‘Aristotle, wij beiden weten dat jij niet de hersenen of intelligentie van de familie hebt — want zoals jij en iedereen weet, heb ik een relatie en ben jij degene die al sinds de eeuwigheid vrijgezel is. Dus het lijkt me sterk dat ik geen ervaring heb met dates, terwijl jij degene bent die vooralsnog alleen is.’
Alhoewel de woorden van Fitz voor iedere andere persoon vrij bot en hard zouden zijn, laat Ari de glimlach rondom zijn mondhoeken geen moment verslappen. Fitz is hem aan het uitdagen, maar Ari zou niet toe happen om zijn halfbroer een plezier te doen. Wanneer Fitz naast Rose is gaan zitten en haar een compliment geeft over haar uiterlijk van de benefietavond, is Ari binnen in zijn gedachten druk bezig om een comeback te verzinnen.
‘Dank je, Fitz — jij zag er ook erg goed uit. Zijn jullie klaar met ruzie maken als een stel kleuters? Mooi.’
Ari glimlacht naar Rose, voordat hij naar voren buigt en zijn ellebogen op de tafel plaatst waarbij zijn kin op zijn vingertoppen rust. ‘Het spijt me, Rose — ik had moeten weten dat Fitz op zijn strepen zou gaan staan bij het benoemen van zijn relatie, die overigens evenveel intimiteit en liefde bevat als een naaktslak in de woestijn.’ Ari draait zijn kijkers voor enkele seconden richting Fitz, waarna hij een knipoog geeft. ‘Geen zorgen, broertje — ik beoordeel niet.’ Ari schuift zijn stoel naar achteren en laat zijn handen eenmalig op zijn knieën klappen. ‘Nu, ik moet op zoek naar een bijzondere jongedame om bijzonder nieuws te vertellen. Fitz, zorg alsjeblieft dat Rose geen hoofdpijn krijgt van je aanwezigheid — ik heb haar vanavond nog nodig.’
Ari gaat na zijn woorden meteen overeind staan en draait om, waardoor hij de woorden van Fitz en Rose buiten weet te sluiten. Nadat hij zijn hand voor een laatste maal op heeft gestoken, verdwijnt hij naar de andere zijde van de kantine — waar hij een gang in schiet richting de kluisjes. Alhoewel hij Lena niet meer heeft gesproken op de benefietavond en hij nog steeds behoorlijk geïrriteerd is door haar stilzwijgen, kan hij niets anders doen dan haar opzoeken — een gewoonte die ze nooit ofte nimmer hebben overgeslagen op de vroege ochtend op school. Ari ziet haar al snel bij haar kluisje staan, waar ze verschillende boeken aan het verwisselen is voor de lessen.
‘Morning, sunshine.’
Ari laat zichzelf met een luide klap tegen het kluisje naast dat van Lena vallen, terwijl hij zijn armen over elkaar slaat en een lichte glimlach rondom zijn mondhoeken laat spelen. Ari is niet van plan om de woordenwisseling van de afgelopen benefietavond terug te laten komen.
‘Geloof me, ik heb nieuws wat je nooit ofte nimmer zal raden. Dus, raad eens.’ Ari laat zijn wenkbrauwen heen en weer wiebelen in anticipatie van haar antwoorden.
|
|