Yenthe was stil van aard. Ze was het type dat vragen met 'Ja' en 'Nee' beantwoordde, het type dat nooit uit zichzelf een gesprek zou beginnen en met wie gesprekken vaak stil vielen. Als mensen ontdekten dat haar moeder overleden was, wijdden ze haar stilheid vaak aan haar moeders dood en Yenthe liet ze graag in die waan, maar het feit was dat ze gewoon eigenlijk altijd al het stille type was geweest. Het was niet dat ze niet in staat was geweest om lange, diepe gesprekken te houden; met haar vader had ze die zelfs vaak en met haar moeder had ze die ook altijd gehad. Ook praatte ze met haar basisschoolvriendinnetje Jasmijn altijd voluit, maar die woonde nog steeds in Nederland en Yenthe sprak haar vrijwel nooit meer.
Het probleem zat hem in dat ze niet goed kon praten met mensen die ze niet kende. Als ze met iemand sprak en er viel een stilte, namen haar gedachten de overhand. Minutenlang zat Yenthe dan te bedenken wat ze in hemelsnaam kon zeggen om het gesprek weer op gang te helpen en als ze eindelijk iets bedacht had wat veilig was, was de stilte al te lang en ongemakkelijk om hem plotseling te verbreken. Het was één van de vele dilemma's die er zich in Yenthe's hoofd afspeelden en waardoor ze het zichzelf het leven zuur maakte, want als ze nooit met iemand kon praten, maakte ze ook nooit vrienden.
In Nederland had ze nog wel een tijdje met Jasmijn meegelift; die was altijd spontaan en vrolijk geweest, stelde Yenthe dan aan al haar vriendinnen voor en dan had Yenthe er gewoon bij gehoord. Hier in Italië was dat veranderd. De enige die ze goed leerde kennen en tegen wie Yenthe haar mond durfde te openen, was haar halfzus Racquel, maar zij negeerde het liefst Yenthe's bestaan. Yenthe was ervan overtuigd dat Racquel haar beter getolereerd had als ze een brutale, spontane meid was geweest dat gewoon keihard tegen haar in was gegaan, maar dat lag nu eenmaal niet in Yenthe's aard en Racquel ergerde zich daar kapot aan: zij negeerde graag het feit dat ze een vader deelden.
Met een bezem veegde Yenthe de receptie schoon. Het voelde als nutteloos werk, want binnen de kortste keren hadden er weer tientallen toeristen rondgestampt en modder of zand achtergelaten, maar ze had tenminste iets te doen. Haar vader had graag gewild dat ze lekker sociaal zou doen en met mensen contact zou leggen, zodat ze een goede indruk zouden krijgen met de camping en graag weer terug zouden keren in volgende jaren. Yenthe was echter allesbehalve geschikt voor die taak en daarom had Racquel dat met beide handen aangenomen. Yenthe maakte meestal schoon: of dat nou het zwembad was, de receptie of voor hetzelfde geld afval rapen op het strand, ze had het allemaal gedaan. Het was niet echt leuk om te doen en ze kon zich prima veel beter vermaken, maar haar vader betaalde haar ervoor en ze hoefde zich in ieder geval niet te vervelen.
Ze keek op toen er een nieuw groepje jongeren binnenkwam. Ze waren alternatief gekleed; het meisje droeg kleding dat Yenthe deed denken aan de jaren 80 en de jongens hadden allebei lang haar. De ene droeg een ringetje in zijn oor en had een soort hoofdband om: hij zou zo uit één of andere rockband gestapt kunnen zijn. Het gezicht van de andere jongen zat een klein beetje verscholen achter het hoedje dat hij droeg. Vermoedelijk kwamen ze voor het eerst op de camping, want ze keken aarzelend om zich heen en liepen toen naar de balie. Toen Yenthe hun blikken volgde, besefte waarom ze aarzelden; er stond slechts één persoon achter de balie en die was druk aan het telefoneren. De jongeren keken om zich heen en de blik van de jongen met het hoedje bleef hangen op Yenthe. Nu ze zijn gezicht beter kon zien, voelde ze een rilling over haar rug lopen. Hij was knap, maar Yenthe begreep niet zo goed wat er nou zo bijzonder aan hem was. Ze wendde echter wel snel haar blik af en focuste zich weer op haar vegen. Pas na een paar seconden durfde ze weer op te kijken.
