• Het gaat over piraten ja, maar zelfs als je er bijna niks van weet kan je gewoon meedoen. Probeer het gewoon eens, ikzelf weet ook niks over die periodes, enkel dingen die ik toevallig heb gezien in POTC. (; En niemand zal je kwaad aankijken als je een klein foutje maakt door je personage bijv. een mobiel te laten pakken.
    Inspringen kan/mag altijd! We verzinnen er wel wat, geven je korte samenvatting en helpen je natuurlijk ook met in de RPG komen (;


    Lang geleden was er een kapitein, zo barbaars en zo harteloos, dat zelfs de stoerste mannen hem uit de weg gingen. Kapitein Olivier Dalton, hij had zijn eigen schip, de Medusa, en zijn eigen bemanning die hij als grof vuil behandelde, maar ze bleven, bang voor wat er zou gebeuren als ze vertrokken. Ze kregen bijna niks en als ze niet luisterden konden ze beter maken dat ze wegkwamen, want Olivier stond bekend om zijn gruwelijke straffen. Zweepslagen, kielhalen, laten vechten om leven en dood tegen een ander bemanningslid voor zijn vermaak, ze voor schut zetten door ze op te dragen vrouwenkleren aan te trekken en dergelijke. Cameron Sand, kapitein van de Posideon's Mermaid kon hem niet uitstaan, was ziedend van jaloezie en ze werden rivalen. Nooit gingen ze elkaar uit de weg, gingen juist altijd de strijd met elkaar aan, toch won er nooit iemand. Op een dag veranderde alles, Olivier zag wat hij aanrichtte met zijn harteloosheid. Huilende vrouwen die hun kleine kinderen probeerde te sussen, de stoerste mannen die hem smeekte om genade. Van de een op de andere dag zag hij het in, het achtervolgde hem in zijn slaap, maar hij dacht dat het wel weg zou gaan, het schuldgevoel. Het nare gevoel bleef, de nachtmerries gingen niet weg dus nam hij een noodzakelijk besluit. Hij stuurde zijn bemanning weg, vastberaden een nieuwe start te maken, hij liet zijn aartsrivaal achter. Er was één ding dat hij niet achter liet, hetgeen wat wel tegen zijn barbaarsheid kon en hem niet zou laten vallen, zijn schip de Medusa. Hij zocht een nieuwe bemanning en was milder dan ooit te voren, misschien zelfs té soft.

    Hij ontdekte dat een van zijn bemanningsleden geen man was, maar een vrouw. Hij liet haar blijven. Niet veel later werd hij verliefd op haar, maar het was niet wederzijds, toch bleef hij vriendelijk. De vrouw van zijn dromen werd verliefd op een ander, liet hem in de kou staan en vanaf dat moment kwamen zijn slechte kanten weer omhoog. Hij werd jaloers en verbande de man waar ze verliefd op was van het schip en het deed hem niks toen hij zag hoe stuk zij daar van was. Later kwam de man, door wat je een wonder kan noemen, toch weer aan boord. Olivier liet hem deze keer toch blijven, maar hij was niet meer zo aardig als hij geweest was. Zelfs tegen de vrouw waar hij verliefd op was geweest deed hij vreselijk, hij was weer net zoals vroeger. Snauwde zijn bemanning af, was weer een echte piraat en kende geen genade meer.

    Nu, met zijn nieuwe bemanning en weer zijn oude karakter terug, is hij op zoek naar een schat. Hij weet niet precies wat het is of hoe het eruit ziet, maar het blijkt geweldig te zijn en te liggen op een onbewoond, geheimzinnig eiland midden in de oceaan. Hij is vastberaden de schat te vinden, zijn aartsrivaal Cameron Sand voor te zijn. Toch zijn er kleine dingen die hij over het hoofd ziet.
    Hij gaat er namelijk niet vanuit dat er toch een volk blijkt te wonen op het eiland, verwacht niet dat er een verrader in zijn bemanning zit en dat zijn aartsrivaal het juiste moment om toe te slaan afwacht.


    De verhaallijn in het kort.
    Het gaat over de bemanningsleden en kapitein van de Medusa die op zoek zijn naar een schat. Eén van de bemanningsleden is een verrader (Tristan Wright) in dienst van aartsrivaal Cameron Sand, hij houdt zijn opdrachtgever op de hoogte met een postduif, stuurt hem berichten over de koers en informatie over wat er gaande is op de Medusa. Als ze eenmaal op het eiland aankomen, waarvan ze dachten dat het onbewoond zou zijn, blijkt hun een verrassing te wachten. Er woont een vreemd volk dat hun niet vertrouwd, de bemanningsleden moeten hun vertrouwen zien te winnen, maar hoe gaan ze dat doen als blijkt dat Cameron Sand, samen met zijn bemanning, al eerder op het eiland is aangekomen en het vreemde volk al helemaal voor zich gewonnen heeft?

