• Titanic
    "Where to? To the stars."


         
    We duiken terug in de geschiedenis en varen meer dan honderd jaar geleden mee met een van de grootste cruiseschepen allertijden, de Titanic.
    Op 10 April, 1912, opent het schip haar deuren en verwelkomen ze iedereen die een ticket heeft weten te bemachtigen — van rijk en welvarend, al daartussen, tot aan arm en in dienst gesteld op het schip — om van een lange en hopelijk prachtige reis te mogen genieten.
    De Titanic zal vertrekken vanuit Southampton, op weg met als eindbestemming New York.

    Samen schrijven we de verhalen binnen de verschillende classes, waar ieder van onze personages hun eigen rol in zal spelen.


    •• Rollen.

    — First Class.
    De meest luxueuze klasse op het schip. Enkel bestemd voor de rijken; oa ambtenaren, beroemdheden, etc. Voor hen zal er niets te komen zijn.
    — Second Class.
    De middenklasse, wie eveneens mogen genieten van de luxe delen op het schip, zij het in mindere mate als de eerste klasse.
    — Third Class.
    De laagste klasse. Hun hutten bestaande uit zes slaapplaatsen, luxe niet iets wat aan het is uitbesteed. Vele van hen werken dan ook op het schip om er zo toch een kleine glimp van mee te krijgen.


    “May I have your ticket, please?”
    •• Reservations.

          First Class.

    – Adelaide Rycroft • 25 jaar • 1.2Rionach.
    – Romilly Anastasia Jacqueline de Loughrey • 17 jaar • 1.4Nikos.
    – Elizabeth Cecilia Albrecht • 26 jaar • 1.5Epione.
    – V • leeftijd • Eclypse.
    – Wrenna Rosamund Talbot • 25 jaar • 1.9Isak.
    – Kezia Faith Enfield • 18 jaar • 1.9Chiacchierare.
    – Delilah Patterson • 18 jaar • 1.9Chocolatier.

    – Maxwell Nolan Sullivan • 27 jaar • 1.3Isolophilia.
    – Clifford Baptiste Pelletier • 24 jaar • 1.3Raccoon.
    – Carleton Augustine Pelletier • 27 jaar • 1.8Amren.
    – Octavian Edward Smith • 26 jaar • 1.5Nikos.
    – Charles Richard Ismay • 24 jaar • 1.8Comedown.
    – Andrew Herbert James Clarington • 20 jaar • 1.9Everglow.


         
         
    Second Class.

    – Bethany Hope McAndrew - Salisbury • 29 jaar • 1.3Chiacchierare.
    – Charlotte Deborah Salisbury • 22 jaar • 1.4Everglow.
    – Aveline Cresswell • 23 jaar • 1.7Varian.
    – Evangeline Mary Dumbleton • 23 jaar • 1.5Nikos.
    – Jane Reinhart • 22 jaar • 1.8Chocolatier.

    – Raymond Hughes • 32 jaar • 1.3Everglow.
    – Matthew Jock MacMillan • 30 jaar • 1.8Livgardet.
    – Lewis Sallow • 25 jaar • 1.5Lerwick.
    – Joseph John Dumbleton • 20 jaar • 1.8Raccoon.


         
         
    Third Class.

    – Irina Ross • 24 jaar • 1.2Reeses.
    – Leonora Mariah Booth • 23 jaar • 1.2Isak.
    – Amita Eshe Bhasin • 24 jaar • 1.4Isolophilia.
    – Saoirse Yeardley • 24 jaar • 1.5Rionach.
    – Diana Livesey • 21 jaar • 1.8Cleland.

    – Joe William Adams • 21 jaar • 1.3Comedown.
    – Angus Finley • 24 jaar • 1.3Rionach
    – Gael Kavanagh • 28 jaar • 1.4Nikos.
    – Samuel Cináed MacMillan • 28 jaar • 1.8Dimitrescu.
    – Jackson Silva • 27 jaar • 1.8Shooter.
    – Ronan King • 27 jaar • 1.8Shooter.


    •• Het begin.

    De opkomst naar de Titanic toe is groots, de haven staat vol met mensen; ook zij die geen ticket hebben weten te bemachtigen zijn komen kijken — om afscheid te nemen, of om toe te kijken hoe het grote schip aan zijn eerste grote reis mag gaan beginnen.
    We starten de RPG dan ook vanaf hier. Onze personages staan op het punt om aan schip te gaan, sommige zijn al binnengekomen en op weg naar hun hutten gegaan. Houdt je ticket bij de hand, want zonder zal het verdomd lastig worden om binnen te geraken.

    De hutten.
    — First Class; Prive suites, luxe hutten, sommige zelfs met een privé promenadedek tot beschikking. Er is ruimte voor maximaal 3 passagiers.

    — Second Class; Iets simpelere, minder luxe hutten, geen mogelijkheid tot Privé suites. Er is ruimte voor maximaal 4 personen.

    — Third Class; zij slapen in kleine maar comfortabele ruimtes, meestal met 2, 4 of 6 personen in één hut. In dit RPG heb ik de verdeling zo gemaakt; alle vijf de dames van deze klassen slapen in één hut, en alle zes de heren van deze klassen slapen in één hut.


    Werken op het schip;

    — Irina • Dienstmeisje.
    — Leonora • Komt.
    — Amita • Barvrouw.
    — Saoirse • Zangeres.
    — Diana • Serveerster.

    — Joe • Kolenschepper.
    — Angus • Barman/ober.
    — Gael • Handyman.
    — Samuel • Spelleider/tafelheer bij kaart en gokspellen.
    — Jackson • Mechanic.
    — Ronan • Violist.

    [ bericht aangepast op 2 sep 2021 - 16:33 ]


    'Three words, large enough to tip the world; I remember you.'

    Matthew      MacMillan
    30      •      2nd class      •      Waiting for Evangeline and Joseph      •      at 2nd class entrance

    The starting point of all achievement is desire.




         
    Matthew keek ernaar uit om voor het eerst in zijn leven Engeland te verlaten. Gelukkig niet voorgoed, dat zou hij niet kunnen, want daarvoor hield hij te veel van Engeland. Wel keek hij uit naar het avontuur dat deze reis en zijn eindbestemming zou zijn. In de Verenigde Staten hoopte hij wat goede deals te kunnen sluiten, zodat hij zijn bedrijf naar een internationaal niveau zou kunnen brengen. Hoe mooi zou het zijn als zijn luxe meubels overal in het Westen verkocht zouden worden? Het was een droom die met een beetje geluk over enkele weken werkelijkheid zou worden.
          Het schip dat hem op zijn zakenreis zou brengen, de Titanic, zag er prachtig uit. Matthew keek zijn ogen uit, terwijl hij aan boord ging. De derde klassers probeerde hij te negeren en hij richtte zijn blik juist op alle welwarende mensen die ook zouden meevaren, op de plekken waar zij liepen. Matthew wist dat hij nooit toegang zou krijgen tot de eerste klas, maar hij vond het wel heerlijk om naar al die rijke mensen te kijken, alvast inspiratie opdoen. Als zijn bedrijf echt succesvol zou worden, kon hij er over een jaar of tien misschien ook zo bijlopen en dan had hij in ieder geval al een paar ideeën van wat hij dan zou willen dragen. Zijn huidige blouse was verre van sjofel, maar het kon ook van veel betere kwaliteit.
          Terwijl hij het schip binnen trad, hield Matthew ondertussen iedere voorbijganger in de gaten. Evangeline zou ook aan boord van het schip moeten komen, samen met haar broer Joseph. Hij had een zeer dubbel gevoel om haar aanwezigheid. Aan de ene kant had hij haar graag bij zich en hij vond het geweldig om dit avontuur aan te kunnen gaan met zijn geliefde aan zijn zijde. Wel was er een zeer aanwezige kans dat hij alleen terug zou moeten reizen. Als Evangeline haar broer en haar dromen zou volgen, dan zou de reis naar Amerika voor haar voorgoed zijn. Hopelijk zou hij haar nog kunnen overtuigen om toch mee terug te gaan. Zijn hart brak bij de gedachte dat hij haar zou moeten laten gaan. Hij wist alleen wel dat hij haar momenteel niet de toekomst kon bieden waar ze op hoopte. Daarvoor stond zijn vrouw in de weg. Maar die arme gehandicapte Charlotte* aan haar lot overlaten? Nee, dat kon hij niet. Die vrouw had al genoeg tegenslag in haar leven gehad, hun liefdeloze huwelijk inclusief. Hij kon haar niet op die manier verraden. Hij moest zorgen dat ze een goed leven kon hebben als hij haar zou scheiden en voor nu had hij nog niet het geld daarvoor. Wie weet wat de handelsdeal zou kunnen gaan bieden.
          Eenmaal binnen had hij het tweetal nog steeds niet gespot, dus bleef hij dralen nabij de ingang. Hij was vroeg geweest, mocht als één van de eerste tweede klassers aan boord gaan. Evangeline zou gauw genoeg verschijnen en Matthew kon niet wachten om haar weer in zijn armen te kunnen nemen. Dus hield hij als een havik de ingang in de gaten, klaar om op haar af te stappen, zodra hij haar zag.


