• Titanic
    "Where to? To the stars."


         
    We duiken terug in de geschiedenis en varen meer dan honderd jaar geleden mee met een van de grootste cruiseschepen allertijden, de Titanic.
    Op 10 April, 1912, opent het schip haar deuren en verwelkomen ze iedereen die een ticket heeft weten te bemachtigen — van rijk en welvarend, al daartussen, tot aan arm en in dienst gesteld op het schip — om van een lange en hopelijk prachtige reis te mogen genieten.
    De Titanic zal vertrekken vanuit Southampton, op weg met als eindbestemming New York.

    Samen schrijven we de verhalen binnen de verschillende classes, waar ieder van onze personages hun eigen rol in zal spelen.


    •• Rollen.

    — First Class.
    De meest luxueuze klasse op het schip. Enkel bestemd voor de rijken; oa ambtenaren, beroemdheden, etc. Voor hen zal er niets te komen zijn.
    — Second Class.
    De middenklasse, wie eveneens mogen genieten van de luxe delen op het schip, zij het in mindere mate als de eerste klasse.
    — Third Class.
    De laagste klasse. Hun hutten bestaande uit zes slaapplaatsen, luxe niet iets wat aan het is uitbesteed. Vele van hen werken dan ook op het schip om er zo toch een kleine glimp van mee te krijgen.


    “May I have your ticket, please?”
    •• Reservations.

          First Class.

    – Adelaide Rycroft • 25 jaar • 1.2Rionach.
    – Romilly Anastasia Jacqueline de Loughrey • 17 jaar • 1.4Nikos.
    – Elizabeth Cecilia Albrecht • 26 jaar • 1.5Epione.
    – V • leeftijd • Eclypse.
    – Wrenna Rosamund Talbot • 25 jaar • 1.9Isak.
    – Kezia Faith Enfield • 18 jaar • 1.9Chiacchierare.
    – Delilah Patterson • 18 jaar • 1.9Chocolatier.

    – Maxwell Nolan Sullivan • 27 jaar • 1.3Isolophilia.
    – Clifford Baptiste Pelletier • 24 jaar • 1.3Raccoon.
    – Carleton Augustine Pelletier • 27 jaar • 1.8Amren.
    – Octavian Edward Smith • 26 jaar • 1.5Nikos.
    – Charles Richard Ismay • 24 jaar • 1.8Comedown.
    – Andrew Herbert James Clarington • 20 jaar • 1.9Everglow.


         
         
    Second Class.

    – Bethany Hope McAndrew - Salisbury • 29 jaar • 1.3Chiacchierare.
    – Charlotte Deborah Salisbury • 22 jaar • 1.4Everglow.
    – Aveline Cresswell • 23 jaar • 1.7Varian.
    – Evangeline Mary Dumbleton • 23 jaar • 1.5Nikos.
    – Jane Reinhart • 22 jaar • 1.8Chocolatier.

    – Raymond Hughes • 32 jaar • 1.3Everglow.
    – Matthew Jock MacMillan • 30 jaar • 1.8Livgardet.
    – Lewis Sallow • 25 jaar • 1.5Lerwick.
    – Joseph John Dumbleton • 20 jaar • 1.8Raccoon.


         
         
    Third Class.

    – Irina Ross • 24 jaar • 1.2Reeses.
    – Leonora Mariah Booth • 23 jaar • 1.2Isak.
    – Amita Eshe Bhasin • 24 jaar • 1.4Isolophilia.
    – Saoirse Yeardley • 24 jaar • 1.5Rionach.
    – Diana Livesey • 21 jaar • 1.8Cleland.

    – Joe William Adams • 21 jaar • 1.3Comedown.
    – Angus Finley • 24 jaar • 1.3Rionach
    – Gael Kavanagh • 28 jaar • 1.4Nikos.
    – Samuel Cináed MacMillan • 28 jaar • 1.8Dimitrescu.
    – Jackson Silva • 27 jaar • 1.8Shooter.
    – Ronan King • 27 jaar • 1.8Shooter.


    •• Het begin.

    De opkomst naar de Titanic toe is groots, de haven staat vol met mensen; ook zij die geen ticket hebben weten te bemachtigen zijn komen kijken — om afscheid te nemen, of om toe te kijken hoe het grote schip aan zijn eerste grote reis mag gaan beginnen.
    We starten de RPG dan ook vanaf hier. Onze personages staan op het punt om aan schip te gaan, sommige zijn al binnengekomen en op weg naar hun hutten gegaan. Houdt je ticket bij de hand, want zonder zal het verdomd lastig worden om binnen te geraken.

    De hutten.
    — First Class; Prive suites, luxe hutten, sommige zelfs met een privé promenadedek tot beschikking. Er is ruimte voor maximaal 3 passagiers.

    — Second Class; Iets simpelere, minder luxe hutten, geen mogelijkheid tot Privé suites. Er is ruimte voor maximaal 4 personen.

    — Third Class; zij slapen in kleine maar comfortabele ruimtes, meestal met 2, 4 of 6 personen in één hut. In dit RPG heb ik de verdeling zo gemaakt; alle vijf de dames van deze klassen slapen in één hut, en alle zes de heren van deze klassen slapen in één hut.


    Werken op het schip;

    — Irina • Dienstmeisje.
    — Leonora • Komt.
    — Amita • Barvrouw.
    — Saoirse • Zangeres.
    — Diana • Serveerster.

    — Joe • Kolenschepper.
    — Angus • Barman/ober.
    — Gael • Handyman.
    — Samuel • Spelleider/tafelheer bij kaart en gokspellen.
    — Jackson • Mechanic.
    — Ronan • Violist.

    [ bericht aangepast op 2 sep 2021 - 16:33 ]


    'Three words, large enough to tip the world; I remember you.'

    RAYMOND HUGHES
    32 • second Class • writer • w/ Bethany, Charlotte, Gabriel(NPC) & Sophia (NPC) in their cabin

    Terwijl Raymond Gabriel* droeg naar hun cabin, gingen zijn gedachten uit naar het plan dat hij al tijden in zijn hoofd had. Zodra het schip vertrokken was en de avond gevallen was, zou Raymond zijn geliefde Bethany ten huwelijk vragen. Hij had Charlotte al ingelicht en zij had beloofd dat ze op de kinderen zou letten, zodat Raymond Bethany zou kunnen meenemen voor een romantisch avondje uit. Waarschijnlijk zou hij dan op een mooi en rustig plekje op het dek op zijn knieën gaan. Ze was de liefde van zijn leven en trouwen met haar zou een droom zijn die uitkwam.
    Raymond vond het spannend, want alhoewel hij echt niet uit een arme familie kwam, was hun familie zeker niet zo rijk als de hare. Hij wist niet of hij wel de juiste ring had gekocht, want een ontzettend dure, kon hij zich niet veroorloven. Niet dat het een goedkope ring was, dat was ook zeker niet het geval. Hij hoopte maar gewoon dat hij Bethany er gelukkig mee maakte, want dat was voor hem echt het allerbelangrijkste. Zij en de kinderen stonden bij hem altijd op de eerste plaats.

    Even later kwam Raymond aan bij de cabin en werd de deur geopend door Bethany en werd Gabriel* van hem overgenomen. Vervolgens begonnen de dames te bedenken wat ze allemaal konden doen. Hij was blij dat ze iets minder gespannen leken en iets meer konden relaxen. Het was ook niet niets wat zij allemaal al hadden moeten meemaken. Raymond kon niet begrijpen dat hun ouders zo harteloos konden zijn - of ze nu van de oude stempel waren of niet, zoiets deed je gewoon niet. Ze zouden zich wel in verlegenheid gebracht voelen zodra ze zich realiseerden dat Charlotte, Bethany, Gabriel* en Sophia* verdwenen waren uit hun leven, maar dat hadden ze toch echt aan hunzelf te danken.
    “Wat mij betreft kunnen we best eens rondsnuffelen op het schip. Er zal vast veel te zien zijn” sloot Raymond zich daarbij aan. De kinderen leken ook erg enthousiast te zijn over dat plan.
    Raymond opende de deur van de cabin om de dames en de kinderen voorrang te geven, zoals dat hoorde - vond hij.