    Lijstje
    Volledige naam:
    Leeftijd:
    Uiterlijk:
    Innerlijk:
    Rol+rang: (Bemanning Medusa, kok. Avaloniër, krijger etc.)
    Extra:
    (Je mag er zelf dingen bij verzinnen zoals verleden enzo)

    Persones (Als je vragen hebt hierover, stel ze dan gerust)
    Kapitein Medusa: Vluuv – Olivir Dalton .. – 24
    Kapitein Poseindon's Mermaid: SuperCookie - Cameron Sand - 24
    Stamhoofd Aveloniërs: MustacheMe - Vérum Chestïo - 24
    Verrader: Sid – Tristan Wright – 22

    Bemanning Medusa:
    Endure – Abby (Abigail Rosaline Valence) – 19
    Sid - Natambu Mmba - 25
    MustacheMe - Ticimo Carabét - 26
    MoonyLove - William Davis - 18
    C18 - Ace Franklin Johnson -24

    Bemanning Poseindon's Mermaid:
    Sid - Leopold Smiths - 24
    Vluuv - Bee - 19
    SuperCookie - Luce Damians - 20

    Het volk, de Aveloniërs:
    Endure -: Ayiana Kateri Chestio - 21
    MustacheMe - Phani Cinta Carabét - 11
    MoonyLove - Katy Griffin - 14

    'Regels'
    Ik wil niet echt regels opgeven, maar heb liever wel dat jullie je hieraan houden of het onthouden.

    - Doe alsjeblieft je best om een redelijk stukje neer te zetten, dus niet 1 regel en dan denken ‘klaar’. Mocht je geen inspiratie hebben voor langer stuk, meld het dan gewoon. En nee, je hoeft niet 800 woorden te schrijven, zelf niet als anderen dat wel doen, maar 5 regels moeten je vast wel lukken.
    - Wil je je personage kwijt of stoppen? Zeg het dan, dan brengen we je personage even om het leven :P
    - De meesten vinden het niet prettig als je beslist wat hun personages doen, dus vraag het voor de zekerheid of ze het erg vinden of niet.
    - Je hoeft echt niet elke dag meteen te reageren op elke post, maar wacht alsjeblieft niet een week met posten. Ga je weg? Meld het dan en stuur je personage even op pad, laat hem/haar bijvoorbeeld verdwalen in de rimboe.
    - Houd je alsjeblieft aan de verhaallijn en als je een ‘speciaal’ personage wilt, vraag het dan even, ik sta open voor interessante personages die het verhaal leuker maken.
    - Don’t be scared. Stuur je personage gewoon op anderen af, bekijk desnoods de RPG Handleiding site voor tips. Weet je nog steeds niks? PB mij of een ander dan om te vragen waar zijn personage is en of die naar jouw personage kan gaan.
    - Verhaal kwijt? Stop dan niet zomaar zonder wat te melden, maar vraag waar de rest is of om een kleine samenvatting.
    - Er zijn een hoop personages nodig, maak er gerust meer en je kan ook voor niet bestaande personages schrijven natuurlijk! En kijk ook een beetje welke 'groep' nog weinig personages heeft en dergelijke!

    Nogmaals; Niet echt regels, maar meer dingen om jullie aan te herinneren [;

    [ bericht aangepast op 16 nov 2011 - 20:18 ]


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Sid schreef:
    Damn, nu ben ik nieuwsgierig naar wat je had geschreven zeg (:

    Ik ook :'D

    Vluuv schreef:
    (...)
    Ik ook :'D


    Ik stiekem ook :3


    Don't forget to b.r.e.a.t.h.e

    MoonyLove schreef:
    Ahw, sorry, maar ik wist écht helemaal niks om te schrijven :3
    Wat doe je als eiland-bewoonster de hele dag? ._.'


    Praten met de andere bewoners, jagen, roddelen, koken, zwemmen, op pad in het bos etc. etc.


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Endure schreef:
    (...)

    Praten met de andere bewoners, jagen, roddelen, koken, zwemmen, op pad in het bos etc. etc.


