Dragan Daran Demirci
'Ik wil hier nog niet weg. Ik wil hier blijven, als jij wilt gaan ga je maar.' Zei Daniël zacht, nadat hij had gezucht en plofte tegen een boom neer. Hij staarde Dragan aan en trok hem op de grond om vervolgens dichtbij hem te zitten. 'Je bent zo schattig.' Uit het niets kirde Daniël en ging door zijn blonde haren en lachte. 'Oh god, ik ben weer raar.' Zei hij vervolgens beschaamd en staarde naar het gras en plukte er wat grassprietjes uit. Dragan rolde met zijn ogen voordat een zacht lachje zijn lippen verliet. Hij stond op het punt om nog iets te zeggen toen de lucht binnen enkele seconden verdonkerde. De wind die er eerder nog niet was, begon hard te waaien. Een bliksemschicht schoot door de hemel voordat een enkele seconde later ook de donder volgde. Het mooie weer van eerder was helemaal verdwenen en kou begon op te zetten.
Dragan ging vliegensvlug staan, zijn ogen gefixeerd op de hemel die zo nu en dan verlicht wordt. Hij greep de arm van Daniël vast en trok hem omhoog.
"We gaan." Zei hij resoluut voordat hij de man mee begon te trekken. Niet alleen was het kouder aan het worden en was het gevaarlijk, maar daarbij hadden ze beiden niks meer dan een onderbroek aan waarin ze hadden gezwommen. Het tweetal was nog geen dertig meter weg of de boom waartegen ze zojuist hadden gezeten, vloog in de brand door een inslaande bliksem. Een zachte vloek verliet zijn lippen, het was maar goed dat ze daar weg waren.
Ze bereikten het meer waar het water aan het golven was. Er was geen haar op Dragans hoofd die eraan dacht om door het water terug te gaan, de stroming zou niet alleen te sterk zijn, het zou hun leven kunnen kosten als ze nu zouden gaan zwemmen door de bliksem.
"We gaan eromheen." Zei hij en begon te lopen. Dragan had de arm van Daniël losgelaten en begon zich een weg te banen om het meer heen. Lopend zou het hen ongeveer een half uur duren om terug te komen bij het kamp, wist hij. "Loop niet te dicht bij het water. Als daar bliksem op inslaat wordt jij ook geëlektrocuteerd." Mompelde hij naar Daniël en boog om een laaghangende taak uit de weg te gaan. Even verderop ging nog een boom de vlammen in en fungeerde als fakkel. "Blijf bij me in de buurt," zei hij daarna. "Ik heb er geen zin in om je te zoeken of te zien dat je een levende fakkel bent geworden." Er stond een frons op zijn gezicht terwijl hij door bleef lopen. Toen hij op iets scherps stond, kwam er een zachte vloek van zijn lippen. Daar zou hij later wel naar kijken.
It's not that I don't love our little talks, it's just... I don't love them. ~ Loki