    "She would've made such a lovely bride, what a shame she's fucked in the head, " they said

         
          Natuurlijk heeft Jax een opmerking gemaakt omtrent de meest indrukwekkende oliepijnen van de gehele wereld, waarvan hij nog steeds onder indruk is — zelfs na een volledig uur van staren. Natuurlijk, hij heeft op schepen gewerkt. Maar, niets kwam zelfs maar in de buurt van de Titanic — de grootte daarvan vrijwel onvoorstelbaar.
          'Ik zou zeggen, ga ermee trouwen.'
          Jax laat een enigszins wrange glimlach zien, aangezien Gael dichterbij de werkelijkheid zit dan hij zelfstandig denkt. Rondom vrouwen is Jax niet bepaald een wereldwonder — integendeel, hij weet zichzelf geen houding te geven. Daartegenover waren machines stukken gemakkelijker, begrijpelijk zonder woorden. Zo'n vrouw was hij nog nooit tegengekomen in zijn leven, waardoor hij ging twijfelen aan het bestaan van een echte zielsverwant voor hemzelf. Alleen blijven is een optie. . . Maar, een mistroostige optie.
          'Kan het trouwens zijn dat we eerder op een schip samengewerkt hebben? Je gezicht komt me vreemd genoeg heel bekend voor. Doe je dit werk al langer? Aangezien dat je in de machinekamer bezig was. . .' Direct beginnen Jax's hersenen luidruchtig te kraken, nadenkend aan alle schepen waar hij ooit heeft moeten werken. Voornamelijk al zijn collega's waren voorheen mannen, welke hij grotendeels is vergeten. Alsnog doet Gael ergens een belletje rinkelen — alsof ze inderdaad bekenden zijn.
          'Ja, soms vraag ik me ook af wat mijn taken hier precies zijn. . . Ik ben er voornamelijk voor om iedereen in hun gemakken te voorzien. Kleine klusjes die makkelijk opgelost kunnen worden, zijn degene die ik onder handen neem. Geloof me, soms maak je hele interessante dingen mee. Echt geweldig werk.'
          Gael klonk sarcastisch, maar alsnog beseft Jax dat hij plezier heeft in zijn werk — zoals hijzelf eveneens altijd heeft.
          'N'ah, gezellig, dan slapen we dus lekker knus dichtbij elkaar. Gaan we eerst een avond pokeren en daarna onze diepste geheimen aan elkaar vertellen of andersom? Kom maar op met de sterke drank en chocola.' En, bam — daarmee weten Jax's herinneringen geopenbaard — chocola, hij had ooit een collegaatje wie genoot van chocola. Andere collega's hadden hem daarmee belachelijk gemaakt, ondanks dat ze zelf mee—aten. Jax ziet het kleine schip voor zich, een roeibootje vergeleken met zijn huidige schip.
          'Gael!' roept hij dan plotseling uit, waarna zijn wangen rood worden. 'Bloody Hell, ik was het helemaal vergeten — jij was de chocolade eter op Drifter.' Jax's glimlach wordt alsmaar grootser, stiekem tevreden met het gegeven dat hij nu iemand kent. Het maakt de gehele reis minder eenzaam.
          'Ik beloof je hierbij alle chocola aan je te geven, in ruil voor wat whiskey, natuurlijk.' Jax grijnst hem breeduit toe. 'Zometeen ga ik een korte wandeling maken over het schip, overigens. Zin om mee te gaan? De machinekamers zijn klaar voor het vertrek. En zo te zien is nog niet iedereen aan boord.' Jax kijkt op, ziet nog steeds mensen wandelen. 'Schijnbaar is er een gemeenschappelijke ruimte voor de derde klassers, dat is ook iets om te bekijken voor de avond.' Jax hoopt dat Gael mee wil komen, zodat hij een aanspreekpunt heeft.
          Wellicht zouden daar andere oude collega's zijn — of een vrouw die hij begrijpt zoals hij machines begrijpt. . .

    Jackson Silva

    27 • 3rd Class | Mechanic • Outfit • @ Railing • & Gael






    ☸ ☸ ☸ ☸ ☸


         
          Wanneer Ronan de jongedame zijn complimenten schenkt, ziet hij Jane's gezichtsuitdrukking verzachten — direct, ijskoud naar zijdezacht. Jane hecht waarde aan haar ondernomen reis, de manier waarop ze zichzelf heeft afgezet tegen de gewoonte. Hierdoor kan Ronan de jongedame slechts alleen maar meer waarderen, haar felle moed — als een leeuw.
          'Dat moet je zeker doen. Ik heb je natuurlijk nog niet horen spelen, maar als ik je er zo over hoor praten, met volle passie. . . dan komt dat vast goed in Amerika.' Ronan voelt zichzelf vanbinnen groeien. 'Wie weet hoort een van de rijke mensen je wel spelen tijdens deze reis en is geïnteresseerd in je — je weet nooit.'
          Dat is hetgeen waarop Ronan zijn doelen voorheen heeft geplaatst. Vanwege zijn baan kan hij zichzelf verplaatsen binnen hogere klassen, zonder daarbij op te vallen. Wellicht zou iemand hem opmerken, hem een baan aanbieden in Amerika of andere landen daarna. Jane zou daar één van kunnen zijn, waardoor hij haar zijn aanbod lachend doet — hetgeen de jongedame kortstondig uit het veld weet te slaan. Schijnbaar is ze het niet gewend zo'n vraag te krijgen. Of, misschien wil ze het niet van hem.
          'Daar houd ik je aan — wie weet heb ik wel een muzikaal talent nodig als ik mijn ouders bedrijf overneem,' Waarschijnlijk een bedrijf vol geld, denkt Ronan direct. '—bij de opening. Mocht je het tegen die tijd nog niet gemaakt hebben in Amerika en ik duizenden dollars moet betalen om jou te laten spelen.'
          Daarbij laat Ronan een zachte lach horen, terwijl zijn gedachten nadenken over alles wat hij zou doen met het geld.
          'Wat voor andere dromen heb je? Als ik zo vrij mag zijn hiernaar te vragen?'
          De schijnbaar onschuldige vraag brengt een frons op zijn gezicht, nadenkend over alle mogelijke antwoorden. Gedurende zijn leven heeft Ronan nooit tijd gehad voor dromen — niet verder dan zijn eerstvolgende maaltijd dan. Vanwege zijn reis op de Titanic is dat plotseling anders. Maar. . . Wat zijn nu zijn dromen?
          'Ik. . . Ik heb nooit verder gedacht,' zegt hij dan, naar alle eerlijkheid. Het voelt vreemd om dit te zeggen — kwetsbaar. 'Laten we het één droom tegelijkertijd nemen,' glimlacht hij dan, trachtend om zijn zelfverzekerdheid terug te vinden. 'Wat is jouw eigen droom, nu je je reis hier hebt afgerond? Ik kan me niet voorstellen dat een jongedame zoals jij voldoende heeft aan het leven van monotonie.' Nee, Jane zou meer nodig hebben — sensatie en spanning. 'Vertel me al je dromen, Jane,' glimlacht hij dan.


    ☸ ☸ ☸ ☸ ☸

    Ronan King

    27 • 3rd Class | Violist • Outfit • @ 2nd Class Deck • & Jane


    JANE REINHART
    • 22 • tweede klasse • outfit • With Ronan @ second class deck •


    Een wenkbrauw schoot wat omhoog bij het horen van zijn lach na haar aanbod. Alsof hij het niet serieus nam. Ze kantelde haar hoofd wat schijn, wachtend of er een verbale reactie zou komen maar die bleef uit. Wel gaf hij gelukkig een antwoord op haar vervolgens gestelde vraag, al leek hij er wel even over na te moeten denken - afgaand van zijn gezichtsuitdrukking en het antwoord verbaasde haar eerlijk gezegd. 'Ik. . . Ik heb nooit verder gedacht,' Hoe vastberaden hij net leek over zijn muzikale dromen, zo onwetend leek hij nu te zijn bij de gedachten aan andere dromen. Die kwetsbaarheid leek hem niet passend - zichzelf herpakkend met een glimlach rond zijn lippen. 'Laten we het één droom tegelijkertijd nemen,' Jane knikte instemmend. "Goed plan," zei ze zacht, hem bijna te willen geruststellen dat het oke was om niet alles nog te weten. "Het is juist fijn om je toekomst nog niet bepaald te hebben," voegde ze eraan toe, haar blik afgewend naar het dek waar ze opstonden. Zelf zou ze dat ook wel willen maar haar liefde voor het bedrijfsleven was er ook zeker wel. Al leek dat soms meer te zijn geforceerd om haar ouders niet teleur te stellen.

    En zoals ze al had verwacht, werd de vraag ook haar kant op gesteld. 'Wat is jouw eigen droom, nu je je reis hier hebt afgerond? Ik kan me niet voorstellen dat een jongedame zoals jij voldoende heeft aan het leven van monotonie.' Daar had Ronan zeker een punt, Jane was geen persoon voor een kantoorbaan, van negen tot vijf achter een bureau administratieve werkzaamheden verrichten - al leek dat momenteel wel haar toekomst te gaan worden. 'Vertel me al je dromen, Jane,' De blondine wendde haar blik af naar de zee naast hen, haar tanden in haar onderlip gedrukt. Ze was eerst verbaasd over de onzekerheid die de vraag bij Ronan leek op te wekken maar nu ze dezelfde vraag gesteld kreeg voelde ze dezelfde onzekerheid. De kwetsbaarheid die je moest blootgeven om je dromen en doelen in het leven te delen, om vervolgens te horen te krijgen of deze of niet realistisch waren in de ogen van een ander.

    Ze opende haar mond nadat ze haar kijkers weer op hem had gericht maar er kwamen geen woorden uit. Haar bovenkamer ratelde, zoekend naar de juiste woorden zonder te veel van zichzelf prijs te geven. "Het bedrijfsleven trekt mij ontzettend, ik zie zeker een toekomst daarin voor mijzelf," begon ze voorzichtig, bijna alsof ze haar ouders verschuldigd was dit te zeggen. "Maar een droom van mij is om een wereldreis te maken, meer van de wereld zien." voegde ze eraan toe na even twijfelen. Ronan was kwetsbaar naar haar toe dus het minste wat ze kon doen was ook zo open mogelijk naar hem te zijn. Haar krullen danste voor haar gezicht maar voor het eerst sinds hun gesprek besloot ze deze niet weg te vegen, dankbaar dat ze haar gezichtsuitdrukking verbloemde. "Maar dat zullen hoogstwaarschijnlijk enkel dromen blijven, aangezien mijn toekomst al vast staat." De woorden hadden haar keel al verlaten voordat ze er goed over na gedacht had, nu kon ze niet meer terug naar haar zelfverzekerde uitstraling, maar was ze ook kwetsbaar. Iets wat ze allang niet meer geweest was, een pokerface was gebruikelijk in de maatschappij tegenwoordig - of je zou als zwak bestempeld worden. Iets wat Jane alles behalve was, maar soms kon het geen kwaad je iets minder perfect op te stellen als dat de maatschappij je forceerde te zijn.