    De piraten bespieden en uitlachen ;p


    Home is now behind you. The world is ahead!

    -

    [ bericht aangepast op 5 nov 2011 - 20:40 ]


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    wait, voglens mij klopt mijn post niet..


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Bee - Bemanning Poseidon's Mermaid
    Op een drafje volg ik de rest van de groep. Ik merk dat ik zenuwachtig ben voor onze opdracht: Ik heb wel tegen mensen gevochten, maar dieren heb ik überhaupt nog bijna nooit gezien, laat staan gevangen. Bovendien heb ik slechts een zwaard dat toe is aan een slijp-beurt, waardoor het nog moeilijker zal zijn het dier te doden als ik het eenmaal heb gevangen. Ik luister naar de instructies van de inboorlinge en loop verder tussen de struiken door. Ik probeer me laag en klein te houden, zodat ik niet opval, maar de dieren horen en ruiken met toch en schieten alle kanten op als ik er aan kom. Verdraaid. Ontmoedigd besluit ik te wachten, en te hopen dat er uiteindelijk een dier terug zal komen. Ik laat me zakken en ga op de dampende, vochtige aarde zitten. Het is warm op dit eiland, en ik merk tot mijn afschuw dat ik meer zweet dan normaal. Bah. Het duurt lang voordat er weer dieren komen, en bij elke poging die ik doe ontsnappen ze weer. Mijn armen en benen zitten intussen onder de schrammen, en ik heb het gevoel dat er over mijn hele lichaam een laagje modder loopt. Terwijl ik een doorn van een of andere cactusachtige plant uit mijn vinger peuter besluit ik dat het tijd is om op te geven. Dan hoor ik ineens geritsel naast me en ik spits mijn oren. Er loopt daar iets. Een beest, waarschijnlijk. Ik vernauw mijn ogen en breng mijn hand naar mijn zwaard. Nog één poging dan. Een moment overweeg ik om het aan te pakken zoals ik dat eerder deed: Rustig afwachten tot het dier dichtbij is en dan voorzichtig het dier benaderen en proberen te vangen. Maar omdat dat tot nu toe telkens uit kwam op een ramp besluit ik het deze keer anders aan te pakken. Ik stort me er meteen op, zonder medelijden. Ik maak me klaar om overeind te springen en als ik het dier hoor naderen spring ik uit de bosjes en duw het omver. Triomfantelijk merk ik dat ik het neer heb weten te krijgen en terwijl ik het een mep geef om het te versuffen en al naar mijn zwaard reik zie ik ineens dat ik geen dier omver heb geduwd. Het is een mens, die nu vol met zijn gezicht in de modderige bodem ligt. Mijn mond valt een stukje open en geschrokken sta ik op. Dit is niet zomaar een mens. Dit is Leopold, en zodra hij op staat en ziet dat ik het was, ben ik er geweest. Vertwijfeld besluit ik me uit de voeten te maken, maar hij komt al overeind en ik besef me dat dat alleen maar uitstel van executie zal zijn. Ik krimp ineen als ik me besef hoe groot hij is vergeleken bij mij, en ik slik, te bang om me zelfs maar te verontschuldigen.

    Captain Oliver Dalton - Captain Medusa
    "Nog maar één nacht, Kapitein. We liggen goed op schema en de wind staat gunstig." deelt de stuurman mee, en ik knik. "Mooi." zeg ik dan kortaf, en ik loop naar beneden, richting de kombuis. De laatste keer dat ik wat at is minstens 24 uur geleden, en al kan ik er wel tegen, een gevulde maag voelt toch beter dan een lege. Op rum kan een mens nu eenmaal niet leven. Ik stap de kleine kombuis in en de kok kijkt verbaasd op. Hij lijkt te schrikken als hij ziet dat ik het ben. In een poging hem ietwat gerust te stellen zet ik een grimas op die moet lijken op een glimlach. "Wat is er nog te eten?" Ik merk hoe schor mijn stem klinkt, iets wat ik eerder niet heb gemerkt omdat ik nauwelijks iets zei, en ik schraap mijn keel. De kok haalt zijn schouders op. "Ach, tja. We hebben nog scheepsbeschuit, mocht het u interesseren. Als de maden er ten minste nog wat van overgelaten hebben." Ik trek mijn neus op en stap de keuken wat verder binnen. "Hm. Laat maar zitten, in dat geval." Ik til het deksel van een van de pannen op en tuur naar de grijze brij die er in zit. "En dit?" Ik zie vanuit mijn ooghoeken dat de kok zijn schouders ophaalt. "Pap. Het zou nog goed moeten zijn. Wilt u wat?" Ik knik en hij reikt me een houten kom aan. Met de lepel die nog in de pan zit schep ik wat in de kom en besluit het in mijn eigen hut op te eten. "Ik kom zo de kom wel terugbrengen." zeg ik terwijl ik de kombuis al weer uit loop. Het is maar goed dat we snel aan zullen komen. Deze troep zal me niet veel langer op de been houden dan rum.

