• ALFEA COLLEGE
    "Discomfort Is Where Growth Lies."

    STORYLINE

    Alfea College is een school die zich richt op het verder ontwikkelen van fairies en specialists. Sinds het ontstaan van de school zijn er twee verschillende meningen over de manier van lesgeven. Voor zover bijna iedereen zich kan heugen is dit de afgelopen tientallen jaren voornamelijke op de moderne manier gebeurd. De traditionele manier was de doofpot ingestopt, dacht men.
          Halverwege het vorige schooljaar was er de eerste waarneming van een Burned One sinds tientallen jaren. Hoewel hier eerst over gedacht werd als een unieke verschijning, namen de hoeveel waarnemingen toe naarmate de maanden vorderden. Voor een kleine groep nog bestaande traditionalists werd het steeds duidelijker dat de moderne manier van werken een te klein effect had op het terug dringen van de grote aantallen Burned Ones en andere dreigingen. Een week geleden heeft deze groep het regime op Alfea onder dwang overgenomen. Per direct zijn er nieuwe regels ingevoerd.


    PERSONAGES

    Ladies
    ♀ Myka Montarac - 19 - 2 - specialist - U - Neaira
    ♀ Nevya Levan - 20 - 3 - air fairy - T - Neaira
    ♀ Remy Ó Braonáin - 20 - 3 - earth fairy - U - Neaira
    ♀ Gianna Pretorius - 20 - 2 - air fairy - T - Neaera
    ♀ Eileen Madsen - 19 - 2 - water fairy - M - glowfaery
    ♀ Phyre Falconsky - 21 - 3 - fire fairy - M - Sionnach
    ♀ Isla Rothberg - 22 - 4 - specialist - M - Sionnach
    ♀ Maerilyn of Linphea - 21 - 3 - earth fairy - M - Enjoy_20
    ♀ Cassia Laiken - 20 - 3 - mind fairy - U - Enjoy_20
    ♀ Aiofe O'Malley - 18 - 1 - light fairy - M - Laufeydottir
    ♀ Lune Castemont - 20 - 3 - light fairy - U - Tad
    ♀ Leysa Rothberg - 18 - 1 - specialist - M - Starsight
    ♀ Nerissa Ajax - 20 - 3 - specialist - U - Lerwick
    ♀ Ember Hayes - 20 - 3 - water fairy - U - calice

    Gentlemen
    ♂ Ramsay Rothberg - 20 - 3 - specialist - M - calice
    ♂ Aerys Callahan - 22 - 4 - light fairy - U - calice
    ♂ Rush - 20 - 3 - specialist - T - calice
    ♂ Bruno Castillo - 22 - 4 - specialist - M - calice
    ♂ Deimos Laiken - 22 - 4 - specialist - U - Neaera
    ♂ Perseus Montarac - 21 - 3 - specialist - M- Neaera
    ♂ Leander Madsen - 19 - 2 - specialist - M - RadioTapok
    ♂ Faolan Callahan - 20 - mind fairy - T - RadioTapok
    ♂ Caelan Haywood - 22 - 4 - specialist - T - Lunation
    ♂ Dante Parrish - 20 - 3 - fire fairy - M - Lunation
    ♂ Týr Pedersen - 22 - 4 - fire fairy - M - Laufeydottir
    ♂ Asher Dugray - 23 - 4 - specialist - M - Normandy
    ♂ Rainn Kovsky - 22 - 4 - fire fairy - T - Normandy
    ♂ Dorian Castemont - 22 - 4 - specialist - M - Neaira
    ♂ Reilly Donaghue - 21 - 4 - air fairy - T - Starsight
    ♂ Ronan Faughn - 19 - 2 - water fairy - M - Lerwick
    ♂ Xavier Castillo - 21 - 4 - specialist - T - Tad

    CHARACTER WHEREABOUTS

    italics = turn to post

    entree hall
    Ramsay
    Isla, Leander, Leysa & Perseus

    dorms
    Bruno & Myka • Myka's dorm
    Cassia & Deimos • Cassia's dorm
    Dorian & Maerilynn • Mae's dorm
    Asher & Xavier •Ash' dorm

    infirmary
    Lune & Rush

    library
    Rainn & Remy
    Aerys &, Faolan & Gianna
    Aiofe, Eileen & Ronan

    party room
    Dante, Matías & Nevya
    Ember, Nerissa & Tyr

    random hallways
    Phyre & Reilly

    got no clue
    Caelan
    REGELS

    • Alleen de dictator van deze RPG mag andere chars besturen
    • Probeer minimaal 250 woorden te schrijven.
    • 16+ mag, maar geef het even aan bovenin de post (evenmin trigger warnings en andere heftige onderwerpen).
    • De Quizlet huisregels gelden hier ook.
    • Gelieve minstens elke week een keer te posten, al begrijp ik het volledig als dit af en toe niet lukt.
    • Maximaal vier rollen per persoon, maar probeer ze wel allemaal actief te houden. Als je toch meer wilt, overleg het even met me en dan komen we er wel uit.
    • Ruzies en gezeik buiten de RPG houden.
    • Zowel Engels als Nederlands is toegestaan, maar gelieve wel de post in een taal schrijven.
    • Alleen Neaira en Neaera maken nieuwe topics aan, tenzij anders aangegeven.

    shout out to Deems/Starsight dat ik Pritchard layout over mocht nemen


    [ bericht aangepast op 30 maart 2022 - 15:13 ]


    To the stars who listen — and the dreams that are answered


    Dante Parrish
    I just really want to be the warm golden light that pours over everyone I love
    20 – Fire Fairy – Modernist - Year 3 – OutfitLibrary -> Feestzaal – With Mae & Deimos -> Nevya


    PART II

          Met de knip van Reilly's vingers veranderde er iets in de lucht. Hoe diep Dante ook probeerde adem te halen, er kwam geen nieuwe zuurstof in zijn longen terecht. Met grote ogen keek hij naar Mae terwijl zijn longen steeds leger raakte, maar de dame naast hem zat in precies hetzelfde schuitje. Zijn gezicht vertrok en met zijn meest vuile blik keek hij Reilly aan. Er waren weinig mensen die hij écht niet mocht. Er was altijd wel iets te vinden in hun persoonlijkheid wat ze tot een fijn persoon maakte, maar Reilly?. Reilly kon wat hem betreft dood neervallen. De haat en angst smolt samen tot een vurig middel. Dante voelde zijn handen opwarmen net als toen het eerder gedaan had. Hij kon Remy's schreeuw horen galemen in zijn hoofd, herinnerde zich de geur van verbrand vlees en de open wond op haar armen... Hij had dat gedaan. Hij had een onschuldig persoon verwond doordat hij de controle verloor.
          “Geen gekke dingen in je hoofd halen, Parrish. We weten allemaal dat dit alleen maar slecht voor jou zal aflopen,” zei Reilly. Enkele seconden later keerde de zuurstof terug, maar het was al te laat. Een wervelwind aan emoties trok door zijn lichaam heen. Toen Reilly ook nog eens hun boeken meenam wist Dante vanuit zijn ogen de eerste rode vlammen te zien te zien oplaaien van zijn handen. Direct balde hij zijn handen tot vuisten om de vlammen te doven om vervolgens zijn handen in zijn eigen krullen te begraven. Met zijn ellenbogen op de tafel geplaatst wiegde hij zachtjes heen en weer. Zijn ogen hield hij gesloten terwijl hij zijn adem probeerde te kalmeren.
          I am in control of my body.
          I am in control of my body.
          I am in control of my body.
          Op de achtergrond hoorde hij Mae nog iets roepen, maar de woorden drongen niet door. Hij bleef zijn eigen zin herhalen totdat de temperatuur in zijn lichaam weer leek te dalen. Totdat hij de woorden de waarheid waren geworden.
          "Gaat alles goed?" Langzaam kwam hij weer overeind, zijn blik vestigde zich nog kort op zijn handpalmen om te controleren of de vlammen echt wegwaren. ''Ja, het gaat wel weer.'' Bracht hij zachtjes uit. "Daar gingen onze boeken.." Zachtjes knikte Dante. Daar ging tevens hun gehele plan om de boeken mee te smokkelen. Helemaal in duigen. En dat allemaal dankzij één persoon.
          ‘’Ik wist niet dat je met boeken gooide, of gooien jullie alleen met boeken over burned ones?’’ Deimos was aan hun tafel verschenen en hield History Of Burned Ones in zijn handen. Het aanzicht van het boek deed het laatste restje hoop weer aanwakkeren. Er was nog een boek open. Het was niet veel, maar het was iets. De glimlach verscheen terug op zijn gezicht, maar deze verdween al vrij snel toen zijn blik op de donkerrode vlekken op Deimos’ kleding viel.
          ‘’Iemand tips om bloed uit kleding te krijgen?’’ Zijn toon was ijzingwekkend droog voor de vraag die hij stelde. Naast hem begon Mae de ene na de andere vraag op de jongen af te vuren. Vragen waar hij zelf ook het antwoord op wilde, plus nog wat meer maar hij wilde de jongen – die hij niet eens goed kende – niet overvallen met nóg meer vragen. Voordat de jongen goed en wel kon verwerken wát aan hem gevraagd werd, werd de volgende vraag alweer gesteld. Het vragenvuur leek de jongen wat te overvallen totdat het plotseling eindigde.
          "Het spijt me... Ik uh– ik moet gaan..." Vol verbazing richtte hij zich tot Mae. Hoezo moest ze nu weg? Werd ze niet goed van het bloed? De verwarring moest van zijn gezicht af te lezen zijn want ze voegde snel toe dat het om Dorian ging. Natuurlijk moest ze weten hoe het met hem ging. Als hij in haar positie had gestaan had hij precies hetzelfde gedaan, vandaar dat hij begrijpend knikte.
          "Neem jij het boek mee?" Beschermend trok Dante het boek naar zich toe terwijl hij uitbundig knikte waarna hij het tegen zijn borst aan duwde. ''Ik laat niemand meer dichterbij komen.'' Dit boek zou hij beschermen met zijn leven, hoe dan ook.
          Niet veel later nadat Mae was gevlogen kondigde Deimos aan dat hi ook iemand ging opzoeken. ''Zou je niet eers-'' Dante kon zijn zin niet eens afmaken voordat de specialist zich verontschuldigde en er ook vandoor ging. Wat bezorgd keek hij de jongen na. Moest hij er nu achteraangaan? Misschien wilde de jongen dat wel helemaal niet, maar wat als het wél zijn eigen bloed was? Uiteindelijk koos Dante er toch voor om zich er niet mee te bemoeien, maar hij zag het ook niet echt zitten om hier in zijn eentje te blijven. Na enkele blikken opzij te hebben geworpen – en er zeker van te zijn dat de kust echt veilig was – propte hij het boek in zijn shirt. De contouren van het boek waren prima te zien door zijn kleding heen, maar zolang hij zijn armen gekruist hield en snel richting zijn kamer zou gaan dan bestond er een kans dat hij ongezien het boek kon meekrijgen. Zodoende dat hij dat plan direct uitvoerde.
          Nadat hij zijn plan had uitgevoerd voelde hij echter nog niet de dwang om te gaan slapen, of alleen op zijn kamer te gaan spenderen. Hij had nog lang niet van iedereen de bevestiging dat ze veilig binnen waren en wilde eigenlijk wachten totdat iedereen zijn appjes had beantwoord en dus liep hij even later – zonder boek – terug naar de feestzaal om te kijken of daar misschien nog wat lekkers te halen viel. Hij kon wel een goede afleiding in de vorm van een drankje gebruiken.
          Bij aankomst zag hij tot zijn spijt dat de meeste drankflessen al opgeborgen waren, diep van binnen had hij ook niet anders verwacht. Toch loonde het om even te kijken want een zekere Nevya hield nog een exemplaar in haar handen. Met een grijns liep hij op haar af totdat hij naast haar tot stilstand kwam.
          ''Care to share?'' Vroeg hij met zijn beste puppyogen impressie. ''Heb je de avond een beetje kunnen overleven?'' Vroeg hij vervolgens oprecht. Het alleen-staan-in-de-feestzaal-met-een-fles-drank gaf niet de beste impressie, maar hij hoorde dat liever van haar zelf. Misschien was dit wel haar versie van plezier hebben. Hij was niet degene die andere daarover ging judgen.

    To: Ramsay
    - Scrap that, ik heb nu al spijt 💀

    To: Myk
    - OMG MET WIE
    - VERTEL
    - Ik leef nog ✌️ ben met Mae in de bieb