    JOSEPH JOHN DUMBLETON

    The dreamer – With Evangeline at the Docks


    Nog een laatste maal keek ik naar het kleine arbeiders rijhuisje waar ik zo goed als opgegroeid was. Ik kon het zachte gekraak van de trap in mijn gedachten horen, het knetterende haardvuur en de geur van de slappe thee die grootmoe maakte als we wat onderkoelt waren. In mijn handen, twee lederen reiskoffers volgebundeld met dierbare herinneringen. Toezien hoe Evangeline de iets gehavende huissleutel gaf aan het jonge koppel die hier hun toekomst zouden bouwen. Ik moest even knipperen om de opwellende heimwee tegen te houden.
    Daarna ging alles snel, de straten van South Hampton zoefden voorbij terwijl mijn oudere zus en ik met snelle pas richting de Haven liepen. Kennissen woven ons uit er werd ons geluk toegewenst van alle kanten en ook de oude schoenmakerij die we passeerden liep me kort stoppen om mijn vrienden nog een laatste maal uit te wuiven. “ Ik ga jullie nooit vergeten!’ riep ik hen na, ik maakte nog enkele hupjes om mijn vaarwel duidelijk te maken. Ik had hier de helft van mijn jonge leventje gespendeerd. Familie gecreëerd, South Hampton waren mijn roots. Maar de Titanic, nee Amerika dat was mijn toekomst. Deze ochtend had ik nog mijn laatste paar schoenen afgemaakt, dat kon je zien aan de streep schoensmeer die nog op mijn wang gesmeerd was. Mijn collega’s hadden me het nieuw paar lederen schoenen toegestopt, stiekem een laatste afscheidscadeau -waar de baas niets van af wist weliswaar- Ik had het hen beloofd om de opgeblonken schoenen aan te hebben als ik mijn eerste voet op het nieuwe land had gezet. Het zou een nieuw begin zijn, zeker als ik nu blikte of de vreselijk versleten schoenen die ik nu nog aanhad. In een haastje had ik het nieuw paar in mijn valies gepropt waardoor er een klein stukje hemt tussen de koffer piepte. Ik keek de oude fabriek nog na terwijl ik doorliep, waardoor ik uit mijn gedachten wakker getrokken werd door Vangie. Letterlijk. Ik zag een waas van lantaarnpaal langs mijn gezicht zoeven en keek wat verbouwereerd naar mijn zusje de me aan mijn arm meetrok.
    “Ik kan je ook echt geen seconde alleen laten,” grapte ze, waardoor ik een schaapachtig glimlachje opzette en een afwezige “uhu” humde wat me afgestraft werd door een por in mijn zij, waardoor ik mijn lederen koffers haast deed vallen. “Oi!” murmerde ik, een kleine vaart zetten aan mijn passen om haar bij te houden. En viel weer een kleine stilte tussen ons, mede omdat ik mijn best deed niet misselijk te worden van de stress
    “Heb je er behoefte aan om over te praten? Over wat we zojuist gedaan hebben? Of over wilde toekomstplannen? Ik ben deze stilte niet helemaal gewend van je.” Klonk Evangeline lichtelijk bezorgd wat me deed opkijken naar mijn grote zus, haar woorden deden mijn alom bekende grijns weer tevoorschijn toveren, iets gereserveerder dan anders. “ Er is geen weg terug.” Sprak ik met een klein lachje mijn kin iets opheffend, achter ons hadden we het verleden gelaten. Nu was het tijd om uit te kijken naar de toekomst. “ Dus laten we maar zorgen dat we de boot niet missen.” Ik trok Eve ietsje dichter naar me toe gezien onze armen samen gehaakt waren. “ geniet maar van de stilte want eens op de boot heb je je praatgrage broer terug.” Grinnikte ik. We liepen de hoek om en “woah” kwam er haast geruistloos om mijn lippen bij het aanzicht van de boot. Ik hield mijn zusje goed bij me voor ik haar verloor in de drukte. “zoiets heb ik nog nooit van mijn leven gezien.” Zei ik vol verbazing, terwijl ik opkeek naar de torenhoge boot. Onze toekomst. “ Moet je zien Vanjie.” Zei ik mijn zus porrend alsof ze het grote ding nog niet opgemerkt had.

    [ bericht aangepast op 22 aug 2021 - 18:09 ]


    I caught a golden trout! But the real treusure? Friendship - ACNH

    SAMUEL CINÁED MACMILLAN
    "To hell with playing fair. Nothing about our lives has ever been fair now, has it?"

    28 • third class • the whitestar dock, near the e-deck • with oliver sanford*

    “Just a wee lil’ thing, ain’t she?”
    Samuel kreeg de grijns niet van zijn gezicht. Oliver*, die aan zijn zijde stond, was te overweldigd door het gevaarte in de haven om direct antwoord te geven. Hij haalde zijn stoffen pet van zijn hoofd, haalde zijn hand door zijn haar en schudde zijn hoofd in ongeloof voordat hij naar Sam keek.
    “Welke idioot zet zijn ticket naar Amerika ook in bij het pokeren?” vroeg hij, bijna geïrriteerd. Samuel kon de jaloezie in Oliver’s* stem horen. Hij smulde ervan.
    Met twinkelende ogen en de jongensachtige grijns nog altijd op zijn gezicht, haalde hij zijn schouders op. Vervolgens sloeg hij zijn vriend hard op zijn schouders.
    “Een man die duidelijk niet wist wie hij voor zich had.”
    Zijn schorre lach trok de aandacht van een aristocratisch uitziende dame met een weelderige, paarse hoed en een goedgeklede heer die samen, arm in arm, in de menigte stonden. De man had net een sigaret opgestoken en stopte zijn luxe aansteker in de zak van zijn op maat gemaakte jasje.
    Met een opgetrokken neus en een grimas op haar keurig gepoederde gezichtje, staarde de dame de jongens aan met niets dan walging en verhevenheid in haar ogen.
    “Dan koopt Bethany een ticket voor the Ship of Dreams, komt ze alsnog aan boord met derdeklas ratten en arbeiders,” hoorden de jongens de dame van stand tegen haar echtgenoot zeggen. “Het is werkelijk een schande.”
    Oliver* wilde zijn mond al opentrekken, maar Sam stootte hem ongemerkt aan. Wat kon hen het nou schelen wat die omhooggevallen luxepoes van hen vond? Hij zag kansen.
    “Aansteker-truc Rechterjaszak,” mompelde hij daarom naar Oliver*.
    Zijn partner in crime liep doelgericht vooruit zodra de dame haar aandacht weer op het prachtige schip voor zich had gericht. Met een snelle beweging had hij de zilveren aansteker uit de herenjas gevist. Ongemerkt liep hij terug naar Sam en drukte hij het ding discreet in diens hand.

    Direct liep de Schot naar voren, zijn arm in de lucht.
    “Meneer,” riep hij. “Meneer, dame..”
    Het koppel draaide zich verbaasd om. Het gezicht van de vrouw vertrok onmiddellijk zodra ze de armoedzaaier van daarnet zag.
    “Ik geloof dat u deze bent verloren.” Samuel toverde zijn meest betrouwbare lach op zijn gezicht terwijl hij de man aankeek en hem de aansteker liet zien.
    “Welja…” De man fronste en klopte op zijn jasje. “Die moet ik net hebben laten vallen.”
    “Ik zag het gebeuren,” knikte Samuel terwijl hij de zilveren aansteker aan de heer gaf. In zijn ooghoek zag hij Oliver* casueel achter het koppel door lopen. Zijn hand verdween vliegensvlug in het tasje van mevrouw terwijl Samuel met hen stond te praten.
    “Zeer oplettend,” knikte de man. “Dank u wel.”
    "Geen probleem, meneer,” verzekerde Samuel hem terwijl hij in zich opsloeg waar de man zijn aansteker wegstopte. Zijn linkerjaszak dit keer. Daar leek, gezien de vorm van de jaszak, meer in te zitten.
    “Reist u ook mee met de Titanic?” vroeg hij het koppel. Zijn ogen gleden naar de dame die nog altijd vol minachting op hem neerkeek. Oliver* was al in de mensenmenigte verdwenen. Mooi.
    “Wij zijn hier om mijn zuster uit te zwaaien,” antwoordde haar man. Hij keek kort om zich heen. Het was duidelijk dat hij zich ongemakkelijk voelde en het gesprek wilde afronden nu hij zijn aansteker terug had gekregen.
    Uiteraard. Dit soort lui kon niet gezien worden met gepeupel zoals hij. Gelukkig voor Samuel was het keurige volk geconditioneerd om hoe dan ook beleefd te blijven. Het zou idioot zijn om daar geen misbruik van te maken.
    “Ik heb een derdeklas-kaartje,” vervolgde hij daarom. Hij kon het niet laten om zijn blik nogmaals naar de dame te laten glijden. Haar gezicht sprak boekdelen. Ze rolde haar ogen en wendde haar blik af. Ongetwijfeld om andere mensen de veroordelen met haar ijskoude ogen. Het leek de favoriete hobby van dit soort snobistische, rijke vrouwen te zijn.
    “Maar ik hoopte dat u me kon vertellen waar ik heen moet om aan boord te komen,” vroeg Samuel, zijn ogen weer op de man gericht.
    De heer fronste en zijn ogen gleden over de boarding bruggen die op verschillende plekken aan de Titanic gekoppeld waren. Na enkele seconden wees hij in de verte.
    “Ik zag dat de gezondheidschecks daar plaatsvinden. Dat zal ongetwijfeld voor de derdeklassers zijn.”
    “Eens kijken of ik luisjes heb meegenomen dan,” grijnsde Sam. Hij boog kort zijn hoofd. “Een prettige dag, beiden.”
    De man keek hem bedenkelijk aan maar knikte ook.
    “Kom op, Theodore,” siste zijn vrouw. Ze gaf hem een kort maar dwingend rukje aan zijn arm voordat het koppel doorliep.

