CERYS BLANCHE .
“Why can't anyone
hear my silent screams?
Met een zorgvuldige beweging streek ze een lichtgekleurd plukje achter haar oor. Haar aquamarijnachtige kijkers gleden over de persoon voor zich heen, die ze zorgvuldig bekeek—— als een jager die z'n prooi in zicht heeft. Vanzelfsprekend zou ze haar onschuldige voorkomen nog horen te behouden, waardoor ze dit alles met een lieflijk glimlachje deed. De desbetreffende figuur, een wat oudere man in dit geval, zou later de dood tegemoet gaan ; het was haar eerder deze week doorgegeven, en het werd wel eens tijd dat ze er werk van ging maken. En soms, soms deed ze het weleens voor het plezier.
Een vieze grijns kroop op z'n gezicht, z'n tong uitdagend over zijn gebarsten lippen. De jonge vrouw wist dat ze hem had, het was iets wat veel mannen al snel lieten blijken en het zorgde voor een oninteresse die ze snel afgehandeld wilde hebben. Met eenzelfde bekoorlijke glimlach lokte ze hem in één van de zijstraten in, waar ze alle privacy zouden hebben. Haar tengere vingers gleden over zijn gezicht, nek, en vervolgens onder zijn jas door, heen. Als een uitgehongerd beest gooide hij zich bovenop haar, wat de vrouw haar neus deed rimpelen. Haastig zocht ze naar het mes in haar broeksband, welke ze in zijn maag boorde—— niet eenmaal, maar tweemaal.
|
"Bitch!" Grommend had de man achteruit gestrompeld, zichzelf stevig bij z'n buik grijpende, hopend dat het genoeg bloed zou stelpen. Nonchalant staarde Cerys toe hoe hij trachtte aan te vallen, iets wat ze behendig had onderschept en op een fataal punt nogmaals had gestoken. Op dit punt had hij genoeg bloed verloren om hem gemakkelijk onderuit te trappen. Daar lag hij, als een insect onder haar schoen, die op het punt was verpletterd te worden.
Rood sijpelde in kleine stroompjes uit zijn wonden, in de kieren van de onregelmatige stenen. De lichtharige vrouw hurkte bij hem neer, sloot haar ogen terwijl hij zijn laatste adem uitblies en likte langzaam over haar roodgestifte lippen heen.
Hoewel er personen waren die dit soort opdrachten liever niet uitvoerden, had zij er amper erg in. Bij elke liquidatie bleef ze een minuut stilte houden, om over de zaken na te denken, de situatie waarin ze zat, hopend op het terugkomen van gevoel—— wat voor emotie dan ook. Echter, het enige wat ze voelde, was . . . apathie, en wellicht een nostalgie naar iets.
Haar taken voerde ze met of zonder bunnymasker uit, terwijl het eigenlijk wel had gemoeten. Als ze gepakt zou worden, zouden ze haar hoogstwaarschijnlijk niet enkel ondervragen, maar dan zat ze ook een behoorlijke tijd vast. Toch, op de één of andere manier, kon het Cerys niet zoveel schelen en misschien verlangde ze er wel naar ; Naar hetgeen wat haar zou laten kunnen inzien dat ze alsnog leefde, dat ze niet als een lijk door het leven ging.
Heupwiegend verliet ze het steegje, om de man moederziel alleen daar achter te laten. Met een neutraal gezicht bedacht ze zich, 'zal ik later op dezelfde manier eindigen?'
Na zich schoongeboend te hebben, tot haar huid rood zag, trok ze schone kleding en schoenen aan, pakte haar sporttas en maakte haar weg naar de sportschool. Vooral in de afgelopen paar jaar heeft ze de grootste metarmorfose ondergaan, zowel qua uiterlijk als innerlijk. Speciaal voor de bende had ze haar haarlokken lichtgeverfd, daar hoorde nu eenmaal een nieuwe look—— het oude eruit, het nieuwe erin. Kwam er echter wel bij kijken dat ze, nu ze niet meer aan prostitutie deed, naar andere manieren moest zoeken om aan een bepaalde voldoening te komen. Ze wist dat er een boel mis met haar was, regelmatig voelde ze zich er machteloos over en had ze verwoestende buien die eveneens anderen zullen schaden. Desalniettemin, Cerys was opgelucht niet meer in dat wereldje thuis te horen, na eindelijk het advies van Skye opgevolgd te hebben, verdiende ze haar geld op andere manieren. Ze had haar al een behoorlijke tijd niet meer gezien ofwel gesproken, maar tussen hen gezegd en gezwegen, daar zat ze ook niet op te wachten. Als ze heel eerlijk was, was ze bang, angstig om de tijd waarin ze elkaar kenden te herbeleven, om zo terug te komen door één of andere mystieke kracht. Cerys wilde het niets liever dan afsluiten, maar — terwijl ze de hoek omliep naar de sportschool — zag ze haar daar staan. Razendsnel hield ze halt, draaide zich voorzichtig om en was van plan net zo jachtig het straatje te verlaten. Echter, met haar geluk mocht dat niet baten.
"Hey, Cerys!"
Opnieuw hield ze halt, ditmaal bevroren met ogen zo groot als porseleinen bordjes. Binnenmonds vervloekte ze degene die haar geroepen had, en dit liet ze ook blijken zodra ze zich naar degene omdraaide, die op haar beurt gelijk aftakelde. Maar, wat was het probleem nu? Er waren echt wel meerdere mensen die Cerys als naam hadden, bedacht ze zich. Dit dwaalde eveneens door haar gedachten toen haar blauwe poelen de hare kruisten, iets wat een elektrische schok door haar smalle lichaam wist te jagen. Verdomme, die bekende blondine had ze het liefst willen vermijden—— het lot had een naargeestig gevoel voor humor.
Met een hernieuwde energie — waar ze het vandaan haalde, wist niemand —, begaf ze zich op het groepje af, en in speciaal Skye, om ze met een zoete glimlach te begroeten. Eén ervan kende ze niet, niet van gezicht of wat dan ook, de jongeman had ze echter weleens gezien, maar dat was alles.
"Skye, ben. . . wat. . .?" Een diepe zucht verliet haar volle lippen, terwijl ze het nogmaals probeerde. "Lang niet gezien. Hoe gaat het met je?"
Om toch wat aandacht aan de anderen te geven, stelde ze zich aan hen voor. Het moment dat ze dit deed, dwaalde haar ogen over de desbetreffende persoon, alsof ze klaar was hen seksueel op te eten. Het zoete glimlach bleef dan ook aanwezig op haar lippen. "Hebben jullie net flink gezweet of zijn jullie klaar een ronde mee te doen?"
|