Yenthe voelde zich door de komst van het meisje met haar extreme uiterlijk nog minder op haar gemak dan daarvoor. Ze probeerde zich in te denken waarom iemand ervoor zou kiezen om zich zo aan de rest van de wereld te laten zien. Zou het meisje, met haar ontplofte regenbooghaar, haar 5 piercings in haar onderlip en haar wenkbrauwen bestaande uit een soort kralen, zichzelf er werkelijk nog steeds mooi uit vinden zien? Was het een schreeuw voor aandacht, of was ze echt zo? Ze kwam niet onzeker over, het allerminst, maar Yenthe kende meer mensen die in eerste instantie heel stoer deden, maar in werkelijkheid bang waren om zichzelf te laten zien. Misschien was het in het geval van dit meisje wel overcompensatie, dat ze zichzelf zo extreem wilde uiten dat het resulteerde in zo'n uiterlijk. Of - en dat kon Yenthe zich moeilijk inbeelden - ze vond het mooi. Het was best een reële optie, maar Yenthe kon zich niet goed voorstellen wat er door je hoofd zou moeten gaan wilde je zo losgaan met je uiterlijk.
Toen het regenboogmeisje al naar buiten liep, gevolgd door de jongen met zijn hoed en de jongen met de oorbel, draaide het laatste meisje zich nog even om.
'Bedankt voor de info,' zei ze nog een keer, met een vriendelijke glimlach. 'Trek je niks van Starr aan, hoor. Je bent niet de eerste tegen wie ze zo is.'
Yenthe beantwoordde de glimlach van het meisje dat 'de Groot' van achternaam heette. Ze wist niets te reageren, maar blijkbaar verwachtte het meisje dat ook helemaal niet, want na haar woorden draaide ze zich om en volgde ze haar vrienden.
Niet veel later was Oda klaar met haar telefoontje.
'Jemig, sorry, hoor.' Ze slaakte een zucht. 'Een paar stomme Nederlanders die weer moeilijk deden om een paar centen. Oh, excuses.' Ze grinnikte. 'Jij komt daar natuurlijk ook vandaan. Maar je moet toegeven dat je landgenoten nogal prikkelbaar zijn en behoorlijk zuinig op hun centen, ook al zijn ze nog zo welvarend.'
Yenthe glimlachte. 'Ja, dat klopt wel.' Ze logde weer uit en pakte haar bezem weer op. Na een minuutje vegen keek ze op en rolde ze met haar ogen. Het waren geen gasten, maar het was Racquel die binnen kwam lopen.
'Hallo zusje,' zei ze poeslief, al viel de spottende ondertoon niet te negeren. 'Heb je de nieuwe gasten gezien? Die jongens zagen er lekker uit, zeg.'
Yenthe zuchtte. 'Als jij het zegt.'
'Vooral die met de hoed. Die ogen - ik kon er wel in verdrinken. Zouden die twee chickies bij hen hun vriendinnen zijn? Dat zou erg jammer zijn.'
Yenthe haalde haar schouders op.
'Kom op, jij observeert mensen toch altijd zo goed? Je moet natuurlijk iets als je geen woord uit je keel kunt krijgen.'
Yenthe keek weg, maar mompelde toen toch: 'Volgens mij is de regenboog de vriendin van de hoed.' Ze voelde het bloed naar haar wangen stijgen en focuste zich snel weer op het vuil op de vloer. Helaas ontging het Racquel niet.
'Je bloost! Wat is er gebeurd? Heb je - nee, dat kan haast niet! - heb je met ze gesproken?'
Yenthe keek niet op. 'Moet jij niet gasten vermaken?' zei ze zacht. 'Waarom ga je niet naar ze toe om het te vragen?'
'Omdát, lief, lief zusje, ik een goede indruk achter moet laten en ze niet diréct het gevoel moet geven dat de dochter van de baas achter hun vriend aan zit,' was haar antwoord. 'Maar jij hebt een crush op die jongen met het hoedje! Dat gelóóf je toch niet?! Ik dacht dat je daar niet toe in staat was!'