    Met een tevreden gezicht liep Samuel moeiteloos richting het E-deck. Uiteraard wist hij dondersgoed waar hij moest zijn om het schip te betreden. Hij stak zijn hand op naar Oliver* die tegen een railing aan leunde - een damesportefeuille in zijn hand.
    “Netjes, Sanford,” humde Samuel terwijl hij naar zijn Engelse maat knikte. “Geef me een ciggie, wil je?”
    Toen Oliver* zijn sigaretten tevoorschijn haalde, hij er eentje aan Sam had gegeven en er eentje tussen zijn tanden had gestoken, reikte zijn hand naar zijn broekzak.
    “Stop,” sommeerde Samuel. “Laat dat vuurtje maar aan mij over.”
    Met bravoure haalde hij de zilveren, luxe aansteker uit zijn tweedjas - samen met een dikke, leren herenportemonnee.
    "Dubbel de buit vandaag.“
    "Samuel Cináed feckin’ MacMillan, wat ga ik jou missen,” grijnsde Oliver* terwijl hij langzaam zijn hoofd schudde. Samuel stak zijn sigaret aan voordat hij zijn vriend de luxe aansteker toegooide.
    “Hier, hou maar. Zie het als een afscheidscadeautje. In Amerika komen nog genoeg kansen voor mij.”
    Hij had nog tijd voor één laatste peuk voordat hij het schip zou betreden. Op weg naar een nieuw leven, ver weg van Schotland en Engeland. Een plek waar hij nooit meer zou hoeven denken aan het verleden dat gitzwart gekleurd was door zijn verachtelijke familie.

    Zijn slet van een moeder.
    Zijn klootzak van een nepvader.
    Al zijn schijnheilige broertjes en zusjes, waarvan de woede richting Matthew nog altijd het allerdiepste zat.

    Hoewel hij al een tijd niet meer thuis woonde, voelde het goed om het land waar zij woonden achter zich te laten. Nu zijn opa niet meer leefde, had hij geen enkele reden om te blijven.
    Oliver* gooide de zilveren aansteker op in zijn hand.
    “Een aandenken aan die Schotse klootzak,” lachte hij zijn scheve gebit bloot. “Het ga je goed, MacMillan.”


    [ bericht aangepast op 23 aug 2021 - 0:43 ]


    ars moriendi

    CHARLOTTE DEBORAH SALISBURY
    22 • 2nd Class • in their cabine w/ Bethany and Sophia*


    "Laten we dat maar doen," Had haar zus gezegd; dat maakte Charlotte iets rustiger. Het gaf haar hoofd meer lucht, ze kon weer enigzins nuchter nadenken. Bethany en zij waren volwassenen, niemand kon of mocht ze toch tegenhouden? Mocht men moeilijk doen, dan zouden ze altijd nog kunnen zeggen dat ze onder supervisie was. Maar realistisch gezien, zou het niemand echt moeten schelen waarom ze hier waren.

    Hun hut was prima, alhoewel ze normaliter luxe gewend waren, vond Charlotte het meer dan prima. Als het betekende dat ze hierna vrij zouden zijn, dan was deze hut een godsgeschenk. Het voelde primitief - maar eigenlijk voelde ze zich gelijk schuldig. Er was ook nog een derde klas, hoe moesten zij zich wel niet voelen?
    “Tante Lotte, haartjes vlechten?” Vroeg Sophia haar nadat Charlotte een beetje tot rust gekomen was.
    “Ofcourse, dear” Zei Charlotte glimlachend tegen haar kleine nichtje. Samen gingen ze op bed zitten en zorgde ervoor dat haar nichtje twee mooie vlechten in haar haren kreeg. Ondertussen keek ze naar haar zus.
    “Gaat het, Beth?” Vroeg ze haar bezorgd. Bethany zorgde meestal juist voor haar, zij was immers het jongere zusje. Maar Charlotte wilde er ook voor haar zijn. Hun band was ongelofelijk sterk, want naast zussen waren de twee ook gewoon beste vriendinnen.
    Nadat Charlotte klaar was met vlechten, ging Sophia met haar popje spelen. Even was ze in haar eigen wereldje, Charlotte was haast jaloers, ze zou ook zo graag even ontsnappen uit de werkelijkheid.
    Ze stond op om haar zus te omarmen. Want toegenegenheid tonen kon ook vaak helpen om de werkelijkheid een beetje te kunnen ontsnappen. Daarbij wilde ze haar zus nog eens bedanken voor alles wat ze had gedaan.
    “We gaan een prachtige toekomst tegemoet, is het niet?” Zei Charlotte met een voorzichtige glimlach rond haar lippen. Hun toekomst zou er gegarandeerd anders uitzien dan ze gewend waren. Maar gelukkiger zouden ze zeker worden, ook al moesten ze daar zelf voor gaan werken.
    Er werd vervolgens zacht op de deur geklopt, dat moesten Raymond en Gabriel* haast wel zijn. Ze was wel nieuwsgierig waar ze later heen zouden gaan. Misschien zou Charlotte later eens in haar eentje rondlopen om het schip verder te verkennen.


    "She would've made such a lovely bride, what a shame she's fucked in the head, " they said

    LEWIS SALLOW

    25 • Second Class • Third Class deck • with Leonora & Angus


    “If you don't get caught, you deserve everything you steal.”

    Het was niet echt subtiel toen de man en vrouw hun blik over Lewis heen lieten glijden. Voor de gelegenheid had hij er natuurlijk voor gezorgd dat hij ook qua kleding kon doorgaan voor een tweedeklasser. Niemand zou hem namelijk geloven als hij gewoon in een broek en een oud hemd kwam aanzetten. Hij had heel wat moeten stelen om genoeg geld te kunnen verzamelen voor kleding, maar het was hem gelukt. Het feit dat ze hem dan ook echt aanzagen voor een tweedeklasser was voor hem dan ook alleen maar positief.
          'Het is inderdaad duidelijk dat je ergens de verkeerde afslag hebt genomen,' reageerde de man uiteindelijk, zijn stem niet echt onaardig klinkend. Dat viel al mee. Als hij zonet de blikken van wat andere mannen had gezien, kwam hij er met deze vent nog goed vanaf. 'Ik was van plan zo meteen eens een rondje door het schip te lopen, de verdiepingen hogerop eens bekijken. Ik gok dat je daar namelijk moet zijn. Anders lopen jullie mee?'
          Lewis schonk de man een dankbare glimlach en knikte enthousiast. 'Dat klinkt als een perfect idee.' Een rondje doorheen het schip was zeker geen slecht idee. Zo leerde hij nog wat meer routes kennen en dat kon later alleen maar in zijn voordeel spelen.
          'Natuurlijk,' sprak nu ook de vrouw voor een eerste keer. Deze keer glimlachte hij naar haar en deed teken met zijn hand dat ze voor kon gaan. Al snel wandelden ze met z'n drieën weer een smalle trap omhoog.
          'Dit schip is echt een doolhof. Volgens mij gaan er nog veel passagiers verloren lopen tijdens deze trip.' Het was een manier om een beetje conversatie aan de gang te houden, maar langs de andere kant meende hij het ook wel. Veel van de gangen leken ontzettend hard op elkaar en overal waren en trappen te vinden die weer naar een nieuwe verdieping leidden.
          'Mijn naam is Lewis trouwens,' stelde hij zichzelf voor. 'Lewis Sallow.' Het kon geen kwaad om een paar mensen te vriend te houden op dit schip en deze twee leken daar zeker geschikt voor te zijn.
          'Zijn jullie gewoon passagiers of werken jullie op het schip?' Hij wist dat er in de derde klasse ook veel bemanningsleden zaten en misschien behoorden deze twee daar wel toe.


    Nothing is impossible in my own powerful mind.

    CARLETON AUGUSTINE PELLETIER
    27 • first class • on the boat • with ade & cliff