    Adventurer at heart, but oh how she loved to be home

    Lune Castemont

    She was like the moon – part of her was always hidden away


    DEEL 1 (alvast sorry voor de monsterpost)
    Het voelde vertrouwd.
          Te midden van alle chaos en paniek van vanavond bracht Rush haar vertrouwen en kalmte. Het was de manier waarop zijn hand zacht in die van haar kneep, alsof hij haar woordeloos vertelde dat alles goed zou komen. Het was zijn kalme ademhaling waaraan die van haar zich kon spiegelen. Lune wilde niet weten waar ze zich nu zou bevinden als ze de specialist niet tegen het lijf was gelopen en zelfs toen hij haar mededeelde dat er geen nieuws van buitenaf was, trachtte ze zichzelf te vertellen dat alles goed zou komen.
          En toch kon de blonde fairy het zeurende stemmetje in haar hoofd dat haar vertelde dat Dorian daarbuiten in de bossen was, misschien wel moederziel alleen, niet volledig het zwijgen opleggen. In gedachten verzonken zat ze naast Rush, haar hoofd op zijn borstkas rustend. De specialist had haar al meer nachten door gesleept dan hij zelf waarschijnlijk wist en ze hoopte vurig dat alles bij het ochtendgloren weer goed zou zijn.
          Ze had hem gesmeekt over iets anders te praten dan de chaos buiten, zoals ze elke andere nacht die ze samen spendeerden over van alles en nog wat praatten. De twee versies die ze van de jongen naast haar kende was een verschil van dag en nacht, maar ze was gesteld geraakt op de specialist die ze in de nachten had leren kennen. Nog nooit had ze zich echter zo open en bloot gegeven als deze avond, nu zijzelf het onderwerp van gesprek was geworden.
          “Waarom zou ik liegen?” had ze gevraagd.
          “Omdat je een faerie bent,” luidde zijn zachte antwoord. Zijn woorden verwarden haar en maakten haar onzeker over het beeld dat hij van haar had. Ze wist niet waarom precies, maar voordat ze zichzelf goed en wel kon stoppen vloeiden de woorden als een spraakwaterval over haar lippen. De bekentenissen die ze hem toevertrouwde waren waarheden die ze op de meeste dagen niet eens tegen zichzelf durfde te vertellen. Het was te confronterend om te weten dat ze nooit goed genoeg zou zijn. Niet voor haar eigen ouders. Voor haar broer. Voor haar vrienden. Voor Ramsay. Voor de wereld.
          Toen haar woorden eindelijk waren doodgebloed voelde ze zich kwetsbaarder dan ooit. Onzeker sloeg ze haar blauwe ogen op naar de jongen naast haar, bang voor zijn reactie. Een reactie die uitbleef. Alle moed die ze had gevoeld toen ze de woorden hardop durfde uit te spreken werd aan diggelen geslagen. Zie je wel? treiterde het stemmetje in haar hoofd. Je bent niet goed genoeg. Waarom zou hij zich anders voor je schamen? Nerveus opende Lune haar mond weer, spijt van de dingen die ze zojuist had uitgesproken en van het masker dat ze met een kloppend hart had afgezet.
          “Sorry, i-ik…” Haar stem stierf weg toen ze voelde hoe zijn sterke arm haar lichaam dichter trok. Ademloos voelde ze hoe Rush zijn lippen op haar haren drukte.
          “Ik zie niks om te haten.” Zijn woorden legden zelfs de stem in haar hoofd het zwijgen op. Een warm en ondefinieerbaar, maar aangenaam gevoel verspreidde zich door haar borstkas. Voor het eerst in tijden dwaalden haar gedachten bij het voelen van een paar lippen op haar haren niet af naar haar ex-vriend of wenste ze niet vurig dat de borstkas op wie haar hoofd rustte aan een ander toebehoorde. Op dit moment wilde ze niets liever dan het gevoel dat Rush zijn woorden veroorzaakten voor eeuwig vasthouden. Met bonzend hart had de light fairy een stukje van haar ziel blootgelegd en zijn onomwonden antwoord was dat hij niets zag om te haten. Wat als zijn woorden geen leugen waren?
          Voor het eerst sinds het voelen van zijn lippen durfde ze haar blik weer naar hem op te slaan. Een onwennige glimlach verscheen op haar gezicht. Lune zocht naar woorden, maar waar ze die zojuist nog gemakkelijk had kunnen vinden, kon ze het dankbare gevoel van nu niet onder woorden brengen. Het was niets nieuws dat zijn armen haar op haar gemak lieten voelen, of veilig. Rush was al vaker een toevluchtsoord geweest wanneer haar eigen hoofd met haar speelde. Maar voor het eerst bezorgde hij haar het gevoel alsof ze daadwerkelijk genoeg was en ze dacht niet dat de jongen wist hoeveel dit voor haar betekende. Uiteindelijk was hij het die de stilte tussen hen verbrak.
          “Wat je net zei zijn de eerlijkste woorden die ik ooit van een faerie heb gehoord, of van iemand anders.” Stil luisterde de blondine naar Rush. Zijn stilzwijgen dat ze zojuist nog zo had gevreesd was nu overduidelijk verbroken en waar ze niet zeker had geweten of haar woorden hem überhaupt hadden geïnteresseerd, maakte hij nu korte metten met die twijfels: het leek hem wel degelijk te kunnen schelen, want hij reageerde op elk kleinste detail dat ze zojuist over hem had uitgestort.
          “Maar fuck die vrienden. En je vader. En Dorian heeft gewoon te hoge eigen. Dat weet iedereen.” Lune slikte moeizaam. “En ik heb geen idee waar Gia mee bezig is, maar Ramsay… Hij is manipulatief, simpel en gemeen. Hij verdient het nog niet eens om je met één vinger aan te raken.” Ze beet op haar lip. Het voelde vreemd hem over Rams te horen praten. Het was niet alsof ze hem ooit als verboden onderwerp hadden bestempeld, maar het was alsof er een stilzwijgende afspraak was ontstaan om het niet over hem te hebben onder de rustgevende sterrenhemel. Tot nu, blijkbaar.
          “Ik heb nog nooit een oprecht woord uit zijn mond gehoord en het erge is hij weet precies waar hij mee bezig is. Hij bespeelt iedereen. Het is jouw schuld niet. Waarom zouden anders zoveel meisjes met hem weglopen, terwijl hij er geen met respect behandelt. En hoe ga je zoveel vreemd?! Dat ligt niet aan jou.” Ze voelde hoe Rush in haar hand kneep, maar kneep niet terug. Als versteend zat ze daar, niet in staat om op zijn woorden te reageren, terwijl de specialist nog niet klaar was om haar ex-vriend volledig af te branden, zelfs al wendde hij zijn blik van haar af. “Je moet gek zijn om op jou vreemd te gaan. En dat is hij denk ik ook. Misschien hebben z’n ouders hem op zijn kop laten vallen als kind. Of z’n zus of zo. Maar je spoort niet als je dit jou allemaal aandoet…” Lune hield haar adem in toen ze hoorde hoe hij haar woorden traag herhaalde: “Jij niet goed genoeg voor hem… Hij is degene die nooit goed genoeg is voor jou en dat kan hij ook nooit worden.”
          Rush zijn woorden waren als een dolk in haar hart. Als de wond die Ramsay keer op keer had achtergelaten al enigszins was geheeld, etterend en wel, dan was deze nu weer volledig opengereten. De trend van de woorden die de specialist zojuist over zijn lippen had laten storten had ze al meermaals aan mogen horen. Van Mae. Zeker van Nev. Maar nooit van Rush. Een brok was in haar keel gekropen, want op sommige momenten was het alsof iedereen iets zag wat zij niet leek te kunnen zien, terwijl zij er heilig van overtuigd was dat het andersom was. Was ze dan oprecht helemaal gek geworden? Maar ze wilde hun woorden simpelweg niet geloven, want Lune dacht niet dat ze de harde waarheid dat Ramsay nooit om haar had gegeven ooit nog te boven zou komen.
          “N-nee,” protesteerde ze dan ook zwakjes; bleek. “Ik bedoel… Ik snap hoe het lijkt, maar… zo zit het niet. Je kent hem niet zoals ik hem ken.” Haar stem was nauwelijks luider dan een fluistering. “We hadden goede momenten. Hij heeft goede momenten, maar door mijn stomme fout…” Ze sprak niet verder en sloeg slikkend haar blik neer. Enerzijds omdat ze haar stem voelde trillen en het laatste wat ze wilde was huilen om haar ex voor Rush zijn ogen. Anderzijds omdat ze haar woorden niet met voldoende overtuigingskracht kon brengen. De twijfel die de specialist met zijn woorden had gezaaid maakten haar onzeker. Want wat als Ramsay haar daadwerkelijk al die tijd had gemanipuleerd? Nooit om haar had gegeven en haar slechts zag als zijn naïefste, loyale verovering bij wie hij toch niets kon misdoen?
          “En ik ben niet bij je voor je lichaam… als je dat soms dacht,” vergrootte Rush de twijfel die hij had aangewakkerd woord voor woord. Hun blikken vonden elkaar. De emotie puur en rauw; de wereld om hen heen vergeten. Lune kon zijn blik niet loslaten, maar had het gevoel alsof ze genadeloos in zijn ogen verdronk. Voor heel even leek alles zo helder als de felste ster aan de hemel. Wat als ze zich al die tijd zo krampachtig had vastgeklampt aan een jongen die niets om haar gaf, wanhopig snakkend naar een toekomst die nooit zou komen, dat ze volledig blind was geweest voor iemand die er al die tijd voor haar was geweest? Haar door de donkerste, eindeloos lijkende nachten had weten te slepen? Haar ]genoeg vond?
          “Het spijt me dat ik je negeerde. Eerder vanavond.” Lune haar hart klopte in haar keel en haar mond voelde droog aan. “Het is… ik… het spijt me.” Het leek allemaal ineens zo glashelder, zo overduidelijk. De specialisten en fairies die de ziekenzaal in kwamen gingen volledig langs haar heen. Haar blauwe ogen waren verlangend afgedwaald naar Rush zijn lippen en waar ze de woorden niet kon vinden om hem te bedanken voor alles wat hij haar zojuist had verteld, wist ze dat ze het hem woordeloos kon laten merken zodra ze de afstand tussen hun lippen zou overbruggen. Het zou alles duidelijk maken. Het zou…




    • hospital wing w/ Rush • Outfit








    She's imperfect but she tries

    Lune Castemont

    She was like the moon – part of her was always hidden away


    DEEL 2
    “Ik kan faeries niet vertrouwen.” Met een ruk schoot haar blik omhoog. Zijn woorden voelden aan alsof hij haar zojuist recht in haar gezicht had geslagen. Natuurlijk. Een beschaamd gevoel maakte zich van haar meester en het bloed steeg naar haar wangen. Natuurlijk. Hoe had ze kunnen denken dat Rush haar op die manier zag? Ze hoorde in haar achterhoofd Rainns honende stem; zijn ijskoude constatering dat ze haar hart en ziel zonder aarzeling weggaf aan eender welke jongen die haar ook maar een kruimel van affectie gaf. Ze had zich laten meeslepen. Ze had heel haar toekomst met Rush voor zich gezien, terwijl hij haar niet eens kon uitstaan. Haar niet eens zag staan…
          “Ik weet dat je daar niks aan hebt, maar dat is de waarheid.” Lune knipperde met haar ogen. Alle hoop die zojuist aan diggelen was geslagen probeerde ze krampachtig weer bijeen te vegen. Voorzichtig drukte ze zichzelf wat van hem af en met een behoedzame blik in haar ogen bestudeerde ze de specialist. Hij keek niet naar haar, maar hoewel ze dat gewend moest zijn van hem, voelde het dit keer anders. Het was haast alsof het dit keer geen kwestie van niet willen was, maar een reden had die dieper lag. Voor het eerst leek Rush… net zo kwetsbaar als zij zich momenteel voelde.
          “Hee,” klonk haar stem zacht, waarbij ze haar vingers vederlicht op zijn wang liet rusten om zijn hoofd voorzichtig weer haar kant op te kunnen draaien, zodat hun blikken elkaar weer konden vinden.
          “Het is oké.” Ze probeerde de emoties die ze zojuist zelf had gevoeld opzij te zetten en schonk hem een bemoedigende glimlach, waarbij ze de brok in haar keel weg probeerde te slikken. Terwijl ze zorgvuldig naar woorden zocht liet ze haar hand weer zakken, al vond deze geruisloos zijn hand. Als vanzelf verstrengelde haar vingers zich weer met die van hem en ze gaf er een zacht kneepje in.
          “Wil je het erover hebben?” vroeg ze voorzichtig. Ze kauwde op de binnenkant van haar wang en vervloekte zichzelf direct. Natuurlijk wilde hij dat niet: ze was een fairy. “Sorry ik… ik wil je nergens toe dwingen,” verzekerde ze hem snel.       “Maar weet dat ik… dat wat je zegt tussen ons blijft.”
          Ze wendde haar blik kort af naar hun verstrengelde handen en ze voelde zich verloren. Het liefst wilde ze hem bestoken met vragen. Wilde ze hem ervan overtuigen dat ze te vertrouwen was. Maar ze wist dat ze het niet kon. Als ze zichzelf al niet kon vertrouwen, hoe zou ze hem er dan van kunnen overtuigen? En toch knaagde zijn woorden aan haar en voelde ze een brandend verlangen om hem gerust te stellen. Het liefst had de blondine hem een knuffel willen geven, maar ze deed het niet. Ze was immers een fairy. Aarzelend sloeg ze haar blik naar hem op.
          “Hee Rush?” vroeg ze voorzichtig. “Ik weet niet wat of wie ooit je vertrouwen heeft beschaamd, maar… dat spijt me, oké?” Ze slikte. “Ik zou willen dat ik dat kon veranderen. Dat ik mezelf kan veranderen en die pijn kan wegnemen en… je het vertrouwen kan geven dat ik je nooit pijn zou willen doen. En ik weet dat je daar ook niets aan hebt, maar dat is óók de waarheid,” herhaalde ze zijn eigen woorden. Onzeker beet ze op haar lip, alvorens ze zachtjes verder sprak.
          “En ik weet dat vertrouwen fragiel is en dat het eenmaal kapot nooit meer hetzelfde is.” Ze wist het maar al te goed. “Ik kan mannen niet vertrouwen,” sprak ze stilletjes. Niet na Ramsay. Na zijn leugens en bedrog. “Maar wat je zojuist allemaal zei… ik weet niet waarom, maar het gaf me hoop. Dat niet elke man hetzelfde is.”
          Ze schonk de specialist een waterige glimlach; kwetsbaar en aarzelend bij de volgende woorden die ze sprak. “Misschien wel hoop dat we elkaar ooit kunnen helpen in te zien dat niet elke man of fairy slecht is.” Haar toon was zacht en enkel voor zijn oren bestemd. “En misschien is dat niet vandaag, of morgen. Maar ooit. Ik heb alle tijd van de wereld.”
          Met die woorden zweeg de light fairy. Lune wist dat ze Rush nergens toe kon dwingen en misschien maakte ze hiermee een fout die ze zichzelf nooit kon vergeven, maar daar was het nu te laat voor. Misschien was het voor het eerst een fout die ze maakte, waar ze geen spijt van had. Lang de tijd om na te denken en in het moment van hier en nu te blijven, bij Rush, had ze echter niet.
          Het geluid van haar mobiel klonk plotseling luid.
          Lune haar blik werd naar haar tasje gezogen en opeens was alle ruis van de wereld terug. Niet langer stond de tijd stil. Al het tijdbesef was terug. Niemand belde haar ooit. Niemand op haar broer na. Do
          “Fuck. Do,” prevelde ze met bevende stem tegen Rush. Met trillende handen grabbelde ze in haar tasje, een paniekerige poging ondernemend om het onding eruit te krijgen. Hij ging te lang over. Ze moest op tijd zijn. Zijn stem horen. Horen dat hij veilig was. Dat hij leefde. Toen ze haar mobiel eindelijk bemachtigde wist ze niet hoe snel ze deze aan haar oor moest brengen.
          “Do,” sprak ze ademloos.
          “Hey.” Haar hart zakte in haar schoenen. Dit was niet de stem van haar broer. Alle kleur die haar wangen eerder nog hadden gehad, verdween uit haar gezicht. Ramsay.
          “Rams,” antwoordde ze zacht, na een korte stilte.
          “Kan ik je zien?”
          Alle vrede en kalmte die ze naast Rush had gevoeld was in één klap verdwenen. Een storm aan emoties raasde door haar lichaam en vochten om gevoeld te worden. Het leek alsof alle lucht uit haar longen werd geperst en er alleen nog maar ruimte was om alles wat op haar af werd gegooid lijdzaam te ondergaan. Do was niet veilig. Rams leefde. Hij belde haar. Hij gaf om haar. Een jongen die manipulatief, simpel en gemeen was zou haar nu niet bellen. Dit was niet het moment om spelletjes te spelen. De emotie in zijn stem was echt. Hij gaf om haar.
          Ramsay leefde. Do was niet veilig.
          Do was niet veilig. Alle alarmbellen gingen af.
          Nu pas drong het besef door dat de stem van de jongen aan de andere kant van de lijn klonk alsof hij niet aan hem toebehoorde. Hij klonk mat en moegestreden. Verslagen. Ramsay klonk alsof hij elk moment zijn woorden kon vervolgen met het spijt me, maar ik kon hem niet helpen.
          “Ja, maar…” probeerde ze te antwoorden. Haar stem trilde en tranen vulden haar ogen zonder dat ze hier zelf controle over had. Als er slecht nieuws was dan moest ze het nu weten. Niet over een paar minuten. Nu.
          “Wat is er aan de hand? Waar is Do? Ley? Ies? Ze zijn oké… toch?” stootte ze nerveus uit zonder door te hebben dat ze in de tussentijd in paniek Rush zijn hand fijnkneep. Haar blauwe ogen blikten angstig in de ogen van de specialist naast haar, terwijl ze met een brok in haar keel tegen de jongen aan de andere kant van de lijn sprak.
          “Ben jij oké? Zeg alsjeblieft iets.”