'Ik val niet op hem!' reageerde Yenthe. 'Ik -'
Op dat moment ging de deur open en hield Yenthe zich vlug stil. Ze baalde van zichzelf dat ze zich weer door Racquel op de stang had laten jagen. Ze wist ook wel dat zij alles deed om haar te pesten en Yenthe wist ook wel waarom. Ze was stinkjaloers op de band die Yenthe met haar vader had ontwikkeld; ze zou er alles aan doen dat haar vader zo trots op haar zou zijn als hij op Yenthe was, maar zij deed maar weinig goed in de ogen van haar vader. Racquel had het gevoel alsof Yenthe haar familie kapot had gemaakt en haar vader van haar had gestolen. Yenthe had de situatie vaak vanuit Racquels ogen proberen te bekijken en kon zich voorstellen dat ze het zwaar had met de gebeurtenissen die zich hadden plaatsgevonden, zeker omdat eens te meer duidelijk was geworden dat hun vader meer van Yenthe's moeder had gehouden dan hij ooit van Racquels moeder had gehouden. Het frustreerde Yenthe alleen enorm dat Racquel dat op haar afreageerde, terwijl Yenthe hier ook niet voor gekozen had. Ze was veel liever bij haar moeder in Nederland gebleven - ze had überhaupt graag gewild dat haar moeder nog in leven was geweest. Yenthe had een behoorlijk zware tijd gehad toen haar moeder stierf en ze plotseling bij haar halfzus en haar vader werd gedropt. Ze was blij dat haar vader haar met liefde had opgenomen, maar had het zwaar te verduren gehad toen Racquel haar besloot de schuld te geven was alles wat er mis was in haar eigen leven. Ze probeerde ermee om te gaan, maar het was moeilijk.
Gelukkig had Racquel besloten om met gasten en onbekenden erbij te doen alsof Yenthe niet bestond - of in ieder geval te doen alsof ze vreemden voor elkaar waren. Dat was voor Yenthe nogal een opluchting, want dan kon ze tenminste haar gang gaan.
Het waren drie meiden die binnenliepen. Twee van hen waren bijzonder mooi: een blondine en een brunette, beide met een typische modellenuitstraling. Het zou Yenthe niks verbazen als ze ook model waren. De derde was ook best mooi - als het je type was. Haar haren waren blond en bruin geverfd en was in een soort bob geknipt, waarbij het langs haar gezicht langer was dan achter. Ze droeg donkere make-up rond haar ogen en had een ringetje door haar neus; bij haar decolleté droeg ze een tattoo, al bedekte haar hemd deze voor de helft en kon Yenthe niet zien wat het was zonder uitgebreid naar haar borsten te kijken.
Racquel reageerde precies zoals Yenthe had verwacht: ze maakte een sprintje naar de balie, logde vliegensvlug in en keek zo uitnodigend naar de drie meiden dat ze wel naar haar moesten gaan. Als er jongens bij waren geweest, had ze waarschijnlijk haar shirtje nog een beetje omlaag getrokken, maar Yenthe vermoedde dat ze deze beeldschone meiden nu gewoon graag wilde peilen als potentiële concurrenten.
'Buongiorno!' tetterde ze vrolijk.
'Hallo,' zei de brunette. 'Wij hadden gereserveerd! Bobbi Hoekstra, Helen Beekman en Gail Lommers.' Haar Engels was opnieuw behoorlijk Nederlands, maar dat ze uit Nederland of België kwamen, verried de namen die ze noemde ook.
Terwijl Racquel in de computer dingen intikte, zei ze dan ook: 'Ah, Nederlanders. Altijd leuk om Nederlands te kunnen praten!' Ze sprak nog altijd Nederlands met een klein Italiaans accent, al had Yenthe het vermoeden dat ze dat ook met opzet deed zodat mensen aan haar zouden vragen naar haar situatie. Over zichzelf praten was één van haar hobbies.
Racquel blikte heel kort naar Yenthe en die sloeg direct haar ogen neer en ging verder met vegen. Was ze soms maar wat meer als haar halfzus. Het was net alsof ze compleet verschillende genen hadden gekregen, ook al stroomde hun vaders bloed toch door beide aderen. Racquel leek meer op hem dan Yenthe, die meer van haar moeder had. Misschien was dat ook wel de reden dat hun vader Yenthe prefereerde ten opzichte van Racquel.
If you want the rainbow, you gotta put up with the rain