    Carleton deelde het enthousiasme van zijn broertje en verloofde niet. Sterker nog: het was een ochtend waar hij al maanden tegenop zag. De gedachte dat hij maanden zou vastzitten op de oceaan maakte een gevoel van misselijkheid bij hem los. De gehele reis naar de haven van Southampton was Carleton dan ook onnatuurlijk stil geweest. Als er om gevraagd werd schoof hij het af op vermoeidheid, zelfs al wist Adelaide precies wat zijn echte probleem was. Vanaf zijn kant van de automobiel had hij slecht zicht op de boot en de zee, iets waar hij bewust voor gekozen had. “Ja, het is vast prachtig,” zei Carleton kortaf, terwijl hij steevast de andere kant opkeek. Het was ontzettend druk, overal om hen heen liepen mensen met grote koffers en reden automobielen om de rijken af te leveren.
          “Ach, Cliff, het is niet alsof we met ze in aanraking komen. De arme stakkers zitten op een heel ander deel van de boot,” zei Carleton nonchalant, terwijl hij kort met zijn schouders rolde om de opbouwende spanning in zijn lichaam kwijt te raken. In alle eerlijkheid: zelf vond hij het ook vervelend dat hij de boot moest delen met de vieze, laagopgeleide en arme arbeidersklasse. Echter was de Titanic dusdanig groot dat Carleton nooit in hun stank hoefde te lopen. Hij wendde een korte blik op Adelaide, zijn verloofde, toen ze sprak en een kneusje in zijn handen gaf. “En dat is ook waar. Derde klassers zijn nodig om ons in onze behoeftes te voorzien. Enige waar ze goed voor zijn.” Al moest Carleton toegeven dat hij zich liever liet bedienen door iemand van de tweede klasse. Deze passagiers waren vaak beter gemanierd en hadden minder baat bij het hem bestelen van zijn geld en bezittingen.
          Zodra de automobiel tot stilstand kwam en de chauffeur uitstapte, wist Carleton dat het tijd was om zijn grootste nachtmerrie onder ogen te komen. Het drietal stapte achter elkaar uit en de zeegeur overviel hem. Carleton haalde zijn neus op. Waarom, uit alle mogelijke verlovingsreisjes, hadden zijn ouders voor dit gekozen? Vreselijk vond hij het. Al kon hij dat natuurlijk niet hardop zeggen, dat was ondankbaar. Clifford gaf de opdracht aan enkele medewerkers om hun vele bagage naar hun suites te brengen en Carleton keek in stilte toe hoe deze mannen de bevelen van zijn broertje opvolgden. Een kleine glimlach verscheen op zijn lippen. Het gaf een gevoel van macht om mensen te commanderen.Toen Adelaide wat aan hem vroeg, draaide hij zich naar haar toe. Voor enkele seconden staarde hij de dame aan. Waarom stelde ze deze vraag? Was ze vergeten wat hij van oceanen en boten vond? “Ik hoop dat ze net zo stevig is als ze lijkt,” antwoordde Carleton uiteindelijk, terwijl hij zijn verloofde dichter tegen zich aantrok.
          Enkele stappen richting de loopbrug werden gezet, vooraleer Carleton iets aan Clifford zag dat hem niet zinde. Hij haakte zijn arm los uit die van Adelaide en stapte op zijn broertje af. “Zorg jij er maar eerst voor dat je er zelf presentabel baar uitziet, voordat je - je bekommert om de rest,” zei Carleton, waarna hij Cliff’s kraag fatsoeneerde en zijn colbert gladstreek. Een paar vriendschappelijke klappen tegen zijn wang volgde, waarna Carleton een stap wegzette en zich omdraaide naar zijn verloofde. “Hun checks grondig uitvoeren is dan ook precies waarvoor ze zijn aangenomen. We mogen niks minder van hen verwachten. Maar goed, laten we inderdaad gaan.”
          Carleton legde zijn rechterhand op Adelaide’s rug, waarmee hij haar voorzichtig vooruit duwde en wikkelde zijn linker arm om de schouder van zijn broertje. “Clifford, jij weet waar je slaapt, hè?” vroeg Carleton daarna aan hem. De kamerindeling was lang geleden besproken: zijn verloofde en hem namen de grote slaapkamer en Clifford werd weggestopt in een van de vele zijkamers. Het was alleen maar eerlijk, gezien het zijn verlovingsreis was en niet die van zijn kleine broertje. Adelaide trok Carleton tegen zich aan, waarna hij een subtiele kus op haar hoofd plaatste. Het voelde raar om te doen, daar hij zich nog altijd niet romantisch voelde aangetrokken tot haar. Eenmaal op het schip aangekomen liet hij zijn twee mede-reizigers weer los en liep hij direct naar de reling, waarna hij naar beneden staarde. Gelukkig had hij vooral zicht op de haven, hoewel er soms wat zeewater te zien was. Carleton voelde een golf van angst opborrelen, maar weigerde eraan toe te geven.



    [ bericht aangepast op 23 aug 2021 - 1:53 ]


    That is a perfect copy of reality.

    JANE REINHART
    • 22 • tweede klasse • outfit • With Ronan @ second class deck •



    Aan Ronan's gefronste gezichtsuitdrukking kon ze uitmaken dat de jongen niet van dezelfde afkomst kwam, of in ieder geval een vrijere opvoeding heeft gehad. Hij leek zich niet te herkennen in haar laatste woorden. Beide keken ze even naar de zee voor hen voordat Jane haar aandacht weer op de jongeman voor haar richtte. Hij haalde zijn schouders simpel op, wat haar nu liet fronzen. 'Ik heb bewondering voor je, Jane, - en dan niet alleen vanwege het reizen, maar eveneens om de onbegane paden alleen te bewandelen. Dat vergt moed.' Haar blik verzachtte even na zijn woorden en de complimenten die over haar gemaakt werden. "Dankjewel mijnheer King" zei ze dan ook met een knipoog.

    'Ik kom uit de omgeving, inderdaad. En mijn plannen. . .' Geïnteresseerd keek ze hem aan, leunend met haar heup tegen de rand, nog altijd vrij dicht op hem. 'Wanneer ik in Amerika ben, wil ik mezelf bewijzen als bekend violist. Daarna komen de andere dromen een voor een aan de beurt.' Ze knikte begrijpend. "Dat moet je zeker doen, ik heb je natuurlijk nog niet horen spelen maar als ik je er zo over hoor praten, met volle passie. dan komt dat vast goed in Amerika" sprak ze met oprechtheid. Ze was nu al onder de indruk van Ronan, hoe hij vol passie over zijn viool en muzikale droom praatte, dat toonde doorzettingsvermogen en het hebben van grote dromen. Iets waar Jane zich ook zeker in kon vinden. "Wie weet hoort een van de rijke mensen je wel spelen tijdens deze reis en is geïnteresseerd in je, je weet nooit."

    'Dus mocht je ooit een violist benodigd hebben voor een feestje. . . houd ik mezelf volledig aangeraden,' Hij knipoogde als teken dat ze er geen serieuze zaak van hoefde te maken maar Jane was er niet helemaal van overtuigd. Hij leek opeens zo bescheiden. Even twijfelde ze of ze er serieus op in moest gaan, Jane besloot "Daar hou ik je aan, wie weet heb ik wel een muzikaal talent nodig als ik mijn ouders bedrijf overneem - bij de opening." Ondanks dat ze hem nog amper kende, was ze wel in zoverre geïnteresseerd dat als hij net goed zou kunnen spelen als dat hij erover kan praten dan kon ze natuurlijk wel wat voor hem betekenen. "Mocht je het tegen die tijd nog niet gemaakt hebben in Amerika en ik duizenden euro's moet betalen om jou te laten spelen" grapte ze nu terug, ook gevolgd door een knipoog. Natuurlijk hoopte ze dat de droom van de jongeman zou uitkomen.

    "Wat voor andere dromen heb je? Als ik zo vrij mag zijn hiernaar te vragen," Zelf zou ze graag nog eens een volledige wereldreis te maken, om ook de andere continenten te zien. Uiteraard was het al een prachtige beleving geweest om door Europa te reizen en allerlei verschillende plekken te ontdekken maar nu hunkerde ze stiekem wel naar meer. Maar of die dag ooit zou komen was ze nog niet zo zeker van; je kon niet in een paar weken de hele wereld rondreizen en meer dan een paar weken per jaar zou ze niet hebben als ze straks haar eigen bedrijf zou gaan runnen. Haar hand gleed weer even door haar wilde bos krullen, die ondanks de minimale hoeveelheid wind toch wat voor haar ogen waaide.



    DIANA LIVESEY
    21 • 3rd class • waitress • on the deck • with romilly and saoirse

    In de vroege ochtend had ik mijn familie vaarwel gezegd en nu, enkele uren later, stond ik op de haven, kijkend naar wat het begin van mijn nieuwe leven ging zijn. Al een jaar had ik uitgekeken naar deze dag, ervan gedroomd. Dit was mijn kans om iets van mijn leven te maken, de erkenning te vinden waar ik zo naar snakte. Lang had ik ervoor moeten werken en smeken om aan boord te kunnen. Mijn ouders waren er in het begin fel op tegen geweest. Een dame hoorde nu eenmaal niet voor haarzelf te kiezen. Daarnaast waren ze bang dat er slechte dingen met me zouden gebeuren, alsof ik mijzelf niet kon redden. Gelukkig werd bekend dat een vriend van me, Angus, ook op de boot zou gaan werken. Vanaf dat moment waren mijn ouders er schoorvoetend oké mee.
          Vanaf mijn locatie had ik goed zicht op de hogere klassen. Ik slaakte een diepe zucht, willend dat ik daar deel van uitmaakte. Het leven van deze mensen leek altijd zo geweldig en volmaakt. Ik kon alleen maar dromen van zoveel geld en het mogen dragen van zulke prachtige jurken. Ik hoopte dat het ooit een onderdeel van mijn eigen leven werd, zodra ik eenmaal een naam voor mezelf had gemaakt in de Verenigde Staten. Dat was mijn doel en de reden waarom ik op deze boot wilde werken.
          Ik pakte de hendel van mijn koffer vast en nam deze mee de boot op. Na een snelle gezondheidscheck was ik binnen. Later vandaag zou ik gelijk beginnen met mijn werk als serveerster. Ik wist nog niet waar ik was ingedeeld, maar dat zou ik wel horen. Ik hoopte dat ik de eerste klasse mocht bedienen, zodat ik een sprankje van hun levenswijze kon meemaken. Ik moest er niet te lang over nadenken, ik ging het allemaal wel horen. Nu vooral belangrijk was dat ik mijn hut ging opzoeken en een bed aan mezelf toe-eigende. Ik wilde wel het beste bed hebben, natuurlijk.
          Een kleine vijftien minuten later stond ik voor mijn deur en opende ik deze. Het was jammer genoeg leeg. Mijn kamergenoten moest ik maar een andere keer ontmoeten. Voor zover ik kon zien waren alle zes bedden nog beschikbaar, wat mijn lippen tot een glimlach liet vormen. Zonder schaamte drukte ik met mijn handen op elke van de zes matrassen en koos ik de beste. Ik legde een aantal bezittingen neer op het bed en schoof mijn koffer eronder. Daarna hield ik het wel voor gezien. Ik was veel te enthousiast voor de rest van de boot om mijn tijd te verdoen aan uitpakken.
          Niet veel later stond ik weer boven op het dek. Ik wist niet zo goed welke plek ik als eerst moest ontdekken en dus liep ik wat doelloos rond. Ik bekeek de mensen om mij heen en stopte toen ik een dame zag die ik herkende. Niet uit mijn persoonlijke sferen, maar desalniettemin een bekend gezicht. Ze stond met een andere dame die duidelijk van rijke komaf was. Ik zag kansen en liep op het tweetal af. Al snel zag ik dat de dame van rijke komaf een meisje bleek te zijn. “Excuseer me voor het onderbreken van jullie gesprek, maar ik heb het idee dat ik u ergens van herken, alleen kan ik niet plaatsen waarvan. Kan dat kloppen?” vroeg ik aan de brunette, terwijl ik een kleine glimlach schonk aan het jongere meisje dat erbij stond.


    ray of sunshine

    Angus Finley
    "In the end they'll judge me anyway, so whatever."