    • hospital wing w/ Rush • Outfit







    She's imperfect but she tries

    Bruno Castillo

    I like to finish what you think you started


    Vlinders zouden inmiddels door de buik van de blonde Myka moeten dartelen. Ze had aan zijn lippen gehangen zoals alleen meisjes die hij net ontmoette dat konden doen. God, wat voelde het goed. Niet alleen om als reddende engel Alfea uit de brand te helpen, maar ook om nu alweer zo’n goede eerste indruk te hebben gemaakt op deze dame. Geïntegreerd had Myka gevraagd of hij nooit verwondingen had. Geduldig en vriendelijk glimlachte Bruno. Het was wennen voor haar. Ze zat op een school met stuntelaars zoals Xavier, natuurlijk zou het wat tijd kosten om te beseffen dat er ook mannen zoals hijzelf bestonden. Maar Myka haar laagdrempelige beeld van het mannelijk geslacht zal snel door hem worden opgekrikt. Een paar daagjes met de blonde schone doorbrengen en ze zou weten hoe de vork in de steel steekt.
          Myka haar smalle hand reikte uit naar zijn arm. Ze wilde waarschijnlijk zijn spieren voelen. Geen probleem, dat verzoek kreeg hij wel vaker. “Even testen of je wel echt bent,” zei ze plagerig. Bruno lachte. Oké die was nieuw. Zachtjes kneep het meisje in zijn bovenarm, waarop Bruno vlug zijn gespierde arm flexte.
    “Je klinkt haast te mooi om waar te zijn.” ging ze verder.
    “Zeg, Myka, jij moet wel een van de intelligentste vrouwen van de school zijn.” merkte Bruno op. “Je maakt de hele nacht al zulke correcte opmerkingen.”
          De wangen van het meisje kleurden lichtroze. Bruno voelde de sterke drang om in ze te knijpen, maar hield zijn handen thuis. “Oh, het is fijn om te horen dat je hier blijft, mocht er weer iets gebeuren… Als je nog een tourguide nodig hebben om alle beste plekjes van de school te laten zien,” zei ze en ze gebaarde naar zichzelf. “dan bied ik mij met alle liefde volledig aan. Dat is het minste wat ik voor je kan doen.”
    “Dat is een aanbod dat ik niet zal afslaan.” verzekerde Bruno haar.
    Myka sloeg zijn aanbod om een bezoekje aan de ziekenzaal te brengen daarentegen wel af. Ze schudde haar hoofd en haar blonde haren dansten om haar heen. “Nee, ze zullen het al wel druk genoeg hebben…” zei ze aarzelend. “Als ik het nu koel met wat ijs komt het wel goed denk ik.” 
    Bruno knikte instemmend. Hij wilde haar niet aanzetten tot dingen die ze niet wilde doen, bovendien zou ze ook morgenochtend iemand naar haar enkel kunnen laten kijken.
    “Ik heb nog wel wat kleding in mijn kast liggen die je zou passen,” vervolgde ze en Bruno voelde haar ogen over zijn lichaam heen glijden. “Als ik zo kijk, dan moet er wel iets tussen zitten dat past.”
    Hij fronste. “Is dat zo?” vroeg hij nieuwsgierig. “Was jij tot voorkort ook een 1.86 meter lange specialist voordat je veranderde in deze sprookjesprinses?”
          Eenmaal Bruno overeind was gekomen, kwam hij terug op de foto die Myka eerder van hem had gemaakt. Waarschijnlijk was het licht inval en zijn houding niet optimaal geweest. Dat was natuurlijk zonde; hij wilde zichzelf van zijn beste kant laten zien voor de dames die zich tot Myka haar vriendinnen konden rekenen.
    Het was duidelijk dat de blondine zich betrapt voelde; haar wangen kleurden opnieuw rood. “Alleen voor vriendinnen!” beloofde ze hem snel. “Ik had gezegd dat een Red Fountain specialist zo lief was om mij te helpen en ze waren nieuwsgierig…”
    Gevleid glimlachte Bruno. “Maak je geen zorgen. Het is niet de eerste keer dat dit gebeurd.” legde hij aan haar uit. “Bovendien, hoe zou ik ooit boos kunnen worden op zo’n lief en slim meisje zoals jij.”
    Bruno deed een stap naar achteren en rechtte zijn rug. Hij wist precies waar hij mee bezig was. Het licht in de hal had hij allang in zich opgenomen; het was kinderspel om hier een goede foto van zichzelf te laten maken. Hij liftte zijn kin, bracht zijn hoofd iets schuin, flexte zijn spieren en veranderde een paar keer van houding. Knipoogje hier, glimlachje daar, links, rechts. Als hij geen specialist zou zijn, dan was hij model geworden.
          De tevreden glimlach op Myka haar gezicht liet hem weten dat ze een geschikt beeld had geschoten. Het meisje richtte zich op haar telefoon en ook Bruno pakte zijn eigen mobiel erbij. Geen berichten. Lichtelijk teleurgesteld stak hij zijn apparaat weer terug in zijn zak. Waarom had zijn vader nog niet terug geappt? Hij had nog zo trots laten weten naar Alfea te gaan voor een gevecht. Dat was inmiddels al uren geleden. Waar bleef de blijk van waardering?
          Myka kwam overeind en de drang om het meisje te ondersteunen was voldoende om zijn vader voor even te vergeten. Het meisje leunde op de stoelleuning en Bruno wilde het voorwerp maar wat graag vervangen met zichzelf. “Kom je mee naar mijn kamer? Dan kan ik je wat droge kleding geven. Misschien dat je niet verwond raakt, maar ik wil niet de kans lopen dat je de verkouden wordt in die natte kleding van je.” stelde ze voor. “Je mag ook gebruik maken van mijn douche als je wilt… En heb je voor vanavond al een plek om te slapen? Je mag wel in mijn bed slapen als er nog niks is? Ik kan wel bij een van mijn vriendinnen slapen.”
          “Ik ben zo blij dat je me hebt neergehaald in het bos, Myka Montarac,” zei Bruno gemeend. “Ik heb geen idee waar ik hoor te slapen vanavond, maar het is fijn om te weten dat ik in ieder geval een plekje heb bij jou.” Opnieuw pakte Bruno Myka haar hand vast. “Als ik mee ga, beloof jij me dan dat je morgen naar je enkel laat kijken?” Vroeg hij. Bruno liet haar hand los en hield zijn pink in de lucht. “Pinky promise?
    Na de belofte om een langs de ziekenzaal te gaan, hurkte Bruno naast Myka neer zodat het meisje op zijn rug kon klauteren. “En ik ga je niet de hele school door laten hobbelen met je verzwakte enkel.” liet hij haar weten. Toen het meisje zichzelf op zijn rug had gepositioneerd stond Bruno weer op. “Zeg het maar, links, rechts, rechtdoor!” Vroeg hij de knappe dame op zijn rug om de weg. “En terwijl je mij de weg wijst, vertel me dan vooral alles over de school.” Gooide Bruno zijn hengel uit naar informatie over de leerlingen van Alfea. “Onze klasgenoten enzo. Wie moet je kennen? Wie wil je te vriend houden en wie niet?” Hij wilde zijn vraag zo open mogelijk stellen, maar eigenlijk was hij slechts op zoek naar informatie over één specifieke fuckboy.


    @ inside w/ Myka









    [ bericht aangepast op 25 maart 2022 - 12:56 ]

    Phyre Falconsky
    "Some woman fear the fire, some woman simply become it."

    21 • Fire Fairy • Modernist • Somewhere w/ Reilly
    Waar ze eerder nog medelijden en oprechte zorgen voor haar lieftallige ex voelde, was dat nu compleet verdampt tot slechts een brandende woede. De beelden op haar netvlies tijdelijk verdrongen voor wat anders; de machteloosheid op het gezicht van Mae, onder andere. Gelijktijdig werd de vuurfee lichtelijk verteerd door het toenemende schuldgevoel. Ieder ander had ze allang een keer kennis laten maken met de vurige hitte dat door haar aderen heen stroomt. Hetgeen in vlammen tot leven wist te komen zodra Phyre haar krachten liet vieren, maar nu was dat onmogelijk. Voor haar stond Reilly, haar ex, iemand die met zijn gave niet alleen de lichamelijk zuurstof wist te doen verdwijnen als hij dat wilde, maar ook dat van haar kracht. Phyre kon alleen maar hopen dat Mae en Dante het haar niet kwalijk gingen nemen — dat ze er begrip voor hadden in het waarom ze niets kon doen om Reilly te stoppen. Waarom ze zichzelf gedwongen had om weg te kijken, wetende dat dit de strakke teugels op haar krachten alleen maar zou doen laten knappen als ze zou blijven toekijken. Iets wat Alfea niet kon gebruiken als de vuurfee haar gaven losliet.
          ”Ja, ja… Ik weet het, ik ben een eikel. Kom eens met een nieuwe belediging lieverd,” brengt Reilly uit zodra Phyre hem gevonden heeft. Afschuw tekent zich miniem af op haar gelaat als hij verder spreekt. Ze kon niet geloven dat hij oprecht van mening was dat ze een straf als deze verdiend hadden, maar tegelijkertijd het was Reilly. . . Een paar jaar geleden was ze niet voor niets voor deze jongen gevallen, toch?
          “Je liet haar stikken. Dat was heus niet nodig geweest. Ik geloof dat je hint namelijk zo ook wel duidelijk werd toen je hun boeken afpakte.” zegt Phyre, de ontevredenheid duidelijk hoorbaar in haar stem, terwijl de luchtfee de brunette alweer bij de arm had beetgepakt om haar door de gangen heen te trekken. Op een dag ging ze hem hier nog een knal voor verkopen. De tuigjes bewaarde hij maar voor andere, zoals hij dat eerder zo ‘lieflijk’ gezegd had. De verleiding was groots om de worsteling die Phyre van binnen ervaarde los te laten — om haar vlammen over zijn huid heen te laten likken, gewoon omdat ze hem eens op haar manier wilde straffen. Precies zoals hij dat eerder bij Mae en Dante ook had gedaan.
          Eenmaal bij een verlaten hal aangekomen laat Reilly haar weer los, waarop Phyre zichzelf vrijwel direct schrap zet — haar vuisten lichtjes gebald. Echter, de ruimte om bij haar ex vandaan te stappen is er niet daar de jongen haar resoluut tussen zijn lichaam en de muur in weet te klemmen. Om een reeks verwensingen tegen te gaan, slikt Phyre slechts een keer. Het vuur echter smeulend in haar poelen als ze naar het nog altijd knappe gezicht van de jongen kijkt. “Je hebt geluk dat je mijn vriendinnetje bent geweest en je maar een kleine regel hebt verbroken. Anders had je hetzelfde lot ondergaan als je feeënvriendjes,” spreekt Reilly, waarbij hij schaamteloos een losse pluk van Phyre’s haar uit haar gezicht strookt. “Oh Phytje toch, wat moet ik met jou… Je werkt me altijd tegen.”
          Met opeengeklemde kaken heeft Phyre haar kin iets op, een simpel teken van de rebelse trekken binnenin haar karakter. Ze deinst niet terug voor zijn aanrakingen, welke voorheen zo vertrouwt hadden aangevoeld. Desondanks voelt ze haar hartslag versnellen, wetende dat Reilly nog altijd niet genadeloos is, ondanks dat ze zijn vriendin in het verleden is geweest.
          “Dat was precies hetgeen wat je zo leuk vond, toch? Maar als je niets weet, laat me dan gewoon gaan. Ik heb andere dingen te doen,” reageert Phyre zacht, doch duidelijk verstaanbaar. De lichte vibratie in haar stem verraadt dat ze nog altijd onder de indruk van hem is, al helemaal nu hij boven haar uit torende en haar gevangen hield tegen de muur. Op een ander moment had ze wellicht veel meer raad geweten. Wat het exact is geweest dat Reilly zo aangetrokken tot haar had weet ze eveneens niet. Hetgeen Phyre nu ook niet meer wil weten omdat het tussen hen in niets meer veranderen zal.
          Als je me écht zou haten, zouden we niet in het hier en nu samen zijn, toch?
          Kortstondig gleden zijn woorden van eerder door haar hoofd heen. Kon ze hem maar haten, ja, dan had ze hier inderdaad nu niet met hem gestaan — vechtend tegen het ongecontroleerde verlangen hem eens in vuur en vlam te zetten, letterlijk. De zwakte die hij bij haar had ontketend had was veel te oneerlijk te noemen, tevens een van de redenen waarom ze nooit volledig tegen hem in was gegaan. Slechts enkel zijn grenzen steeds een beetje opgezocht.
          ”Jij mag morgenochtend alle vuilnis van het feestje opruimen, in je eentje. Geen gebruik van magie. De hele feestzaal moet spik en span zijn. Hopelijk zal dat je ervan weerhouden om nog een keer regels te breken. Heb je dat goed begrepen? Morgenochtend, om negen uur ‘s ochtends. Je mag je bij mij melden.”
          W-wat zeg je? Waar slaat dat op? Alleen maar omdat ik niet volledig in de zaal aanwezig was?” hoort Phyre haarzelf vrijwel meteen uit brengen nadat Reilly haar een volgens hem gepaste straf heeft weten op te leggen.nEn waarom? Enkel en alleen omdat de vuurfee een plekje voor haarzelf had gezocht om alles gade te slaan. Om de rust in haar zelf te bewaren, wetende dat wanneer haar emoties wankel werden haar krachten dat ook deden. Misschien had ze daarbij met een klein stapje de regels overtreden, maar wat dan nog? Tevens voelde ze de moed in haar schoenen zakken. De straf een die puur is gemaakt om haar te pesten. Als ze morgen werkelijk alles op moest ruimen in haar eentje én zonder gebruik te maken van haar vlammen, dan was ze de hele godganselijke ochtend bezig — als het niet langer is.
          ”Er komt een dag dat ik je serieus echt ga haten,” klinkt het scherp, doelend om een steek uit te delen, al weet Phyre dondersgoed dat Reilly daar geen ene zier om geeft. Echter, voor ze verder nog een nieuwe lading aan vinnige woorden kan laten horen, doorbreekt geroezemoes hun gesprek. Nu Reilly enkele stappen bij haar vandaan heeft gezet, en de brunette zo weer de vrijheid heeft om te gaan en staan waar ze wil staan, drukt Phyre zichzelf van de muur af om te kijken wat er gaande is. Haar hart bonst sneller als ze de specialisten terug ziet komen, waarbij haar blik over de menigte schiet — zoekende naar de enige die er op dit moment toe doet.
          ”Eindelijk,”mompelt Phyre zacht, terwijl Reilly verder spreekt; zijn ongenoegen uitsprekend over de Red Fountain-specialisten die er klaarblijkelijk ook bij zijn gehaald. “Wie zegt dat je moeder hen om hulp heeft gevraagd? Misschien hebben ze zelf iets gehoord en zijn ze komen kijken,” kaatst ze hem toe, waarbij ze haar armen over elkaar heen vouwt, pogend haar kolkende emoties onder controle te blijven houden. Vervolgens gritst ze haar telefoon uit haar broekzak. Een andere poging om haarzelf af te leiden van alles wat er door haar heen gaat is door het versturen van enkele berichtjes.

          TO: Deimos.
          Ben je binnen? Alles oke? Laat me iets weten, alsjeblieft?

          TO: Leyley.
          Waar ben je, spruit? Ik heb al veel te lang niks van je gehoord. You oké?




    [ bericht aangepast op 25 maart 2022 - 13:40 ]


    'Three words, large enough to tip the world; I remember you.'

