Tijdens de REM slaap
Aan het einde van een slaapcyclus verkeren onze hersenen in een licht slaapstadium: stadium één of twee. Op een gegeven moment beginnen er bepaalde hersencellen in een gedeelte van de hersenstam zeer actief te worden (dat gebied heet de Pons). De hersenstam zit boven in de nek en is evolutionair gezien een van de oudste hersengebieden.
Op dat moment krijgen de cholinen ineens de overhand op de aminen: het REM stadium start. Dit zorgt voor een heel andere manier van informatieverwerking, die kenmerkend is voor dromen. In plaats van de actieve, op de buitenwereld gerichte informatieverwerking die we overdag hebben (zoals bijvoorbeeld bij het kopen van een tijdschrift), sluiten onze hersenen zich juist af van de buitenwereld. Ze richten zich niet meer op externe beelden (het tijdschrift in de boekhandel) of externe geluiden (de stem van de verkoper die de prijs noemt) of andere externe sensaties (bijvoorbeeld het geld dat je in je handen voelt) maar op interne beelden, geluiden en andere sensaties.Hersenen
Dankzij die cholinen zitten onze hersenen tijdens REM slaap in een zogenaamd gesloten systeem: de hersenen verwerken alleen nog maar informatie die door onze eigen hersenen wordt gemaakt. Daardoor zien we in een droom een omgeving die er niet is en zien en horen we ook echt andere personen die er niet zijn. Dit is allemaal informatie die uit onze eigen hersenen komt. De buitenwereld heeft er niets mee te maken, want als we dromen liggen we in bed te slapen. Tijdens REM slaap zijn onze hersenen volledig in zichzelf gekeerd.
Met andere woorden: De duur van je hersenactiviteit is net zo lang als de periode van de REM slaap zelf.
Til hug og blod.