    24 • 3rd Class • Bartender/waiter • Third Class deck, w/ Leonora & Lewis
    De blondine in hun midden zij niet veel. Angus merkte op hoe haar handen langs haar rokken afgleden, terwijl ze subtiel een keer rondkeek; de ongemakkelijkheid zichtbaar in haar fijne gelaatstrekken. Ergens was het dan ook een verrassing voor hem dat ze desondanks instemde om met de twee heren mee verder het schip op te gaan. Lichtjes schokschouderde Angus dan ook een keer — toekijken hoe de blondine hen na een korte instemming direct voor besluit te gaan. Een vrouw met een doel voor ogen, ofzo lijkt. Angus grijnsde lichtjes, waarbij hij een keer opzij keek, naar de tweede klas man naast hem, om vervolgens achter de jonge vrouw aan te lopen.
          ”Dit schip is echt een doolhof. Volgens mij gaan er nog veel passagiers verloren lopen tijdens deze trip.”
          Angus humde, knikkend op de man zijn woorden, terwijl hij nieuwsgierig een keer rond keek. Het schip was gigantisch dus ergens kon hij zich dan ook helemaal vinden in hetgeen gezegd werd — de Titanic ging nog voor vele verdwaalde mensen zorgen, letterlijk én figuurlijk. Hij kon er dan ook maar beter voor zorgen dat hij elke route, elk pad naar boven, voren, links of recht, goed zou blijven onthouden.
          ”Dat is het zeker,” bracht Angus vervolgens nog uit. “Voor je het weet heb je de verkeerde afslag genomen.” Wanneer de woorden tot Angus doordringen blikt hij met een lach op zijn lippen naar de man naast hem. De verontschuldiging eveneens zichtbaar in zijn donkere ogen, waar hij zijn woorden beslist niet bedoeld had om de man te pesten met zijn verdwaalde poging van eerder. Angus mocht nog niks te hard roepen namelijk, tot nu toe had hij in een dronken toestand nog niet over het schip gelopen en daar zat voor hem vermoedelijk de valkuil om de weg kwijt te raken.
          ”Mijn naam is Lewis, trouwens,” stelt de man — Lewis, zich dan voor. “Lewis Sallow. Zijn jullie gewoon passagiers of werken jullie op het schip?”
          Heel even blikt Angus naar de dame voor hen, nieuwsgierig naar wat haar antwoord zal zijn, waarop hij uiteindelijk besluit de eerste te zijn om te reageren. Voor hem was het geen geheim waarom, of hoe, hij bij de Titanic aan boord was gekomen — al liet Angus wellicht het gedeelte over vals spel en grenzeloos bedrog achterwege; voor zichzelf, maar ook om Floyd te blijven beschermen. Met geen uitweg hier op het schip hoopte Angus graag heelhuids hun eindbestemming te kunnen halen, zonder daarbij het risico te lopen betrapt te worden.
          ”Ik werk hier op het schip,” antwoord Angus dan ook. “Bij mijn ticket zat een baantje als barman en ober. Ik mag een paar rijke stinkerds van hun lievelings drankjes gaan voorzien.” Met een geamuseerde uitdrukking op zijn gelaat kijkt Angus van de blondine voor hen, naar Lewis opzij. Ondanks de man van tweede klasse afkomstig was, had Angus het vermoeden dat Lewis zich ver van de eerste klassen vandaan hield in het dagelijkse leven. Een voorgevoel, al wist hij nog niet precies hoe of wat.
          Sommige zouden het dan ook wellicht vervelend vinden om voor een paar rijke eerste klassen te werken, maar Angus kon daar op vele fronten alleen maar voordelen in zien. Het enige waar hij voor zichzelf de hand in moest zien te houden is opdat ze hem niet met woorden of daden weten te raken.
          ”En jij, tweede klas passagier dus?” Ondertussen haakt Angus zijn duimen achter de banden van zijn bretels. Wanneer het drietal de eerste trappen naar boven gaan is het verschil in klasse al duidelijk op te merken. Lager in het schip klinkt het gedender van de motoren, waar het een paar verdiepingen hoger al veel stiller lijkt te klinken. Terwijl een klein groepje dames voorbij komt gelopen tikt Angus een keer tegen zijn stoffen pet aan — de jongensachtige grijns subtiel aanwezig rond zijn mond, alvorens hij zich weer tot zijn gezelschap richt. “Waar komen vandaan, als ik vragen mag? Hieruit Southampton, of dat toch niet?”



    'Three words, large enough to tip the world; I remember you.'



    CLIFFORD BAPTISTE PELLETIER

    Pretentious Snob With Carleton and Adelaide - Just arrived





    Mijn oudere broer Carleton verzekerde me dat we niet in aanraking zouden komen met de lage rangs passagiers, aan zijn toon te horen wees hij me erop er geen zorgen om te gaan maken. Ik hoopte maar dat ze me geen zorgen zouden gaan baten de komende weken. Adelaide humde even, waarna ze me vertelde dat we ze eenmaal nodig hadden als ‘bedienden’ welliswaar. Nu gaf ik haar daar wel gelijk in, bedienden waren belangrijk om ons te bedienen, daar betaalden we ze immers voor.
    Net zoals onze chauffeur die de deur had geopend, eens uitgestapt kon ik zien dat mijn oudere broer gespannen stond, boten waren zo niet zijn ding. Zelf toen we kleine kinderen waren en vader ons meenam voor een zeil uitje kon ik me nog herinneren hoe Carleton misselijk in het bootje zat. Nu waren we beiden ouder natuurlijk ,maar diezelfde stress bleef zijn oudere broer nog steeds teisteren.

    Ik had me omgedraaid om de bediendes uitt e gaan leggen hoe voorzichtig ze wel niet met onze dure spullen moesten omgaan. De tientallen koffers zouden naar onze suite gebracht worden en ik waarschuwde hen dat ze maar beter geen krassen kregen op onze bagage. Sommige van de valiezen kwamen van de Franse ontwerper Louis Vuitton welke we speciaal hadden laten overschepen van de Franse hoofdstad Parijs.
    Met een klein polsgebaar keek ik naar onze butler, mijn wenkbrauw opgetrokken. Al gauw snelde de man me toe met mijn wandelstok in zijn beide handen. Ik haf hem een knikje en nam de mahoniehouten stok aan welke ik kort door mijn vingers liet glijden in zijn totale lengte vooralleer mijn rechterhand zich als gegoten vast zette bij het handvat. De steun die ik nodig had om zonder ongemak te kunnen wandelen. Zonder nog een dankje ervanaf te laten rollen draaide ik mijn rug naar de man toe en beende ik Carleton en zijn verloofde achterna, hen op een gegeven moment haast inhalend.

    Mijn blik was even minachtend rond gegleden naar de health inspection waar ik natuurlijk een opmerking over moest maken, het idee alleen al dat ik besmet zou worden door één of andere vieze ziekte deed me huiveren. Schrikachtig trok ik mijn arm ook iets terug toen Adelaide mijn onderarm vast nam, toen mijn blik echter de hare vond en ik merkte dat zij het maar was ontspande ik iets. ”Laten we ons daar geen zorgen over maken,” sprak de dame met een knikje richting de health inspection. “Het ziet er naar uit dat ze hun checks grondig uitvoeren.” Vervolgde ze, ik knikte wat afwezig, waarna ik toekeek hoe ze inderdaad grondig te werk gingen met kam en vergrootglas. Mijn bovenlip twitchte toch iets van walging, waardoor ik mijn blik op iets prachtigs richtte. De Titanic.

