December 2016
Kris
![](https://i.ibb.co/C1HPk4R/200.png)
Ze hoopte dat hij het haalde.
Zebediah was duidelijk geweest en de pijn die Fox leed, liet ook weinig aan zijn fantasie over. Toch voelden de woorden nog harder uit de mond van een heler. Hij gaf een knikje naar het meisje en wendde zich zodra ze weg was weer tot Fox. Hij streek door zijn dikke bruine krullen, leunde voorover en kuste zijn voorhoofd.
‘Geen zorgen Foxie,’ zei hij zacht. ‘Ik zal je niet verliezen.’
Hoewel hij het liefst tegen hem aan kroop en hem stevig vasthield, rukte hij zijn blik van de jongen los. Hij sliep nu. Bovendien had hij zelf nog een hoop te doen, hij moest een flink aantal diamanten zien te maken. Hoe slechter zijn concentratie was, hoe moeilijker het was om zuivere te creëren. Hij draaide zich met zijn rug naar Fox toe, stuwde zijn gave naar zijn vingertoppen toe en zocht naar de juiste samenstelling en de juiste druk en hitte en begon toen aan het maken van de stenen.
De hele nacht had hij doorgewerkt. Er zat geen gevoel meer in zijn voeten, er lag een doorzichtige laag overheen tot halverwege zijn kuit en lopen ging moeizaam. Fox’ ademhaling was inmiddels weer zwaarder, hij sliep nog wel maar jammerde in zijn slaap en verkrampte soms helemaal. Om de paar uur trok hij hem uit zijn slaap vandaan om hem wat te laten drinken en pap te eten – meer kon hij niet binnenhouden. Kris was altijd blij als hij weer wegzakte, zodat hij hem niet meer zo paniekerig aankeek met die grote bruine ogen van hem.
Zodra de zon op was, ging hij naar het winkeltje toe. Hij liet de man een diamant testen en vroeg tegelijkertijd: ‘Heb je de spullen?’
Het leek hem erg snel, toch was het een hebberige vent. Hij had vast zijn kanalen. Waarschijnlijk wilde hij zo snel mogelijk de diamanten, voor iemand er lucht van kreeg. Hij knikte dan ook kort en duwde hem een zwarte tas in handen. Kris opende hem, zag inderdaad de gevraagde spullen.
Het liefst pleurde hij het meteen weg, maar dat kon niet. Hij had geen keuze dan het aan Zebediah te geven. Hij bedankte de man kort en liet zijn diamanten bij hem achter, daarna liep hij met een nors gezicht het Rhino-gebouw in. Na twee deuren opentrekken had hij Zebediah gevonden, die nog bezig was zich aan te kleden.
Voor het eerst leek hij normaal.
Wat hij niet was. De fucking gek had zijn vriend vergiftigd.
‘Ik heb het. Geef me het antigif.’
Zebediah hield zijn hoofd schuin. ‘Maar het mooiste moet nog komen. Als het goed is, bereikt het gif binnenkort zijn hersenen. Dan wordt het pas lachen.’
Kris kneep zijn hand tot een vuist. De grijns verdween onmiddellijk van Zebediahs gezicht en hij greep naar zijn been toen de scherven verschoven, groeiden en zich als iets levends onder zijn huid doorbewogen.
‘Nu, eikel. Ik ben de deal nagekomen.’
‘Best,’ bromde hij, inziend dat hij Kris niet veel verder moest pushen. En terecht, want hij wist niet hoelang hij zichzelf nog in bedwang kon houden. Twee nachten zonder slaap kwam zijn zelfbeheersing niet ten goede en hij moest al zijn gedachten op Fox richten om Zebediah nu niet in kristal te veranderen en in miljoenen stukken uiteen te laten barsten. Erop gokken dat het antigif ergens in deze kamer was, durfde hij niet.
‘Ik breng het je zo. Als ik tenminste nog lopen,’ snoof hij.
