Asra’s frons vertelde Leander dat zijn woorden er compleet verkeerd uit gekomen waren. Hij had het niet zo haastig bedoeld, maar meer om haar niet slecht te laten voelen dat ze hulp nodig had. Het moest frustrerend zijn om zo hulpbehoevend te zijn. Reageren deed hij echter niet meer. Waarschijnlijk zou hij de situatie er in elk geval niet beter van maken.
Hij was niet de enige die niet reageerde. Talon reageerde namelijk ook niet op Leanders provocatie. Misschien was dat ook het beste om de boel niet te laten escaleren, maar ergens irriteerde Leander zich aan het gebrek van reactie. Iets, al was het maar een halve sarcastische niet-gemeende verontschuldiging, zou op zich op zijn plaats zijn. Zelfs opzettelijk negeren zou kunnen, maar aan de muziek te horen die Leander zelfs kon horen, had Talon waarschijnlijk niet eens door dat Leander iets gezegd had.
Toen een harde plof Leander liet weten dat Asra, Talon en hij niet meer alleen in de keuken waren, probeerde hij het van zich af te zetten en zich te richten op de nieuwe mensen in de keuken. Arne was binnen gekomen – of naar binnen gestruikeld om wat specifieker te zijn – maar hij was niet de enige. Er was ook een meisje de keuken binnen gekomen, maar Leander kon zich echt niet bedenken waar hij haar van zou moeten kennen. Gelukkig voor hem besloot Arne een einde aan zijn verwarring te maken door een heel verhaal op het meisje af te vuren.
“Jou ken ik nog niet! Ben je nieuw? Hoi! Ik zal ons voorstellen. Ik ben Arne, en dat is Leander, en Asra, en Talon? Je bent hier nog niet lang, ofwel? Ik zag je al in de gang lopen, was je reis een beetje okè? Ohja ik kwam ontbijt halen. Zal ik je straks rondleiden? Of ik kan helpen uitpakken, of misschien kunnen we wat anders gaan doen? Ik kan ook mijn mond houden hoor, maar nieuwe mensen zijn zo interessant! Wil je ook wat? Fruit, muesli, tosti’s?”
Onwillekeurig begon Leander te lachen. “Arne, laat haar ook eens antwoorden eerst,” zei hij, vlak voor het meisje zelf antwoordde. Ze leek ietwat overdonderd. Leander kon haar geen ongelijk geven na Arne’s ondervraging.
“Mijn naam is Ava. Hey iedereen. Bedankt, maar ik heb al een rondleiding gekregen van ene meneer Fisher. Ken je hem? In ieder gecal zie ik het zeker zitten om iets te gaan doen. Eeenn een kiwi als dat kan,” antwoordde ze.
Terwijl Asra het meisje – Ava – welkom heette en Leander antwoordde dat ze niet wist wat ze ging doen, waarschijnlijk iets van wandelen ofzo, opende Leander een van de koelkasten en trok er een bakje uit. Er was nog wat pastasalade van de dag ervoor over waar hij wel zin in had.
“Oh welkom,” zei hij ook. “Nou ja, zoals Arne hier al aankondigde,” – hij knikte even naar Arne – “ben ik dus Leander.” Toen richtte hij zich op Asra. “Ik kan je geen ongelijk geven. Het is veel te mooi weer om niet naar buiten te gaan.”
Hij plukte een vork uit een lade en wilde net een hap nemen toen Ava verder praatte. “Dus, jullie twee, als jullie geen toekomstig koppel zijn, dan weet ik het ook niet meer.” De vork brak met een luide krak in twee stukken toen Leander onverwacht zijn greep even verstrakte. Ineens was hij blij dat hij nog geen hap had genomen, want anders had hij zich vast verslikt. Zijn korte moment van ontspannen zelfvertrouwen was spontaan weer voorbij, al wilde hij dat niet laten merken.
Ietwat te nonchalant legde hij de gesloopte vork op het aanrecht en haalde zijn hand die daardoor vrij was door zijn haren. “Dat zeg je met je toekomstvoorspellende gaven?” was zijn antwoord, heel iets meer gemaakt plagender dan Ava het had gezegd. Hij had zich zelf nooit echt bezig gehouden met relaties en alles wat daarmee te maken had. Hij was voornamelijk druk met de dag doorkomen zonder iemand te verwonden. Daadwerkelijk dichtbij iemand zijn zou waarschijnlijk een te groot risico zijn voor de ander zijn.
|
![](http://data.whicdn.com/images/230920700/large.jpg)
|