    We waren bijna bij de loopbrug waar ik werd tegengehouden door Carleton, vragend keek ik toe hoe mijn oudere broer zich losmaakte van zijn verloofde en voor me tot stilstand kwam, zijn handen brengend naar de kraag van mijn kostuum “Zorg jij er maar eerst voor dat je er zelf presentabel baar uitziet, voordat je - je bekommert om de rest,” sprak de jongeman terwijl hij mijn outfit fatsoeneerde, beschaamd richtte ik mijn donkere kijkers op, geïrriteerd dat ik me zo publiekelijk liet bemoederen. Ik schraapte enkel mijn keel en keek mijn broer pas weer aan toen hij me enkele klapjes tegen mijn kaak haf. Ik knipperde per klapje dat hij mij schonk en snoof even toen hij zich terug draaide naar Adelaide, waarbij ik kort over mijn wang wreef. “Hun checks grondig uitvoeren is dan ook precies waarvoor ze zijn aangenomen. We mogen niks minder van hen verwachten. Maar goed, laten we inderdaad gaan.” Sprak mijn oudere broer tegen Adelaide die verklaarde dat er nog mooiere dingen aan boord op ons stond te wachten. Ik knikte, boog galant en liet de lady eerst aan boord stappen, gevolgd door Carleton en dan mezelf. Mijn wandelstok tikte enkele malen op het holle peleton vooraleer deze het dek bereikte. Dat mijn broer aan de reiling ging als een bange kat negeerde ik gezien zijn woorden eerder mijn aandacht leek te trekken.
    Ik lachtte even. “Hoezo ik dacht toch echt dat ik het kingsize bed kreeg.” Grapte ik met een brede grimas om mijn smalle lippen. Even liet ik mijn wandelstok tegen mijn heup aanrusten terwijl ik op mijn dode gemak een smal met emaille gedetailleerd sigarettendoosje bovenhaalde, waarna ik er al snel een peuk uit viste en mijn reisgenoten ook vriendelijk één aandbood mochten ze willen. Ik plaatste de smalle sigaret tussen mijn lippen en wisselde het sigarettendoosje voor een aansteker zodat ik de peuk kon oplichtten terwijl ik sprak. “Maar om serieus op je graag te antwoorden, ik weet zeer goed waar ik slaap. Zo ver mogelijk van jullie bed laten we hopen dat god me nog genadig is en er toch enkele muren de geluiden gaan barrieren.” Srpak ik vervoglens zonder schaamte. Wat mijn broer en zijn verloofden in hun bed wilden doen was verre weg mijn zakens dus hoopte ik ook er niets van te hoeven aanhoren. “ Is het vertrek de eerste plek waar jullie al heen willen of verkennen we de boel eerst iets? Ik ka wel een stretch gebruiken na de lange autorit.” Verkondigde ik vervolgens, na een diepe hijs genomen te hebben waardoor de rook mijn gezicht streelde tijdens het spreken. Het was een vreselijke verslaving het roken, maar zonder kon ik echt niet. “Wat zegt U Adelaide? “ ik richtte mijn blik op de dame van het gezeldschap,het leek me wel zo fair naar haar mening te luisteren over wat de vrouw wilde bezichtigen aan boord van het luxe schip.


    I caught a golden trout! But the real treusure? Friendship - ACNH

    Het muzikale geluid van haar gehum, trok aan de juiste snaren in mijn herinnering. Ik was er vrij zeker van dat ik haar eerder had gezien – of eerder gehoord. Mijn geheugen was helaas niet meer wat het geweest was. De persoon die mijn moeders leven had genomen, had mij ook neergeslagen waardoor ik een het bewustzijn was verloren en tevens grote delen van mijn herinneringen. Dus ergens wist ik dat ik deze dame kende maar mijn hersenen faalde me de details hiervan te geven.
          Verlegen geworden door de vragen die de dame stelde, frummelde ik met de borduursels die op het voorstuk van mijn jurk genaaid waren. “Hmmhmm,” knikte ik bij wijze van antwoord op haar vraag of dit mijn eerste reis was. Echter was ik te snel met mijn gehum waardoor ik vlug “Mijn eerste reis van huis in het algemeen” erachteraan uitflapte.
          De dame draaide zich om en liet haar rug tegen de reling aanleunen – dezelfde reling waar ik op een veilige afstand van bleef staan. Met haar ogen op mij gericht, deed ik nog een kleine pas naar voren om de vraag te stellen die voorheen al op mijn tong brandde. Misschien dat zij wist waar ik haar van kon herkennen en zou ze me een ontbrekend stukje van de puzzel kunnen geven die mijn geheugen vormde. Ze boog zich iets naar voren waardoor mijn ogen groter werden en ik draaide mijn oor naar haar toe aangezien ik verwachtte dat ze me iets toe zou fluisteren.
          “Dat ligt eraan. Was het tijdens een feestje, misschien? Of met het dorpsfeest, twee maanden geleden? Of was het misschien tijdens een avondje uit met wat vriendinnen? Ik ben zangeres.” Ik ademde scherp in bij haar verkondiging dat ze zangeres was en mijn ogen werden mogelijk nog groter. “Echt waar? Is dat leuk om te doen?”
          De brunette rechtte haar rug en gaf een knikje naar Mister Tibbot achter me die ik in mijn enthousiasme compleet was vergeten. Hij was, gealarmeerd door de plotselinge nabijheid van mijn gezelschap, maar leek zijn spieren weer te ontspannen door de non-verbale geruststelling die hij van de dame ontving. Hierna stak ze haar hand uit in mijn richting en even keek ik er bedachtzaam naar totdat ik doorkreeg dat ze de mijne wilde schudden. Vlug imiteerde ik haar gebaar en souplesse om vervolgens haar hand of en neet te schudden.
          “Saoirse is mijn naam, Saoirse Yeardley. En de jouwe, als ik zo vrij mag zijn?” In afwachting tot mijn antwoord kantelde ze haar hoofd. “Ah, ehm. . . Mijn naam is Romilly de Loughrey hoewel ik over het algemeen Millie wordt genoemd.” Een verlegen glimlach schemerde door op mijn gezicht en ik voelde hoe mijn lichaam plots mee werd gevoerd door een windvlaag die oprukte. Ik probeerde iets steviger te gaan staan in de hoop dat dit niet nogmaals zou voorkomen. “Is uw naam niet ontzettend moeilijk om te spellen?” vroeg ik haar nieuwsgierig.
          Na mijn vraag werd het gesprek geleid naar mijn compagnon. “Zeg, is dat daar een vriend van je?” Nonchalant haalde ik mijn schouders op. “Zoiets. . . Denk ik. Ik hoop het wel,” zei ik terwijl een nerveus lachje over mijn lippen rolde. Sinds de dood van mijn moeder was Mister Tibbot er voor mij – ingehuurd door mijn vader zodat mij niet hetzelfde lot werd toebedeeld als mijn moeder. Nogmaals boog de brunette zich naar voren maar deze keer om mijn mening te vragen over de manier waarop Mister Tibbot naar haar keek. Ik wierp een steelse blik achter me en zodra mijn ogen die van Mister Tibbot ontmoetten, keek ik vlug weg. Er verscheen een betrapte uitdrukking op mijn gezicht en ik giechelde zachtjes met mijn hand voor mijn mond.
          “Ik vind u niet eng hoor,” deed ik een poging Saoirse gerust te stellen en ditmaal lachte ik breeduit naar de dame. “Over eng gesproken, u lijkt een stuk minder zenuwachtig over deze bootreis dan ik. Heeft u vaker gevaren?”


    Romilly Anastasia Jaqueline de Loughrey

    17 jaar | dress | Saoirse | op het dek


    [ bericht aangepast op 24 aug 2021 - 0:26 ]


    I have seen my own sun darkened

    J O E      W I L L I A M      A D A M S

    21            Third class            Works in the machinery room            With Lady Delilah and Lady Kezia




    Na nog eens diep ademgehaald te hebben stapte ik dan eindelijk af op het enorme schip. Ze noemde het ook wel het schip der dromen en ik kon me er wel iets bij voorstellen waar die naam vandaan kwam.
    Weken lang had ik op dit moment gewacht, het moment dat ik eindelijk kon ontsnappen. Het moment waarop ik eindelijk écht aan mijn leven zou kunnen gaan beginnen.
    Het schip had de hoofdpagina van elke krant weten te behalen maar het was een ander verhaal om er naast te staan. Het was groter dan ik ooit had durven denken...
    Na door de controle gegaan te zijn zette ik dan eindelijk voet op het imposante schip. Ook al had ik de komende tijd één van de rottigste baantjes die je je maar kon bedenken, liep ik met een brede glimlach rond.
    Gezien ik niet veel bezat kon ik niet anders dan licht pakken dus zag ik er ook het nut niet van mijn bagage eerst af te droppen in mijn kamer. Dat kwam later wel, ik wilde eerst het schip gaan verkennen. Ik hoefde me toch voorlopig nog niet te melden voor een dienst. Althans, dat was toch wat ik hoopte... Ik was namelijk zo onder de indruk dat ik maar met een half oor geluisterd had.
    Het eerste wat me opviel was het grote aantal aan passagiers, ieder uniek op hun eigen manier. Ik kwam allerlei nieuwe mensen tegen, mensen wie ik nog nooit op papier had gezet en mijn handen begonnen al te jeuken.
    Eenmaal ik de derde en tweede klasse wat verkend had was ik stiekem toch wel een beetje benieuwd geworden naar wat er allemaal rondliep op het dek van de eerste klas.
    Aangezien het overal wemelde van de mensen, welke allemaal haastig op zoek waren naar hun suite, kostte het me weinig moeite langs de wachters te glippen. Het was maar voor even...
    Eenmaal ik goed en wel gesetteld was op één van de stoelen langs de balustrade wilde ik de zee van uitzwaaiende mensen vast leggen op papier, en waar vandaan kon ik dat beter doen dan vanaf het beste dek van het schip. Ik had hier een exclusief uitzicht.
    Echter was ik niet erg ver gekomen gezien er één van de wachters mijn richting op leek te lopen. Ik pakte snel mijn biezen en zette het op een lopen.
    Ik was zo druk aan het proberen niet gesnapt te worden en de man in de gaten te houden dat ik compleet vergat voor me te kijken. Het duurde dan ook niet lang voor ik tegen iemand op liep. Het gebeurde allemaal in een fractie van een seconde maar gelukkig had ik mijn evenwicht weten te behouden en had ik de persoon in kwestie ook weten te behoeden van een val.
    Ik wilde me snel verontschuldigen en mijn vluchtroute vervolgen tot ik door kreeg tegen wie ik zojuist op gebotst was...
    Het was een prachtige dame, met lang blond golvend haar en sprekende bruine ogen. Ik kon me niet meer voor de geest halen wanneer de laatste keer was geweest dat ik zo'n mooie vrouw tegen het lijf was gelopen.
    Mijn mond opende zich wel maar er leken geen woorden uit te komen. Het duurde dan ook even voor ik de juiste woorden gevonden had.
    "Ik, eh... mijn excuses..." stamelde ik in de hoop dat ik me snel weer zou herpakken en mezelf niet compleet voor schut zou zetten. "Ik was wat afgeleid geraakt door het uitzicht. Adembenemend, niet?" probeerde ik een praatje te maken, waarschijnlijk één van de domste dingen die ik in deze situatie had kunnen doen, kijkend naar hoe de dame en haar vriendin erbij liepen. Ik had beter na mijn excuses door kunnen lopen, maar dat was sterk tegen mijn gevoel in gegaan.
    "Sorry, wat onbeleefd van me." sprak ik alvorens ik mijn hand uitstak naar de dame voor me en haar met een bescheiden glimlach aankeek. "Joe, Joe Adams."

