Deel1fso? - Stories promoten

En ja, ook ík draai me om in mijn bed als die vervloekte wekker rinkelt. Langzaam sta ik op. Het is de bedoeling dat ik mijn bed opmaak, maar daar heb ik nou geen zin in. Ik pak mijn kleren en loop naar de badkamer. Daar maak ik me helemaal klaar.
Ik loop naar beneden waar mijn vader al brood heeft gesmeerd. ‘Iew, wat is dat?’ Vraag ik als ik naar de zwart geroosterde boterham kijk. ‘Pindakaas, met kaas en chocoladehagelslag!’ Antwoordt mijn vader vrolijk. Hij loopt terug naar de keuken waar hij verdergaat met zijn ei. Ik ga zitten en prik met mijn vork in het brood. ‘Dat eet ik niet hoor!’ Zeg ik met een vies gezicht. ‘Ik maak zelf wel iets.’ Ik sta op om een mandarijntje te pakken. ‘Zitten.’ Dwingt mijn vader me, hij trekt me aan mijn arm terug op de stoel. ‘Auw! Kutzooi je doet me pijn! ’Gil ik ‘Eten!NU!’Schreeuwt hij me toe. Een hand raakt mijn gezicht, tranen springen in mijn ogen. ‘Nee! Ik eet dat gore spul niet! En raak me niet aan!’ Gil ik als ik zie dat mijn vader van zijn hand een vuist maakt. ‘Jij nutteloos kind! Misschien doe je het met dat gezonde voedsel eindelijk eens wat beter op school! Je hebt je zoveelste 5 voor Frans! Zo ga je niet naar de derde hoor!’Roept hij ‘Zeik nou toch eens niet zo op me! En ik eet dat vette spul niet! Doei.’ Ik pak mijn tas en loop weg. Onderweg naar school denk ik na. Sinds mijn moeder ziek is geworden is mijn vader anders. Liefde?, ik weet het niet. Hij kan er niet tegen dat zijn lieve vrouw ziek is. Maar dat hoeft hij toch niet op mij af te reageren? Stom mens! Ik zet mijn fiets in de fietsenstalling en loop naar Jacqueline, mijn enige vriendin. Maar wel de allerbeste.

‘Je wang is rood!’ Zegt ze. Ik schud mijn hoofd. ‘Het is niets, komt door de kou.’Lieg ik. Ze knikt. Ze geeft me een knuffel, natuurlijk knuffel ik terug. ‘Ik heb jou zoveel gemist! Écht, zo gemeen dat jij je mobiel niet mee mocht nemen naar Londen!’Zegt ze ontzet. Ik lach. Jacqueline lacht vrolijk mee. ‘Wees maar niet bang! Nu ik terug ben ga ik je dood sms’en hoor!’ Zeg ik tegen haar. We lopen arm in arm de school binnen.