verder.


    Arg, dat 'onnozele en oppervlakkige geit' gedoe gaat me echt niet zo goed af --'


    Soms ben ik het sterkste wijf ter wereld en soms ben ik een kwartelei.

    Even voor de beginpost:
    -sioux = Aotearoa
    -Dante is 26 geen 23
    -Dante's lijstje staat in topic 1, pagina 8

    [Mijn topics]


    But I still have this faith in the truth of my dreams.

    Moren Bervag

    Naast me schoot vrouwe Xisca uitgelaten in de lach. ‘Moren. Je weet toch dat je dit meisje niet mag pesten. Straks stuurt ze je weg.’
    ‘Jij hebt geen recht om dat te zeggen, prinsesje,’ grijnsde ik met een spottende nadruk op het laatste woord. ‘Ik benader haar als een ware hoogheid. Ik geloof dat u dat niet doet.’
    Vrouwe Valeria trok tot mijn verbazing haar mond open. ‘Ik stuur hem heus niet weg, als ik hem al ergens heen stuur, is het naar een badkamer,’ zei ze resoluut. Het was zichtbaar te zien dat ze geschrokken was van haar eigen uitspraak. Beschaamd verhulde ze haar lippen achter haar handen. Na wat onbegrijpelijk gestamel, vertelde ze me dat het niet haar bedoeling was geweest om gemeen over te komen.
    Hoewel ik soms behoorlijk verassend uit de hoek kwam, had ze mijn reactie op haar opmerking van een mijlenverre afstand aan kunnen zien komen. ‘Ik kan het u vergeven, mits u meegaat naar die badkamer.’
    Xisca sprak vrouwe Valeria aan om haar duidelijk te maken dat ze het prettig vond dat ze haar zonder poespas had begroet. Natuurlijk moest ze nog eens herhalen dat dat mij minder goed afging.
    ‘Ik zou het appreciëren als je me gewoon met Valeria aanspreekt,’ was het antwoord van vrouwe Valeria antwoord. Daarna zweeg ze en aan haar houding te zien, was ze niet volledig op haar gemak.
    Onder de indruk van de onverwachte gesprekswending stootte ik vrouwe Xisca aan met mijn elleboog. Misschien net iets te hard, maar ik was ervan overtuigd dat ze daar wel tegen kon. ‘Hoor je dat? We mogen haar Valeria noemen. Dadelijk word ze nog losbandig.’
    Mijn aandacht werd getrokken door het eten dat werd opgediend. Er werden mandjes met glanzende appels, lichtgroene druiven en vers gebakken brood op tafel gezet. Daarnaast kwamen kannen te staan waar hoogstwaarschijnlijk sap in schuilging die zojuist was geperst. Hetgeen dat op dat moment voor mijn neus stond, moest wellicht beter smaken dat het muffe stuk brood dat ik had verorberd.
    Mijn maag rammelde nog steeds. Gretig nam ik een appel in mijn hand om er een grote hap van te nemen. Het stuk fruit had een frisse smaak die tussen zoet en zuur inzat. Toen ik nogmaals mijn tanden erin zette, voelde ik het sap over mijn vingers druipen. Ik liet het gebeuren zonder me er om te bekommeren, totdat ik een blik wierp op mijn handen.
    ‘Wel, verdomme,’ mompelde ik.
    De ring die ik normaalgesproken aan mijn linkerhand droeg, was verdwenen. Ik had het sieraad ooit gekregen van mijn vader. Het was een onaardige, nukkige man geweest die me regelmatig afranselde als ik stomme streken had uitgehaald, dus als het ging om de sentimentele waarde kon ik het wel missen. Hetgeen dat me woedend maakte, was het idee dat iemand zonder vrees of blaam een eigendom van me had ontnomen. Het kon natuurlijk ook zo zijn dat ik de ring gewoon was verloren, maar dat leek me sterk. Ik droeg het accessoire al jaren bij me en was het nog nooit kwijt geraakt.
    Met de appel nog in mijn hand, wierp ik een schichtige blik op de vrouw die beweerde de naam Ermengard met zich mee te dragen.
    ‘Zij,’ gromde ik. ‘Zij heeft het gedaan.’


    If you wanna fly, you got to give up the shit that weighs you down.

    [Ik reageer morgen pas weer want ik ga zo naar een vriendin toe. Sorry.]


    "The only way of finding a solution is to fight back, to move, to run, and to control that pressure."