• Inspringen kan altijd.(:

    Deel 1: Klik.
    Deel 2: Klik.

    Het kleine stadje Bon Temps heeft maar weinig inwoners, maar sinds de komst van de vampieren verandert het aantal. Meerdere mensen komen speciaal voor hen, omdat ze zich aangetrokken voelen door de vampieren of gewoon nieuwsgierig zijn en sommigen verdwijnen spoorloos.
    De bewoners van Bon Temps weten niet wat ze er mee aanmoeten. Bovendien zijn er ook nog twee groepen vampiers: De groep die zoveel mogelijk mee doet met de mensen, zover dat kan in een wereld. Zij drinken TrueBlood, een soort fake bloed zodat ze geen echt bloed hoeven te drinken. Als je dit doet -het meedoen met de mensheid- heet dat 'mainstreaming'. Dan heb je ook nog de andere groep, die vinden dat vampieren veel beter zijn dan gewone mensen en zullen er alles aan doen om Bon Temps over te kunnen nemen.
    Tot overmaat van ramp, blijken er niet alleen vampiers te zitten, maar ook andere mythische wezens. Het probleem is dat je ze niet herkend en je dus niet weet wie je wel en wie je niet kunt vertrouwen.


    Zo klinkt het saai, maar ja, het ligt eraan wat we er zelf van maken.:Y)

    RPG? Ik heb geen idee waar je het over hebt, hoor!
    Neem dan vooral hier een kijkje als je benieuwd bent!

    Hoe gaan we het doen?
    Je schrijft allereerst je naam erboven en wát je bent. Daarna schrijf je wat. Als je wat wil zeggen typ je het gewoon, aanhalingstekens mogen natuurlijk, maar hoeft niet. Wat je doet zet je tussen streepjes/sterretjes, wat jij fijner vindt.
    bijvoorbeeld:
    Fjodor - Slechte vampier.

    Zwijgend neem ik haar in me op. Het is overduidelijk dat ze zich niet op haar gemak voelt en we weten beiden waarom: ik ben een vampier en zij niet. Ik vraag me af of ze iets weet van infiltratieacties van de weerwolven, maar ik heb geen zin in om mijn energie te gebruiken om haar te gaan martelen. Bovendien heb ik een ongelofelijke dorst naar bloed. Mensenbloed. Haar bloed. Ik glimlach even en zeg tegen haar:
    'Je krijgt twee minuten voorsprong. Gebruik die goed.' Ik geef mijn woorden extra nadruk door mijn tanden te laten zien. 'Ik zou nu gaan rennen als ik jou was,' voeg ik kil toe als advies.

    Even een paar details:
    1. Als vampier kun je niet zomaar een huis binnengaan, je moet uitgenodigd worden. Openbare plekken tellen niet mee, daar kun je gewoon naar binnen.
    2. Vampierbloed kun je drinken. Het is erg zeldzaam maar zeer populair. Sommige vampiers bieden zich aan, in ruil voor andere diensten. Dat spul heet V.
    3. Er is een vampierclub, waar mensen in contact kunnen komen met vampieren. Het heet 'Fangtasia'.
    4. Het stamcafé is 'Merlotte's'. De baas is Sam Merlotte.

    Beschikbare personages: Mensen, vampiers, weerwolven, elven/feeën en alle andere mythische wezens.
    Graag ook mannelijke personages. Je mag meerdere personages hebben, zolang het voor jou maar duidelijk is.

    Invullen:
    Personage:
    Volledige naam:
    Leeftijd: *Voor vampieren de leeftijd waarin ze gebeten worden en hoelang ze al vampier zijn.*
    Uiterlijk: *Het liefst een foto, geen beroemdheden.*
    Goed/Slecht: *Feeën en Elven zijn altijd goed.*
    Verslaafd aan V: *Vampieren en andere wezens kunnen dit niet, weerwolven wel.*
    Werk: *Niet voor vampieren*
    Wel/niet voor vampierrechten: *Dus vind je dat ze wel als normale mensen behandeld moeten worden of niet? Dit hoeven vampieren ook niet in te vullen.*

    Als ik nog iets vergeten ben hoor ik het wel. (: En als je denkt 'O, dit is ook belangrijk!' zet je het er maar gewoon bij!