    Ho, ik weet niet of mijn post nu nog wel klopt :'D
    Nouja, ik lees het wel even door en zo nodig pas ik wat aan ^^

    als ze wat gevangen heeft verplaats ik mijn post gewoon 1 naar benden voor je en pas 'm aan


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Ze heeft Leopold besprongen :'] Het zou wel fijn zijn als je dat zou willen doen want ik vond het wel een grappig situatie :x
    Maar ik moet nu even weg, ben zo terug ^^

    Het zou leuk zijn als er meer mensen meededen :< Als jullie nog mensen kennen die hetg misschien interessant vinden, willen jullie 't dan vragen? (:
    Dan wordt 't wat levendiger en gezelliger hier.

    Aiyana Kateri Chestio ~ Zusje stamhoofd, jager.
    Ze moest haar best doen niet in lachen uit te barsten, de mannen waren geweldig lomp. Sommige kregen het voor elkaar languit in de modder te vallen, sommige vielen in het water en andere.. Naja, daar kon ze beter haar mond over houden. Zelfs de man die zich als Leopold had voorgesteld leek zijn best te doen en Aiyana vond het vrij amusant. Toen ze zag dat hij terug ging lette ze eerst nog een poosje op de rest, maar toen ze het welletjes vond besloot ze ook terug te keren. Via de bomen zocht ze haar weg terug en landde daar zachtjes op de grond. Op een afstandje zag ze Leopold staan en zo te zien was hij druk bezig met zichzelf schoon kloppen. Voorzichtig sloop ze naar hem toe, tot ze vlak achter hem stond. "Schattig, mag niemand soms weten dat je toch je best gedaan hebt? Of schaam je je gewoon dat je met zoveel moeite maar zo'n zielige vangst hebt?" fluisterde ze plagerig in zijn oor en grijnsde geamuseerd. Ze ging deze keer voor 'm staan en keek 'm met fonkelende ogen aan. "Of wou je soms indruk maken, hmm?" voegde ze er plagerig aan toe met een knipoog. Plots hoorde ze geritsel in de struiken en voor ze het wist besprong de vrouw Leopold. Aiyana kon het niet helpen en schoot in de lach, toen ze uitgelachen was keek ze grijnzend naar de twee op de grond. "Ik weet dat hij er vreemd uitziet, maar hij komt nog altijd niet in de buurt van een beest hoor," zei ze tegen de vrouw en glimlachte kort. Ze mocht haar wel, ze was gewoon meegegaan met de jacht, niet veel vrouwen deden dat. Plots hoorde opnieuw geritsel, maar deze gevolgd door veel luide stemmen, zo te horen hadden ze besloten dat het genoeg was. Ze richtte zich op de rest van de mannen en haar wenkbrauwen schoten verbaasd omhoog. "Geen vangst?" vroeg ze.
    "Die klote beesten gingen allemaal op de vlucht," snauwde een jongeman alsof dat heel gek was en Aiyana schudde vol ongeloof haar hoofd. "En dat noemt zich een stelletje mannen.. Jullie hebben gee-" ze werd ruw onderbroken door een man die er nogal kwaad uit zag.
    "Ga dan zelf op die klote beesten jagen! Laat maar eens zien of jij het dan zo goed ka-" hij zweeg abrupt toen Aiyana haar pijl en boog had gepakt en een pijl flak langs zijn hoofd schoot. Ze was een ervaren boogschutter en was er dan ook trots op. Met gemak had ze een luiaard uit de boom geschoten en ze liep erheen. "Ik heb in die paar seconden meer gevangen dan jullie allemaal bij elkaar in die lange tijd," zei ze en keek de mannen zelfvoldaan aan. "Dus een beetje respect is wel op zijn plaats, nietwaar?" voegde ze er nog aan toe met een tevreden grijns. Een ontevreden gemompel ging rond en Aiyana richtte zich op Leopold. "Wel, Leopold, vandaag heb jij als enige wat gevangen.. Al verwacht ik wel dat je de volgende keer met wat groters aan komt zetten," zei ze en knipoogde. "En de rest, jullie moeten je diep schamen.. Wel, we gaan nu terug. Als ik jullie was zou ik eens zorgen dat jullie weten hoe je een ander wapen maakt. Een speer, of pijl en boog, iets waarmee je een dier ook op afstand zou kunnen raken, want als jullie zo doorgaan zal ik jullie een ander klusje moeten geven.. Een vrouwenklusje, want misschien dat jullie wel wat planten kunnen plukken of manden kunnen weven," zei ze spottend en begon terug naar het kamp te lopen. Ze hoorde sommige mannen wel mopperen over haar, maar ze moesten het met haar doen, als ze niet tevreden waren moesten ze maar weg.


