Het was verre van koud in het steegje, maar toch liep er een rilling over haar rug terwijl ze Misha’s hand haast fijn kneep. Een zacht, angstig geluidje kwam over haar lippen toen de mannen naar haar bleven keken, zelfs nu ze achter Misha stond, en haar aan het uitkleden waren met hun ogen.
'Nee.’ Het simpele woordje zorgde er voor dat er een last van haar schouder viel, al was dat niet voor lang gezien de mannen aan de andere kant van de stegen het daar niet mee eens leken te zijn. ‘Dat kan je niet. Je mag haar komen bezoeken tijdens openingstijden in het hotel,’ nee, nee, nee, nee nee, ‘maar je mag haar niet lenen voor een week. Ik heb haar nodig en daarnaast vertrouw ik er niet op dat je haar goed behandeld.’ De lach die de man vervolgens uitstootte, bezorgde haar kriebels over haar hele lichaam.
'Je denkt echt dat je heel wat bent, Vyacheslav. Ieder van ons kan je met één hand aan. De onderhandeling was niet echt een verzoek... meer een simpel geformuleerd... bevel.' Misha’s nare lach leek de mannen niet veel te doen.
'Waar is de drugs?' Norah herkende de blik in Misha’s ogen. Dat ging niet goed eindigen. Not at all. Voorzichtig probeerde ze hem terug te trekken. Drugs waren ook op andere plekken te verkrijgen, maar Misha verroerde geen centimeter.
’Je krijgt het pas als je je vriendinnetje aan ons geeft, en met dat brutale gedrag zal je die drugs ook niet gratis krijgen. Je vriendinnetje krijg je terug als je je beter gedraagt,’ siste de man. Alsof er op een playknopje gedrukt werd, begonnen de drie ? mannen tegelijk naar voren te lopen. Wat er verder allemaal gebeurde kreeg ze niet goed mee. Misha duwde haar naar achteren, waarschijnlijk om haar in meer veiligheid te brengen, maar het ging iets te hard waardoor ze met haar hoofd tegen de muur klapte. Het duizelde haar even, en voor ze het wist lagen twee van de drie mannen al op de grond. Eén van de twee bleek echter niet helemaal knock out te zijn. Hij kwam overeind, terwijl het bloed uit zijn neus stroomde, en pakte daarbij een metalen pijp van de grond, waarmee hij op Misha af liep. Het was niet lastig te raden wat hij daarmee ging doen, en Misha had niks door. Norah kreeg geen woord over haar lippen, waardoor de paniek toesloeg, maar zag vanuit haar ooghoeken een pistool liggen, die tijdens het gevecht haar kant opgeschoven moest zijn. Ze aarzelde geen seconde. Ze kroop over de vieze grond naar het pistool, en krabbelde met het pistool vast overeind. Met trillende handen richtte ze het pistool op de man die Misha van achteren benaderde. Ze schoot, uitschrik net zo vaak tot het zwarte wapen in haar handen leeg was.. De terugklap van het pistool zorgde er voor dat ze naar achteren viel. De man viel ook, maar bleef in tegenstelling tot haar bewegingloos op de grond liggen.
In de tijd dat ze geschoten had, had Misha de laatste man ook tegen de grond gewerkt. Norah keek Misha met grote ogen aan. ‘I-is hij…?’ Ze kon het vier-letterige woord niet over haar lippen krijgen.
|
|