• Zou iemand dit voor mij kunnen openen, mij lukt het namelijk niet.
    Zeg het eventjes als je moet inloggen, dan geef ik mijn ww enzo even via pb.
    Je moet naar ELO, dan naar Studiewijzer. Vanuit daar kies je het kopje Science, en open je bij thema Bewegen het politierapport, Opdrachten bij het politierapport, en begrippenlijst 1 & 2.

    Magister.


    It is better to reign in hell than to serve in heaven.

    Illuminati schreef:
    Nog meer nodig?
    Btw, jij hebt bijna dezelfde achternaam als ik x'D

    Hahah, lol. :W
    Die begrippen zouden ook heel lief zijn, maar die zijn minder hard nodig. :"D


    It is better to reign in hell than to serve in heaven.

    Pariah schreef:
    (...)
    Hahah, lol. :W
    Die begrippen zouden ook heel lief zijn, maar die zijn minder hard nodig. :"D

    Die begrippen zijn echt -kijkt- 7 pagina's x'D


    Aye, brother! 4 8 15 16 23 42

    Illuminati schreef:
    (...)
    Die begrippen zijn echt -kijkt- 7 pagina's x'D

    Oh-my-gosh.
    *dies*
    I'll never finish this assignment on time.
    That's it, ik ga naar een andere school. x3


    It is better to reign in hell than to serve in heaven.

    Pariah schreef:
    (...)
    Oh-my-gosh.
    *dies*
    I'll never finish this assignment on time.
    That's it, ik ga naar een andere school. x3

    Kijk zelf maar:

    Thema klas 3: veiligheid en beweging

    Algemene begrippen
    Grootheid: dat wat je meet; deze wordt met een letter (=symbool) aangegeven
    Eenheid: de maat waarmee je meet; deze staat meestal tussen haakjes achter de grootheid

    Delta: Δ = verschil = verandering = eindtoestand - begintoestand

    Standaard grootheden

    lengte l (meter: m)
    x = plaats (m) x(t) = xt = plaats op tijdstip t
    Δx = verplaatsing = plaats(2) - plaats(1) = x2 - x1
    s = afgelegde weg = verplaatsing

    massa m (kilogram: kg)
    = hoeveelheid materie = traagheid = het verzet tegen snelheidsverandering
    Elke massa verzet zich tegen snelheidsverandering; heeft dus traagheid.

    tijd t (seconde: s)
    1 h = 3600 s

    Afgeleide grootheden

    snelheid v (m/s) (velocitas)

    versnelling a (m/s2) (acceleratie)
    valversnelling g (m/s2); in Tilburg: g ≈ 9,8 m/s2


    Kracht: symbool F (eenheid: Newton, N) (force)
    De voetballer die tegen een bal trapt, laat een kracht op de bal werken.
    Een kracht heeft altijd:
    - een aangrijpingspunt, dat is de plek waar de voet de bal raakt;
    - een richting, dat is de richting die de bal krijgt;
    - een grootte, dat is hoe hard de voetballer schopt.
    Je kunt een kracht niet zien. Maar het resultaat van de kracht zie je wel: De bal deukt in en vliegt weg.

    Werking van een kracht
    Een voorwerp kan door een (of meerdere) kracht(en):
    1. van vorm veranderen -1a. elastische vervorming; de vorm kan ‘terugveren’
    - 1b. plastische vervorming; de vervorming is blijvend
    2. van snelheid veranderen - 2a.de grootte kan veranderen: versnellen, vertragen
    - 2b. de richting kan veranderen


    Verschillende soorten krachten hebben verschillende namen:
    - Een gewichtheffer oefent spierkracht uit op zijn gewichten
    - Je kunt op een trampoline heel hoog springen door zijn veerkracht
    - Een magneet trekt ijzeren voorwerpen aan door zijn magnetische kracht
    - Alles wat je omhoog gooit, komt uiteindelijk toch weer naar beneden door de zwaartekracht (aantrekkingskracht van de aarde)
    - andere krachten: remkracht, trekkracht, spankracht, stuwkracht, windkracht, wrijvingskracht, etc










    Soorten kracht
    Wie/wat/wanneer ?
    symbool
    Zwaartekracht
    (=gewicht) Aantrekkingskracht van de aarde op een massa FZ
    Wrijvingskracht afhankelijk van de situatie:
    - rolwrijving
    - schuifwrijving
    - luchtwrijving ……….. FW
    Veerkracht Elastisch materiaal dat trekt of duwt FV
    Spankracht Niet-elastisch materiaal dat trekt, bv touw FSpan
    Normaalkracht Niet-elastisch materiaal dat duwt, bv vloer FN
    Spierkracht FSpier