    [ bericht aangepast op 25 aug 2021 - 22:43 ]


    How far is far

    Adelaide Rycroft
    "Calm her chaos, but never silence her storm."

    25 • 1st Class • Outside w/ Carleton & Clifford
          Oops.
    Door haar eigen enthousiasme en plezier naar de reis die ze gaan maken, was Adelaide compleet vergeten dat Carleton en schepen niet zo'n goede combinatie waren. Nu pas zag ze dan ook de uitdrukking op zijn gelaat, vertrokken tot een lichte grimas wanneer hij naar de Titanic opkijkt, waarbij hij kenbaar maakt te hopen dat het schip ook daadwerkelijk net zo stevig is als hij er uit ziet.
          "Vast wel," reageert Adelaide met een geruststellende toon in haar stem. "Ik kan me niet voorstellen dat ze haar anders de zee op zouden sturen. Het komt vast goed."
          Hoofdschuddend kijkt Adelaide vervolgens toe hoe Carleton op zijn broer afloopt, om diens kledij wat beter te fatsoeneren — enkele klapjes daartussen tegen diens wangen aangegeven in een broederlijk gebaar. Wijselijk slikt Adelaide echter de opmerking in dat naar het puntje van haar tong toe wil rollen, daar ze kon zien dat Clifford de handelingen van zijn broer niet helemaal wist te waarderen. 'Bemoederd' worden in een open en publiekelijke ruimte als de haven absoluut niet hetgeen dat hoog op het lijstje van meest favoriete benaderingen stond.
          "Hun checks grondig uitvoeren is dan ook precies waarvoor ze zijn aangenomen. We mogen niks minder van hen verwachten. Maar goed, laten we inderdaad gaan," brengt Carleton vervolgens tegen Adelaide uit, zodra hij weer is weggedraaid van zijn jongere broer en aanstalten maakt om richting het schip te lopen. Gaandeweg plaatst hij zacht een hand op Adelaide's onderrug, die op haar beurt enkel voor even oog heeft voor alles wat er op het schip tot nu toe te zien is.
          "Clifford, jij weet waar je slaapt, hè?"
          Adelaide lacht zachtjes, onhoorbaar haast, terwijl ze niet op of omkijkt naar de heren — tot Carleton haar dichter tegen zich aantrekt. Zacht drukt hij een kus op haar hoofd, waarop haar mondhoeken zich als vanzelf omkrullen tot een zweem van een glimlach. Het voelde vreemd. Maanden geleden waren ze nog niets meer dan vrienden, wie zich enkel in elkaars gezelschap verkeerde als hun ouders samen kwamen — of ze elkaar ontmoeten op hetzelfde feest als waar zij beiden voor uitgenodigd waren. Nu waren ze verloofd, bijna vier maanden al, en was hun relatie nog altijd gebaseerd op diezelfde vriendschap. Adelaide, de hopeloze romanticus dat ze soms wist te zijn, kon alleen maar hopen dat deze reis daar verandering in zou gaan brengen.
          "Hoezo ik dacht toch echt dat ik het kingsize bed kreeg," grapt Clifford vrijwel meteen, de ondeugende grijns sierlijk rond zijn lippen geplakt. Wat de slaapkamer verdeling precies is geweest heeft Adelaide geen weet van, maar een vermoeden weldegelijk en ze kan het niet laten om de jongens daar mee te plagen — precies zoals ze anders ook gedaan zou hebben.
          ”Nee, het kingsize bed was al voor mij gereserveerd, toch?” klinkt het speels. “Ik lig graag ruim en breed.”
          In enkele stappen gaat Adelaide beide heren voor de loopbrug op, waarbij ze haar armen spreid nu daar alle ruimte voor is, en draait vervolgens een half rondje om haar as zodat ze zich naar de jongens toe kan keren. Grinnikend laat Adelaide haar armen weer langs haar lichaam zakken, strijkend met haar vingers over de fijne stof van haar rok heen. Clifford’s serieuze opmerkingen gaan volledig aan haar voorbij — niet omdat ze deze niet wil horen, maar omdat Adelaide simpelweg niet weet wat ze er op moet zeggen. Op het gebied van intiem vlak is er al helemaal niets gaande tussen het pas verloofd koppel en de brunette heeft tevens dat punt nog helemaal niet bereikt. Althans, niet tussen haar en Carleton in.
          ”Is het vertrek de eerste plek waar jullie al heen willen of verkennen we de boel eerst iets? Ik kan wel een stretch gebruiken na de lange autorit,” zegt Clifford nadat hij zowel Adelaide als Carleton een sigaret heeft aangeboden en er voor zichzelf een heeft opgestoken. Met een licht gebaar bedankt Adelaide echter voor een sigaret, roken tenslotte niet haar ding, maar waar ze er verder niets om geeft wat anderen doen. “Wat zegt U Adelaide?”
          Met een schuine blik kijk Adelaide toe hoe Carleton, eens ze het schip volledig bereikt hebben, voorzichtig tegen de reling aan gaat het hangen. Het liefst van allemaal was ze meteen op onderzoek uitgegaan — het schip verkennen en ontdekken wat er allemaal precies aanwezig is, en waar. Adelaide zou zich niet laten tegenhouden door de verschillende klassen die aanwezig zijn, maar betwijfeld eveneens of dit nu wel het juiste moment is om op ontdekkingstocht te gaan. Carleton zag wat bleek en Clifford zag er inderdaad uit alsof hij wel even een goede wandeling kon gebruiken.
          ”Ik zou zeggen we controleren of de spullen op onze suite staan en doen dan een rondje Eerste Klas?”
          Met een vragende uitdrukking op haar gezicht kijkt Adelaide van Clifford naar Carleton, terwijl ze zelf ook plaats neemt aan de reling van het schip. Echter, in plaats van naar beneden en de diepte in te kijken, blikt Adelaide over de menige voor hen heen. Het was nog steeds druk op de haven, maar de rij met passagiers slonk aanzienlijk kleiner. “Of jullie moeten iets anders in gedachten hebben?” vraagt Adelaide dan. Misschien dat ze later eens een kijkje lager op schip kon nemen, of juist nog hoger — waar het uitzicht nog veel verder gaat dan het dek waarop ze zich nu bevinden.



    'Three words, large enough to tip the world; I remember you.'

    Saoirse Yeardley
    "My music will tell you more about me than I ever will."

