• Uitleg:
    De persoon boven je heeft een lijstje van vijf random facts neergezet. Jij neemt de feiten die ook op jou van toepassing zijn over en zet ze vetgedrukt. De feiten die niet van toepassing zijn op jou, haal je weg en vul je aan met je eigen feiten.

    Voorbeelden van feiten die niet gebruikt mogen worden:
    Ik ben een meisje
    Ik houd van Quizlet
    Ik houd van muziek
    Ik luister elke dag muziek


    Voorbeeld:
    Persoon A heeft het vierde feit van de persoon erboven overgenomen en er vier andere zelf bij gezet;
    1. Ik zit nu op mijn mobieltje.
    2. Ik bijt nagels.
    3. Ik heb een hekel aan wiskunde.
    4. Ik heb een konijn.
    5. Ik ben een perfectionist.

    Persoon B stelt zijn lijst op.
    1. Ik houd erg veel van paarden.
    2. Ik bijt nagels.
    3. Ik ben fan van P!nk.
    4. Ik heb een konijn.
    5. Ik ben een perfectionist.


    Laatste was:
    1 Ik ben nu in een huisje op een vakantiepark
    2 Ik zou graag eens in een film spelen
    3 Ik hou heel erg van The 100
    4 Ik wil dolgraag nog eens naar Japan
    5 Ik hou van pasta

    [ bericht aangepast op 14 mei 2016 - 11:36 ]


    Ich liebe dich 27.12.23

    1. Ik heb een smartphone.
    2. Ik zit in een fandom.

    3. Ik doe dit jaar eindexamen. Kill me, please.
    4. Ik heb een litteken in mijn gezicht.
    5. Ik drink graag thee.

    1. Ik heb een smartphone.
    2. Ik ben moe.
    3. Ik heb het druk.
    4. Ik heb een deadline.
    5. Ik studeer.


    If you want the rainbow, you gotta put up with the rain

    1. Ik heb een smartphone.
    2. Ik ben moe.
    3. Ik heb alle Harry Potter boeken gelezen.
    4. Ik zit op school op dit moment.
    5. Ik luister nu naar muziek.

    1. Ik heb een smartphone.
    2. Ik ben moe.
    3. Ik heb alle Harry Potter boeken gelezen.
    4. Ik heb een vriend.
    5. Ik luister nu naar muziek.


    If you want the rainbow, you gotta put up with the rain

    1. Ik heb een smartphone.
    2. Ik ben moe.
    3. Ik heb alle Harry Potter boeken gelezen.
    4. Ik date een agender persoon.
    5. Ik luister nu naar muziek.


    No matter who you are, where you're from, your skin color, your gender identity, just speak yourself | kim namjoon

    1. Ik heb een smartphone.
    2. Ik ben moe.

    3. Ik heb een vriendin dat op Quizlet zit.
    4. Ik heb honger.
    5. Ik luister nu naar muziek.

    [ bericht aangepast op 12 mei 2017 - 18:02 ]


    "If there’s one thing that life has taught me, it’s that people fear what they don’t know."

    1. Ik heb een smartphone
    2. Ik kan niet zingen
    3. Ik draag geen make up
    4. Ik heb honger
    5. Ik luister nu naar muziek


    "The stars replaced the emptiness of my heart."

    1. Ik heb een smartphone
    2. Ik wil naar The Lion King The Musical
    3. Ik draag geen make up
    4. Ik heb honger
    5. Ik luister nu naar muziek


    all because i liked a girl

    1. Ik heb een smartphone
    2. Ik ga vanavond het euro songfestival kijken
    3. Ik draag geen make up
    4. Ik heb honger

    5. Ik moet vanmiddag werken


    And don't forget, Elvendork! It's unisex!

    1. Ik heb een smartphone
    2. Ik heb examenweek
    3. Ik draag geen make up
    4. Ik heb honger

    5. Ik heb nog niets zinnigs gedaan vandaag


    We dwaalden en verdwaalden en noemden sterren naar onszelf.

    1. Ik heb een smartphone
    2. Ik lig in bed
    3. Ik draag geen make up
    4. Ik heb honger
    5. Ik heb nog niets zinnigs gedaan vandaag


    "If there’s one thing that life has taught me, it’s that people fear what they don’t know."

    1. Ik heb een smartphone
    2. Ik moet nodig m'n kamer eens opruimen
    3. Ik draag bijna altijd mascara
    4. Ik heb honger
    5. Ik heb nog niets zinnigs gedaan vandaag


    Maflodder -> Rozenthee / "Would you like an adventure now, or shall we have tea first?"

    1. Ik heb een smartphone
    2. Ik heb een Jack Russell
    3. Ik heb geen grootouders meer
    4. Ik heb geen gescheiden ouders
    5. Ik heb nog niets zinnigs gedaan vandaag


    16 - 09 - '17

    1. Ik heb een Huawei en Samsung.
    2. Ik ben een kattenpersoon.
    3. Ik heb geen grootouders meer.
    4. Mijn ouders zijn gescheiden.
    5. Ik heb nog niets zinnigs gedaan vandaag.


    Don't walk. Run, you sheep, run.

    1. Ik ben al klaar met mijn eindexamens.
    2. Ik ga morgen naar een evenement.
    3. Ik verveel me op dit moment.
    4. Mijn ouders zijn gescheiden.
    5. Ik kijk graag Netflix.