    Rollen:
    Mens: Milla Maxime Grey.(17) Runako Tahir.(19)
    Slechte vampier: Fjodor Iljitsj Kharkov(24/126) Allison Rose.(18/124) Gérard.
    Goede vampier: Alicia Leonie Valence.(18/53)Farrah Tsakonis. (18/566)
    Slechte weerwolf:
    Goede weerwolf: Liv Sophia Cajuki.(18)

    Elf/Fee:
    Anders: Romy Lynn Anderson, heks.(17)McKayla Rainfield, heks.(22) Naira, zeemeermin.(16)

    EDIT! Iemand mag ook Sam Merlotte zijn, dat is trouwens een man hoor.:'D

    [ topic verplaatst door een moderator ]

    [ bericht aangepast op 28 april 2011 - 19:11 ]


    everything, in time

    Naira - Zeemeermin
    Ik merk dat het weer ochtend is en snel zwem ik naar de kant. De zon staat al fel te branden, dus het zal vast niet lang duren voordat mijn staart is opgedroogd. Ik kruip het land op, naar mijn vissershutje. Ik heb altijd een stapeltje handdoeken klaarliggen naast de deur, voor het geval dat. Snel pak ik er twee. Een wikkel ik om mijn haar, en met de ander droog ik snel mijn bovenlijf en vissestaart af. Hopelijk ziet niemand me, dat kan ik nu echt niet gebruiken.

    Runako - Mens
    Opgelaten knik ik, en snel kleed ik me aan. Ik voel me een ongeloofelijke lul, en ik heb het gevoel dat ik haar tot dingen heb gedwongen. Zwijgend loop ik met haar mee, en ik glimlach nog een keer voor ze de deur sluit. Even sta ik stil voor de deur. Dan steek ik mijn handen in mijn zakken en begin de lopen. Als ik bij mijn fiets aan kom voel ik echter weer hoe dronken ik ben, en met een duizelig hoofd stap ik op de fiets.

    Gérard - Vampier
    Ik grinnik om haar paniekerige gedrag. "Rustig maar, je mag straks naar huis. Maar eerst.." Ik breng mijn gezicht nog wat dichter bij het hare en lik langs mijn inmiddels gegroeide hoektanden. "Eerst blijf je nog even hier." Ik zie haar paniek groeien, en kan haar angstzweet haast ruiken. Met een gemene glimlach til ik haar op, met een hand onder haar knieën en een hand die haar schouders ondersteunt, zoals een bruidegom een bruid optilt. Ze gilt, en slaat tegen mijn armen en borst om los te komen. "Stil nou maar." fluister ik grijnzend in haar oor. "Ik laat je echt wel leven. Anders zou ik nooit meer dat bange in je ogen zien, nooit meer je bloed kunnen drinken, en nooit meer Fjodor kunnen pesten met jou. En dat zijn immers de drie dingen waar ik voor leef: Angst, bloed en Fjodor pesten."

    Milla - Mens.

    Wederom komt zijn gezicht dichterbij en hij likt over zijn hoektanden. Oh, wat zien die er scherp uit, veel te scherp. Ik wil nog protesteren, maar voor ik mijn mond heb opengetrokken heeft hij me al opgetild. 'Nee!' gil ik en sla nogmaals op zijn borst in een poging los te komen, tevergeefs. "Rusig maar," hoe kan ik nou rustig zijn!? "Ik laat je echt wel leven, Anders zou ik nooit meer dat bange in je ogen zien, nooit meer je bloed kunnen drinken, en nooit meer Fjodor kunnen pesten met jou. En dat zijn immers de drie dingen waar ik voor leef: Angst, bloed en Fjodor pesten." Ik ga niet huilen. Hoe verschrikkelijk die laatste woorden ook zijn, mijn tranen krijgt hij niet, hij ziet nu wel genoeg angst. Dat kan niet anders, want ik voel me hopeloos. Hoe ga ik hier uitkomen? Mijn enige hoop is Fjodor, maar ik weet niet of hij thuis is. En áls hij thuis is, voelt hij er dan, na alles, wel wat voor om me te komen redden? Ik haat dat woord, maar ik weet dat ik dit zelf niet kan, ik heb geen schijn van kans tegen Gérard. 'Fjodor zal je doden,' zeg ik met een serieus gezicht, hoewel ik daar dus nog helemaal niet zeker van ben.
    'Ik haat je, Gérard, vanuit het diepst van mijn hart,' zeg ik wat zachter, wetend dat hij het toch wel hoort.


    everything, in time

    Fjodor - Slechte vampier.

