Lee Williams
Lee was al een tijdje gezellig met Noah en Elsie aan het praten. Elsie had gezegd dat ze de andere Ravenklauwers ook leuk had gevonden en hij vroeg zich af waarom het niets met Noah was geworden. Hij vond de twee eigenlijk wel leuk samen. Noah leek zich erg bij haar op zijn gemak te voelen – meer nog dan bij Isabella.
Maddie was hij uit het oog verloren. Hopelijk was ze niet teruggegaan naar haar kamer, maar stond ze gewoon ergens met iemand anders te praten. Mavis had hij ook al een tijdje niet gezien, misschien waren die aan de praat geraakt.
Lee draaide zijn hoofd opzij toen twee lange figuren zich bij hen aansloten. Casper ging naast zijn date staan (waar hij met kop en schouders bovenuit kwam) en woelde door zijn haren. ‘Nou krullenbol, blij dat je het zolang zonder mijn sprankelende aanwezigheid volgehouden hebt.’
Lee’s hart klopte feller toen Nomad zwijgend bij hen bleef staan. De jongen keek hem niet aan – maar hij keek eigenlijk niemand aan dus dat maakte het makkelijker om het niet persoonlijk op te vatten. Wel sloegen de zenuwen toe. Hij wilde tegen de jongen zeggen dat hij het begreep, dat hij zijn keuze respecteerde – en tegelijkertijd vond hij de manier waarop Nomad hem behandeld had nog steeds ronduit kut en deed dat de boosheid weer opwellen.
Boosheid die hij helemaal niet wilde hebben, niet op het feestje.
De muziek veranderde – een of ander zwijmelnummer werd aangezet. Een nummer waar hij op had willen dansen vanavond, in Nomads armen. Hij probeerde zich eroverheen te zetten, maar makkelijk was het niet.
Hij keek over zijn schouder, naar de bijna lege dansvloer.
‘Nou, zo is het een feestje van niets hoor. Als we nou allemaal iemand de dansvloer optrekken, lijkt het nog ergens op.’
Het leek hem wel grappig. Van die muurbloempjes als Casper, Nomad en Noah die iemand ten dans vroegen. Hij was razendbenieuwd wie ze zouden vragen.
‘Ik ga echt niet dansen,’ snoof Casper.
‘Hoezo niet? Meer uit de maat dansen dan ik kan niet hoor.’ Lee stak zijn tong uit. ‘En sinds wanneer kan het jou iets schelen hoe anderen over je denken?’
‘Ik haat dansen.’
‘Je hebt het nog nooit gedaan,’ hield Lee vol. ‘Durf je niemand te vragen?’
‘Heus wel.’
‘Doe dan,’ daagde Lee hem uit.
Het volgende moment stond Casper opeens voor zijn neus. Voor hij doorhad wat er gebeurde, wipte de langere jongen zijn gezicht omhoog. ‘Denk je dat iemand die zwoele blik van mij kan weerstaan als ik zo dichtbij sta?’
Lee voelde het bloed naar zijn wangen snellen. Het was hem nooit opgevallen, maar de Slytherin had wel iets sexy’s, zo. Hij had nog nooit zo dicht op een jongen gestaan waar hij niet iets mee had en het liet zijn binnenste niet helemaal onberoerd.
Een trage grijns gleed over Caspers gezicht.
Zijn zelfingenomenheid irriteerde hem en Lee duwde de jongen iets van zich af. ‘Iemand búíten dit groepje vragen,’ zei Lee.
Casper grijnsde nog steeds, waarna hij uitkeek over de zaal. ‘Ik vrees dat jij mijn enige kans op een ja was.’
‘Dat valt vast mee. Waarschijnlijk is degene die jij vraagt zo flabbergasted dat er geen nee uitkomt.’
Casper grinnikte. ‘Oké dan. I’m in. Eens kijken of ik Isabella van d’r ivoren toren kan krijgen.’
Lee trok zijn wenkbrauwen op. Hij keek de zaal door en zag dat ze bij Blythe en het nieuwe meisje stond. Daar moest hij zich aan voorstellen! Al kon dat misschien ook wel later – want hij wilde Blythe ook wel even uithoren. Hij had haar net met Rafael zien zoenen, dat maakte hem toch ook wel nieuwsgierig.
‘Jij zet wel heel hoog in,’ merkte Lee op.
Casper grijnsde. ‘Soms moet je groots denken.’
Hij sloeg het laatste beetje drinken achterover, liet het bekertje wegzweven en wandelde naar de drie meiden toe.
Lee richtte zich naar de anderen. 'Jullie doen ook wel mee, toch?'
Every villain is a hero in his own mind.