    24 • 3rd Class • Singer • On the deck w/ Romilly & Diana
          "Mijn eerste reis van huis in het algemeen."
    Saoirse reageerde niet direct op de woorden die blondine vluchtig tussendoor wist uit te brengen, in een allerlaatste reactie nog op de eerder gestelde vraag over de reis dat ze beide op het punt stonden om te gaan maken. In plaats daarvan keek Saoirse slechts met een gezonde dosis nieuwsgierigheid naar de jonge vrouw voor haar — wie later Romilly bleek te heten. Het was niet vreemd voor een jongedame als zij, om nog geen grote reizen te hebben gemaakt, maar gezien de status waar ze vandaan leek te komen was zelfs Saoirse op die leeftijd al veel vaker reizend van huis geweest. Binnen eigen stad en dorp weliswaar, maar dat terzijde.
          Wat was de reden voor haar ouders geweest, om niet met hun dochter te gaan reizen? vroeg Saoirse zich in gedachten af, terwijl ze het gesprek ondertussen moeiteloos wist voor te zetten — ondanks de blikken van de man achter hen, wie zonder schaamte beide dames in de gaten bleef houden.
          Bij het horen van Saoirse’s antwoord vergroten de ogen van de jonge vrouw zich zichtbaar — bewondering daardoor zichtbaar, maar het lijkt vooralsnog niet direct een belletje te doen rinkelen. Toch gaf Saoirse niet op. De enige plek waar ze namelijk echt herkend van zou kunnen zijn, is een bar of feestje waar ze heeft opgetreden. Verder was de brunette namelijk een vrij simpele vrouw — geen spannende dingen in haar leven die haar bekend zouden maken, of een grote vriendenkring gezien haar lagere komaf.
          "Het allerleukste, al zeg ik het zelf," grijnsde Saoirse lichtjes, doch breed, wanneer de blondine vraagt naar het zingen dat de Ierse doet. Saoirse zingt al haar hele leven, zolang ze het zich maar kan herinneren. Hoe cliché zelfs ook, volgens haar ouders waren de eerste woordjes op muzikale wijze uitgesproken en heeft de jonge Saoirse sindsdien haar aanleg voor zang overal wel laten blijken — muziek haar leven geworden, zelfs op de meest donkere dagen in haar verleden. Het was het zingen waar ze veel troost uit wist te halen, het pijnlijke verdriet in tonend in een treurig melodie. Saoirse was niets meer als ze niet kon zingen of dansen.
          Met haar hand uitgestoken naar de blondine voor haar, stelt Saoirse zich dan voor. Misschien dat haar naam een kleine herinnering op wist te roepen en anders wist ze hem nu in ieder geval voor in het vervolg. Een glimlach glijdt warm en vriendelijk over haar lippen heen, terwijl Romilly zonder aarzelen haar veel te slanke hand in dat van Saoirse plaatst. “Ah, ehm. . . Mijn naam is Romilly de Loughrey hoewel ik over het algemeen Millie wordt genoemd. Is uw naam niet ontzettend moeilijk om te spellen?” klinkt het nieuwsgierig.
          Saoirse grinnikt zacht. “Je wilt niet weten hoe moeilijk het voor sommige is. Ik heb soms zelfs dronken mensen mijn naam beter horen spellen dan een nuchter persoon zou kunnen doen.” Lichtje tikt de Ierse een van haar schouders een keer omhoog. “De meeste korten het daarom ook af naar Sha of Sas, dat klinkt dan toch net iets makkelijker.” Zelf vond Saoirse haar naam niet de moeilijkste, maar door de Ierse en Gaelic afkomst daarvan was het voor de gewone Engelsman wellicht daarom de eerste paar keer een flink struikelblok. Mede daarom had de zangeres er dan ook geen moeite mee als mensen haar naam verkorte tot een wat makkelijkere variant — al kon ze haar vader er soms over horen mopperen.
          Uiteindelijk kan Saoirse het niet laten om hun gesprek richting de man vlak achter te sturen — wie de Ierse zangeres dusdanig in de gaten blijft houden dat deze bijna bang is dat ze er als een engerd uit is gaan zien. “Zoiets. . . Denk ik. Ik hoop het wel,” zegt Romilly, gevolgd door een nerveus lachje dat haar mond weet te verlaten, waarbij ze een blik over haar schouder heen werpt. Direct trekt Saoirse een van haar wenkbrauwen op, haar hoofd een tikkeltje schuin gehouden. “Je denkt van wel?”
          Giechelend slaat Romilly vervolgens haar hand voor haar mond en met een betrapte uitdrukking op haar fijne, iets te magere, gezichtje kijkt ze van de man achter hen weer terug naar Saoirse. “Ik vind u niet eng hoor,” zegt ze dan, gerustellend. Een brede glimlach siert het hele gezicht van de jonge blondine, wie er zichtbaar een heel stuk beterder door uit lijkt te zien — gepaard met een paar verlegen blossen vederlicht op haar wangen. “Over eng gesproken, u lijkt een stuk minder zenuwachtig over deze bootreis dan ik. Heeft u vaker gevaren?”
          ”Nee, dit is mijn eerste echte grote reis. Al helemaal op een pracht schip als dit,” lacht Soairse zacht, waarbij ze het vreemde gevoel van eerder van zichzelf af tracht te zetten. Ze kon zich niet voorstellen dat Romilly, zo jong als ze oogde, hier op het schip gezet zou zijn zonder dat de man daadwerkelijk een vriend was — of tenminste een familievriend. Waren haar ouders ook hier? Tactvol schudt Saoirse een keer met haar hoofd, enkele lange bruine plukken losgeschoten haar strijken langs haar gezicht af, welke ze zorgvuldig achter één oor duwt. “Misschien ben ik ergens wel een beetje zenuwachtig, maar ik kijk hier vooral heel erg graag naar uit. En jij, hoe zit het met jouw zenuwen?”
          Echter, nog voor Saoirse verder iets kan zeggen — haar oprechte nieuwsgierigheid verder tonend aan de blondine voor haar, wiens jeugdige uitstraling haar onbewust telkens aan Aine blijft herinneren, of ze nu wil of niet — merkt de zangeres op hoe er nog iemand hun kant op komt gelopen. De man wie bij Romilly hoort blik fronsend een keer naar opzij, waarbij hij op gepaste wijze de andere jongedame in zich op weet te nemen. Saoirse schudt miniem met haar hoofd. Was die man echt slecht van vertrouwen, of zat er meer achter met waarom hij iedereen rondom Romilly zo strikt in de gaten bleef houden?
          ”Excuseer me voor het onderbreken van jullie gesprek, maar ik heb het idee dat ik u ergens van herken, alleen kan ik niet plaatsen waarvan. Kan dat kloppen?” vraagt de onbekende blondine zacht. Met een ietwat geamuseerde uitdrukking op haar gezicht kijkt Saoirse van de nieuwelinge naar Romilly, hopende dat deze intussen ook enige herkenning had gevonden. “Zo kent niemand me en zo wordt ik in nog geen uur tijd tot twee keer toe wel herkend. Misschien begin ik dan toch bekend te worden,” brengt Saoirse vriendelijk, doch met een subtiel speels randje in haar stem, uit. “Mijn naam is Saoirse, ik treed zo nu en dan op als zangeres op een feestje of in bars. En wie ben jij, als ik vragen mag?”



    'Three words, large enough to tip the world; I remember you.'

    Bethany Hope McAndrew - Salisbury

    29 - 2nd Class - Outfit - Inside, with Raymond, Charlotte, Gabriel (NPC) and Sophia (NPC)

    Bethany vond het geweldig hoe Raymond en Charlotte zich bekommerden over Gabriel* en Sophia*. Het was duidelijk aan ze te zien dat ze van haar kinderen hielden en dat Gabriel* en Sophia* helemaal veilig bij ze waren, iets wat Bethany zeker een gevoel van rust gaf, een gevoel dat op dit moment zeker welkom was.

    Zoals Bethany al verwacht had, had Gabriel* gevraagd of hij mee mocht met Raymond, die, de schat dat hij was, dat geen enkel probleem vond.
    "Uiteraard, liefste," hoorde ze hem antwoordden, nadat ze hem gevraagd had zometeen met Gabriel* naar hen toe te komen. Ze voelde hoe haar wangen rood kleurden toen hij een liefkozend kusje op haar wang drukte. Ze hield zeker van hem, maar zijn affectie was iets waar ze nog niet aan gewend was geraakt, zeker niet zo in het openbaar en in het bijzijn van haar kinderen en zusje.
    Terwijl Raymond, hand in hand met Gabriel*, weg liep, liep Bethany met Charlotte en Sophia* naar hun cabin.
    Eenmaal in de hut aangekomen rolde er een korte zucht over Bethany's lippen. Deze hut was een stuk minder luxueus dan wat ze gewend waren en voor even verlangde ze naar een eersteklas suite, als ze die tickets had gekocht zouden ze een zo veel leukere tijd hebben. Echter riep ze zichzelf al snel tot de rede. Ze leefden niet in een droom waarin het leven alleen maar geweldig was, maar in de werkelijkheid, en in deze werkelijkheid had ze haar zusje zojuist gered van een vreselijk lot en had ze een echte kans op een gelukkig leven met Raymond, iets waar ze met alle liefde alle luxe voor op zou willen geven, zeker omdat ze wist dat hen niks tekort zou komen.
    Terwijl Charlotte de haren van Sophia* vlocht, liep Bethany wat rond door de cabin en verplaatste ze ondertussen wat spullen die haar lady's maid en de nanny al neer hadden gelegd. Ze was heel blij met de hulp, maar nu dat ze steeds meer zelf moest gaan doen, wilde ze ook graag weten waar ze alles kon vinden.

    "Gaat het, Beth?" Glimlachend richtte ze haar aandacht weer op Charlotte.
    "Zeker, maak je om mij maar geen zorgen," antwoordde ze. Bethany voelde zich dan wellicht nog wel lichtelijk gespannen, het ging in ieder geval steeds beter nu dat ze aan boord en in hun hut waren. Nog even en dan zou niemand hen meer tegen kunnen houden.

    Al snel voelde Bethany hoe Charlotte haar armen om haar heen sloeg, iets wat ervoor zorgde dat ze zich inderdaad beter begon te voelen.
    "Ik houd van je, zusje," zei ze glimlachend. Woorden die ze nooit van haar ouders gehoord had, maar daarom des te vaker zelf uit wilde spreken.
    “We gaan een prachtige toekomst tegemoet, is het niet?” Bethany knikte. "We gaan er het beste van maken," antwoordde ze naar alle eerlijkheid. Ze had er geen idee van wat er op hen wachtte, maar het kon onmogelijk erger zijn dan wat ze achter lieten.

    Zodra er op de deur werd geklopt, liet Bethany haar zusje glimlachend los, waarna ze de deur opende en Gabriel* van Raymond overnam. Ze ging, met haar zoontje in haar armen, op één van de stoelen zitten, waarna ook Sophia* al snel bij haar op schoot kwam zitten.

    "Wat zullen we vandaag eens doen?," vroeg ze glimlachend, "heeft één van jullie een leuk idee?"