    Ik zit een tijdje half bewusteloos aan de tafel tot Volodja ineens opstaat.
    'Ik ga je wat laten zien. Kom mee.' Hij trekt me overeind en ik volg als automatisch. 'Moet ik niet betalen?' Hij grinnikt. 'Zo dronken ben je kennelijk nog niet,' grijnst hij en gaat me voor naar buiten. Ik snap niet wat er buiten te zien valt, behalve de duisternis. Hij gaat mij voor en loopt een paar straten door, tot hij bij een meer uit komt. 'Kijk.' Tot mijn verbazing cirkelen er duizenden, of zelfs miljoenen vuurvliegjes boven het meer. Het geeft een indrukwekkend, maar toch romantisch gezicht.
    'Soms ga ik hier wel eens vissen. Op een avond was ik de tijd een beetje vergeten en stopte redelijk laat. Toen zag ik dit. Ze waren overal. Ik heb nog nooit zoiets indrukwekkends gezien. Ik denk dat het door de maan komt.' Zo blijven we nog even staan en ik laat het beeld op me inwerken. Was zij maar bij me, zucht ik. 'Ik denk dat ik het best naar huis kan gaan,' zeg ik nu. Hoe lang ik daar in dat café heb gezeten weet ik niet, maar het is al diep in de nacht en tijd om naar huis te gaan.
    'Als je het zeker weet,' zegt Volodja. Ik omhels hem en klop hem op de rug. 'Kom nog eens terug, dan kun je mijn vrouw ook ontmoeten. Ik knik, gooi hem een glimlachje toe en verdwijn weer in het bos. Ik voel er niet veel voor om naar huis te gaan, omdat ik weet dat de herinneringen weer terug zullen komen.


    No growth of the heart is ever a waste

    Naira - Zeemeermin
    Ik merk dat het weer ochtend is en snel zwem ik naar de kant. De zon staat al fel te branden, dus het zal vast niet lang duren voordat mijn staart is opgedroogd. Ik kruip het land op, naar mijn vissershutje. Ik heb altijd een stapeltje handdoeken klaarliggen naast de deur, voor het geval dat. Snel pak ik er twee. Een wikkel ik om mijn haar, en met de ander droog ik snel mijn bovenlijf en vissestaart af. Hopelijk ziet niemand me, dat kan ik nu echt niet gebruiken.

    Runako - Mens
    Opgelaten knik ik, en snel kleed ik me aan. Ik voel me een ongeloofelijke lul, en ik heb het gevoel dat ik haar tot dingen heb gedwongen. Zwijgend loop ik met haar mee, en ik glimlach nog een keer voor ze de deur sluit. Even sta ik stil voor de deur. Dan steek ik mijn handen in mijn zakken en begin de lopen. Als ik bij mijn fiets aan kom voel ik echter weer hoe dronken ik ben, en met een duizelig hoofd stap ik op de fiets.

    Gérard - Vampier
    Milla kijkt me kil aan. "Fjodor zal je doden." Ik haal mijn schouders op. "Dat mag hij best proberen." Tja.. Ik ben eigenlijk nooit bang geweest om dood te gaan. Zolang ik nog leef, voor zover je het leven kunt noemen bij een vampier, geniet ik van de mooie dingen: Bloed en nog meer bloed. Als ik sterf.. dan is het over. Maar of ik dat erg vind? Als vampier is het leven ook niet bepaald een pretje. Ik til Milla naar de open plek waar ik eerder vandaag met Fjodor zat. "Ik haat je, Gérard, vanuit het diepst van mijn hart." zegt ze stilletjes. Ik grijns gemeen naar haar. "Ach gut, is dat waar? Wat verschrikkelijk. En ik dacht nog wel dat je me graag mocht." Ik zet Milla op haar voeten, maar houd haar polsen nog steeds vast. Ik kijk even grijnzend naar haar gezicht, waar de tranen weer over heen lopen. "Niet zo verdrietig, het had erger gekund." Ik breng mijn gezicht wat dichter bij het hare en kus haar in haar nek. Ik voel hoe ze rilt, en mijn grijns wordt groter. "Stil maar, het is zo voorbij." fluister ik zacht, en ik zet mijn tanden in haar hals.