    DORIAN SOLIS CASTEMONT
    give it to your brother, your brother's stronger
    see if he can hang on a little longer
    twentytwo • fourth year • specialist • modernist • anthem • in mae's room • with mae

    Gedachten trokken als een waas door zijn hoofd, allemaal gefocust op slechts één persoon: Lune. Waarom had ze niet gewoon binnen kunnen blijven? Waarom moest ze naar buiten gaan, als ze wist dat het daar niet veilig was? Hij wilde niet dat ze voor hem naar buiten was gegaan, kon het idee niet verkroppen, want indirect zou dat betekenen dat hij zijn schuld was als er iets met haar gebeurde. Iets wat hij zichzelf nooit of te nimmer zou kunnen vergeven. Iets wat hun ouders hem nooit zouden weergeven. Van jongs af aan was hem al duidelijk gemaakt dat het zijn taak was om op zijn zusje te passen. Zijn zusje die destijds nog klein was, toen die woorden hem voor het eerst verteld werden, maar ondertussen niet meer zo klein was. Het nam niet weg dat hij nog steeds niet wilde dat haar iets zou overkomen. Het was volkomen onmogelijk dat haar nooit iets zou gebeuren, want dat was eenmaal hoe de wereld in elkaar stak, maar dit was iets wat hij wél kon voorkomen. Beelden van een Burned Ones die de blondine aanvielen flitsten door zijn hoofd, elkaar steeds sneller opvolgend. Ondanks dat hij het nog niet met zijn ogen had gezien, sloeg zijn fantasie compleet op hol, een beeld dat hij voorlopig niet van zijn netvlies zou kunnen krijgen, wat voor afleiding hij zichzelf ook zou proberen te geven. Lune, onder de schrammen, blauwe plekken en andere verwondingen. Lune, opengereten door de akelige klauwen van de Burned Ones. Lune, geïnfecteerd door een Burned One, hij die haar uit haar lijden moest verlaten. Ze zag er zo kwetsbaar uit naast die monsters. Klein, fragiel en breekbaar. En tegelijk frustreerde het Dorian dat hij zo over haar dacht, want ze was veel meer dan dat en verdiende de absolute wereld, meer dan dat zelfs.
          Maar, ze wilde hem niet naar buiten laten. Rothberg leek te denken dat hij een grapje maakte. Alsof hij hier ooit een grapje over zou maken. Niet over de veiligheid van Lune. Als de docenten hem niet naar buiten wilden laten, dan zou hij zijn eigen weg wel vinden, desnoods van het dak af naar beneden. Dat was mogelijk. Zolang hij maar gewoon buiten kwam, in het bos, bij Lune. Frantisch rende hij door de gangen, sneller dan zijn benen op het moment aan konden, maar dit was niet een moment om te rusten, niet totdat hij Lune had gezien. Alle eerste deuren waren op slot. Zijn gevloek en getier werd met de seconde luider, meer scheldwoorden gebruikend dan hij de afgelopen eenentwintig jaar van zijn leven had gedaan. Als de deuren niet open wilden, dan moest hij er maar een open breken, met bruut geweld als het nodig was. Hij had spijt dat hij zijn telefoon achter had gelaten in een van de gangen, hij wist niet eens meer welke. Hij wilde zijn beste vriend opnieuw bellen. Hij wilde niet iemand anders mee naar buiten nemen, als er dan iets met diegene zou gebeuren dan was dat ook door zijn toedoen, maar hij kon het ook niet aan om in zijn eentje Lune’s lichaam te vinden. Hij zou het bos niet meer kunnen verlaten. Zijn hart bonkte sneller en sneller en sneller. Ruis in zijn oren. God, hij moest zijn telefoon hebben om iemand te bellen. Hij had iemands stem nodig om hem te vertellen dat het wel goed zou komen.
          ”Do! Do! Dorian!” Mae’s vertrouwde stem echoëde door de gang.
          Dorian keek niet op. Hij wist niet zeker of het haar echt was, of dat zijn hoofd psychologische spelletjes met hem aan het spelen was. Verwoed bleef hij aan de deurknop trekken, ramde er tegen aan met zijn al beurse schouder. De deur bleef dicht, rammelde slechts in het slot. “Godverdomme,” vloekte hij. Met zijn voet gaf hij een harde trap tegen de deur. Het hout versplinterde onder de impact. Oké, ja, dit ging werken. Nog een paar trappen, zijn schouder er tegen aan, en hij zou buiten staan, en dan kon hij –
          ”Do?” klonk Mae’s stem opnieuw, dichterbij dit keer. “Wat ben je aan het doen?” Ze legde een hand op zijn schouder en trok hem weg. Verward keek hij haar aan toen ze haarzelf tussen hem en de deur in plaatste, alsof hij er nog altijd niet zeker van was dat ze voor hem stond. Dorian stond op het punt om te protesteren, om zijn lieve ex voorzichtig aan de kant te duwen, toen hij plots de warme van haar armen om hem voelde. “Blijf je binnen? Bij mij?” vroeg ze hem met een kleine stem. Haar grote, blauwe ogen keken hem smekend aan. Ogen waar hij nog altijd moeite mee had om ‘nee’ te zeggen, überhaupt moeite mee had om ‘nee’ tegen te zeggen, ook als ze hem niet op de manier aankeek.
          ”Lune,” mompelde hij zwakjes. “Ik kan niet…”
          Mae liet hem los. De kwetsbare blik in haar ogen maakte plaats voor woede. “Je wilt in deze staat naar buiten gaan? En wat dan? Nog meer verwondingen oplopen? Of erger? Heb je enig idee wat dat met al je vrienden en familie zou doen? Wat dat met mij zou doen?” Voor hij een woord van protest kon toevoegen verdween de deur naar buiten achter een laag steen. Verdomme, Mae. Snapte ze niet dat hij naar buiten moest?
          ”Deze verwondingen zijn niks, Mae,” zuchtte hij. “Ik kan nog staan, lopen, rennen. Ik kan prima nog naar buiten. Waarom wil niemand mij naar buiten laten gaan?” Zijn stem klonk luider dan hoe hij deze ooit tegen Mae gebruikt had. Waarom kon niemand het snappen? Alsof ze zelf niet net zo zouden zijn als het hun broertje of zusje was die zich nu nog buiten bevond. Hij kende de blik in haar ogen echter maar al te goed. Mae was soms te lief voor de wereld, maar kon ook een kleine, koppige dondersteen zijn. Als ze deze muur onder steen had laten verdwenen, dan kon ze dat ook met andere deuren doen. En hij wist dat ze dat zou doen ook. Misschien moest hij haar vluchtig naar zijn wonden laten kijken en kon hij er daarna vandoor gaan. Via haar raam naar buiten als ze in haar badkamer was. Ja... dat moest werken. Hij liet zich gedwee door haar meevoeren. Bij elk raam en bij elke deur kost het grote moeite om zijn arm niet uit haar hand te rukken, om er vandoor te gaan. Het wachten maakte hem onrustig dan hij al was. Zijn vingers roffelden tegen zijn bovenbeen, zijn blik ging schichtig om zich heen, in de hoop toch Lune nog ergens te spotten, maar zonder veel geluk. Verdomme, Lune. De rest van de hectiek merkte hij nauwelijks op.
          Voor Dorian het goed en wel doorhad kwamen ze al aan bij Mae’s kamer. Het was vreemd hier weer te zijn. Voor hun break-up had hij er vele uren gespendeerd, na de breuk niet veel meer, ondanks dat hij en Mae nog altijd goed met elkaar om gingen. Enkele lange seconden keek hij naar haar bed. Zijn uniform was nat van de regen en zweet en zat onder bloed en modder. Op Mae’s perfecte opgemaakte bed was geen vuiltje te vinden. “Maar…” Dorian gebaarde naar zijn vieze kleding en maakte aanstalten om op de grond te gaan zitten, maar verplaatste uiteindelijk toch naar bed het bed bij het zien van de blik op Mae’s gezicht. Het was onwennig om plots op iets zachts te zitten, iets wat een wereld ver weg leek na de uren buiten, en tegelijkertijd zo vertrouwd, want het was Mae’s bed. “Ik vervang straks je lakens wel,” murmelde hij. Zwijgzaam stond hij toe dat Mae allerlei zalfjes op zijn lichaam smeerde. Hij bestudeerde haar gezicht, zoals hij in het verleden zo vaak had gedaan, en hoe langer hij keek, hoe meer spijt hij had van hun break-up. Hij miste haar.
          ”Ik haat je…” zei ze zachtjes, waarop hij begrijpend knikte. Hij kon zelf niet veel anders denken, niet als hij haar zo zag zitten met tranen in haar ogen. “Waarom blijf je altijd als laatste weg? Laat je niets van je horen… Anderen appten wel.”
          Het was niet iets waar hij het vaak met mensen over had, waarom hij als laatste buiten wilde blijven. Hij had vaker van mensen gehoord dat hij niet zo’n held moest spelen. Dat was ook niet wat hij wilde. Hij bleef als een van de laatsten buiten omdat dat het juiste was om te doen, zeker nu hij een van de oudere studenten was. “Ik kan niet binnen zijn als ik weet dat er buiten nog mensen zijn,” sprak hij zachtjes. “Het is niet… oké. Iemand moet een van de laatste zijn, waarom niet ik? Als ik zo mensen kan helpen? En liever dat –” Dorian kapte zijn woorden af. Liever dat hij zelf gewond raakte dan iemand anders, maar dat kon hij haar niet vertellen. Hij vertrouwde haar volledig en het was niet alsof hij dacht dat ze deze informatie door zou spelen, maar hij kon het niet aan om eventuele pijn in haar ogen te zien. “En ik kan niks laten horen. Als ik op mijn telefoon kijk, buiten, dan wil ik constant weten of iedereen oké is en als er dan iets is, dan moet ik keuzes maken. Als er hier binnen iets met jou zou zijn, of met Lune, dan zou ik zonder enige twijfel teruggaan en dat kan niet als ik buiten moet zijn. Ik kan niet zulke egoïstische keuzes maken.” Lune. Elke seconde dat hij binnen was, was een seconde minder lang dat hij buiten was. Een seconde minder om naar Lune te zoeken. Zijn benen wiebelden heen en weer en zijn ogen schoten naar het raam. De drang om naar buiten te gaan was nog steeds niet verminderd, enkel sterker toe genomen. Dorian sprong overeind en liep naar het raam. Zijn vingers grepen de vensterbank vast en zijn knokkels zagen wit. Hoelang zou het duren om van deze verdieping naar beneden te komen? Springen was sneller. Klimmen veiliger. “Ik moet naar buiten, Mae.” Hij trachtte zijn stem rustig te houden, maar de wanhoop klonk er in door heen. “Lune appte dat ze naar buiten zou gaan als ik niet voor twaalf uur iets liet weten en ik las het pas na twaalf uur dus ze is naar buiten, dus ik moet naar buiten. Ik kan niet… Ik kan haar niet iets laten overkomen. Ze kan niet door mij toedoen gewond raken. Als er iets gebeurt met haar door mij, ik kan dat gevoel niet aan, Mae.” Zijn stem was luid begonnen maar eindigde in een zachte fluistering. In zijn eigen oren overstemde het nauwelijks het kloppen van zijn hart. De druk op zijn borstkas nam toe. Nee, nee, niet nu. Hij kon dit nu niet gebruiken.



    [ bericht aangepast op 2 april 2022 - 23:00 ]


    To the stars who listen — and the dreams that are answered

    Leander      Madsen
    20 — Specialist — Modernist — with Leysa and Perseus — in the forest

    You don't have to be who they want you to be



         
    Part 1

    Zijn beide partners keken opgelucht op het moment dat Leander hen vertelde op zijn minst recent nog contact gehad te hebben met Dorian en Isla. Ofja, contact, zijn porto had in ieder geval iets laten horen. Al moest hij toegeven dat het de afgelopen tien minuten toch wel verontrustend stil was geweest. Hij had dan ook direct iets tegen hen gezegd, maar een antwoord volgde helaas niet direct.
          'Oh mijn god, gelukkig. De stilte maakte me bang,' riep Leysa uit aan de hand van zijn woorden. Leander glimlachte bemoedigend naar haar, ondanks de onrust die langzaamaan wel op begon te komen bij hem. 'Kan je Isla vragen hoe het met on-' begon ze vervolgens nog een vraag, maar ze werd al gauw onderbroken door de geluiden van een gevecht verderop. Oh nee. Gauw nokte hij een pijl op de pees van zijn boog, maar de oorverdovende stilte die volgde, vertelde hen dat ze al te laat waren. De dreiging van een nabije Burned One maakte dat hij niets meer durfde te zeggen, noch een bericht aan Isla door te geven. Als het al door zou komen, want het bleef akelig stil aan de andere kant. Had het systeem het nu ook bij hem opgegeven in de afgelopen tien minuten? Verdomme.
          'Nee, dat weiger ik te geloven,' bracht Leysa er nog tegenin toen Perce opmerkte dat ze niets meer konden doen. Woorden waar hij het helaas mee eens was, al begreep hij het absoluut als Ley ze niet wilde horen. Zachtjes schudde hij met zijn hoofd, wetend dat hij niets kon zeggen om de pijn voor de jonge specialiste te verzachten. In plaats daarvan hield hij liever de focus, omdat hij durfde te wedden dat de Burned One hun aanwezigheid vast gauw zou opmerken om hen vervolgens een bezoekje te komen brengen. Alle drie leken ze dit te verwachten, want iedereen stond gespannen af te wachten op wat er zou komen.
          'Horen jullie nog wat?' durfde Leysa uiteindelijk toch de stilte te verbreken. Het was in ieder geval iets dat hij haar een soort van veilig tegen zijn rug en die van Perce had staan. Zo konden ze in ieder geval hun gehele omgeving in de gaten houden, konden ze reageren zodra er iets gebeurde. 'Nee,' volgde algauw Perce zijn antwoord en na nog even geluisterd te hebben, maakte Leander ook een ontkennend geluid. Heel even begon er een bepaalde rust in zijn lichaam neer te dalen, als een stilte voor de storm. Nu voelde hij zich klaar om een enkele Burned One of te maken met zijn partners. Maar zouden ze daar ook daadwerkelijk klaar voor zijn zodra het wezen verscheen?
          De rust die hij even had gevoeld, maakte al veel te gauw plaats voor chaos. Een schril gilletje van Leysa doorbrak de stilte, deed hem direct in haar richting draaien, een pijl al gauw gereed voor de Burned One die haar had willen aanvallen. Perce was echter sneller geweest en stond nu in de weg voor een veilig schot. Het duurde gelukkig niet heel lang voor hij iets meer ruimte kreeg, al bleef het een ietwat onzeker schot. Het hart van het wezen bleef te gevaarlijk, gezien Perce er ook iets te dichtbij stond.
          'Mooi schot,' complimenteerde de specialist hem nadat Leander de Burned One in het oog had weten te raken. Helaas was het dus niet genoeg geweest om het wezen te doden. Verdomme, waarom ging die nou niet dood? In ieder geval zou dit het wezen hopelijk minder oplettend maken nu die minder kon zien. Gelukkig maar, want Leysa was blijkbaar achter hen langs gekropen in een poging om hen te komen helpen. Wat gedesoriënteerd keek het wezen om zodra ze per ongeluk een geluid maakte en Leanders hart sloeg een slag over. Oh, Leysa, waarom kon ze nou niet proberen om veilig te blijven terwijl hij en Perce het wezen af probeerden te maken? Deze keer was de Burned One gelukkig te langzaam in zijn poging om het meisje te vinden en zij snel genoeg om de genadeslag toe te brengen.
          'Wil je dat alsjeblieft nooit meer doen, zomaar wegkruipen?' begon Leander zijn uitbrander, te geschrokken door Leysa die voor enkele seconden in groot gevaar was geweest. Voor hij echter zijn zin kon vervolgen, onderbrak ze hem, een lichte paniek in haar ogen.
          'De specialist, we moeten kijken of hij nog leeft,' bracht ze uit en voor ze ook maar iets konden zeggen of doen, rende Leysa al weg van hem en Perce. Kom op zeg!? Ze had dus echt geen enkel woord gehoord van wat hij haar zojuist haast toegesnauwd had.
          'Fucking hell,' kwam er zachtjes uit Perce. 'dit meen je niet.’ Woorden waar Leander het absoluut mee eens was. 'Oké, laten we maar achter haar aan gaan, voordat ze zichzelf in de problemen werkt.' Op het moment dat hij de woorden had uitgesproken, was Leander al in beweging gekomen om achter Leysa aan te rennen. Hij had maar enkele seconden nodig gehad om haar verbouwereerd na te staren voor hij actie ondernam. De pijl die hij gebruikt had voor de Burned One was toch verloren, die kreeg hij nooit meer heel uit de schedel van het wezen. Daarnaast was Leysa vele malen belangrijker dan een stomme pijl.
          'We kunnen haar ook nooit heel even alleen laten,' beaamde hij Perce zijn woorden nog tijdens het rennen. Tijd voor een stevige preek als ze eenmaal in veiligheid waren. Als ze maken zouden blijven krijgen met Burned Ones dan moesten ze duidelijke afspraken hebben voor hun team. Met als belangrijkste punt dat je nooit zomaar mocht wegrennen. Nooit. Ze hadden geen idee wat er nog meer in het bos verstopt zat aan monsters. Hoeveel Burned Ones er nog waren die hen konden bedreigen.