    [ bericht aangepast op 28 aug 2021 - 15:23 ]

    Angus Finley
    "In the end they'll judge me anyway, so whatever."

    24 • 3rd Class • Bartender/waiter • Third Class deck, w/ Leonora & Lewis
          ”Iemand met humor, dat weet ik wel te waarderen,” antwoord Lewis nog, waarbij hij Angus een tevreden knipoog schenkt — wie deze op zijn beurt met een scheve grijns weet te beantwoorden. Natuurlijk liepen er vast genoeg mensen rond die er een heel gebeuren van konden maken, maar dat zat simpelweg niet in Angus zijn aard. In ieder geval niet wanneer het dit soort kleine dingen betreft. Hetgeen wat dan leuker is om er een lichte plagerij van te maken en er vervolgen niet op door te gaan, zodat het gesprek op ontspannen wijze voortgezet kan worden.
          ”Wie weet zitten daar wel enkele mooie fooien aan verbonden,” reageert Lewis op Angus, iets dat de jonge barman alleen maar kan bevestigen na zijn antwoord te hebben gegeven op de vraag of zij tweeën passagiers waren of niet. En als er geen mooie fooien aan zaten, dan verdiende hij ze alsnog wel want met Floyd op de achtergrond zorgt deze er wel voor dat beide broers aan een extra centje niets te kort kwamen — hetgeen dat Angus liever enkel bij dobbel en kaarspellen tevoorschijn haalde, gezien hij daar vele male beter in was dan het simpele rollen van een paar zakken. Op een schip als deze, met geen uitweg mogelijk, wilde Angus liever niet betrapt worden.
          ”Ik ook,” haakte de blondine voor Angus en Lewis soepel op het gesprek in. “Schoonmaakster.” Kortstondig laat Angus zijn blik over haar heen glijden, iets wat hij haast moeiteloos kan daar de dame nog altijd voor de twee mannen uit loopt. Leek ze hem het type dat als schoonmaakster aan de gang ging op een groot schip als de Titanic? Dat niet. Maar, Angus heeft lang geleden al geleerd dat uiterlijke vertoon niks hoeft te zeggen over iemand persoonlijk. “En ik heet Leonora Booth,” gaat de jonge vrouw ondertussen verder, terwijl ze met zijn drieën in een rustig tempo de Tweede klasse verder betreden.
          Tussendoor vraagt Angus aan beide met oprechte nieuwsgierigheid waar ze vandaan komen — zelf kwam hij per slot van rekening uit Southampton zelf, maar hij had hen beide nog nooit eerder gezien. In alle enthousiasme van het gaande gesprek, en het feit dat het drietal zich verder het schip in begeeft, is het Angus volledig ontgaan dat hij zichzelf nog altijd niet voorgesteld heeft, maar wel de ene na de andere vraag laat klinken om antwoorden op te krijgen. Na weken van wachten heeft Angus zo lang uitgekeken naar de dag van vandaag dat hij alle informatie gretig in zich op neemt, maar daarbij de helft vanuit zichzelf vergeet weg te geven. Dat Lewis echter slechts enkel een keer knikt ontgaat Angus dan ook niet, maar hij besluit er wijselijk voor nu niet verder naar te vragen. De man zal zijn redenen wel hebben om het voor nu nog niet te willen verduidelijken, tenslotte waren ze nog altijd vreemdelingen voor elkaar.
          ”'Soort van. Ik ben opgegroeid in Londen, maar ik ben jaren geleden naar Southampton gekomen.” Heel even blijft het stil en wordt Angus zijn aandacht terug naar Leonora getrokken, wie op haar beurt voor luttele seconden in gedachten teruggetrokken lijkt te zijn. “Maar goed ook, anders had ik dit schip gemist.”
          ”Een kans die je inderdaad niet wil missen,” spreekt Lewis uit, waar Angus het helemaal met hen eens is. Niemand had dit willen missen. Het feit dat er zoveel mensen op de haven nog staan, merendeel inmiddels zonder ticket, of wat dan ook, is het bewijs daarvan des te meer. Angus weet zeker dat als iemand nu zijn kaartje weg zou geven, er tientallen mensen voor hem in de rij zouden staan — smekend wellicht om op het allerlaatste moment alsnog aan boord te mogen gaan. De jonge barman zou ze nog gelijk geven ook, voor de poging die ze zouden wagen om alsnog een ticket te kunnen krijgen.
          ”Ik ben een beetje van overal en nergens. Ik hou nogal van rondreizen, dus dat heb ik vooral gedaan vooraleer ik een paar weken geleden in Southampton terecht kwam. Dan is zo'n schip als de Titanic natuurlijk moeilijk te weerstaan,” reageert Lewis. Angus knikt instemmend, een bedenkelijke uitdrukking desondanks op zijn gelaat verschenen. Hij had nog nooit iets van de wereld buiten Southampton om gezien — enkel de verhalen gehoord van kroeg genoten of medewerkers op de bouwplaatsen. “Is het voor jullie een enkele reis of zijn jullie van plan om terug te komen?”
          ”Voor nu is het mijn bedoeling om uiteindelijk weer terug te gaan,” klinkt het vanuit Angus — wiens enige reden om niet op de eindbestemming te blijven zijn moeder is. Angus weet dat als hij onderweg echt iets tegen zou komen wat de moeite waard is om op verder te gaan, ze het hem niet kwalijk zou nemen als hij niet direct terugkomt, maar het idee dat zijn moeder helemaal alleen is vind Angus vooralsnog helemaal niks. Deze reis slechts een paar weken maar en Angus verwacht niet dat daar gauw iets tussendoor zal gaan komen. “Mijn broer loopt hier ook ergens op het schip rond, voor hem geldt vooralsnog hetzelfde. En voor jullie?” Schuins kijkt Angus een keer op naar Leonora, om vervolgens terug opzij naar Lewis te blikken. Dan dringt het tot hem door dat het tweetal nog altijd geen naam van hem te horen heeft gekregen, iets waar hij zacht een keer om grinnikt, alvorens het nog kenbaar te maken.
          ”Mijn naam is Angus, trouwens. Angus Finley,” lacht hij zacht, waarna hij op een geamuseerde toon verder spreekt. “Ik liet me iets te hard meevaren op het schip, gok ik — nu al.”



    'Three words, large enough to tip the world; I remember you.'

    Lady Kezia Faith Enfield

    18 - 1st class - First class deck, with Lady Delilah, Joe & Lord Andrew

    Met grote ogen keek Lady Kezia toe hoe Lady Delilah tegen de wilde man praatte alsof er niks gebeurd was en hij haar volledige aandacht waard was. Ze snapte niet waar haar beste vriendin mee bezig was. De rat hoorde hier overduidelijk niet thuis en had hier naar haar mening ook niks te zoeken. Als hij gewoon was gebleven waar hij thuis hoorde, had hij voor niets weg hoeven te rennen en was hij niet tegen Lady Delilah aangebotst. Maar toch deed Lady Delilah alsof er niks aan de hand was en hij niks verkeerd had gedaan, ze snapte er helemaal niks van.
    Lady Kezia's ogen werden nog groter van verbazing toen Lady Delilah niet alleen een gesprek met de rat besloot te starten, maar ook zijn hand aanpakte en zich aan hem voorstelde. Wie weet wat die hand allemaal had aangeraakt voor hij haar huid aanraakte.
    Wat nog erger was, was dat Lady Delilah besloot niet alleen zichzelf, maar ook haar aan het stinkdier voor te stellen, iets wat tot gevolg had dat hij naar haar glimlachde. Lady Kezia kreeg er de rillingen van, maar deed haar best om zo beleefd mogelijk te reageren.
    Toen ze echter eindelijk van de schrik bekomen was en haar stem terug had gevonden, stelde ze haar beste vriendin voor een uitgebreid bad te nemen. Je wist maar nooit wat zo'n armoedzaaier allemaal voor ziektes met zich mee droeg. Echter werd deze opmerking beantwoord door een geïrriteerde blik van Lady Delilah, iets waar Lady Kezia nog minder van snapte. De man gaf haar een overdreven neppe glimlach, waarna ze merkte hoe hij genoeglijk grijnsde door de manier waarop Lady Delilah naar haar keek. Lady Kezia beet hard op haar lip, niet wetend hoe ze hierop moest reageren. Maar dat ze zowel de reactie van Lady Delilah als de reactie van de man niet fijn vond, was haar heel duidelijk.
    Niet wetend wat ze tegen haar vriendin moest zeggen, besloot Lady Kezia zich dan ook maar op de man te richtten en hem voor te stellen Lady Delilah te helpen. Dat was wel het minste wat hij terug kon doen voor de respecvolle manier waarop Lady Delilah hem behandelde.
    "Natuurlijk, geen probleem." Die reactie zorgde voor een kleine glimlach op haar gezicht, hij kon zich dus toch netjes gedragen.
    "Al vrees ik wel dat ik dan de koffer aan ga moeten raken..." Voor even begon Lady Kezia een heel klein beetje respect voor de man te krijgen door de manier waarop hij had ingestemd Lady Delilah te helpen, maar de manier waarop hij haar nu uit leek te proberen te dagen zorgde ervoor dat dat kleine beetje respect gelijk weer verdwenen was.
    Langzaam, zichzelf volledig beheersend, keek ze de man recht in zijn ogen aan.
    "Dat lijkt mij geen enkel probleem," antwoordde ze glimlachend, "als Lady Delilah van u graag haar liefdadigheidsproject wilt maken, dan ga ik haar daar niet in tegenhouden."