    Milla - Mens.

    We komen aan op een open plek, waar Gérard me neer zet, maar tot mijn ergenis nog wel mijn polsen vasthoudt. Vervolgens maakt hij nog een opmerking die bij mij ook niet goed valt. Geïrriteerd bijt ik op mijn lip, sarcasme is niet iets waar ik nu zin in heb.
    Ach, we zijn in ieder geval niet in de kelder, denk ik om mezelf gerust te stellen. Maar het werkt niet, want wederom vloeien de tranen over mijn wangen. "Niet zo verdrietig, het had erger gekund." Hoe dan? wil ik hem vragen, maar mijn mond wil niet meer open. Zal het helpen als ik me op mijn knieën laat vallen en hem smeek? Aan zijn gezicht te zien niet, hij heeft hier veel te veel plezier in.
    Nogmaals komt zijn gezicht dichterbij en voel ik een kusje in mijn nek. Ik ril en wil protesteren, of wegrennen. Maar ik ben al te laat, zijn tanden boren met geweld in mijn nek en ik gil het uit van de pijn. De tranen stromen harder en ik gil zowat de longen uit mijn lijf. 'Gérard! Stop!' kreun ik ondertussen, niet meer in staat hele zinnen te vormen. De pijn is te groot voor me.


    everything, in time

    Naira - Zeemeermin
    Ik merk dat het weer ochtend is en snel zwem ik naar de kant. De zon staat al fel te branden, dus het zal vast niet lang duren voordat mijn staart is opgedroogd. Ik kruip het land op, naar mijn vissershutje. Ik heb altijd een stapeltje handdoeken klaarliggen naast de deur, voor het geval dat. Snel pak ik er twee. Een wikkel ik om mijn haar, en met de ander droog ik snel mijn bovenlijf en vissestaart af. Hopelijk ziet niemand me, dat kan ik nu echt niet gebruiken.

    Runako - Mens
    Opgelaten knik ik, en snel kleed ik me aan. Ik voel me een ongeloofelijke lul, en ik heb het gevoel dat ik haar tot dingen heb gedwongen. Zwijgend loop ik met haar mee, en ik glimlach nog een keer voor ze de deur sluit. Even sta ik stil voor de deur. Dan steek ik mijn handen in mijn zakken en begin de lopen. Als ik bij mijn fiets aan kom voel ik echter weer hoe dronken ik ben, en met een duizelig hoofd stap ik op de fiets.

    Gérard - Vampier
    Ik voel hoe haar heerlijke bloed door mijn keel stroomt, en merk dat mijn ademhaling versnelt. Ik hoor haar gillen, maar kan niet stoppen. Haar bloed is te heerlijk. Ik voel dat haar protesten steeds zachter worden, en met veel moeite ruk ik me los van haar nek. Ze heeft haar ogen nog open, maar ziet er niet erg sterk meer uit. Ik veeg mijn mond af en merk dat mijn mouw meteen onder het bloed zit. Ik glimlach naar Milla, die slap in mijn armen ligt. "Kom maar, je ziet er moe uit." Ik til haar weer op, en deze keer ligt ze alleen slap in mijn greep. De geur van haar bloed hangt nog steeds overal, en het liefst zou ik meteen mijn tanden weer in haar nek zetten. Maar ik moet nu bewijzen dat ik me in kan houden. Ik loop met Milla in mijn armen naar het grote huis toe, en maak de achterdeur open. Zo te ruiken is Fjodor nog steeds weg, wat ik eigenlijk helemaal niet erg vind. Ik loop naar boven en trap de deur van Fjodors kamer open. Ik leg Milla voorzichtig op het bed en dek haar toe met de deken. "Zo, dat viel nog wel mee, toch?" Ik aai over haar voorhoofd en kijk haar grijnzend aan.

    Vluuv, I need you @ Geen weg meer terug lol :']

    Fjodor - Slechte vampier.