    Leander      Madsen
    20 — Specialist — Modernist — with Leysa and Perseus — in the forest

    You don't have to be who they want you to be



         
    Part 2

          Terwijl hij achter Leysa aanrende, moest Leander uitkijken dat hij niet uitgleed over de glibberige ondergrond. De regen die ondertussen hevig was gaan vallen, ad de bosgrond deels in modder veranderd. Fijn, die zou hun taak alleen nog maar lastiger maken. Eenmaal ze de specialiste eindelijk bereikt hadden, zag hij in de modder liggen wat hij precies had gehoopt niet te hoeven zien. Het lichtelijk verminkte lichaam van een specialist. Shit, shit, ergens, stiekem, had hij gehoopt dat de schreeuw vals alarm was geweest, dat de specialist had weten te ontsnappen. Het lichaam voor hen bewees helaas het tegendeel.
          Leanders aandacht werd echter al gauw van het lijk afgehaald door meer gekrijs dat de lucht vulde. Er was niets menselijks aan het geluid, noch iets puur dierlijks, wat maar één ding kon betekenen. Er waren meer Burned Ones in aantocht, meerdere aan het lawaai te horen. 'Lee? Perce?' klonk paniekerig vanuit Leysa die een stukje verderop stond. Direct overbrugden hij en Perce de afstand tussen hen en het meisje.
          'We zijn er,' stelde Perce haar gerust en Leander raakte heel even haar schouder aan, waarna hij net een stap voor haar ging staan. De volgende pijl had hij al weer klaargelegd. Hij wist dat hij als boogschutter beter niet in de frontlinie kon staan, maar hij voelde de noodzaak om Leysa te beschermen. De gedachte dat zij uiteindelijk naast Joshua kwam te liggen, roerloos, ogen starend in de leegde, maakte hem even misselijk worden. Nee, niet aan denken, vertelde hij zichzelf. Hij en Perce waren er en ze had net ook al laten zien dat ze zichzelf heus wel kon verdedigen zodra ze de focus had. Alsjeblieft, ze mocht niet weer verstijven als deze nieuwe Burned Ones verschenen. Ze moesten klaar zijn om te vechten.
          Verdomme, waarom was Leysa er nou zomaar vandoor gerend? Anders hadden ze veel voorzichtiger door het bos gelopen, hadden ze geprobeerd om te vermijden om meerdere Burned Ones tegelijk tegen te komen. In dit geval hadden zich blijkbaar zelfs vijf Burned Ones weten te verzamelen. Leanders hart zonk hem in de schoenen zodra hij ze zag. Terwijl ze zo druk bezig waren geweest met Leysa en het lichaam van Joshua, hadden de wezens hen zelfs weten te omsingelen. Stom, stom, stom. Ze hadden echt beter moeten opletten, dan was dit vast niet gebeurd. Tijd voor een poging om aan hen te ontkomen was er niet meer.
          'Iemand suggesties?' vroeg Perce nog, wat Leander deed grimassen. Ze hadden nou niet bepaald veel mogelijkheden in deze situatie. 'Vechten tot we erbij neervallen,' merkte hij op na een korte stilte waarin hij de wezens tegenover zich had opgenomen. Vijf, verdomme, ze waren in de minderheid. Not the best odds. Al helemaal niet met de onervaren Leysa. Zou schreeuwen om de aandacht te trekken van andere specialisten werken of zouden ze zo alleen maar meer Burned Ones tegenover zich krijgen?
          Perce viel als eerste aan door zijn throwing stars te gooien en al gauw liet Leander zijn eerste pijl erachteraan vliegen. Het was niet zijn beste schot, net naast de kern van de Burned One tegenover hem. Hopelijk was het genoeg om het voor Perce of Leysa makkelijker te maken om de genadeslag toe te dienen. Een volgende pijl volgde, maar deze kwam in een arm terecht toen het wezen zichzelf probeerde te beschermen. Pijnlijk vast, maar dat leek de Burned One niets te doen.
          Al gauw werd Leander gedwongen om over te schakelen op zijn zwaarden gezien dit niet een confrontatie was die hij vanaf een afstandje kon uitvechten. Niet nu ze in de minderheid waren en hij de nood voelde om zijn partners te beschermen, voornamelijk Leysa. Een heftig gevecht volgde, maar hij durfde het niet uit te schreeuwen uit frustratie, uit woede voor de Burned Ones, bang dat het alleen maar meer van hen aan zou trekken. Het was dus maar hopen dat er specialisten in de buurt waren die hun hoorden vechten. Hij wist niet zeker of ze dit gevecht konden winnen.
          Op een gegeven moment hoorde hij Leysa het uitschreeuwen en direct gingen de alarmbellen in zijn hoofd af. 'Leysa!' riep hij uit en met alle kracht die hij in zich had duwde hij de Burned One voor zich weg, stak nog na in de hoop iets vitaals te raken, en rende op het meisje af. Een Burned One had haar verwond en stond nu dreigend voor haar. Verwoed begon hij op het wezen in te hakken, al zijn frustratie en angst eruit schreeuwend. Nu kon het hem niet meer schelen of iemand het hoorde, één van de wezens had het aan gedurfd om zijn meest kwetsbare partner te verwonden. Het zou de gevolgen daarvan onder ogen moeten komen.
          Hij had geen idee meer van hoe veel tijd er verstreken was tussen het begin van zijn aanval op deze specifieke Burned One en het moment dat hij geroep uit de verte hoorde komen. Met een schreeuw plantte hij zijn zwaard in de borst van de Burned One voor hem, al kon hij hierbij niet ontwijkend dat het wezen in een laatste moment nog uithaalde met zijn klauwen. Hij beet zijn tanden op elkaar toen hij voelde hoe de huid van zijn schouder opengereten werd, maar wist deze keer een schreeuw in te houden. Het wezen viel neer en hierachter zag hij twee specialisten in wit-blauwe uniformen verschijnen, wapens getrokken. Een vlugge blik op zich heen vertelde hem dat er nog twee Burned Ones overeind stonden.
          'Laten we ze afmaken,' gromde hij, deels vanwege de pijn in zijn schouder. Hij was alleen niet van plan om zich hierdoor tegen te laten houden. Met gezamenlijke krachten wisten ze de laatste twee Burned Ones neer te halen, wat een stuk gemakkelijker was nu het vijf tegen twee was. Daarnaast leken de twee onbekende specialisten nog helemaal fris te zijn.
          Op het moment dat het gevaar geweken leek te zijn, snelde hij direct op Leysa af. 'Hé, ben je oké,' vroeg hij haar, de wond in zich opnemend. 'We moeten haar terug naar Alfea krijgen!' riep hij Perce en de andere twee specialisten toe. 'We kunnen hier niet blijven,' eindigde hij stamelend, zichzelf even licht in het hoofd voelend toen de volledige pijn van zijn wond door de adrenaline, die hem staande hield, heen wist te breken.

    REILLY DONAGHUE
    air fairy • 21 • traditionalist / undecided • inside alfea • with phyre

    Je liet haar stikken. Dat was heus niet nodig geweest. Het was een typisch modernistische uitspraak. Dat soort mensen dachten altijd dat alles opgelost kon worden met een ferme tik op de vingers, figuurlijk gesproken. Helaas werkte het in het echte leven niet zo. Dat Phyre dit niet begreep was zorgelijk. “Het was een gepaste straf voor een domme actie. Als ik slechts hun boeken afpak, leren ze niks. Dan zouden ze opnieuw de verboden afdeling induiken, zodra ik weggelopen was,” antwoordde Reilly. Hij keek haar strak aan, bekeek haar van top tot teen. “Maar goed, ik weet dat dit voor mensen als jij lastig te begrijpen is.” De minachting in zijn stem was duidelijk hoorbaar.
          Na deze laatste harde woorden waren ze vertrokken naar een verlaten hal, zodat ze onder vier ogen met elkaar konden praten. Zonder eventuele pottekijkers. Zijn ogen gleden nogmaals over Phyre heen. Haar vuisten waren gebald, in haar ogen brandde vuur en in zijn hoofd hoorde hij een reeks verwensingen met haar stem. Reilly glimlachte kort. “Je mag me ook gewoon face-to-face uitschelden, hè? Jouw woorden raken me niet,” zei hij, waarna hij het meisje klem zette tussen zijn lichaam en de muur. Een poging tot intimidatie volgde.
          Reilly hield ervan dat Phyre haar kin ophief. De glimlach op zijn gezicht werd groter. Haar rebellie was wat hem in eerst instantie tot haar had aangetrokken. Al ging hij dat niet toegeven, natuurlijk. Echter, alsof ze zijn gedachten kon lezen, wees Phyre hem er toen op dat hij destijds was gevallen voor haar tegendraadse gedrag. Had hij die connectie van eerder toch niet goed afgesloten? Reilly schudde zijn hoofd, nee, hij ging altijd secuur te werk. Phyre kende hem gewoon beter dan hij wilde toegeven.
          “Nee, het was juist de reden dat ik het met je uitmaakte,” loog Reilly, terwijl hij haar ogen zocht. Zijn tong liet hij over zijn tanden glijden en hij leunde tegen een van de pilaren aan. Phyre stond nog altijd vast tussen hem en de muur. “Maar waar moet jij met zoveel haast heen, dan? Je specialistenvriendjes zijn nog buiten en je feeënvriendjes heb je de hele avond kunnen opzoeken. Ten minste, als je - jezelf niet had afgezonderd.” Reilly negeerde het feit dat zijn specialistenvrienden zich ook nog steeds buiten bevonden, in gevaar waren. Met Isla had hij gelukkig inmiddels alweer contact gehad, maar de lijn met Dorian was nog altijd niet meer dan statisch geluid geweest. Had de sukkel zijn telefoon laten vallen in het bos, of zo? Reilly moest zijn beste vriend vanavond maar opzoeken en een goede preek geven.
          De vibratie in haar stem verraadde meer over Phyre’s gevoelens dan ze ging willen toegeven. Een deel van hem wilde haar hiermee treiteren, vernederen. Aan de andere kant: wilde hij zo zijn? Een onoriginele, sneue pestkop? Nee, hij had liever dat ze onder de indruk van hem bleef, geïntimideerd was. In het beste geval zelfs bang van hem.
          Zodra Reilly zijn straf voor Phyre uitgesproken had, kwam er gelijk protest. Ze vond het oneerlijk, het te zwaar voor een klein vergrijp. Hij liet de dame maar even tieren. Ze ging nu toch niet luisteren naar wat Reilly te zeggen had. Hij slaakte een diepe zucht. “Er waren regels opgesteld, Phyre. Voor ieders veiligheid. Daar hoor je - je gewoon aan te houden. Dat jij dit niet begrijpt, of het er niet mee eens bent.. Dat is fijn voor je, maar dat betekent niet dat je een uitzondering op de regels kan zijn,” zei hij uiteindelijk. Hij begreep echt wel waarom ze isolatie had gezocht, daar de spanningen en emoties binnenin de volle zalen als buskruit voor haar waren. Echter betekende dit niet dat ze zomaar verboden ruimtes kon betreden.
          Reilly’s kaak verstrakte bij het horen van Phyre’s volgende woorden. Met zijn ogen vond hij die van haar, bekeek hij ze. Zou ze hem kunnen haten? Zou hij haar over die grens kunnen duwen? Normaliter zou het hem geen zier uitmaken of mede-leerlingen hem mochten of niet. Maar Phyre.. Zij had hem natuurlijk veel intiemer leren kennen. “Je zou willen dat je mij kon haten. Maar je hart lukt dit niet. Al twee jaar voorbij en zij snakt nog altijd naar me,” blufte Reilly. Hij had oprecht geen idee of het de waarheid was, maar hij hoopte dat het een string binnenin Phyre raakte. Dat hij op de juiste gevoelens had ingespeeld.
          Geroezemoes doorbrak hun private conversatie, nam de overhand in de ruimte en maakte het gevaarlijk voor Reilly om Phyre vast te houden in een hoekje. Daarom zette hij ook wat stappen naar achter, gaf hij zijn ex-vriendin wat bewegingsvrijheid. Vanaf een afstand bekeek hij alle stappen die de brunette zette. Haar blik gleed over de specialisten-menigte in de verte, duidelijk opzoek naar iemand. “Wie zoek je?” vroeg Reilly dan ook, nieuwsgierig. Sinds dat het tweetal uit elkaar was, had hij bepaald geen interesse getoond in haar vriendschappen namelijk.
          “Hm, dat klinkt wel iets als wat de Red Fountain-specialisten zouden doen. Uitgelezen kans om te laten zien dat zij beter zijn, natuurlijk. Ik vraag het haar later wel,” reageerde Reilly op Phyre’s verbazend slimme opmerking. Opnieuw wendde hij daarna een blik op het meisje. De onrustigheid die door haar lichaam gierde, liet hem on edge voelen. Om wie was ze toch zo bezorgd? Misschien was het beter als hij haar terugbracht, naar haar vriendinnen. Hopelijk zou het kalmeren, het aangewakkerde vuur binnenin weer tot bedaren brengen.
          “Kom, laten we naar de ziekenzaal gaan, misschien dat je vriend of vriendinnetje daar is,” zei Reilly, waarna hij direct begon te wandelen. Hopelijk waren Dorian, Myka, Deimos en Isla ook daar. Ze moesten wel. Reilly was absoluut niet het bezorgde type, maar na ze bijna vier uur lang niet gesproken of gezien te hebben, wilde hij niets liever dan ze alle vier in zijn armen sluiten.

    Isla Rothberg 🖤
    Nee, geen van de twee, sorry Ies.
    Ik zal mijn ogen voor je open houden, oké?