    Besluitend dat ze geen seconde langer aan deze man wilde besteden, draaide Lady Kezia zich om naar de man die niemand minder dan de Earl of Nottingham bleek te zijn. Een man die, wat haar betreft, zeker huwelijkspotentie bezat en daarom ook zeker haar aandacht meer dan waard was.
    "Gegroet milady, geheel mijn genoegen." Zijn woorden zorgden voor een oprechte glimlach op haar gezicht. Echter verdween de glimlach direct van haar gezicht toen ze de woorden van Lady Delilah in de verte hoorde.
    "Let alsjeblieft niet op haar, ze doet soms nogal moeilijk." Die woorden deden Lady Kezia zeker pijn, waardoor ze blij was dat ze met haar rug naar Lady Delilah stond. Ze wilde niet dat ze zag hoeveel haar woorden haar deden. Echter vond ze het maar niks dat Lord Clarington de uitdrukking op haar gezicht wel kon lezen.
    "Maak je maar geen zorgen, ik weet wie het zegt." Lady Kezia beet hard op haar lip, ze vond de rat met de minuut minder en minder leuk.
    "Hopelijk valt dát daar u niet lastig?"
    Het duurde even, maar uiteindelijk lukte het Lady Kezia dan toch om de Lord met een zo oprecht mogelijke glimlach aan te kijken.
    "Maakt u zich geen zorgen," bracht ze met moeite uit, "ik denk niet dat hij veel kwaad kan."
    Lady Kezia richtte nog één laatste blik op de rat, iets wat ze beter niet had kunnen doen, want precies op dat moment zag ze hoe hij zijn jas aan Lady Delilah aanbood, iets wat Lady Kezia opnieuw de rillingen bezorgde.
    "Wat een aangename verrassing dat u ook aanwezig bent op het schip"
    Lady Kezia deed haar best zich weer op Lord Clarington te richten, zich niet beseffend dat haar gezicht inmiddels volledig wit was weggetrokken.
    "J... ja..." stamelde ze, waardoor ze zichzelf wel voor haar hoofd kon slaan. Dit was geen manier om zich tegenover een Lord te gedragen.
    "Excuseert u mij," verontschuldigde ze zich, "ik moet... ik moet... even weg van hier," vervolgde ze, niet weten waar ze heen liep, maar zichzelf beseffend dat ze zo ver mogelijk van deze situatie weg wilde lopen, hopend dat Lord Clarington met haar mee zou komen.

         
          Ronan had nooit ofte nimmer kunnen voorspellen dat een conversatie met een jongedame hem dusdanig onzeker zou kunnen laten voelen — zijn dromen nietbestaand, zijn toekomst daarom bleek grijs. Alsof hij stil staat in het heden, geen weg te vinden naar voren en evenmin terug — bevroren.
          'Het is juist fijn om je toekomst nog niet bepaald te hebben.'
          Jane staat volledig achter haar uitgesproken woorden, dat is een gegeven wat overduidelijk vaststaat. Maar, hoe? Ronan weet niet of een grijze toekomst prettig is om voor zichzelf te hebben staan, wil liever duidelijkheid — hetgeen hij zijn gehele leven al heeft moeten missen.
          Vanwege de plotselinge onzekerheid welke hem overvalt, vraagt hij naar Jane's dromen en toekomst — de aandacht bij haar plaatsend. Maar, de vraag lijkt haar eveneens te overvallen — zoals hem overviel. Jane kijkt naar de oceaan, haar onderlip tussen haar tanden. Ronan ziet zijn onzekerheid weerspiegeld worden in haar kijkers, het groen kolkend zoals de oceaan welke hem momenteel omringt. Jane lijkt plotseling eveneens een verloren ziel, ronddwalend totdat ze wordt gevonden. Maar, ze is gevonden — door haar ouders, en hun bedrijf.
          'Het bedrijfsleven trekt mij ontzettend — ik zie zeker een toekomst daarin voor mijzelf.' Ronan wacht af, wetend dat Jane meer zal laten horen. 'Maar een droom van mij is om een wereldreis te maken, meer van de wereld zien.' Ondertussen wervelen haar krullen voor haar gezicht, haar twijfels daarbij enigszins verbloemend. 'Maar dat zullen hoogstwaarschijnlijk enkel dromen blijven, aangezien mijn toekomst al vaststaat.' Deze woorden laten haar stilvallen, alsof ze ze niet had willen uitspreken.
          Ronan's wenkbrauwen fronzen zichzelf lichtelijk. Jane is een vurige leeuwin, klaar om met de wereld te vechten. Maar praten over haar leven — haar vaststaande leven — brengt een breekbare kwetsbaarheid omhoog. Ronan heeft de neiging haar af te schermen voor anderen, haar de ruimte te geven te herstellen.
          Uiteindelijk heft hij zijn hand voorzichtig omhoog, waarop hij een los krullen vangt tussen zijn vingers in. Langzaamaan schuift hij deze achter haar oor, haar groene kijkers daardoor onthullend. Ronan ziet daarin de onmacht duidelijk terug. Jane wil niet zwak overkomen, hetgeen haar hoogstwaarschijnlijk al vroeg is aangeleerd.
          'Ik geloof dat jij toekomsten kan veranderen, Jane Reinhart.' Ronan schenkt haar een glimlach, vol en warm. 'Alhoewel het moeilijk zal worden, denk ik dat jij tot alles in staat zou zijn — zelfs een wereldreis. De wereld moet gezien worden door iemand met open blik, Jane.' Ronan kijkt naar de oceaan, gebaart daarnaar met een hand. 'De wereld is meer dan een bedrijfsleven, dan vaststaande toekomsten. Daarin moet je blijven geloven.' Ronan glimlacht breed. 'Zullen we samen naar het achterdek gaan? Dan kunnen we de uitvaart goed zien.'

    Ronan King

    27 • 3rd Class | Violist • Outfit • @ 2nd Class Deck • & Jane


    LADY DELILAH PATTERSON
    • 18 • eerste klasse • outfit • With Joe @ first class deck •




    Aan lady Kezia's gezichtuitdrukking kon de blondine duidelijk aflezen dat ze niet gediend was van de manier waarop de man voor hen tegen haar praatte, tevens hoe zijzelf tegen hem praatte. Ze verloor het bijna helemaal toen Delilah ook nog zijn hand vastpakte, en hij er vervolgens een kus op drukte. Iets wat de blondine zelf ook niet verwacht had en het liet haar glimlachen. Ze knikte als bedankje en gleed met haar andere hand door haar lokken. "Natuurlijk, geen probleem." Joe leek ook tegen haar verwachting in te stemmen met het bevel van Lady Kezia en Delilah knikte kort. "Voel je niet verplicht" voegde Delilah eraan toe terwijl ze de koffer wat dichter naar hem toe rolde. "Al vrees ik wel dat ik dan de koffer aan ga moeten raken..." Delilah moest haar best doen haar pokerface in place te houden na deze opmerking en schudde vluchtig haar hoofd.

    "Dat lijkt mij geen enkel probleem - als Lady Delilah van u graag haar liefdadigheidsproject wilt maken, dan ga ik haar daar niet in tegenhouden." Toen ze de opmerking van haar vriendin hoorde, moest ze opnieuw haar best doen om haar pokerface te behouden, maar nu juist om te voorkomen dat haar gezichtsuitdrukking de andere kant op zou schieten. Haar wenkbrauw ging lichtjes omhoog terwijl ze oogcontact maakte met de brunette, Maar dat werd onderbroken door Lady Kezia die zich omdraaide en een gesprek besloot te starten met Lord Carington, die ze wel eens gezien had op een van de vele formele bezoeken. Hij was precies hetzelfde soort adel als Kezia, enkel het allerbeste telde. Met een zucht richtte ze haar blik weer op de blonde jongeman voor haar en glimlachte naar hem.

    "Valt het zo erg op dat ik hier niet hoor? Had ik toch mijn andere overhemd aan moeten trekken..." De jongeman moest lachen om haar opmerking en Delilah was even bang dat hij het als belediging had opgevat en haar aan het uitlachen was. Maar na het horen van zijn opmerking, kon ze er ook om lachen. "Ik wilde het publiek vastleggen op papier, het gebeurd niet iedere dag dat ik door zoveel mensen toegejuicht en uitgezwaaid word." vervolgde hij zijn uitleg waarom hij op het eerste dek aanwezig was. Geïntrigeerd door zijn uitleg knikte ze. "Dus u bent een kunstenaar?" Nu ze alleen was met Joe, ging ze terug in haar beleefde rol als lady. Iets wat ze na al die jaren aan het hof gewend was geraakt, waar iedereen elkaar op formele toon aansprak, zelfs haar ouders naar haar toe en andersom. Ze zag hoe hij zijn ogen over haar lichaam liet gaan en een beetje ongemakkelijk sloeg ze haar ogen neer naar de grond. "Bent u daarom op het schip? In dat geval houd ik mij graag aangeboden als proefpersoon," stelde ze voor met een grote glimlach.