    Terwijl er een paar vleermuizen boven het bos cirkelen vervolg ik op rustige pas mijn weg naar huis. De alcohol is uitgewerkt en ik begin alles weer min of meer helder te zien. Ik weet inmiddels niet hoe lang ik al onderweg ben, maar de heenweg - die ik in een vuur van razernij heb afgelegd - leek toch zeker wel een stuk korter. Ik begin wat in het niets te fluiten en loop de weg af, richting mijn huis. Ik kom op een herkenbare plaats terecht en vang een vage menselijke bloedgeur op. Menselijk? Ik doe beter mijn best en mijn ogen knipperen een paar keer geschrokken. Het zal toch niet..? Op een drafje hol ik richting mijn huis, hopend dat mijn vermoedens niet waar zijn. Naarmate ik dichterbij kom, wordt het tegendeel meer en meer bewezen. Het is de geur van Milla! Ik begin harder te rennen en als ik na een tijdje terechtkom op mijn terrein slaan al mijn zintuigen alarm. Milla.. is in mijn huis. En ze is niet alleen. Gérard! Ik bal mijn vuisten, spring naar voren en trap met een bulderende knal de achterdeur in. Het duurt niet lang of ik ze heb gelokaliseerd. Mijn ogen flitsen naar boven. Mijn slaapkamer! Hij zal toch niet..? Mijn mond zakt open van verbijstering, maar veel tijd gun ik mezelf niet. Hij gaat eraan. Ik storm de trap op, smijt de deur open en tref Milla in mijn bed aan. En erger: Fjodor zit ernaast gehurkt. De geur van vers bloed is haast verblindend, maar ik zet alles op alles om mijn immense dorst te negeren. In plaats van agressiviteit en geschreeuw kijk ik Gérard kil aan, terwijl ik voel hoe al het bloed uit me weg trekt.
    'Het feestje is voorbij,' zeg ik en loop rustig zijn kant op. 'Dus opflikkeren, voor ik je een enkeltje hel geef.'


    No growth of the heart is ever a waste

    En ik jou bij binding aan de roodbloedne sam [aaa] Even tussendoor :'D

    Ja, want ik vogl dit nog steeds, tis freaking droog :X


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    WAIT!

    [ bericht aangepast op 11 april 2011 - 18:31 ]


    everything, in time

    Milla - Mens.

    De tijd waarin hij van me drinkt lijkt wel een eeuwigheid te duren. Ik voel mijn kracht letterlijk verslappen en ik word moe, ontzettend moe. Eindelijk voel ik zijn tanden uit mijn nek glijden en ik kijk hem even glazig aan. Dood me niet, wil ik fluisteren, maar het komt er niet uit. Ik voel hoe hij me weer optilt en deze keer vecht ik niet, maar laat me gewillig dragen, in plaats daarvan laat ik me hangen. Alles is beter dan daar moeten blijven.
    Via de achterdeur loopt hij het huis van Fjodor en Gérard binnen. Eenmaal binnen legt hij me in Fjodors bed, waar zijn geur meteen mijn neus binnendringt. "Zo, dat viel nog wel mee, toch?" Ik knik maar. Het viel helemaal niet mee, maar ik wil hem niet boos maken. Daarom laat ik hem nu ook maar over mijn hoofd aaien. 'Ik haat je nu alleen maar meer,' fluister ik, harder komt er geen geluid uit. Ik wil slapen, maar niet hier. Hoe lekker Fjodors bed ook ligt, ik kan het niet maken. 'Gérard, ik kan hier niet blijven. Fjodor wil me hier niet meer hebben,' fluister ik daarom verder. Mijn nek doet nog steeds pijn, maar ik durf er niet aan te komen.
    Te laat. Fjodor komt de kamer al binnen stormen en ik schrik er van, maar ben te moe om nog meer te praten. Het valt me mee dat hij niet woedend wordt, maar juist rustig blijft, hoewel de emoties wel duidelijk van zijn gezicht zijn af te lezen. 'Het spijt me,' dat is het enige wat ik zeg. Ik moet wel. Fjodor wilde me hier niet meer zien en hier ben ik toch.


    everything, in time

    Naira - Zeemeermin
    Ik merk dat het weer ochtend is en snel zwem ik naar de kant. De zon staat al fel te branden, dus het zal vast niet lang duren voordat mijn staart is opgedroogd. Ik kruip het land op, naar mijn vissershutje. Ik heb altijd een stapeltje handdoeken klaarliggen naast de deur, voor het geval dat. Snel pak ik er twee. Een wikkel ik om mijn haar, en met de ander droog ik snel mijn bovenlijf en vissestaart af. Hopelijk ziet niemand me, dat kan ik nu echt niet gebruiken.