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Abby (Abigail Rosaline Valence)
    "En jij bent Abigail, toch?" Will haalde haar weer uit haar gedachten met die vraag. "Abby, zeg maar Abby," antwoordde ze. "Hoe ben je eigenlijk op dit schip bezeild geraakt?" vroeg ze na een korte stilte, puur uit interesse. Hij was nog vrij jong, misschien zocht hij net zoals haar avontuur. Was hij hier ook op diezelfde manier terechtgekomen, zoekend naar avontuur en dan op een schip stuitten. Wel, hoe dan ook, hij trof het niet. De kapitein was kil en harteloos, het was dat zij nergens anders heen kon, anders was ze graag met Tristan vertrokken. Alleen zij werd nog gezocht, Tristan had ook problemen, al wist ze nog altijd niet precies wat. Er was nog veel dat ze niet van hem wist, wie zijn ouders waren, of hij broers of zussen had, of hij ooit een relatie had gehad voor haar.. Alleen durfde ze het niet te vragen, hij leek niet graag over zichzelf te praten en ze wou geen vervelende dingen bij hem boven halen. Ze tuurde weer richting het dek en zag Tristan plots in de zeilen, ze wou hem roepen maar bedacht zich toen, misschien zou hij schrikken en eruit vallen.. het zou niet de eerste keer zijn. Pas toen hij haar op leek te merken glimlachte ze naar hem. "Hé schone slaapster!" riep ze met een plagerig grijnsje.


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Oke bedankt ^_^

    Katy ~ Avaloniër
    Op blote voeten kom ik de hut binnen. Een van mijn zusjes zit op de grond en speelt met een uit hout gesneden paardje. 'Kijk Kate, hij galopt!' Ze laat het paardje heen en weer rennen over de aangestampte aarde. 'Heel mooi Shanna.' zeg ik zachtjes en geef haar een kusje op haar kruin. Ze lacht vrolijk naar me en gaat verder met spelen. Ik kijk rond waar mijn moeder is, maar ik zie haar niet. Misschien is ze buiten, bij de andere vrouwen. Ik loop weer naar buiten en kijk in het rond. Een stukje verder op zit mijn moeder, ze zit met een paar andere vrouwen samen en zo te zien koken ze iets want er stijgt een heerlijke geur op van het vuur waar ze bij zitten. Ik loop naar ze toe. 'Katy!' zegt mijn moeder. 'Ik zocht je al. Een paar van onze rieten manden zijn kapot gegaan vanmorgen, zou jij een nieuwe kunnen maken?' Eigenlijk is het geen vraag, dat weet ik ook wel. Dit soort dingen deed je gewoon als een ouder iemand je het vroeg. 'Ja mama.' zeg ik. Met een zucht draai ik me om, gelukkig hoef ik niet helemaal naar het meer te gaan voor riet, we hebben nog een voorraadje. Nog steeds op blote voeten ren ik terug naar onze hut. Mijn zusje is inmiddels klaar met spelen en tekent met haar vingertjes figuurtjes in de grond. In de hoek ligt het riet en ik pak op, voldoende voor het begin van een mand. Ik besluit toch wéér terug te gaan naar mijn moeder om daar de mand te gaan maken. Snel loop ik weer naar buiten terug naar de vuurplaats. Ik laat me in een kleermakerszit op de grond naast mijn moeder zakken en begin met vlechten. Mijn moeder en een paar andere vrouwen hebben het over de vreemdelingen. Nieuwsgierig spits ik mijn oren. Hier wil ik wel wat meer over weten.