    MykMyk Montarac 💓
    Ik zal je straks opzoeken, oké?
    Ik moet nog even wat afhandelen. Moeder’s wil is wet zeg maar :’)
    Hoe vroeg is vroeg voor jou dan??
    Morgen zal ik met je dansen oké?
    Horizontale tango trouwens?? Creatieve benaming voor seks wel, is Xav toch ergens goed in
    Go go Castillo!



    [ bericht aangepast op 27 maart 2022 - 16:21 ]


    That is a perfect copy of reality.

    NEVYA LEVAN
    If I can still breathe I am fucking fine
    twenty • third year • air fairy • traditionalist • outfit • party room • with rainn dante

    Ze sloeg slechts haar ogen ten hemel toen Rainn een verhaal op hield over hoe magiërs aan de top niet samenwerkten met hun minderen. Hij moest het zelf allemaal maar weten, zelf had ze er weinig zin in om rond gecommandeerd te worden – iets wat ook wel gebeuren zou als ze zich bij Donaghue’s groepje zou voegen – of om veel samen te moeten werken met andere. De groepsprojecten tijdens enkele lessen waren al meer dan haar lief was. En zelfs al kon ze goed overweg met de meeste uit Donaghue’s, het antwoord was nog altijd een grote, duidelijke ‘nee’. De gangen patrouilleren als één of andere omhooggevallen politieagent stond niet op haar to do-list. Dat Aerys zich daarbij had gevoegd was ook een ding en Rainn kon zeggen wat hij wilde, Nev betwijfelde nog steeds of dit een idee was waar haar ex opgekomen was. Toegegeven, de jongen was een beetje apart, en op momenten nog meer ongemakkelijk dan apart, maar ze wist ook dat hij niks slechts bedoelde en dat hij het slechts met goede intenties weten. Er waren weinig mensen die aan ze zou wijzen als haar de vraag werd gesteld ‘wie heeft nog geen bad bone in hun lichaam’, Aerys zou wel een van diegene zijn.
          ”Mensen kiezen ervoor om zich te laten beïnvloeden of niet.” De toon van zijn stem dulde geen tegensprak, maar het was niet alsof ze zichzelf daar ooit eerder door had laten tegen houden. Als Rainn haar wilde intimideren, moest hij met wat meer komen.
          Haar lippen krulden geamuseerd omhoog. “Dat vertelt mij al alles wat ik moet weten, Rainn.” Meer woorden dan dat maakte ze er niet meer aan vuil. Rainn had zijn beste vriend wel degelijk wat gepushed, dat moge duidelijk zijn. Het waren niet haar verdere zorgen, maar een klein deel van haar hoopte wel dat Aerys niks zou doen wat hij niet daadwerkelijk zelf ook wilde doen. Van sommige dingen was er geen terugkomen.
          Enkele app-berichtjes werden verstuurd, waarbij ze Rainn moest teleurstellen dat er, voor hoeverre zij wist, nog geen doden gevallen waren. Met hoelang alles echter duurde, was er geen enkele mogelijkheid dat er niemand dood was. De aantallen zouden waarschijnlijk later pas bekend worden, als het schoolbestuur dat überhaupt zou delen met de studenten.
          Rainn duwde zichzelf weg bij de muur nadat hij ook enkele berichtjes had verstuurd. “Ik moet het Aardkind op haar plekken zetten,” meldde hij. “Bericht me als je meer weet over Castillo en Dugray.”
          Ze gaf heen een mock-salute. “Aye aye, captain Kovsky. Komt voor elkaar.”

          De zaal voelde nog leger aan met Rainn die wegging om zijn nieuw gevonden machtspositie weer uit te oefenen. Nev had geen idee wie hij bedoelde met het Aardkind, maar het kon haar ook niet bijzonder veel boeien. Het enige wat haar uitmaakte op dat moment was een bericht van Xav of Ash ontvangen, maar het berichtje naar die eerste toe bleef hangen op slechts één vinkje. Verstuurd, niet ontvangen. Het wilde niks zeggen, dat wist ze zelf ook. Een dode telefoon wilde niet zeggen dat de eigenaar van die telefoon ook dood was. Hij kon zijn telefoon simpelweg kwijtgeraakt zijn. De telefoon kon de grote regenval niet aan. Hij was gevallen en zijn telefoon was daarbij kapotgegaan. Wat voor een grote idioot Xav ook moge zijn en hoeveel onzinnige dingen hij ook deed, ze had geen enkele twijfel over dat het moeilijk was om de jongen daadwerkelijk dood te krijgen. Onkruid vergaat niet, zei men vaak, en al was Xav niet bepaald onkruid, hij was nauwelijks weg te krijgen. Dat had vorige week wel gebleken, toen hij haar had opgezocht nadat ze hem enkele dagen daarvoor had verwond, en er opstond met haar te praten. Geïrriteerd werd zelfs toen ze cirkels draaide om hetgeen waarover hij wilde praten. Ze wist dat hij wel om haar gaf, hoopte ze, maar hij had een andere manier om het te laten zien dan de meeste jongens. Het scheelde dat ze niet het soort affectie wilde dat de meeste jongens boden, al was Alfea daar wellicht een uitzondering in, met de verzameling aan wandelende rode vlaggen. Elektrisch geladen vonken kwamen wederom uit de topjes van haar vingers, maar met Rainn weg hoefde ze niet meer een pretense op te houden dat ze de hele boel onder controle had. De ballonen waren vrijwel allemaal al geknapt. Haar donkere ogen dwaalden af naar de DJ-apparatuur. Perfect. Haar vingers dwaalden er al snel overheen. Er waren meerdere opties, waaronder de boel van binnenuit opblazen. Haar wijsvinger bleef hangen op de opening waar warme lucht uitgeblazen werd. Het zou slechts enkele seconden kosten. Uiteindelijk plaatste ze haar handen te midden van de apparatuur. Strengen van elektriciteit dansten om de apparatuur heen. Het scherm van de laptop flikkerde en het geluid van de muziek haperde, totdat ze een grote dosis van elektrische lading door het apparaat heen gooide. Het scherm werd zwart en de tonen van Vivaldi vielen abrupt weg. Een kleine rookwolk roos op, maar met een kleine handomdraai zorgde Nev er voordat deze rook niet in de buurt van de brandmelders kwam. Ze had weinig zin net zo doorweekt te raken als de specialisten buiten.
          De stilte werd al vluchtig gebroken door Dante’s stem die door de zaal weerklonk. “Care to share?” Nev draaide zich om en werd begroette door de krullenbol, die haar met puppyogen aankeek, iets waar hij waarschijnlijk nauwelijks moeite voor hoefde te doen. “Heb je de avond een beetje kunnen overleven?”
          Ze haalde haar schouders op en gebaarde naar de lege ruimte om haar heen. “Ik wel, de mensen om mij heen niet zo zeer… Moet toch iets doen tegen de verveling,” bracht ze zo serieus mogelijk. Nev nam een slok van fles, waarna ze deze aan Dante overhandigde. Ze kon er geen vinger op leggen wat het was aan de jongen waardoor ze hem wel mocht, waar het lijstje met mensen die ze kon tolereren op twee handen te tellen was. Misschien was het zijn puppy-like enthousiasme, hetzelfde soort enthousiasme dat Ash ook had, dat het moeilijk maakte om geïrriteerd te raken met de jongen. “En jij? Gezien je nu wel aan de drank gaat.” Ze kantelde haar hoofd en bestudeerde de jongen nauwkeurig. “Nog spannende dingen uitgevoerd? Ik heb je de hele avond niet gezien, waar had je je verstopt?”


    [ bericht aangepast op 3 april 2022 - 16:06 ]


    To the stars who listen — and the dreams that are answered

    LEYSA DANIKA ROTHBERG
    specialist • 18 • modernist • outside • with perce & leander

    PART I
    Het baarde Leysa zorgen dat geen van de drie nog iets van de Burned One leek te horen. Een klein deel van haar hoopte dat dit betekende dat het monster een andere kant was opgewandeld. Echter zei haar gezonde verstand dat ze op dit moment in de directe lijn van gevaar stonden. Iets wat waarheid bleek slechts enkele seconden later, toen Leysa plotseling oog in oog stond met een van hen. Ze verstijfde en werd door Perce op de grond geduwd. Een ongewenste modderbad en enkele schrammen later en ze stond weer overeind. Ze keek toe hoe haar twee partners het gevecht waren aangegaan, maar niet in staat waren het monster te overmannen. Er was een derde persoon nodig om de killing blow te leveren: Leysa. Daarom stond ze enkele minuten later dan ook opnieuw oog in oog met de Burned One. Alleen had ze deze keer al haar zwaard in het hart geduwd voordat het monster zich besefte wat er gebeurde.
          Helaas kwam er niet eens een bedankje voor Leysa’s harde werk. Nee, slechts een: wil je dat alsjeblieft nooit meer doen? Verontwaardigd had ze Leander aangekeken. Als zij daar niet had gestaan, was de Burned One nog in leven geweest. Perce en hemzelf hadden er namelijk niet goed voorgestaan en het monster was té gefocust geweest op het mannelijke tweetal. Echter reageerde Leysa er verder niet op, daar er een groter probleem haar aandacht trok: de schreeuwende specialist. Ze moesten kijken of ze nog hulp konden bieden. Leander’s woorden totaal negerend rende ze dan ook als een kip zonder kop het bos door, opzoek naar de specialist. Vurig hoopte ze dat haar collega was weggekomen, dat ze niet een dood lichaam zou vinden.
          Het was tevergeefs, daar Leysa al vrij snel een onbewogen silhouette in de vorm van een lichaam spotte. Haar hart klopte hard in haar keel, terwijl ze op het figuur naast de boom afrende. De grond nu modder door de harde regen zorgde voor een natuurlijke slip and slide, wat Leysa’s weg vermoeizaamde. Na enkele keren bijna uitgegleden te zijn had ze de afstand overbrugd en het lichaam op een teken van leven gecontroleerd.
          Zodra Leysa duidelijk werd dat het over en uit was, duwde ze zichzelf weer overeind, stapte ze van het verminkte lichaam weg. Pas nu ze stilstond, realiseerde ze zich hoe koud ze het had. De harde regen had inmiddels elk kledingstuk doorweekt en haar bruine haren plakten vervelend in haar nek. Nu ze alleen was, in een groot en onbekend bos, ontdekte Leysa dat ze beter naar Leander had moeten luisteren, niet zomaar had moeten wegrennen. Zeker toen het gekrijs van meerdere Burned Ones nabij klonk. Direct greep ze de hilt van het zwaard vast met haar stroeve, half-bevroren vingers.
          Ze had de namen van haar partners geschreeuwd. Een beginnersfout, wellicht, maar ze had hun nodig en wilde niet rennend naar ze opzoek. Gelukkig waren ze in de buurt en had Perce haar vrij snel gevonden. Voorzichtig had de jongen haar verder weggetrokken van het dode lichaam af, dichter naar het tweetal toe. Daarna had Leander haar beschermend achter zich getrokken. Normaalgesproken had Leysa daar een opmerking over gemaakt, iets in de trant dat ze zichzelf wel kon redden. Echter had ze duidelijk laten zien dat dit vanavond niet het geval was.
          Leysa kwam er al snel achter dat ze omsingeld waren door welgeteld vijf Burned Ones. Het feit dat ze eerder op de avond met z’n drieën met moeite er eentje omgelegd hadden, betekende dat ze op dit moment zo’n twaalf specialisten te weinig hadden. Een angst die Leysa niet eerder had gevoeld verplaatste zich door haar gehele lichaam. “Uh, burnies doden en hopen dat we niet gebeten worden?” probeerde Leysa een luchtig antwoord te geven op Perce’s vraag. De trilling van haar stem verraadde haar echter. “Of vechten tot we erbij neervallen, dat.. Dat werkt ook.”
          Perce was degene die de aanval startte door elk van de monsters te raken met een throwing star. Leander volgde al snel met een pijl en Leysa voelde zich opnieuw nutteloos. Ze besloot hier en nu dat ze het volgende jaar wilde experimenteren met lange afstand wapens. Met haar zwaard stevig in haar handen geklemd, stapte ze weg uit het beschermende cocon dat de jongens om haar gevormd hadden. Hoewel ze het liefst achter hun was blijven staan, kon ze niet anders dan zelf ook het gevecht aangaan. Er waren teveel Burned Ones en ze kwamen van alle kanten.
          Haar eerste slachtoffer had Leysa snel gevonden. Het stond tussen de bomen en rende op haar af zodra gespot. Dit gaf slechts enkele seconden om te voorbereiden op een aanvalsactie. Gelukkig had Leysa minder nodig. Ze hief haar zwaard op en stak het vol in de abdomen. De Burned One krijste het uit en zwaaide boos met zijn klauwen op en neer. Met moeite wist ze - ze te ontwijken, maar het was uitputtend. Zeker met de ongelijke ondergrond en haar steeds wegzakkende schoenen. Leysa trok haar zwaard uit het lichaam van het beest en wilde opnieuw steken, dit keer in het hart. Echter leek haar tegenstander weer de kracht te hebben gevonden en haalde hij uit naar haar. Het was raak.
          Exploderende pijn en hard gegil. Haar linkerhand plaatste ze op haar linkerschouder, in de hoop bloed tegen te houden. Leysa deed een verwoede poging om het monster nogmaals te steken, maar met enkel haar rechterarm nog functioneel had ze niet genoeg kracht over. Met een snelle beweging van de Burned One werd het zwaard uit haar handen geslagen. Gewond en onbewapend stond het meisje nu voor het. Bange tranen drupten uit haar ooghoeken en Leysa wist een huil niet tegen te houden. Voorzichtig zette ze snelle stappen naar achteren en ontweek ze opnieuw een klauw. Helaas verloor ze daardoor de grip onder haar voeten en gleed ze uit. Op de grond huilde Leysa harder, vond ze niet het gewicht om zichzelf overeind te duwen. In plaats daarvan kroop ze naar de dichtstbijzijnde boom en leunde ze daar zittend tegenaan.
          In het donker leek de Burned One haar tijdelijk kwijtgeraakt te zijn, wat Leysa de ruimte had gegeven om weg te komen. Haar schouder, sleutelbeen en kaak waren pijnlijk aan het bonzen en ze voelde zich duizelig worden. Door haar troebel wordende zicht zag ze dat de Burned One haar opnieuw gevonden had en nu dreigend op haar afliep, klaar om de genadeslag te leveren. Leysa’s tranen werden vermenigvuldigd en ze duwde zichzelf harder tegen de boom aan. Ze sloot haar ogen, wilde haar dood niet aankijken. In haar hoofd zei ze haar afscheid tegen familie en vrienden. Ze hoopte dat er in de toekomst een jaar zou zijn waarin Isla haar verjaardag weer ging willen vieren. Dat Ramsay het zichzelf zou kunnen vergeven dat hij niet in staat was geweest zijn zusje te redden. Dat hij het Lee en Perce zou vergeven. Ze hoopte dat Dorian niet voor eeuwig met een schuldgevoel zou rondlopen, of zou weigeren nog een specialist te zijn, daar hij zichzelf hier te min voor vond. Leysa wilde dat al haar geliefden en vrienden door bleven gaan met leven.
          De verwachtte doodslag kwam niet. Leander had haar gevonden. Leysa opende haar ogen en zag hoe haar partner als een dolleman in de Burned One aan het hakken was. Een kleine glimlach verscheen op haar lippen. Het leek alsof hij alle woede en frustratie van de avond op het monster aan het afreageren was, schreeuwend en al. Zou het boosheid zijn omwille van haar? Dat de Burned One het lef had gehad om haar te verwonden? Leysa wist het niet, durfde het niet te vragen. Ze kon alleen maar toekijken hoe Leander tevergeefse pogingen deed om het monster te doden. Hoe sterk waren die dingen?