Wat moet hij wel niet van me denken. Alsof ik bang voor hem ben.
De waarheid was dat ze misschien ook wel een beetje bang voor hem was, maar dat betekende niet dat ze wilde dat hij dat ook dacht. Zou hij dat vaker hebben? Misschien had hij het inderdaad wel vaker en was het iets waar hij al best wel lang mee zat, en dan had zij dat beeld van hem nu nog eens extra bevestigd. Of zou hij het juist willen, mensen bang maken? Had hij echt wel zo'n rare blik in zijn ogen? Eigenlijk leek hij best vriendelijk, ondanks zijn alternatieve uiterlijk. En het meisje dat bij hem was, zag er ook heel aardig uit en die andere jongen ook, dus het zou waarschijnlijk hartstikke meevallen.
'Yenthe, wil jij alsjeblieft deze klanten even helpen?' Oda, die nu dienst had achter de balie, wees op haar telefoon terwijl ze de vraag in het Italiaans aan Yenthe vroeg.
Yenthe schrok. Ze had vaker mensen geholpen als het druk was en het echt niet anders kon, maar ze vond het nog steeds niet echt prettig en zeker niet nu ze al zo'n raar gevoel bij die ene jongen had. Ze vond het erg vervelend dat ze niet kon plaatsen wat dat gevoel te betekenen had en het laatste wat ze nu wilde, was ook nog met het groepje te moeten praten, maar ze had niet echt een keus. Oda was haar aandacht voor Yenthe alweer kwijt en focuste zich weer op het telefoongesprek.
Hou je gewoon aan het protocol. Dan kan er weinig misgaan.
Ze ging achter de balie staan, logde in op één van de computers en had na lang treuzelen pas de moed om op te kijken om duidelijk te maken dat ze het groepje zou helpen. Het meisje liep als eerst naar haar toe. Ze glimlachte vriendelijk, waardoor Yenthe het voor elkaar kreeg net iets meer te ontspannen, en begon in het Engels te praten over dat ze een plekje op de camping gereserveerd hadden.
Yenthe herkende direct de Nederlandse ondertoon erin en twijfelde wat ze nu moest reageren. Ze kon het negeren, maar dan zouden ze er waarschijnlijk later wel achterkomen dat Yenthe ook gewoon Nederlands kon spreken en dat zou alles nog veel ongemakkelijker maken. Als ze echter wel iets zei en ze bleken niet uit Nederland te komen, dan zou dat alles ook veel ongemakkelijker maken. Yenthe zuchtte bijna onhoorbaar en besloot uiteindelijk maar gewoon in het Engels te vragen waar ze vandaan kwamen, kijkend naar het scherm, alsof ze iets aan het opzoeken was.
'The Netherlands,' was het antwoord, dus ze had het goed gehoord.
'Ah, Nederland,' reageerde Yenthe, die deed alsof ze het intikte (terwijl het eigenlijk helemaal niet nodig was). 'Op welke naam was er gereserveerd?'
'Oh, je kunt gewoon Nederlands spreken!' zei het meisje opgelucht. 'Gelukkig, mijn Engels valt echt vies tegen en die jongens achter me hebben me natuurlijk gedwongen om het woord te doen. Ik vond je er al niet erg Italiaans uitzien.' Ze grijnsde.
Yenthe beantwoordde aarzelend haar glimlach en keek toen weer naar het scherm. 'Op welke naam was er gereserveerd?' Ze voelde zich saai en afstandelijk en wenste dat ze wat spontaner was, zoals Racquel dat wel was. Die had dit soort situaties alleen maar leuk gevonden.
[ bericht aangepast op 22 mei 2016 - 0:06 ]
If you want the rainbow, you gotta put up with the rain