    Ja ze loopt heel veel -,-


    Don't forget to b.r.e.a.t.h.e

    Will Davis ~ Bemanning Medusa
    'Oke Abby.' Antwoordde ik met een grijns. Het bleef even stil en ik maakte er gebruik van door weer even om zich heen te kijken. Ik zag weer wat ik verwachtte te zien: niks anders dan de zee.
    Toen ze weer begon te praten keek ik weer vlug haar kant uit. 'Ik ben vroeg uit huis gegaan, na mijn vaders dood werd het steeds moeilijker thuis. Ik had alleen geen geld, geen huis meer en geen baan. Ik kreeg de tip van iemand om bij de haven te kijken of ze nog iets voor me hadden. Daar kwam ik bij een handelsschip terecht, maar halverwege de reis werd die gekaapt door piraten. Ik had geen andere keuzes dan de dood of me bij de bemanning aansluiten, en natuurlijk deed ik dat laatste. Het piratenleven was niet slecht en ik voelde me redelijk thuis. Ik ben daar een iets langer dan een jaartje gebleven. Op een dag kwamen we bij een haven aan, en het bleek dat onze kapitein daar gezocht werd. Daar werd hij opgehangen. Ik zocht een ander piratenschip om me bij aan te sluiten, en toen kwam ik hier.' Vertelde ik haar. Ik mocht haar wel, Abiga- eh, Abby. Ze was aardig, en ik had met haar een van de normaalste gesprekken tot nu toe op dit schip. Ik wou net naar haar verleden vragen toen ze zich over de rand heen boog en iets riep naar een van de bemanningsleden, die aan het werk was in de zeilen. Ik had hem wel eens gezien. Tristan heette hij, of zoiets.

    [ bericht aangepast op 5 nov 2011 - 21:24 ]


    Don't forget to b.r.e.a.t.h.e

    Leopold Smith - Piraat, Mermaid (haha, sorry, ik ben te lui de naam van het schip altijd volledig te typpen)
    Zonder dat ik er erg in heb, staat die griet ineens achter me. Ik kijk haar eerst niet aan wanneer ze in mijn oor begint te fluisteren, maar dan kan ik me niet meer inhouden.
    'Als ik jouw wapens had, zou ik niet met dit,' ik werp het harige ding op de grond,' zijn teruggekomen en dat weet jij o-'
    Ineens vliegt er iets op me en doordat ik zo compleet verrast ben, smak ik naast mijn dode aap hard op de grond, gezicht naar beneden natuurlijk. Mijn hoofd heeft een tak ofzo geraakt, iets hards in elk geval, en de pijn maakt me razend. Ik schiet overeind, veeg de smurrie van mijn gezicht en zoek welk misbaksel me dit heeft gelapt. 'Jij...!' roep ik uit wanneer ik Bee nog geen meter verder zie staan. Ik grijp haar in haar nek en zeg met onverholen woede: 'Ben jij gek geworden ofzo, blinde garnaal? Denk je dat je grappig bent? Serieus, maak dat je NU onder mijn ogen vandaan bent!'
    Ik kijk Bee nog even razend aan -ze heeft pech dat dat wijf me al kwaad had gemaakt, want nu reageer ik dat ook nog wat af op haar- en duw haar dan hardhandig van me af. Mijn hoofd doet nog steeds pijn, maar ik zet mijn tanden op elkaar. Was dat wijf ook beweert, ik ben een echte man.
    'Wat staren jullie zo?' snauw ik tegen een paar crewleden die ons hebben gadegeslagen. Ze kijken direct een andere kant op. Wat volgt is dat de mannen een discussie met het stamlid beginnen, die ik leunend tegen een boom volg. 'Wel, Leopold, vandaag heb jij als enige wat gevangen.. Al verwacht ik wel dat je de volgende keer met wat groters aan komt zetten,' zegt ze ergens midden in haar uitleg, maar mijn aandacht wordt vooral getrokken wanneer ze vervolgens naar me knipoogt. Ik trek een mondhoek op, ten teken dat ik haar gehoord heb, maar ik straal geen vrolijkheid uit. Verre van. Al moet ik toegeven dat ze wel pit heeft, maar ik weet niet of ik dat zo goed vind voor een vrouw. Ze zegt dat we ons een wapen moeten maken en loopt dan weg. Ik hoor verschillende mannen niet al te vriendelijk over haar praten en ik geef ze geen ongelijk. Is het niet haar taak om ons zo'n dingen te leren? Ik ben in 3 passen bij haar.
    'Zie jij het niet als jouw taak ons dan te leren een wapen maken?' vraag ik kortaf.


    Home is now behind you. The world is ahead!