    Runako - Mens
    Opgelaten knik ik, en snel kleed ik me aan. Ik voel me een ongeloofelijke lul, en ik heb het gevoel dat ik haar tot dingen heb gedwongen. Zwijgend loop ik met haar mee, en ik glimlach nog een keer voor ze de deur sluit. Even sta ik stil voor de deur. Dan steek ik mijn handen in mijn zakken en begin de lopen. Als ik bij mijn fiets aan kom voel ik echter weer hoe dronken ik ben, en met een duizelig hoofd stap ik op de fiets.

    Gérard - Vampier
    Ik kijk naar Fjodor die de kamer komt binnengestormd. Ik haal mijn hand van Milla's voorhoofd af en ga recht staan. Hij houdt zich rustig, maar ik zie hoe hij zijn vuisten balt. Hij is flink pissig op me, denk ik grijnzend. "Ah, ben je daar eindelijk?" zeg ik met een gemene glimlach. Ik negeer zijn bevel op weg te gaan. "Ik heb nog wat voor je overgelaten, mocht je nog honger hebben." Ik lik mijn lippen af, waar nog wat opgedroogd bloed op zit en kijk Milla aan. "Het was me een genoegen." zeg ik grijnzend en ik maak een overdreven buiging voor haar.

    Fjodor - Slechte vampier.

    Langzaam loop ik op Gérard af. Hij weet me altijd in een slecht humeur te brengen. En deze keer staat dat humeur op ontploffen. Ik grijp hem bij zijn keel en druk hem hard tegen de muur.
    'Je hebt mazzel dat je haar hebt laten leven. Je weet hoe goed ik ben in anderen laten lijden. Denk maar niet dat ik voor jou een uitzondering maak. En nu opflikkeren, vuile hond!' Aan zijn grijns te zien is hij dat niet van plan. Ik veeg een lok haar uit mijn gezicht en sleur hem mee richting de deur, die ik ruw open smijt en hem de gang op gooi. Ik trek de deur weer dicht en draai me om naar Milla, die er bij ligt als een lijk. Ik voel ogenblikkelijk een akelig gevoel van medelijden en schuld op komen. Ze heeft veel bloed verloren. 'Je moet rust houden, je lichaam heeft even nodig om nieuw bloed aan te maken.' Ik neem plaats bij haar op bed en aai langs haar voorhoofd. Tot mijn verbazing merk ik nu dat Gérards geur niet de enige die om haar heen hangt. Ogenblikkelijk denk ik aan die onbekende jongen. Au, dat doet zeer. Ik wil niet eens weten wat ze allemaal met hem heeft gedaan. Maar ik druk mijn hart aan de kant en vraag: 'Is er wat waarmee ik je van dienst kan zijn? Iets te drinken? Eten? Zeg het maar.'


    No growth of the heart is ever a waste

    Milla - Mens.

    Ik doe mijn ogen dicht wanneer Fjodor Gérard tegen de muur drukt en tegen hem schreeuwt. Alles doet pijn aan mijn oren, mijn hoofd en eigenlijk ook de rest van mijn lichaam. Het volgende wat ik hoor is een dichtslaande duur en Fjodor die praat, Gérard is dus eindelijk weg.
    "Je moet rust houden, je lichaam heeft even nodig om nieuw bloed aan te maken." Hoe lang duurt 'even'? Voorzichtig open ik mijn ogen weer en glimlach kort. Maar als hij over mijn voorhoofd aait draai ik mijn gezicht even van hem weg, zodat hij dat niet meer kan doen. Het gebeurt gewoon instinctief. Hij doet hetzelfde als Gérard en wat hij nog meer heeft gedaan doet pijn, ik wil dus absoluut niet dat Fjodor hetzelfde doet. De geur van mijn bloed hangt natuurlijk nog sterk om me heen en hij blijft een soort roofdier. Zou hij Runako nog kunnen ruiken? Ik ga hem daar echt niet over vertellen, denk ik. Au, mijn hoofd.
    Fjodor vraagt of hij me met iets van dienst kan zijn, maar ik schud mijn hoofd. Nee.. hoewel. 'Huis,' mompel ik, ik ben nog steeds op mijn hoede, ook bij hem. Daarnaast zou ik hier niet mogen zijn, niet in zijn zicht. Dat zijn Fjodors eigen woorden.


    everything, in time

    Fjodor - Slechte vampier.