    "Het derde klas dek is niet veel soeps," Deze opmerking liet haar naar hem opkijken met een opgetrokken wenkbrauw. "En het eerste klas dek is veel beter?" vroeg ze hem. Natuurlijk had iedere klasse zo zijn voor- als nadelen, en kon ze eerlijk gezegd weinig voordelen voor de laagste klasse op het schip bedenken. Maar het was veel te gemakkelijk te zeggen dat de eerste klasse de beste klasse was en dat er hier nooit dingen fout liepen. Ze had er een hekel aan als mensen hier kwamen om hun vooroordelen over haar klasse rond te bazuinen, en ze hoopt dan ook dat Joe daar geen onderdeel van uitmaakte. Al had haar beste vriendin een goed oog voor foute mannen; mits ze van een lagere klasse als zijzelf kwamen. En haar reactie op hem was geen milde geweest, misschien moest ze wat minder naïef zijn.

    "Onkruid vergaat niet," Had hij geantwoord op haar vraag of hij oke was na de botsing. Delilah grinnikte om zijn antwoord. "U zou niet zo slecht over uzelf moeten praten, mijnheer Adams" sprak ze met een knipoog, leunend op haar koffer. "Heb jij je niet bezeerd?" Even keek ze omlaag naar haar kleding maar schudde vervolgens haar hoofd. "Nee, ik denk dat ik wel oke ben." Haar jurk zat nog op zijn plek en naast wat lichte krassen was er niks serieus kapot of verwond. "Hier, het gaat snel afkoelen eenmaal we varen." Delilah had haar mond geopend om tegen zijn aanbod in te gaan maar eerlijk gezegd was de zeewind nu al flink fris, en zou het inderdaad snel gaan afkoelen zodra ze de haven hadden verlaten. Dankbaar pakte ze zijn jasje aan en trok deze over haar jurk aan. Ze had het gevoel alsof ze de kleding van een reus droeg, duidelijk vele maten te groot maar het zat in ieder geval warm. "Als u het zelf koud krijgt dan moet u hem gewoon terugvragen hoor" voegde ze er wel snel aan toe om zich niet te opgelaten te voelen. Ze haalde een hand door haar blonde lokken en wees met haar andere hand richting de suites die niet veel verderop zichtbaar waren. "Aangezien u erop stond mij naar mijn slaapverblijf te begeleiden, deze kant op," sprak ze voordat ze langzaam die kant op bewoog terwijl ze probeerde zo min mogelijk nieuwe slachtoffers te maken op haar weg. Of zichzelf tegen voorwerpen te laten lopen - één botsing op een dag was voldoende voor de blondine.

    [ bericht aangepast op 29 aug 2021 - 17:47 ]

    JANE REINHART
    • 22 • tweede klasse • outfit • With Roman @ second class deck •


    Haar adem stokt even toen zijn vingers contact maakte met haar huid, haar krullen uit haar gezicht vegend. Het liefste wilde ze nu weer haar zelfverzekerde muur opsteken en hem op afstand houden. Maar iets in haar liet dit niet toe, misschien waren het zijn blauwe kijkers die haar indringen aankeken, recht in haar ziel. Een gevoel van spanning maakte zich meester van haar lichaam - alsof er vlinders in haar buik ontstonden. Iets wat een man nog nooit voor elkaar had gekregen. Misschien kwam het doordat er eindelijk iemand eens door haar sterke voorgrond heen keek en haar ware zelf leek te zien, na al die jaren. 'Ik geloof dat jij toekomsten kan veranderen, Jane Reinhart.' sprak hij met een glimlach, zijn warme adem blazend tegen haar koude wangen. Opnieuw boorde haar voortanden zich een weg in haar onderlip, en ze haalde haar neus op terwijl ze oogcontact bleef houden. Binnenin haar waren haar hersenen en haar hart een schreeuwende strijd aan het voeren welke de overhand zou nemen en zou resulteren in een reactie. Haar hersenen leken de strijd te hebben gewonnen want ze wendde haar ogen af naar het dek waarop ze stonden - haar aandacht nonchalant gevestigd op haar zwarte hakschoenen. Toen ze weer in zijn blauwe kijkers keek was haar kwetsbare, bijna hopeloze blik verdwenen, ingeruild voor kilte en zelfzekerheid - ook al was dit enkel schijn.

    Ze volgde zijn handgebaar en blik terwijl hij het gesprek vervolgde. 'Alhoewel het moeilijk zal worden, denk ik dat jij tot alles in staat zou zijn — zelfs een wereldreis. De wereld moet gezien worden door iemand met open blik, Jane - de wereld is meer dan een bedrijfsleven, dan vaststaande toekomsten. Daarin moet je blijven geloven.' Kijkend naar zijn brede glimlach, kon ze bijna niet anders dan hem een voorzichtige glimlach terug te geven. "Soms moet je ook realistisch zijn en accepteren dat sommige dingen gewoon niet haalbaar zijn." Hoewel ze eerst bang was dat Ronan haar dromen onrealistisch zou vinden, was zij nu zelf haar eigen glazen aan het ingooien. Iets waar ze goed in was geworden. Altijd was ze al een dromer geweest, maar ook kon ze bikkelhard voor zichzelf zijn en deze dromen zo weer onderuit halen door haar eigen onzekerheid. Het was duidelijk voor haar dat de jongeman geen weet had van hoe het eraan toe ging bij een miljoenenbedrijf. Het was niet zomaar iets om je ouders te vertellen dat je liever de wereld over wilde reizen dan het familiebedrijf voortzetten, iets wat anders zou stoppen bij haar generatie - door haar toedoen.

    Gelukkig zorgde zijn voorstel ervoor dat ze even haar gedachten kon parkeren en zich kon focussen op het heden, deze bootvaart. 'Zullen we samen naar het achterdek gaan? Dan kunnen we de uitvaart goed zien.' Jane knikte, haar blik ging kort over het dek waar mensen rustig heen en weer liepen. Het zag er naar uit dat ze elk moment konden vertrekken. "Dat lijkt mij een goed idee, mijnheer King," Met een speelse fonkeling in haar ogen keek ze naar hem - haar kille blik van zojuist verdwenen. Jane sloeg haar hand om zijn bovenarm waardoor ze nu naast hem kwam te staan. "Leid me de weg," sprak ze zacht, haar lichaam licht buigend tegen dat van hem.

    [ bericht aangepast op 29 aug 2021 - 18:50 ]

    Lord Andrew H. J. Clarington
    💎Earl of Nottingham💎
    20- First class - Deck, with Lady Delilah, Joe & > Lady Kezia

    Normaliter zou lord Andrew zichzelf amuseren wanneer een situatie zoals deze zich afspeelde. Echter, de pijn in de ogen van Lady Kezia voelde maar onaangenaam aan. Hij kon er zijn vinger niet op leggen, want lord Andrew was doorgaans niet bepaald meelevend met andere mensen. Alhoewel verdrietige vrouwen hem wel altijd wisten te raken. De jongeman mocht dan wel zelfingenomen zijn, maar hij kon vrouwen nooit in pijn zien. Al moest hij wel bekennen dat hij daar vrij selectief in was, want het gold meestal alleen voor aantrekkelijke dames of bijvoorbeeld voor zijn moeder.
    "Maakt u zich geen zorgen," bracht ze met moeite uit. Lord Andrew bespeurde de pijn in haar stem, ze leek gekwetst. "ik denk niet dat hij veel kwaad kan."
    Lord Andrew wierp een verachtelijke blik toe naar de zwerver. Het was immers zijn schuld dat er gedoe was ontstaan. Daarbij hoorde hij niet thuis op deze dek. Even twijfelde Lord Andrew om hem te laten verwijderen, maar daar had hij de tijd niet meer voor.
    Lord Andrew keek de beeldschone dame voor zich nog eens aan. Haar gezicht zag er anders uit, bleker; alsof ze een spook had gezien. Lord Andrew voelde iets wat hij niet vaak gevoeld had. Bezorgdheid - hij maakte zich zorgen om haar.
    "J... ja..." stamelde ze. Haar façade was even verdwenen. Lord Andrew was zelf niet erg gehecht aan de verplichte beleefdheid die ze moesten laten zien. Hij nam het haar dan ook helemaal niet kwalijk.
    "Excuseert u mij," verontschuldigde ze zich, "ik moet... ik moet... even weg van hier,"
    Ze voegde daad bij het woord en vertrok. Het zorgde ervoor dat Andrew in een tweestrijd terecht kwam. Hij had genoeg te doen, zoals lobbyen met belangrijke relaties die aanwezig waren op bet schip. Maar aan de andere kant, wilde hij het liefst toch achter die prachtige lady aan. Het was immers het juiste om te doen, een echte gentleman liet een dame niet overstuur achter.
    Hij zag ook dat Lady Delilah vertrok met de arme sloeber. Hij schudde zijn hoofd afkeurend. De dame zou voorzichtiger moeten zijn, wie wist wat zo een rat haar aan zou doen? Of ze zal bestolen kunnen worden van haar dure bezittingen. Het zou Lord Andrew niets verbazen als deze man een dief zou zijn. Maar dat moest ze zelf maar uitzoeken. Lord Andrew koos ervoor om achter Lady Kezia te gaan. Hij moest flink bijbenen om de dame in te halen, ze had immers al een voorsprong gehad. Zodra lord Andrew vlakbij was, nam hij zacht haar pols vast om haar te laten stoppen.
    “Ze zijn vertrokken, milady,” had lord Andrew gezegd om haar gerustgesteld.
    “en als ik u wat goedbedoeld advies mag geven? Vriendinnen zoals dat kunt u beter kwijt zijn dan rijk. Ze zou u niet zo mogen kwetsen.” Zei hij voorzichtig, omdat hij niet zijn grenzen wilden overtreden. Het was niet aan hem om te bepalen dat Lady Delilah een slechte vriendin was.
    “Kan ik u anders een drankje aanbieden?” Vroeg lord Andrew haar. Ze kon wel even wat afleiding gebruiken, daarbij zou lord Andrew haar wel een luisterend oor willen bieden.