    [ bericht aangepast op 27 maart 2022 - 16:33 ]


    That is a perfect copy of reality.

    LEYSA DANIKA ROTHBERG
    specialist • 18 • modernist • outside > alfea entrance • with isla, perce & leander

    PART II
          Tegelijkertijd vroeg Leysa zich af waar Perce was, haar andere partner. Was hij nu in zijn eentje tegen de anderen aan het vechten? Of was de rest al dood? Hoewel Leysa dat graag wilde geloven, zei haar gevoel iets anders: Perce had op dit moment drie van die monsters op zijn hielen en hij had hulp nodig. Alleen was de Burned One voor hen nog altijd levend, dan wel verzwakt. Plotseling kwam er geroep uit de verte. Leysa’s ogen werden groter. Er kwam versterking aan. Deze nieuwe ontwikkeling gaf haar de kracht om haarzelf overeind te duwen, weliswaar zwaar leunend tegen de boom aan. Met haar zwaard verloren in de modder kon ze zelf geen hulp meer bieden, maar met z’n vieren zouden ze het makkelijk redden.
          Leander plantte zijn zwaard in de borst van de Burned One, wat de letale klap leek te zijn. Helaas ging het niet ten onder voordat het zelf een laatste stoot had uitgedeeld. In horror keek Leysa toe hoe het monster zijn klauw in Leander’s schouder duwde en het daarna neerviel, dood. Haar ogen schoten daarna direct naar haar partner toe. “Lee, ben je oké? Kan je nog vechten?” vroeg ze, al leek de jongen niet veel pijn te hebben. Of hij was goed in doen alsof.
          Twee specialisten in blauw-wit gekleurde uniformen kwamen hun kant opgelopen. Leysa herkende ze niet, maar wist wel dat dit geen Alfea-studenten waren. Had het bestuur om versterking gevraagd? Leysa wist niet of ze zich beledigd moest voelen of juist huilen van dankbaarheid. Met getrokken wapens voegden de twee onbekende specialisten bij hun, waarna ze direct deelnamen aan het gevecht. Na een korte blik over het veld te hebben geworpen, kwam Leysa tot de conclusie dat er nog maar twee tegenstanders levend waren. Dit konden ze makkelijk aan, met z’n vieren. Leysa had besloten zich buiten het gevecht te houden, deels omdat ze haar zwaard kwijt was, maar vooral omdat ze zich nauwelijks staande hield. Als ze nu zou meevechten, zou ze alleen maar tot last zijn.
          In een rap tempo werden de laatste twee Burned Ones afgemaakt. Leysa was inmiddels weer terug tegen de boom gaan zitten, daar de duizeligheid erger was geworden. Ze wist niet of haar sneeën aan het bloeden waren, of hoe diep ze waren. Ze wist niet eens of haar handen onder het bloed zaten, of dat de regen het al weggewassen had. Het deed vooral pijn, zoveel pijn. Het voelde alsof tien messen haar vanuit binnenuit aan het steken waren. Wat als een verwonding als deze haar voor altijd uit de running zou houden? Ze hierdoor nooit haar studie op Alfea zou afmaken? De gedachte daaraan maakte Leysa opnieuw huilerig. Nee, ze zou er alles aan doen om volledig te herstellen. Zelfs al ging dit veel vroege ochtenden en late avonden extra kosten.
          “Ja.. Ja, ik ben-,” begon Leysa aan het begin van een leugen. Ze wilde zichzelf beter voordoen dan ze was, maar ze besloot op het laatste moment dat ze zichzelf niet voor de gek wilde houden. “Nee, sorry.. Ik ben niet oké. Zoveel pijn en.. Ik ben duizelig,” antwoordde ze Leander’s vraag oprecht. Ze liet een korte blik over de jongen gaan, zag dat hij zelf ook hard tegen de pijn vocht.
          “Gaat het met jou oké? En met Perce?” vroeg Leysa daarna. Het baarde haar zorgen dat ze nog niks van de jongen gezien had. Was hij gestorven en durfden ze dat niet te vertellen? Of was hij al zijn wapens bijeen aan het rapen? Ze schoof haar hoofd iets, kreunend door de pijnscheuten, om zo over het open veld te kunnen kijken. Tot haar opluchting zag ze daar Perce staan. Uitgeput, maar onbeschadigd. Voor zover Leysa kon zien althans. Gelukkig één iemand die zonder kleerscheuren uit dit gevecht was gekomen.
          “Jij moet ook naar Alfea, je schouder, het bloedt,” zei Leysa in reactie op Leander’s volgende opmerking. Vlak daarna werd ze overeind geholpen door een van de specialisten met de onbekende kleuren. “Kan je lopen?” vroeg hij daarna en Leysa knikte kort. Of dit waar was, moest nog blijken, maar no way José dat ze zich liet dragen. Ze sleurde zichzelf wel door dit bos heen, al was dit het laatste wat ze ooit nog zou doen.
          Met de nodige ondersteuning van de blauw-witte specialist bereikte Leysa eindelijk de bosrand, samen met de rest. Ze keek naast haar om Perce en Leander te spotten en glimlachte kort. Het was hun gewoon gelukt. De wereld had op z’n minst zes Burned Ones minder vanaf vandaag, al waren het er waarschijnlijk veel meer. “Ik hoop dat ik pas weer hoef te vechten als ik in mijn tweede jaar zit,” zei Leysa, om een gesprek te starten. “Want dit was echt hopeloos voor me. Een zwaard is zó niet mijn wapen.” Er klonk kort gegrinnik van de specialist die haar overeind hield. Het maakte de glimlach op haar lippen breder. Het was fijn om te zien dat ze ten minste een iemand blijer maakte.
          Na bijna vijf uur in de bossen hebben gewandeld, kwam Alfea weer in zicht. De school, onaangeroerd, bracht een bom van emoties teweeg bij Leysa. Voor enkele minuten had ze in doodsangsten geleefd, gedacht dat ze het gebouw nooit meer ging zien. Opnieuw vielen er tranen naar beneden, die zich samenvoegden met de regen. De regen, die nog altijd even hard was. Lopend liep het vijftal richting de aankomsthal, waar het een drukte van jewelste had. Het plotselinge, harde geluid liet haar hoofd bonken. In combinatie met de pijn die haar duizeligheid en een misselijk gevoel bracht, begon ze te wankelen. Met veel moeite en hulp bleef ze staan. Ze keek om zich heen, hoopte haar broer en zus te spotten. Echter was Isla haar voor.
          Er klonk een enthousiast geluid, gevolgd door iemand die aan de kant geduwd werd. Toen stond Isla, haar grote zus, voor Leysa’s neus. Zonder een woord te zeggen, dook Leysa in Isla’s armen. Het interesseerde haar op dit moment niet dat ze hiermee haar zus onder het bloed zou smeren. Tranen prikte opnieuw in haar ooghoeken, maar deze keer wist ze - ze tegen te houden. Na een innige en lange omhelzing liet ze Isla pas weer los en zette ze enkele stappen naar achter. Pas nu besefte ze zich dat Ramsay er niet bij stond. “Waar.. Waar is hij?” vroeg ze, verdrietig. Zou hij zich nog in het bos bevinden? Nee toch? Op de route terug waren ze niemand meer tegen gekomen. “Waar is Rams?” vroeg Leysa opnieuw, paniek in haar stem hoorbaar. Ze keek rond, in de hoop dat ze haar broer spotte, maar hij was er niet. Hij was hier niet.
          Haar telefoon ging over, waarschijnlijk voor de zoveelste keer deze avond. Echter hoorde Leysa het nu pas voor het eerst. Met een bonzend hart haalde ze de telefoon uit haar doorweekte zak, wat betekende dat ze sowieso een nieuwe telefoon ging moeten halen. Echter, tot haar verbazing, ging het ding gewoon aan. Weliswaar was het scherm nat en vies, maar alsnog. Leysa scrolde door alle berichten en gemiste telefoontjes heen. Rams had haar vijf keer achter elkaar gebeld, evenals een specialisten-vriendin uit haar jaar. Daarnaast had ze vele berichten van haar broer ontvangen en van Aoife, Remy, Deimos – oh god, hij had aan haar gedacht – en Phyre. Veel energie om uitgebreid te reageren had Leysa echter niet, waardoor ze iedereen uiteindelijk hetzelfde stuurde.
          “Ik moet naar de ziekenzaal, denk ik,” zei Leysa daarna, alsof Isla het nog niet opgevallen was dat ze gewond was geraakt.

    Spoilsport
    ik ben veilig

    Walking Sunshine ☀️
    ik ben veilig

    Deimos 💜
    ik ben veilig

    Phyre 🔥
    ik ben veilig

    Reemster 💙
    ik ben veilig




    [ bericht aangepast op 27 maart 2022 - 22:07 ]


    That is a perfect copy of reality.

    Phyre Falconsky
    "Some woman fear the fire, some woman simply become it."

    21 • Fire Fairy • Modernist • Somewhere w/ Reilly
    Wanneer Phyre de minachting hoort in Reilly’s stem dringt het besef opnieuw tot haar door dat dit mogelijk één van de reden is waarom zij het als koppel nooit gered zouden hebben op langere termijn. Hoe graag ze ook zou willen dat het dat wel deed, om deze minachting niet nogmaals te mogen ervaren moest ze een deel van haar modernistische trekjes aan kant schuiven. Iets wat Phyre niet zomaar kan, gezien enkele dingen te vastgeroest in haar karakter zitten en daardoor een onderdeel zijn van de persoon die ze nu is. Het was dan ook niet dat ze Reilly niet kon begrijpen, want dat zou ze misschien best als ze de verandering wel durft te ondergaan, maar het was simpelweg iets dat ze niet wilde. Voor niemand niet.
          ”Je mag me ook gewoon face-to-face uitschelden, hè? Jouw woorden raken me niet,” brengt Reilly uit, eens hij Phyre naar een afgelegen plekje heeft gebracht en haar daar in een hoekje heeft gedreven om haar gevangen te zetten tussen de muur en zijn lichaam. “Fuck you, Reilly,” bijt Phyre hem toe, haar kaken opeengeklemd als ze hem de woorden voor de voeten tracht te gooien, waarna ze Reilly er vervolgens op wijst dat de tegenwerkingen die ze hem biedt (wat ze hem altijd geboden heeft) precies hetgeen is dat hem destijds tot haar aangetrokken had. Of daar een kern van waarheid in berusten wist Phyre niet zeker, maar dat ze er ook maar iets mee teweeg bracht was een vastgestelde gegeven. Direct schudt Reilly echter met zijn hoofd.
          ”Nee, het was juist de reden dat ik het met je uitmaakte.”
          Kortstondig voelt Phyre een pijnlijke steek door haar hart heen drijven, waarop haar gezicht iets vertrekt en ze haar lichaam dichter tegen de muur drukt om bij dat van Reilly vandaan te geraken. Loog hij nu opzettelijk om haar pijn te doen, of was dit inderdaad precies de hoofdreden waarom het nooit gewerkt zou hebben tussen hen? Oh, kon ze maar in zijn hoofd kijken om te zien wat hij werkelijk dacht. Al was het maar om de afsluiting te vinden die de vuurfee klaarblijkelijk ergens nog nodig lijkt te hebben.
          Wanneer hij zijn tong langs zijn tanden laat glijden, kijkt Phyre weg van gezicht, zijn mond — langs hem af de verte in om maar niet afgeleid te raken van wat er werkelijk speelt en betrapt te worden op een stom gegeven. Op zijn vraag waar ze dan zo nodig naar toe moest gaan antwoordt de brunette kortaf, haar stem nog altijd niet volledig terug naar hoe deze normaal klinkt. Ze wist dat de rest van haar vrienden nog niet terug waren, omdat een groot deel van hen zich onder de Specialisten bevindt, maar Phyre wilde er zijn als ze wel terug kwamen.
          ”Maakt het verder nog uit wat ik te doen heb?” vraagt ze Reilly dan ook, haar hoofd miniem gekanteld als ze dan toch naar hem opkijkt. Een van haar wenkbrauwen opgetrokken, haar verzet nog altijd niet verloren, ondanks dat Reilly haar telkens weer uit het veld weet te slaan. Haar protest volgt al gauw wanneer de luchtfee zijn straf voor haar uitspreekt, alsof ze eerder een grote misdaad heeft gedaan. Althans, zo voelt het voor haar nu ze deze belachelijke straf de volgende ochtend mag gaan uitzitten. Zelfs zijn uitleg in het waarom dringt niet tot Phyre door. Het sloeg nergens op. Er was een reden geweest waarom zij de rust had opgezocht, en dus er voor koos om een regel of twee te breken. Reilly wist dat. Haat en liefde een dunne lijn, hetgeen waar Phyre zich op dit moment terdege van bewust wordt. Ze spreekt de woorden van haat dan wellicht naar haar ex uit, maar zou ze het echt kunnen?
          Kon ze het maar, een mantra dat telkens weer door haar hoofd heen blijft spoken.
          ”Je zou willen dat je mij kon haten. Maar je hart lukt dit niet. Al twee jaar voorbij en zij snakt nog altijd naar me,” brengt Reilly uit, spottend haast. Alsof ze een zachte tik in haar gezicht krijgt, kijkt Phyre opnieuw weg van haar ex. De woorden zouden haar niet moeten raken, maar in werkelijkheid doen ze dat iets te hard. Haar hart lukte dit inderdaad niet, wat precies de reden is dat ze nog altijd een zwak had voor de jongen. Gevoelens waren een hopeloze kwestie in deze en ook al was Phyre over een groot deel van haar liefde heen doordat ze deze in iemand anders gevonden leek te hebben, een klein deel kon het nog altijd niet loslaten. Nooit meer stelde zij zich nog zo open naar een jongen zoals ze dat naar Reilly (voor haar gevoel) had gedaan. Het was misschien kort geweest, maar hij wist tot de kern van haar ziel te komen zoals niemand dat eerder nog gelukt is.
          ”Haal je geen dingen in je hoofd die er niet zijn, Reilly. Zo goed was je nu ook weer niet,” reageert Phyre wellicht iets te scherp voor haar doen terug — bluffend, net zoals hij dat eerder deed — vlak voor geluiden vanuit de welkomsthal hun conversatie definitief doorbreken en de jongen zijn gepaste afstand weer neemt. Zijn vertrouwde geur in haar neusgaten brand Phyre direct weg, terwijl ze verdere ruimte tussen haar en Reilly in creëert — haar blik zoekende over de menigte heen. Waar waren ze? Waar was hij?
          ”Leysa, Ies, Ramsay. . . om er zo een paar te noemen,” beantwoord Phyre de vraag die haar gesteld wordt, waarbij een minieme frons tussen haar wenkbrauwen verschijnt als ze niemand van hen spot. Maar, ook Deimos niet. Zachtjes perst Phyre haar lippen op elkaar. Waren ze oké? Was hij oké? Waren er gewonden? Hoe ernstig kon het zijn? De vragen joegen door haar gedachten heen. Dat er Red Fountain-Specialisten waren verbaasde de brunette ergens niet. Hoe groot was de kans dat ze zelf namelijk iets opgevangen hadden? Tenslotte stonden de meeste van hen maar al te graag vooraan, nietwaar?
          ”Hm, dat klinkt wel iets als wat de Red Fountain-specialisten zouden doen. Uitgelezen kans om te laten zien dat zij beter zijn, natuurlijk. Ik vraag het haar later wel.” Het ontgaat Phyre dat Reilly een blik op haar werpt, daar zij nog altijd in richting van de binnenkomende specialisten kijkt. Als ze niet ziet wie ze vinden wil, neemt de onrust van binnen alleen maar toe. Er zou toch niets gebeurd zijn? Waar bleven ze? De berichtjes die ze verstuurd had bleven nog altijd onbeantwoord. “Kom, laten we naar de ziekenzaal gaan, misschien dat je vriend of vriendinnetje daar is.”
          ”Wij hadden daar buiten met ze moeten zijn,” zegt Phyre zacht, bedenkelijk. Misschien was het voor de traditionalisten onder hen de zoveelste domme opmerking die ze gemaakt heeft vanavond, maar het feit bleef dat ieders krachten samengebundeld een veel betere combinatie is. Schuins kijkt Phyre naar haar ex op, waarbij ze haar lichte kijkers een keer over zijn gezicht laat glijden en ze daarbij zelfs de fijnste trekjes feilloos weet te herkennen. “Diep van binnen weet jij ook dat dat zo is.” Het deerde haar niet eens meer als ze hiervoor nog meer straf riskeerde, of zijn vinnige woorden. Wat het gekke regime van het nieuwe schoolhoofd ook moge zijn, sommige van hen waren het er nog altijd niet mee eens.
          ”Laten we gaan inderdaad. Ik moet weten of ze allemaal nog oké zijn en dan kun jij misschien een van je vriendinnetjes lastig gaan vallen.” En met die woorden loopt Phyre rakelings langs Reilly af, terug de gang op — om aanstalten te maken richting de ziekenzaal te lopen.