    Ik merk hoe ze haar hoofd van me af draait en zelfs dat doet zeer. Ik wil je geen pijn doen, wil ik zeggen maar er komt niks mijn strot uit. Dus zwijg ik en kom overeind.
    "Huis," hoor ik haar dan zeggen. Ik wil zeggen dat ik van haar hou, dat ik om haar geef, maar ik doe het niet. Het zou niks aan de situatie veranderen, hij zou er hoogstens slechter door worden. 'Ik breng je naar huis. Je bent nu niet in staat om dat eind alleen af te leggen.' Ik haal voorzichtig de deken bij haar weg en til haar zonder enige moeite op. Ik open de kamerdeur met een voet en ga met haar de trap af, waar ik beneden ook de voordeur open en uiteindelijk over het bospad richting haar huis loop. Er wordt geen woord gezegd en ik voel hoe mijn hart haast uiteen gereten wordt door ellende. Ze wil niet meer bij je zijn, deal with it, bijt ik mezelf toe. Een andere kant zegt waarvoor ik al die moeite doe als ze toch niet om me geeft. En weer een andere kant zegt dat dit wel het minste is wat ik voor haar kan betekenen. Ik zet haar neer bij de voordeur.
    'Ik heb je huissleutel niet,' zeg ik dan. Er kwam de neiging in me op om vaag te gaan glimlachen, maar wie hou ik ook voor de gek? Ik ben helemaal niet vrolijk, dus hoef ik me ook niet zo voor te doen. 'Ik weet dat het niks meer uit maakt, maar ik wil dat je weet dat ik om je geef. Misschien geloof je me niet, maar daar zal ik dan mee moeten leren leven.' Ik zeg het toch. Ik wil haar omhelzen, maar ik voel haar afkeer tegen me dus ik geef haar een kort knikje en sprint gauw de bosjes in richting huis.


    No growth of the heart is ever a waste

    Milla - Mens.

    Wanneer hij zegt dat hij me naar huis zal brengen, wil ik zeggen dat het niet nodig is, dat ik het zelf prima kan. Maar als hij me optilt besluit ik dat het verstandiger is deze keer eens niet eigenwijs te doen. De hele weg wordt er niets gezegd, ik wil wel, maar wat? "Goh, Fjodor, ik had seks met iemand maar toen zag ik jou en besloot ik te stoppen." amehoela.
    Fjodors gezicht staat strak en ik vraag me af wat hij nu zou denken. Wie weet denkt hij eraan me te laten vallen en te zeggen dat ik zelf maar uit moet zoeken hoe ik thuiskom. Oh, verdomme, we passen gewoon niet bij elkaar. Ik ben eten voor hem.
    Ik sta tussen hel en hemel in. De duivel zegt dat ik Fjodor met rust moet laten, dat hij me inderdaad alleen als eten ziet en me te grof heeft behandeld toen hij me zomaar wegstuurde. De engel daarentegen zegt dat ik meer voor hem ben, hij heeft me tenslotte het hele stuk naar huis gedragen. De duivel heeft betere argumenten.
    Eindelijk thuis aangekomen zet Fjodor me neer. "Ik heb je huissleutel niet." Ik ook niet. Maar ik herinner me dat ik de achterdeur heb opengelaten. 'Bedankt,' zeg ik, al iets meer in staat normaal te spreken, maar niet om naar hem te lachen.
    "Ik weet dat het niks meer uit maakt, maar ik wil dat je weet dat ik om je geef. Misschien geloof je me niet, maar daar zal ik dan mee moeten leren leven." Mijn hemel, wat moet ik daarop terugzeggen? Ik ook om jou maar ik ben bang dat je me leegzuigt. Nee, dat klinkt niet verstandig. Ik wil naar hem opkijken, maar hij is al verdwenen. 'Niet weggaan!' roep ik, hopend dat hij me kan horen. Mijn hart moet beslissen wat het wil. Ik wil dat hij bij me blijft, dan ben ik veilig voor anderen. Maar ben ik wel veilig voor Fjodor zelf?

    [ bericht aangepast op 12 april 2011 - 21:50 ]


    everything, in time