    [ bericht aangepast op 29 aug 2021 - 22:13 ]


    "She would've made such a lovely bride, what a shame she's fucked in the head, " they said

    Leonora Mariah Booth

    23 — third class — cleaner/maid — @ second class deck w/ Angus and Lewis

    'Een kans die je inderdaad niet wil missen,' sprak Lewis en Leonora keek hem aan en knikte meteen. Hij had gelijk. Naar Amerika gaan was niet onmogelijk geweest, maar nooit had ze er echt serieus over nagedacht. Toen ze erachter kwam dat er een nieuw schip zou komen, een imposant schip dat meer dan duizend mensen zou vervoeren naar de andere kant van de oceaan, kon ze het niet negeren. De beloftes die werden gedaan, waren immens. Grote slaapruimtes, heerlijk eten, goed gezelschap, altijd muziek... het was te mooi om waar te zijn, eigenlijk. Nu het zover was, hoopte ze maar dat al die beloften uit zouden komen en dat ook de Verenigde Staten niet zouden tegenvallen. Ze wilde daar snel binnenkomen, werk krijgen en een appartement vinden. De rest zou wel komen. Ze hoopte gewoon dat ze met haar ervaring in schoonmaak en bij mensen thuis werken snel wat kon vinden.
          'Is het voor jullie een enkele reis of zijn jullie van plan om terug te komen?' vroeg Lewis uiteindelijk.
          'Voor nu is het mijn bedoeling om uiteindelijk weer terug te gaan,' antwoordde de nog naamloze vreemdeling naast Leonora. Ze waren op het dek van de tweede klas tot stilstand gekomen. Met elkaar praten en elkaar leren kennen terwijl je de kleine trappen en smalle gangen doorloopt. 'Mijn broer loopt hier ook ergens op het schip rond, voor hem geldt vooralsnog hetzelfde. En voor jullie?' Hij is even stil terwijl hij op een antwoord wacht, maar bedenkt zich en stelt zich voor als Angus Finley.
          'Aangenaam,' glimlachte Leonora. Ze twijfelde. 'Enkele reis,' zei ze uiteindelijk. 'Tenminste, dat denk en hoop ik...' Weer was ze stil. 'Ik weet niet meer wat ik in Engeland zou moeten, behalve werken voor een schijntje. Dus ik heb gespaard voor een ticket en ik ga het proberen in Amerika. Wie weet wordt het wat.' Ze keek even naar de twee mannen en nam toen plaats op een van de stoelen die op het dek stonden. 'Waar is je broer?' vroeg ze aan Angus. 'Slaapt hij bij jou?'


    You gave me my life all those years ago, now I give you yours.

    C H A R L E S      R I C H A R D      I S M A Y

    24            First class            Son of the managing director of White Starline, engaged to Wrenna Talbot            With Wrenna




    Tot mijn verbazing was mijn vader het eens met mijn voorstel. Normaliter ging dat wel anders... Waarschijnlijk had het iets te maken met de schone schijn op te willen houden.
    Ik was allang blij dat er beweging in zat en ik niet in de kou toe hoefde te kijken hoe er een gesprek werd gehouden waar ik geen deel van uit maakte. Dan zat ik liever in de lounge met een kopje koffie, waar er eventueel nog andere mensen waren om me uit mijn lijden te verlossen, ook al was het maar voor even. Het favoriete gespreksonderwerp waren dan ook hoofdzakelijk kapitaal en status, twee dingen waar ik geen kaas van had gegeten.
    Ik zat met mijn gedachten al ergens anders en kon dan ook niet wachten tot ik rustig in mijn eentje op het dek kon gaan zitten en wat op papier kon zetten. Ik moest ergens met mijn gedachten heen.
    Eenmaal we de lounge binnen liepen werden we vrijwel meteen overspoeld door luxe. Alles was tot in detail verzorgd, precies zoals vader en de familie Talbot wilde.
    Ik moest toegeven, het was prachtig en ik was zeker trots op het resultaat, maar er echt waarde aan hechten deed ik niet. Of ik nou hier mijn kop koffie dronk of in de derde klas kon me vrij weinig schelen.
    Ik keek even naast me en zag dat Wrenna tevreden rond keek en het was of er een last van mijn schouders viel.
    'Goed gedaan.' was haar uiteindelijke vonnis en ik glimlachte dankbaar naar haar, alsof ze een lerares was en ik een goed cijfer kreeg.
    Eenmaal aangekomen bij de tafel vervulde ik mijn rol als gentleman door een stoel voor Wrenna naar achter te schuiven. 'Ik hoop dat het eten net zo goed is.' Ik glimlachte nogmaals naar haar waarna ik ook plaats nam aan de tafel. "Maak je daar maar niet druk om, enkel het beste van het beste...". Vaders woorden. Al was dat ook niet zo moeilijk wanneer je de beste chefs uit de omtrek aan boord had. Het eten was dan ook één van de weinige dingen waar ik daadwerkelijk naar uitkeek. Het was alleen jammer dat ik onder het diner moest aanhoren hoe geweldig iedereen zichzelf wel niet vond.
    Het duurde niet lang voor de ene na de andere elite familie zich aandiende om met name mijn vader te feliciteren met zijn prestatie.
    Ondanks het feit dat we net van buiten kwamen was ik al weer toe aan frisse lucht. Zeker nadat mijn vader de bruiloft aan de aandacht bracht. Ik dacht dat ik bijna in mijn koffie stikte en moest dan ook flink mijn best doen niet ter plekken in hoesten uit te barsten. Ik wist me in te houden, al ging dit niet zonder me stevig vast te klampen aan de stoelleuningen en een hoofd als een boei te krijgen.
    Waar ik dacht dat het gevaar geweken was leek het iemand een goed idee om over kleinkinderen te beginnen, iets wat me daadwerkelijk deed verslikken in mijn koffie, en goed ook. Ik wilde er al niet aan denken getrouwd te zijn laat staan dat ik al bezig was met kinderen.
    Eenmaal ik uitgeproest was excuseerde ik mezelf van het gezelschap waarna ik me uit de voeten maakte, terug naar buiten. Het werd me allemaal even teveel. Normaal gesproken was het niet mijn stijl zomaar op te stappen, maar het was óf dit óf mezelf en daarbij mijn verloofde compleet voor schut te zetten, erger dan dat ik nu al had gedaan...