‘Ik zou er maar niet op rekenen,’ snoof Kris. ‘En flik me dit niet nog een keer. Als je Fox’ leven ook nog maar één keer in de waagschaal dreigt te leggen, blaas ik je harses op en kan het me geen donder schelen dat ik van school gestuurd of zelfs geëxecuteerd word. Ik sterf met liefde voor hem.’
Zebediah rolde zijn ogen. ‘Wat een cliché.’
‘Niet een cliché dat jij ooit zal meemaken. Breng me dat fucking antigif. Nú.’
Hij zakte op de rand van het bed neer, hij ging niet wachten tot die eikel dat naar de campus kwam brengen. Fox had lang genoeg geleden. Zebediah strompelde half aangekleed de kamer uit. Kris bleef wachten. Iedere minuut voelde aan als een uur, maar uiteindelijk wierp Zebediah hem een spuit toe.
Zonder verder nog iets te zeggen, griste Kris de injectienaald weg en verliet het gebouw.
Fox lag niet meer in bed toen hij terugkwam, hij steunde met beide handen op de wasbak. Golven braaksel kwamen naar buiten. Er zat ook bloed bij. Kris wreef over zijn rug en zette de kraan open om de smurrie weg te laten spoelen.
Toen Fox ophield met overgeven, was hij zo slap dat hij bijna meteen door zijn benen zakte. Kris ving hem op en legde hem op bed neer. Meteen begon Fox weer te rillen, met doodsbange ogen keek hij hem aan.
Kris pakte de injectienaald, schoof die naast het kussen en streelde de krullen uit zijn gezicht. ‘Ik heb een medicijn voor je. Doe je ogen maar dicht. Het is zo allemaal voorbij.’
Verloren staarde Fox hem even aan, daarna knikte hij en kneep zijn ogen dicht.
Hij rolde Fox’ mouw op, knelde met een stenen band zijn arm af zodat de ader beter zichtbaar werd en injecteerde hem met hem antigif. Fox’ ogen vlogen open toen de naald in zijn huid drong, maar hij gaf geen kick.
Voorzichtig haalde Kris de naald er weer uit. Daarna ging hij op zijn zij naast Fox liggen, pakte zijn hand en streek over zijn knokkels. Fox keek hem aan, de sporen van de tranen nog op zijn wangen.
‘Wat was het?’ vroeg Fox met een klein stemmetje. ‘Waarom – waarom ben ik ziek?’
‘Je zult je nu gauw beter voelen.’ Hij tilde Fox’ hand op en kuste alle vijf de knokkels voor hij hem weer aankeek. ‘Het was mijn schuld. Sorry.’
‘Hoe bedoel je?’ Fox tilde zijn zwakke hand op en streek langs zijn kaak.
Kris wilde de waarheid niet zeggen, omdat hij niet wilde dat Fox bang werd, dat hij mensen zou gaan wantrouwen omdat hij bang was dat ze hem omwille van zijn vriend pijn zouden doen.
‘Dit is een van die dingen waarvan het beter is dat je het niet weet.’
Fox leek te willen protesteren, maar ze hadden al meer van zulke gesprekken geweest en uiteindelijk knikte hij stilletjes. ‘Oké. Ik vertrouw jou.’
Kris liet een arm om hem heen glijden en rustte met zijn hoofd op Fox’ borstkas. ‘Ik hou van je, Fox. Vergeet dat nooit.’
Hij voelde een zachte kus in zijn haren. ‘Daar denk ik de hele dag aan.’
Kris’ lippen bogen om in een klein glimlachje. Daarna sloot hij zijn ogen en luisterde naar het kloppen van Fox’ hart, dat weer rustig was.
‘Ik hou ook van jou, Kris. Voor altijd.’
Het klonk als zowel een vraag als een belofte en Kris kuste zijn sleutelbeen voor hij naar hem opkeek. ‘Voor altijd.’
Every villain is a hero in his own mind.