    Krachten tekenen

    Je kunt een kracht niet zien. Er is wel een manier bedacht om een kracht te tekenen. We tekenen dan een pijl die een aangrijpingspunt heeft, een richting en een grootte.
    Het punt waar de pijl begint is het aangrijpingspunt.
    De richting waar de pijl naar wijst is dezelfde als de richting van de kracht.
    De lengte van de pijl geeft aan hoe groot de kracht is. Hoe langer de pijl, hoe groter de kracht.
    Naast de pijl zet je een F. Dit is de afkorting die in de Natuurkunde voor kracht wordt gebruikt en komt van het Engelse woord force.








    Krachten meten

    Je kunt een kracht ook meten. Dit doe je met een veerunster. Hoe groter de kracht op de veer, hoe verder hij uitrekt. Er zijn ook digitale unsters.
    De eenheid van kracht is Newton (N).

    << Een digitale unster








    Enkele veerunsters >>





    Rekenen met krachten:
    massa, zwaartekracht en gewicht

    Parachutespringers vallen naar beneden, omdat zij worden aangetrokken door de aarde. De kracht die op hen werkt, noemen we zwaartekracht. Op elke plaats is de zwaartekracht naar het middelpunt van de aarde gericht.

    Hoe groot de zwaartekracht is die op een voorwerp werkt, is afhankelijk van de massa.
    Je kunt de zwaartekracht die op een voorwerp werkt eenvoudig meten door dit voorwerp aan een (veer)unster te hangen.

    Vaak worden de begrippen massa en gewicht door elkaar gehaald.

    Het gewicht van een voorwerp is de kracht die dat voorwerp op zijn ondersteuning of ophanging uitoefent. Gewicht is een kracht en wordt dus ook uitgedrukt in de eenheid Newton. In het dagelijks leven wordt het gewicht vaak uitgedrukt in kilogram, maar dit is de eenheid van massa (=traagheid).

    Als je een etui aan een veerunster hangt, oefent dit etui een kracht uit op de unster. Dit noem je het gewicht van het etui. Dit gewicht is even groot als de zwaartekracht die op die etui werkt.

    Op aarde is de zwaartekracht op een voorwerp groter dan op de maan.
    Je kunt uitrekenen wat de zwaartekracht is die werkt op een voorwerp. Hiervoor gebruiken we de volgende formule:
    Fz = m • g met Fz = zwaartekracht eenheid: Newton (N)
    m = massa van het voorwerp, eenheid: kilogram (kg)
    g = de valversnelling, eenheid: meter per seconde kwadraat (m/s2)

    De valversnelling geeft aan hoe sterk je snelheid toeneemt wanneer je valt.
    g heeft in Nederland de waarde 9,81 (m/s2)
    De formule voor de zwaartekracht in Nederland zou dus zijn: Fz = m • 9,81.

    We ronden de valversnelling g dat meestal af op 10 (m/s2):
    Dit betekent dus dat een voorwerp van 1 kg door de aarde wordt aangetrokken met een (zwaarte-)kracht van ongeveer 10 (Newton, N) : Fz = m • 10 (N)

    De valversnelling g verschilt per planeet en ook per plaats op aarde. Het is een gemiddelde waarde. Aan de evenaar is deze iets kleiner dan 9,81; op de polen is g iets groter. Dit ligt o.a. aan de afstand van het aardoppervlak tot het centrum van de aarde.

    Op de maan is de valversnelling g = 1,63 m/s2.
    De formule voor de zwaartekracht op de maan zou dus zijn: Fz = m • 1,63. Ten opzichte van de aarde is alles op de maan dus 6 keer lichter (de massa blijft even groot); op de maan

    Rekenen met krachten: meer krachten tegelijk

    Als je een partijtje touwtrekken doet, werken er op dat touw meerdere krachten. Hoe weet je nou welk team er uiteindelijk de sterkste is? Hiervoor moet je de nettokracht, Fnetto uitrekenen.
    Peter trekt met een kracht van 600 N. Anja met en kracht van 750 N. De totale kracht naar links is dan 600 N +750 N = 1350 N.
    Jan trekt met een kracht van 740 N en Sonja met een kracht van 450 N. De totale kracht die naar rechts werkt is dan 740 N + 450 N = 1190 N.