    How far is far

    J O E      W I L L I A M      A D A M S

    21            Third class            Works in the machinery room            With Lady Delilah and Lady Kezia




    De intense blik van de brunette leek met de seconde erger te worden. Het was overduidelijk te merken dat ze het ergens niet mee eens was en ik vreesde dat dat gene ik zelf was.
    Het leek me onbeleefd mezelf niet voor te stellen en al snel leerde ik de mooie blondine kennen als Lady Delilah en de brunette als Lady Kezia.
    Aangezien Lady Kezia flink wat afstand hield was ik niet in de gelegenheid haar de hand te schudden, iets wat ze, aan haar lichaamstaal af te lezen, waarschijnlijk absoluut niet erg vond. Dus schonk ik haar maar een korte, beleefde glimlach.
    Ik had genoeg ervaring te weten wanneer ik ergens niet welkom was en ik begon me steeds minder op mijn gemak te voelen.
    Vervolgens verwarde Lady Kezia mij met haar dienstmeid door mij te bevelen Lady Delilah haar koffers voor haar naar haar suite te brengen, iets wat ik uiteraard met liefde wilde doen. Het was de manier waarop waardoor ik mijn kont tegen de krib wilde gooien. Iets wat ik dan ook deed doormiddel van mijn volgende opmerking, welke volledig aan Lady Kezia was gericht.
    Ik had haar een uitdagende blik gezonden en deze was haar niet ontgaan. Hoe snel haar zelf genoegende op haar gezicht was verschenen was deze ook weer weggevaagd.
    "Dat lijkt mij geen enkel probleem, als Lady Delilah van u graag haar liefdadigheidsproject wilt maken, dan ga ik haar daar niet in tegenhouden.".
    Ergens wilde ik niets liever dan deze discussie voort zetten maar ik besefte dat het enkel vuur tegen vuur zou gaan zijn en dat er niets mee bereikt ging worden.
    Lady Delilah had me er nog van verzekerd dat ik me niet verplicht hoefde te voelen haar met haar bagage te helpen maar ik stond er op. Zelfs al was Lady Kezia niet op het geniale idee was gekomen was ik er zelf wel mee gekomen. Het was een stukje fatsoen. Het was me dan ook met de paplepel ingegoten beleefd te zijn naar mijn medemens, zeker wanneer je deze bijna ondersteboven had gelopen. Daarnaast was het een kleine moeite.
    Gelukkig waren Lady Delilah en ik al snel niet interessant genoeg meer en richtte Lady Kezia haar aandacht op een andere jongeman. Ik wilde bijna een zucht slaken van opluchting.
    Al snel kreeg ik de vraag wat ik deed op het eerste klas dek, ik viel natuurlijk best op tussen al die dure jurken en maatpakken. Het deed me dan ook even lachen alvorens ik mijn reden uitlegde aan Lady Delilah.
    "Dus u bent een kunstenaar?" vroeg Lady Delilah, duidelijk geïnteresseerd. Dit deed me opnieuw even lachen en ik schudde kort mijn hoofd alvorens ik mijn blik even op de grond vestigde. "Een kunstenaar? Nee, al zou ik het graag willen. Ik vind het gewoon erg leuk om te doen." antwoordde ik.
    "Bent u daarom op het schip?" vroeg ze me vervolgens. Ik keek haar aan en knikte. In principe was dat wel de insteek geweest. "Mijn droom is om er ooit mijn geld mee te verdienen. New York leek mij daar de beste plek voor." glimlachte ik beleefd naar haar. "Ik weet het, de kans dat het gebeurd is erg klein. Daarom is het ook maar een droom." lachte ik wat ongemakkelijk.
    Ik wist ook niet precies waarom ik de nood voelde dit met haar te delen. Ze dacht vast dat ik één of andere idioot was welke zomaar op de bonnefooi ergens naartoe reisde om daar armoede te gaan zaaien.
    "In dat geval houd ik mij graag aangeboden als proefpersoon." sprak ze tot mijn verbazing. Ik vond het lastig te peilen of ze serieus was, maar het leek er wel op. "Het zou me een ware eer zijn," glimlachte ik. Ik was zelden zo'n mooie jongedame tegen gekomen als Lady Delilah en het zou dan ook een ware eer zijn haar te mogen schetsen.
    "Wat is de reden van uw verblijf, als ik vragen mag?" vroeg ik uit nieuwsgierigheid. Wie weet was het meer dan enkel zomaar een reisje omdat ze het geld ervoor had.
    Vervolgens legde ik nader uit waarom ik mijn hobby uit kwam oefenen op het eerste klas dek in plaats van op het dek van mijn eigen klasse. Iets wat blijkbaar erg gevoelig lag. "En het derde klas dek is veel beter?" vroeg ze me.
    Ik haalde kort mijn schouders op. "Nou, het bevind zich wel hoger waardoor ik een beter algeheel beeld kan creëren, ziet u?" sprak ik voorzichtig waarna ik naar de menigte gebaarde. Vanaf hier kon ik veel verder kijken dan ik op het derde klas dek kon.
    Vervolgens had ze me gevraagd of ik wel oké was na de botsing van zojuist. Ik vertelde haar dat onkruid niet verging. Het zou wel wat meer kosten om mij omver te krijgen dan enkel een botsing. "U zou niet zo slecht over uzelf moeten praten, mijnheer Adams." knipoogde ze naar me waardoor ik kort lachend mijn hoofde even schudde. Het was lang geleden sinds ik voor het laatst "mijnheer Adams" werd genoemd.
    Natuurlijk vroeg ik haar hetzelfde en gelukkig leek ook zij in orde te zijn. "Nee, ik denk dat ik wel oke ben." antwoordde ze en ik knikte.
    Het viel me op dat ze het wat fris begon te krijgen, wat ook niet zo gek was. Het was immers April en daarnaast bevonden we ons op het water. Het zou alleen nog maar kouder worden eenmaal we daadwerkelijk zouden beginnen met varen.
    Ik aarzelde dan ook geen moment en bood haar mijn jasje aan.
    Even dacht ik dat ze mijn aanbod af zou wijzen, maar toen pakte ze hem toch dankbaar van me aan. Ik moest even lachen bij het aanzicht. Het zag er best komisch uit hoe de jas als een soort tent om haar heen viel. Ze zou er bijna in kunnen overnachten.
    "Hij staat u enig," grijnsde ik, weliswaar gemeend. Het jasje was dan misschien flink wat maten te groot, het misstond haar niet.
    "Als u het zelf koud krijgt moet u hem gewoon terugvragen hoor." ik schudde snel mijn hoofd. "Dat zal niet nodig zijn, ik heb wel woestere winden getrotseerd." lachte ik zacht.
    Ik had het absoluut niet snel koud, iets wat er snel in zit wanneer je opgroeit in een huis zonder fatsoenlijke verwarming.
    "Aangezien u erop stond mij naar mijn slaapverblijf te begeleiden, deze kant op." sprak ze wanneer ze richting de eerste klas suites vertrok. Ik pakte haar bagage en volgde haar. Ondanks het feit dat Lady Delilah me zelf uitgenodigd had voelde ik me toch wat opgelaten, iets waar ik normaal gesproken nooit echt last van had. Verschillende klassen hadden me altijd weinig gedaan. In mijn opinie was iedereen net zoveel waard, we waren immers allemaal mens. Maar misschien had het ook te maken met het feit dat ik de ogen op mijn huid voelde branden.
    Eenmaal binnen keek ik mijn ogen uit. Aan elk detail was gedacht. Als alleen de gangen er al zo uitzagen...
    "Het is hier prachtig..."


    How far is far

    CARLETON AUGUSTINE PELLETIER
    27 • first class • on the boat • with ade & cliff

    Soms had Carleton het idee dat zijn jongere broertje nog erger was dan hemzelf. De manier waarop deze kerel personeel behandelde mocht wel iets vriendelijker, aangezien Clifford ze anders allemaal zou wegjagen. Natuurlijk waren ze beter dan de werknemers en mochten ze zich zo gedragen, maar zijn broertje had de neiging hierin door te slaan. Uiteindelijk hadden ook bediendes hun limieten, zelfs al leek Clifford te denken dat ze alles maar moesten pikken. “Klein broertje van me, je jaagt nog eens al ons personeel weg zo,” zei Carleton dan ook tegen hem, al was het vooral grappend bedoeld.
          “Nou, misschien gezien het succes van haar zusterschip: de RMS Olympic? Die was zowaar volgeboekt. Wie weet, misschien wilden ze dat nog een keer,” zei Carleton tegen Adelaide. Natuurlijk ging hij er ook vanuit dat het schip niet voortijdig vrijgegeven was en het veilig was om mee te varen. Het zou een ongekend schandaal zijn, dat het bedrijf waarschijnlijk failliet zou laten gaan. Al deze informatie weerhield Carleton er echter niet van om zichzelf niet bang te maken met doemscenario’s. “Maar ja, het zal wel goed komen, hoop ik.” Het gaf hem wel enige voldoening dat hij niet alleen zou sterven. Als de boot zonk, gingen duizenden mensen met hem mee.
          Vervolgens richtte hij zich op het fatsoeneren van zijn broertje, die dit duidelijk niet waardeerde. Niet Carleton’s probleem, dan moest die jongen maar leren zich te kleden. Gelukkig hield Clifford wijselijk zijn mond, op enkele protesterende geluidjes na. Hierna verplaatste het gesprek zich naar de kamerindeling. Carleton gaf zowel zijn broertje als zijn verloofde een strenge blik toen ze aan het grappen waren over wie het grote bed kreeg. Clifford had duidelijk de humoristische gene niet geërfd. “Adelaide en ik nemen het king size bed, samen,” zei Carleton, waarna hij zijn verloofde voor enkele seconden langer aankeek. Absoluut niet dat zij het bed voor haarzelf kreeg.
          Carleton was blij om te zien dat in ieder geval zijn verloofde haar leek te vermaken. Dan was in ieder geval toch een van hun blij met dit cadeau. Zijn ogen schoven door naar Clifford, daar hij een ongepaste opmerking maakte. “Voor het huwelijk wordt er geen liefde bedreven, dat weet je best,” zei hij, terwijl hij afkeurend keek naar de sigaret die zijn jongere broertje had opgestoken. Hij snapte de liefde die mensen ervoor hadden niet en wees het aanbod voor een sigaret dan ook af. Eenmaal op het schip aangekomen beende Carleton direct naar de reling van het schip. Hij hoorde Clifford’s vraag maar half. Wilde hij het schip verkennen? Zolang het aan de haven stond zou het niet al te veel schommelen, al voelde Carleton zich al misselijk worden bij de gedachte aan de bewegingen die het schip zou maken zodra het zich loskoppelde.
          Adelaide was naast hem komen staan, waardoor Carleton zich half naar haar omdraaide, zodat hij haar kon aankijken. “Wat mij betreft klinkt dat als een goede optie? Eerst een snelle check van onze suite en dan kunnen we de boot verkennen,” volgde hij de woorden van zijn verloofde. Zijn haalde zijn neus op bij de laatste woorden. Eigenlijk voelde hij helemaal geen behoefte om rond te lopen, maar hij kon zich ook niet de hele vakantie in bed verschuilen. Vanaf zijn locatie op de boot zag hij hoe de laatste passagiers aanstalten maakten om op de boot te komen. Dit kon alleen maar betekenen dat ze binnen nu en vijftien minuten zouden vertrekken. Geweldig. Carleton richtte zich tot Clifford en Adelaide. “Zullen we maar gaan dan?” Hij zette een stap richting zijn verloofde en pakte haar hand vast, waarna hij haar meetrok naar zijn broertje.
          Er was een reden dat hij met het stel was meegekomen, al wist hij deze zelf nog niet. Het was de bedoeling dat hij aan het einde van de reis met Romilly de Loughery verloofd zou zijn. Carleton had zelfs de ringen al in een van de vele zakken van zijn pak verstopt. Nu stond hij niet bepaald achter het grote leeftijdsverschil tussen de twee, maar hij kon bevelen van zijn vader niet negeren natuurlijk. “Ik hoop dat de suite de prijs waard is. Het zou een van de beste vertrekken van de hele boot moeten zijn. Eens zien of hun woorden kloppen,” zei Carleton, terwijl hij met Adelaide voorop liep richting de slaapruimtes van de Eerste Klasse. Hij gaf een zachte kneep in haar hand, terwijl hij haar aankeek. Zodra hun blikken kruisten gaf hij haar een kleine glimlach. Daarna draaide hij zijn hoofd om, om Clifford aan te kijken.
          “Heb jij enige voorkeur voor een plek die je als eerste wilt ontdekken en zien?” vroeg Carleton aan hem, terwijl zijn wenkbrauw omhoog ging in een vraag.



