Graham
Ruby glunderde terwijl ik het kleine beetje informatie vertelde over mijn familie. 'Dus daarom begrijp je mij als ik wolf ben.' mompelde ze. 'Wauw, Je moet mij alles vertellen.' Het verzwijgen dat mijn pleeggezin wolven waren had dus geen zin meer. Ruby keek me enthousiast aan en smeekte me bijna om meer te vertellen. 'Hoe was dat om met wolven te leven? Hoe communiceerde je met ze? Werd je volledig door hun geaccepteerd? Hoe was je wolfmoeder?' het waren allemaal vragen waar Ruby antwoord op wilden hebben. Ik ging zitten op een groot rotsblok en tikte met de hiel van mijn schoen hier steeds tegenaan. "Ik ben niks anders gewend. Ik leefde niet graag onder de mensen. " Hoe kon ik met mijn familie kon communiceren? Ik vroeg het mezelf af. "Nou ja het zit zo. Als je lang genoeg bij een ander soort ben leer je ze vanzelf te begrijpen. Hun lichaamstaal was echter wel belangrijk." Met mijn streek ik een keertje door mijn haar, waarna ik vervolgens wat frommelde aan mijn kraag.
"Wat heb je nu weer meegebracht Farischa?" vroeg Alpha mij terwijl ik met een mandje in mijn bek kwam aanlopen. Deze zette ik neer en likte Alpha een paar keer. "Zie hier je zoon."
Als kind zijnde vergeet je me meestal het begin van je jeugd, maar het beeld van mijn vader en moeder die mij beide aankeken met die blik... Ik zou die herinnering nooit vergeten.
Met moeite probeerde ik Kazan en Medion van me af te duwen. Ik kon ze niet aan en werd in mijn zij gebeten door Medion, terwijl Kazan mij via mijn been verder wegtrok van het kamp. Vanachter een een struik verscheen een zwarte wolf die Kazan bij me wegslingerde. Ik keek om en zag dat vader naar me toe liep, terwijl Medion met zijn staart tussen de benen wegliep. De band met mijn twee broertjes was niet goed.
"Of ik door ze geaccepteerd werd?" herhaalde ik de vraag van Ruby. "In het begin niet, maar,"
Met Omega aan mijn zijde rende ik door de bossen heen. Ik hoorde de ridders al aankomen. Vader zou de wolvenorde bij elkaar roepen, maar Medion en Kazan zeiden dat ze het wel alleen af konden hendelen. Daar zaten ze dan in het nauw gedreven grommend naar de tien ridders die met zwaarden op ze afliepen. Het was nu mijn kans om in te grijpen. Ik schoot met mijn pijl en boog, raak. Dat was het teken voor Omega dat de strijd begonnen was.
"je moet je plek leren te bemachtigen in een roedel. Dat heb ik uiteindelijk weten te doen en tja, sindsdien kon de groep niet meer zonder mij en ik niet met hen." Vervolgens drong de laatste vraag tot me door hoe mijn wolfmoeder was.
[ bericht aangepast op 21 mei 2016 - 21:09 ]
If no one else will defend the world then I must