    De totale kracht naar links is groter dan die naar rechts.
    De nettokracht is dan: Fnetto = 1350 N – 1190 N = 160 N naar links.

    Verschillende krachten kunnen elkaar dus versterken (krachten optellen) of tegenwerken (krachten van elkaar aftrekken).
    De totale kracht, de netto-kracht, wordt ook wel de somkracht of de resultante van de krachten genoemd (de resultante of resulterende kracht FR).

    Als de krachten niet dezelfde richting hebben gebruik je de parallellogram-methode; FR is de diagonaal van het parallellogram.




    Snelheid, versnelling, vertraging

    gemiddelde snelheid = totale afstand / totale tijd

    in formule: (km/h) of (m/s)

    hieruit volgt:

    afstand = gemiddelde snelheid . tijd

    in formule:





    eenparige beweging: de snelheid = constant


    eenparig verSNELde beweging: de versnelling = constant

    De versnelling (acceleratie, a) = geeft aan hoe sterk de snelheid verandert
    = de verandering van de snelheid / tijd
    eenheid: (m/s) / (s) = (m/s2)

    Bij een constante versnelling neemt de snelheid constant toe
    Bij een constante vertraging neemt de snelheid constant af (a = negatief)




    Berekening van gemiddelde snelheid:

    De 3 wetten van Newton

    1. Wet van de traagheid
    Als de netto-kracht op een voorwerp nul is, verandert de snelheid van het voorwerp niet (statische werking); dit kan als de verschillende krachten elkaar opheffen, of wanneer er geen krachten op het voorwerp werken
    Het voorwerp is dan in rust of beweegt zich rechtlijnig met constante snelheid voort.

    2. Kracht verandert de beweging
    Als de netto-kracht op een voorwerp niet nul is, verandert de snelheid van het voorwerp wel (dynamische werking); dit kan als de verschillende krachten elkaar niet opheffen, of wanneer er maar 1 kracht op het voorwerp werkt

    De snelheidsverandering is groot als de netto-kracht groot is en/of de massa van het voorwerp klein is.

    In formule (hieruit volgt dat 1N = 1 kg.m/s2 )

    Voor een bepaalde snelheidsverandering van een voorwerp heb je dus een kracht nodig.
    Hoe groter de massa van dit voorwerp is, des te groter is de kracht die je nodig hebt voor de snelheidsverandering.

    3. actie = - reactie
    Als een voorwerp A een kracht uitoefent op een voorwerp B (actie), dat oefent tegelijkertijd voorwerp B een even grote, tegengestelde kracht uit op voorwerp A (reactie).

    In formule: FACTIE = - FREACTIE

    FAopB = - FBopA

    toepassing van 2de Wet: mB.aB = - mA.aA

    Bij een botsing zal de kleinste massa dus de grootste snelheidsverandering krijgen !

    Voor de begrippen: remweg, reactietijd, stopafstand

    Ga naar: www.inhetonderwijs.com/showcontent/
    Je komt nu op een site met veel leermateriaal

    Kies in de linkerkolom N&T
    Scroll in de tweede kolom naar NASK en nog iets verder naar Krachten en Momenten
    Kies uit de meest rechtse kolom: remmen
    - oriëntatie: bekijk het filmpje van de crashtest (klik op crashtest)
    - leerdoelen: lijkt me duidelijk
    - leeractiviteiten
    - krachten en beweging: download de powerpoint, vul de meervoudige selectie in
    - stopafstand en begrippen: neem de definities over
    - test jezelf: doen !
    - beoordeling reactietijd en beoordeling remweg: facultatief


    Aye, brother! 4 8 15 16 23 42

    @Illuminati, Heel erg bedankt. Dit was alles wat ik nodig had. :W

    Wat is jouw achternaam dan?


    It is better to reign in hell than to serve in heaven.

    Okee geen probleem :3

    Mijn achternaam is Kort :3


    Aye, brother! 4 8 15 16 23 42

    Hahah, je mist 'de' en dan hebben we dezelfde. :W

    5000 POSTS! Party at my place. :W

    [ bericht aangepast op 18 nov 2011 - 14:18 ]


    It is better to reign in hell than to serve in heaven.

    En naast Irene Moors is er zeker niemand die mijn achternaam deelt? :W


    Let it come and let it be