    [ bericht aangepast op 31 aug 2021 - 20:17 ]


    That is a perfect copy of reality.

    SAMUEL CINÁED MACMILLAN
    "To hell with playing fair. Nothing about our lives has ever been fair now, has it?"

    28 • third class • a hallway on the e-deck • with aveline cresswell

    Sam toverde een grijns op zijn gezicht toen hij naar de heren in pak liep die aan het eind van de loopbrug al op hem stonden te wachten.
    Die blikken in hun ogen waren puur goud. Veel mensen van lagere stand schaamden zich voor hun positie in de samenleving. Ze probeerden met opsmuk, geslijm en mooie kleding waarvoor ze twee maanden salaris moesten uitgeven, geaccepteerd te worden door de mensen die een klasse boven hen stonden.
    En de klasse die ze zo probeerden de imponeren? Die klasse reed vervolgens net zo hard als een hondje tegen de benen van de [i[net iets rijkeren aan. Het was net één grote pyramide van wanhopige mensen die koste wat het kost wilden probeerden hogerop te komen. Daar gaven ze alles voor op, met in de eerste plaats hun waardigheid.
    Zijn oudere broer Matthew MacMillan was daar een prachtig voorbeeld van. Oh, wat was hij toch bezig met de mening van mensen die hem stiekem verachtten en over hem roddelden wanneer hij zijn rug naar hen gekeerd had. Hoe had hij dat niet in de gaten? Hoe had hij zo weinig respect voor zichzelf om die poppenkast mee te willen spelen? Puur om kans te maken op een net iets comfortabeler bedje? Absoluut lachwekkend.
    Nee, Sam was uit ander hout gesneden.
    In tegenstelling tot de schaamte die Matthew als jongere al had gevoeld wanneer mensen de MacMillans met hooghartigheid aankeken omwille van hun oudere kleren en arbeidersuitstraling, zoog Samuel het op als energie.
    Hij had altijd al een hekel gehad aan rijke mensen - waarvan de meesten zelfs op oud geld zaten of als royal geboren waren en zelf nog nooit een poot hadden uitgestoken in het leven. Toch gedroegen juist deze mensen zich alsof de wereld zonder hen zou stoppen met draaien. En God oh God, wat staken armere mensen toch veren in de derrières van deze elite, puur in de hoop om zelf een sprankje van dat droomwereldje mee te kunnen krijgen. Als een stel uitgedroogde honden, knielend, bibberend en smekend om een druppeltje water en een afgekloven bot.
    Wat was het bevrijdend om daar niet aan mee te willen doen. Om er zelfs van te genieten en er misbruik van te maken. En oh, wat zou hij er op dit schip misbruik van maken. Het klassenverschil was hier niet alleen overduidelijk; de passagiers werden er letterlijk op ingedeeld.

    “Heren,” knikte hij naar de hygiëne-inspecteurs voordat hij zijn aftandse koffer op de bodem van de loopbrug zette. Hij veegde even kort onder zijn neus voordat hij zijn armen spreidde en hij een stoïcijns uitziende man zijn lichaam liet fouilleren.
    “Balen hoor, dat jullie de eersteklas dames niet mogen controleren,” merkte hij plagerig op om de man een beetje uit te lokken. “Je hebt je hand toch gauw genoeg per ongeluk onder zo’n onderjurk gestopt.”
    “Houd alsjeblieft je mond,” gromde de mand. “Schoft..”
    Hardhandiger dan nodig draaide hij Sam om. Het verbreedde slechts de grijns op zijn gezicht. Niets was leuker dan mensen naar de rand van hun grenzen te pushen.
    “Kaartje?” vroeg een andere collega terwijl hij zijn hand uitstak. Samuel haalde het grote ticket uit de binnenzak van zijn tweedjas en overhandigde het aan de werknemer tegenover hem.
    “Doe je pet af,” gromde de controleur die hem tegelijkertijd aan het fouilleren was.
    Samuel deed wat hij vroeg maar hield de pet stevig vast in zijn hand.
    “Nee, maar serieus,” begon hij weer. “Als ik jullie was, zou ik goed balen dat ik kerels zou moeten betasten in plaats van dames. Vooral kerels zoals ik.”
    “Geloof me, mensen zoals jij controleren is niet mijn hobby,” kon de inspecteur niet langer voor zich houden. Hij pakte een klein kammetje uit zijn tas om flink door Sam’s korte, donkere haren te gaan.
    “Heb jij even geluk dat ik geen baard heb,” grijnsde Sam met een twinkeling in zijn ogen toen de man klaar was.
    “Opschieten,” gromde de controleur. “Doorlopen. En laat het me niet horen dat je de eersteklas-gasten lastig valt..”
    Samuel trok zijn pet weer over zijn hoofd en floot.
    “Ik zou niet durven, mijnheer. Nu al helemaal niet meer. Goede reis, pik.”

    Vervolgens stapte hij over de drempel van de boot en betrad hij het E-deck van de gigantische Titanic.
    Hij was er. Hij was daadwerkelijk aan boord. Hij, Samuel fucking MacMillan, ging meevaren op het grootste schip ter wereld. Het was te belachelijk voor woorden, en daarom kon hij ook niet stoppen met grijnzen.
    Hij had verdomme nog een goede hoeveelheid cocaïne mee kunnen smokkelen ook. Dat ingenaaide vak in de binnenkant van zijn pet waar hij het verborgen had, was achteraf gezien niet eens nodig geweest. Hij had het simpelweg in zijn binnenzak kunnen stoppen. De controleurs voor het schip waren banger geweest voor een paar luizen in zijn derdeklas-haren dan het witte goud dat hij nu moeiteloos mee naar binnen had kunnen nemen. Het was weer zo ontzettend typisch, maar zo ontzettend goed.

    Samuel, nog nagenietend van zijn overwinning, liep over de smalle gang van het dek op weg naar zijn slaapcabine terwijl hij zijn stoffen pet zorgvuldig recht draaide. Dat was het moment dat hij instinctief iets achter hem voelde.
    Met een ruk draaide hij zich om.
    ”Zeg MacMillan, ik dacht dat ze al het ongedierte buiten het schip wilden houden. Er is iets niet helemaal goed gegaan,” zei de knappe blondine tegenover hem. De vrouw waarvan hij nooit had gedacht dat hij haar ooit weer terug zou zien. Ze had de herenportemonnee die hij zelf voor vertrek gejat had in haar smalle hand. “Je moet zelf ook een beetje beter opletten.”
    What in God’s shite,” riep hij uit terwijl hij verrast in Aveline’s ogen keek. Hij liet zijn koffer vallen om haar even flink vast te pakken.
    Ave en hij hadden een korte, stormachtige geschiedenis gehad in Engeland. De dame was zo sluw als een vos, dat had hij direct gezien in de bar waar ze elkaar op een avond ontmoet hadden. Ze was destijds met een oudere man samen geweest. Sam had haar bestudeerd vanuit de hoek van de bar. Had gezien hoe ze te werk ging. Hoe ze hem verleidde. Hoe ze hem het geld figuurlijk uit de broek klopte. Ze was een meesterlijke manipulator.
    Die avond hadden ze voor het eerst samen gedronken, samengewerkt en… andere dingen samen gedaan.
    Hij boog zich naar haar oor toe.
    “Dus, vertel. Heb je gestolen of gezogen voor je ticket?” vroeg hij haar met een lagere, zachtere stem.
    Dat zij hier was, was de kers op de toch al verrukkelijke taart.

    Wat gingen zij hier samen plezier maken…



    ars moriendi