    'Three words, large enough to tip the world; I remember you.'

    MYKA CASSIOPEIA MONTARAC
    she's got a friday night personality
    with a sunday morning heart
    twenty • third year • specialist • undecided • anthementry hall in her room • with bruno 💕

    tw: cringe, much simping

    “Zeg, Myka, jij moet wel een van de intelligentste vrouwen van de school zijn. Je maakt de hele nacht al zulke correcte opmerkingen.”
          Een zachte lach kwam over haar lippen. “Oh, als ik een van de intelligentste vrouwen hier ben, dan is het niet erg goed gesteld met de school.” Er waren veel dingen die een stuk leuker waren dan studeren. Netflix, jongens, meisjes, feestjes plannen, jongens, cupido spelen, powerpoint feestjes houden, jongens, playlists maken, jongens… Toch lieten zijn woorden haar wangen lichtelijk rood kleuren, waarna ze hem aanbod dat ze hem later wel een rondleiding door de school kon geven.
          ”Dat is een aanbod dat ik niet zal afslaan.”
          Zijn aanbod om haar naar de ziekenzaal te brengen sloeg ze af. De dokters hadden ergere verwondingen om naar te kijken en zeker zolang Lune daar was, wilde ze er liever nog niet heen, ook al had haar voormalige vriendin haar een appje gestuurd. Snel ging ze verder op een ander onderwerp, dat ze wel kleding had die hij zou passen.
          Een frons verscheen op Bruno’s gezicht. “Is dat zo?” vroeg hij nieuwsgierig. “Was jij tot voorkort ook een 1.86 meter lange specialist voordat je veranderde in deze sprookjesprinses?”
          Verwoed schudde ze haar hoofd, al wilde ze ook niet bepaald zeggen dat ze nog een stapel met kleding van ex’en in haar kast had liggen. Ember had haar meermaals verteld dat ze die kleding weg moest gooien, maar goed, zijzelf was niet degene die een huisdier had die dezelfde naam had als een ex. “Geen prinses,” verbeterde ze hem, al deed het haar glimlachen dat hij haar een sprookjesprinses noemde, “koningin.” Myka gaf hem een zachte tik op zijn neus.
          Haar stiekeme foto ging niet zo stiekem als gepland, maar Bruno leek het niet erg te vinden. Dat was maar goed ook, want met de huidige staat van haar enkel kon ze niet bepaald wegvluchten. Haar wangen kleurden opnieuw rood onder zijn complimenten.
          “Ik ben zo blij dat je me hebt neergehaald in het bos, Myka Montarac,” zei Bruno op een oprechte toon. “Ik heb geen idee waar ik hoor te slapen vanavond, maar het is fijn om te weten dat ik in ieder geval een plekje heb bij jou.” Ze had het misschien eerst moeten checken met haar kamergenootje, Eileen, maar Myka kon zich niet voorstellen dat Eileen daar ‘nee’ tegen zou zeggen. “Als ik mee ga, beloof jij me dan dat je morgen naar je enkel laat kijken? Pink promise?” Hij liet haar hand los en hield zijn pink om omhoog. Zonder aarzeling haakte ze haar pink om de zijne.
          Ze hield het maar voor zich dat ze hem ook wel op een andere manier op de grond wilde zien liggen. “Ik ben blij dat jij degene was tegen wie ik opbotste. En natuurlijk mag je in mijn bed slapen! Het zou een beetje ondankbaar zijn als we jullie geen slaapplekje zouden aanbieden…” Ze beet op haar lip. “Als ik niet ga, dan sleept mijn partner er aan mijn oren heen denk ik,” grinnikte Myka, denkende aan Rush. Oh, ze was nog lang niet jarig als ze ditmaal weer de dokter omzeilde. Ook letterlijk niet, gezien haar verjaardag pas in juli viel. “Maar oké, ik beloof dat ik morgenochtend heen zal gaan.” Zolang ze eerst uit kon slapen. Een goede nachtrust kon ze wel gebruiken na de afgelopen uren, al wilde ze dat nog niet aan zichzelf toegeven. Ze wilde niet in een zielig hoopje mens veranderen, hoeveel ze er zelf ook altijd voor preekte dat er helemaal niks was met huilen, zeker niet in bij zijn van de jongen die ze pas net had leren kennen.
          Nadat dat was afgesproken zakte Bruno door zijn knieën. “En ik ga je niet de hele school door laten hobbelen met je verzwakte enkel.” Het nou niet bepaald hetzelfde als hoe hij haar eerder had getild, zoals een bruidegom zijn bruid tilt, maar dit wees ze ook zeker niet af. Voorzichtig klom ze op zijn rug, klemde ze haar benen rondom zijn middel en sloeg ze haar armen om zijn hals. “Zeg het maar, links, rechts, rechtdoor! En terwijl je mij de weg wijst, vertel me dan vooral alles over de school. Onze klasgenoten enzo. Wie moet je kennen? Wie wil je te vriend houden en wie niet?”
          Myka liet haar hoofd op zijn gespierde schouder rusten terwijl ze hem instructies gaf hoe hij moest lopen. “Info over de school, um. Ik kan niet echt mensen aanraden om geen vrienden mee te zijn, ik kan het met iedereen wel vinden,” zei ze weifelend. Het was de waarheid, met uitzondering van Lune en Gia, maar ze wilde ook niet zijn beeld van hen verpesten voordat hij hen ook maar had leren kennen. “Je bent een vierdejaars specialist denk ik? Asher, Isla, Dorian, Caelan, Deimos en Xavier zijn ook vierdejaars specialisten, dus je zal wel veel met hen te maken krijgen. Isla, Dorian, Caelan en Deimos zijn wat serieus. Asher en Xavier zijn wat gekkig, maar zeer goede entertainment op feestjes wel. Het is nooit saai als zij er zijn. Ik kan je komende week wel aan wat mensen voorstellen,” suggereerde ze. “En oh!” Ze bracht haar lippen dichterbij zijn oor. “Volgende week geef ik een Halloween feestje. Bij deze ben je ook uitgenodigd.” Myka hoopte dat iemand verkleed zou gaan als een vampier, zodat ze diegene kon bedolven onder glitters, en deze persoon dan zou lijken op een vampier uit Twilight die in de zon stond.
          Tijdens hun tocht naar haar kamer stuurde Myka Bruno express langs een langere route, al kwamen ze uiteindelijk toch bij haar kamer uit. Ze gleed van zijn rug af, opende de deur en hinkte naar binnen. “Dat is mijn deel van de kamer.” Ze gebaarde naar het bed bij een muur die onder de polaroid foto’s zat. “Je mag wel zitten als je wilt… ik ga even op zoek naar kleding.” Myka dook haar kast in en vond al snel het Alfea-specialisten uniform die Xav ooit achtergelaten had toen ze nog een relatie hadden. “Ik denk dat je deze wel moet passen. Als je nog douchen wilt… daar is de badkamer. Je kunt mijn handdoeken wel lenen. Weet je zeker trouwens dat er niet nog iets is wat ik voor je kan doen?” vroeg ze nogmaals, het gevoel hebbende dat ze nog wat meer voor de jongen moest doen nadat hij haar uit het bos had gehaald.
    To Reilly 🥰
    oooh, wat ben je aan doen?
    regels zijn er om te breken…
    ummm, in het weekend? 10 uur?? 11 uur?? in elk geval pas vanaf dubbele cijfers
    maar waarom niet vanavond 🥺?
    ik kan ook wel op 1 been dansen 💃🏼! kan ik gelijk mijn flamingo impressie oefenen 🦩
    To Dante👨🏼‍🚒
    red fountain specialist!!
    hij heeft mij in zijn armen naar binnen gedragen, in de regen, en hij noemde mij een schoonheid ugh
    *insert photo of bruno*
    To Leentje 🤩
    ik heb misschien wel of misschien mijn bed afgestaan aan een red fountain specialist…
    vind je niet erg toch?? hij heeft een plek nodig om te slapen
    To Matías 😘
    mat??
    ben je alweer terug??
    en ben je oke??



    [ bericht aangepast op 28 maart 2022 - 11:28 ]


    To the stars who listen — and the dreams that are answered

    Týr Pedersen
    22 — year 4 — fire fairy — modernist — outfit — infirmary — Ember & Nissa

    the hope and the hurt
    has lived inside of me

    but there's gold in the dirt
    I never took the time to see

    but I knew of its worth
    when you walked beside of me

    Gefrustreerd keek Týr toe hoe Kit binnen een minuut van zijn aankomst mee werd genomen door een verpleegster. Eindelijk had Týr even tijd om met hem te praten, en nu was hij wéér weg. Niet dat hij zijn hele ziel had blootgelegd in bijzijn van Nissa, maar toch. Ongerust staarde Týr naar de specialist die strompelend met de verpleegster wegliep, voor hij uit zijn gedachten werd gehaald door Nissa.
          'Het was geen Burned One. Ik heb 'm per ongeluk geraakt met één van mijn pijlen.' Týr keek haar wat verbaasd aan en hij merkte wel dat bericht zorgde voor een beetje opluchting. In andere omstandigheden had hij er waarschijnlijk nog om gelachen. 'Zijn jullie goede vrienden?'
          Týr aarzelde bij het horen van die vraag. Goede vrienden waren ze niet echt. Het was juist veel meer dan dat, ook al leek het Kit de afgelopen weken weinig te interesseren. 'Ja, een beetje wel,' antwoordde Týr toch maar halfslachtig. Hij kon de vraag niet aan zich voorbij laten gaan, want dat zou nog veel meer vragen met zich meebrengen. Hij schaamde zich echt niet voor zijn gevoelens. Hij lag wel vaker met anderen in bed, man of vrouw, maar dit lag anders. Het voelde anders.

    Het was wel duidelijk dat Týr en Nissa eigenlijk nog nooit met elkaar gesproken hadden, want het was toch een tikkeltje ongemakkelijk toen ze met elkaar praatten. Maar Týr dacht dat ze allebei hetzelfde idee hadden: een beetje ongemakkelijkheid samen was beter dan bang zijn in je eentje. Hij wist vrij zeker dat bijna niemand vannacht een oog dicht zou doen. Daarom had hij Ember bericht en nogal subtiel gevraagd of ze een fles drank mee wilde nemen. Hij kon net zo goed genieten van het feit dat ze nog een klein beetje konden feesten, ook al wist Týr niet hoeveel specialisten er... gesneuveld waren. Hij wilde er liever ook niet over nadenken. Godzijdank duurde het niet lang voor Embers stem door de ziekenboeg klonk.
          'Kijk eens wat ik heb!' Nog voor Týr zich helemaal had omgedraaid, had Ember hem al een knuffel en kus gegeven. 'Je ziet er inderdaad uit alsof je wel wat te drinken kan gebruiken.' En bedankt. Hij had niet eens gevochten, of kunnen vechten. Ach, hij had er inderdaad wel beter uitgezien. Ze richtte zich op Nissa en schonk uiteindelijk drie bekertjes wodka in. 'Enorm bedankt voor jullie werk vanavond. Daarbuiten.'
          Týr knikte instemmend mee op Embers opmerking. Het leek Týr geen pretje om specialist te zijn. Op dit soort momenten was hij erg blij dat hij simpelweg enkele vlammetjes uit zijn handpalm kon laten ontstaan en niet naar buiten moest. Alhoewel... vanavond had hij gewoon gewild dat hij ook naar buiten kon. Hij vond het vreselijk dat hij binnen werd opgesloten door de schooldirectie en dat hij niets kon betekenen voor de anderen. De traditionalisten konden hem weinig schelen, maar veel van zijn vrienden waren urenlang buiten geweest.
          'Op school dan maar? Of op jou, Nissa?'
          'Op vriendschap, iets wat we vanavond allemaal wel hard nodig hebben.' Nissa had de zin nog niet uitgesproken, of ze nam meteen een slok van de doorzichtige vloeistof.
          'Proost,' zei ook Týr en hij volgde meteen haar voorbeeld door het bekertje in één slok leeg te drinken. De verpleegster was, zo bleek, niet heel blij met de specialiste, maar leek het te houden bij een afkeurende blik. Als ze hier nu ook al over zouden gaan zeuren, zou de hel losbreken. Niet meteen door Nissa, maar wel door Týr. Al weken stond hij op het punt te ontploffen, bijna letterlijk.
          'Hoe was het hierbinnen eigenlijk? Niet al te veel chaos hoop ik?' vroeg ze terwijl ze behandeld werd door de verpleegster. Haar latere opmerking gaf aan dat ze niet blij was met de wond in haar gezicht.
          'Vooral veel wachten en onzekerheid,' antwoordde Týr en hij wreef door zijn ogen. Nu vrijwel iedereen weer binnen was, leek de paniek en onzekerheid wat af te nemen, maar hij voelde zich nog klaarwakker en zou geen oog dichtdoen. 'Ik had graag willen helpen.' Ook met die opmerking leek de verpleegster het niet eens te zijn. Ze snoof kort en schudde haar hoofd, maar zei wederom niets. Týr rolde met zijn ogen en greep de fles drank en schonk nog wat in het bekertje. Op Nissa's vraag om een andere plek te zoeken, knikte hij meteen. 'Kom.' Hij sprong al op en sloeg zijn arm om Embers schouders heen en deed toen hetzelfde bij Nissa. 'Waar gaan we heen? Zouden ze nog muziek draaien in de aula? Alle versiering hangt nog...' Het was nogal wrang, maar het zou gezelliger zijn dan hier, waar enkele specialisten strompelend en hobbelend binnenkwamen. Zonder om op reactie van de twee dames te wachten nam hij ze mee in de richting van de aula. Misschien zouden er nog meer mensen daarheen gaan, al was het alleen maar voor de afleiding, ballonnen, slingers en muziek.


    You gave me my life all those years ago, now I give you yours.