Het zacht gegrinnik van Raphael had een aanstekelijk effect op Erin, bij wie de mondhoeken lichtjes iets verder naar omhoog trokken — door haar geprikkelde ochtendhumeur heen. Zelfs al zou ze het niet willen, toch gebeurde het als vanzelf. Erin wist dan ook dondersgoed bij wie ze wel of niet in de buurt kon blijven wanneer haar gemoedstoestand tegenzit, en waarom ze sommige nu eenmaal het beste even kon vermijden. Raphael was daar overduidelijk geen van.
Nou dat is lief,” grinnikt de jongens naast haar, terwijl Erin’s vingers afwezig met een lange pluk bruin haar beginnen te spelen — haar blik een keer rond glijdend, tot ze weer naar Raphael op kijkt. “Jij ook goedemorgen, al lijk je deze morgen niet echt te waarderen?”
Vrijwel meteen schudt Erin met haar hoofd. Deze ochtend kon ze absoluut niet waarderen, althans niet de manier waarop ze gestart zijn, zo vroeg en luid uit bed getrommeld. “Net op die ene ochtend dat we wel kunnen uitslapen, laten ze dat alarm zo bruut afgaan,” murmelt Erin, de ontevredenheid subtiel in haar stem te horen, waarbij ze haar lippen een keer afkeurend tuit. “Was jij wel al wakker?” vraagt ze Raphael dan.
De brunette had op zich geen problemen met vroeg opstaan, iets dat ze over het algemeen makkelijk kon hebben — tenzij ze op de verkeerde manier gewekt werd, met name in het weekend of op vrije dagen. Het maakte haar prikkelbaar en humeurig, hetgeen dat gelukkig meestal maar heel even aanhield. Nu kwam er echter ook nog een stukje onwetendheid bij, wat overduidelijk niet alleen voor Erin alleen gold, maar ook de rest van de leerlingen. Van Pritchard zelf nog altijd geen spoor te bekennen.
”Ik had juist gehoopt dat jij misschien een idee zou hebben. Ik ben bang dat mijn tijd hier nog niet lang genoeg is geweest om een beetje een idee te kunnen hebben,” beantwoord Raphael de vraag die Erin hem vervolgens gesteld had — zijn beide wenkbrauwen opgetrokken. Vervolgens blik ook hij een keer rond, onderwijl Erin slechts zacht een keer humt. “Al heb ik het idee dat niemand het echt weet. Hopelijk worden we gauw uit onze onwetendheid verlost.”
”Ik heb er op de gangen ook nog helemaal niks over gehoord. Er kwamen nog een paar leerlingen deze kant op gelopen, maar het enige dat ze me wisten te vertellen is dat de Directrice iets te zeggen heeft,” antwoord Erin meteen. Een nieuwe frons vormt zich tussen haar wenkbrauwen in, waarop ze iets omhoog veert om naar het podium te kunnen kijken — leeg nog steeds, maar waarvan Erin het vermoeden had dat het nu niet al te lang meer kon gaan duren. “Ik heb zo’n vermoeden dat het geen heel grappig nieuwtje gaat zijn,” zegt Erin iets zachter, zodat enkel en alleen Raphael haar duidelijk weet te verstaan. Het is een voorgevoel dat haar bekruipt naarmate ze langer in het auditorium verblijven — de stiptheid van de Directrice iets waar veel van hen nog van konden leren.
Wanneer haar mobieltje zachtjes vibreert, ten teken dat ze een berichtje heeft ontvangen, haalt Erin deze uit de zak van haar vest tevoorschijn. Het is een berichtje van Adrian, wie aan het gehele team laat weten dat hij het top vind dat iedereen er optijd is, ondanks het vroege tijdstip. Erin reageert terug met slechts een slaperig poppetje en een duimpje omhoog, waar ze veel nieuwsgieriger aan het worden is naar wat de Directrice hen te vertellen heeft. Lang laat Katherine Siverston-Pritchard echter niet op zich wachten, want minuten later nadat Erin haar telefoon weer heeft weggestopt, ziet ze de roodharige vrouw het podium oplopen.
”Here we go,” fluistert Erin Raphael nog zachtjes toe, alvorens de stem van de Directrice door de ruimte heen klinkt — sterk en krachtig, vervuld met niets minder dan de autoriteit dat enkel zij zo sterk bezit. “Goedemorgen, iedereen. Het is erg prettig dat jullie er allemaal zijn. De reden dat ik jullie opgeroepen heb is niet vanwege positief nieuws,” gaat de vrouw van start. “Gisteren, rond een uur of elf ‘s avonds, vertelde de Britse inlichtingendienst mij dat ze een aantal berichten hebben onderschept. Waar het op neerkomt is dat onze vijanden zich aan het samenspannen zijn om ons neer te halen, ons op onze knieën te krijgen.”
Erin fronst, niets als enige, en blikt daarbij vluchtig een keer naar Raphael om zijn reactie te kunnen zien. Waar ging dit over?
”Helaas werd er mij ook verteld dat ze al zover zijn dat ze Pritchard Institute hebben geïnfiltreerd. Hierop heeft het bestuur en ik al de nodige maatregelen getroffen. De belangrijkste hiervan is dat vanaf vandaag alle teams opnieuw ingedeeld zijn. Als het goed is, krijgen jullie daar nu een melding van op jullie telefoons.”
Wacht — wat?
Erin voelt hoe haar mobieltje wederom een keer trilt, dit keer door een berichtje vanuit de school. De inhoud liegt er net als Katherine’s mededeling niet om. De teams zijn inderdaad gewisseld en in plaats van bij Adrian zit Erin nu bij Lincoln in het team. Een ongemakkelijk gevoel golft door het lichaam van de getatoeëerde brunette heen. Dit was de verkeerde prikkel op haar al niet zo gezellige humeur. Wat gebeurde er in hemelsnaam? Dit is niet wat ze wilde, niet nu ze lekker in haar team zat — ongeacht wat er al voorgevallen is. Met een bedenkelijke blik op haar gelaat kijkt Erin terug omhoog naar de directrice, terwijl om hen heen meerdere leerlingen beginnen te fluisteren. Onrust golft door het auditorium heen.
”Dit is vast geen grap, hm?” vraagt Erin tussendoor zachtjes aan Raphael, maar de reactie van andere leerlingen — het gezicht van de directrice — het liegt er niet om. “Ik wil dit helemaal niet,” mompelt ze vervolgens. Razendsnel stuurt Erin dan ook een berichtje naar haar teamcaptain, haar oude teamcaptain; Adrian.
To:Adrian.
Wat gebeurd er nu?”
Een domme vraag misschien, gezien het zo duidelijk als wat lijkt te zijn, maar toch voelt Erin de noodzaak hem aan Adrian te stellen, omdat ze ook van hem wil horen wat er zojuist gebeurd is. Het antwoord zal echter nog even op zich moeten laten wachten, of zo lijkt. Met de afsluitende woorden die de directrice spreekt wordt verzocht dat iedereen weer gaat, op twee teams en de teamleiders na. Langzaam komt Erin iets overeind, rechter op de stoel waarop ze is gaan zitten. “Zit jij in een van die twee?” vraagt ze vervolgens aan Raphael, doelend op de twee waarvan verwacht wordt te blijven. “Ik vraag me af of we hier niet gewoon onopgemerkt kunnen blijven zitten,” brengt Erin er op bedenkelijke wijze achteraan, hopend dat ze iets meer antwoorden gevonden gaat krijgen op de vele vragen die niet alleen zij heeft.
|
|