• Je kan op elk moment meedoen als je wil! Dit is geen sneltrein-rpg

    Het verhaal:
    Dit rpg speelt zich af begin 19e eeuw. Adel en niet-adel zijn verenigd in een koninkrijk. De adel wonen met een aantal bedienden in een groot kasteel. De laatste tijd heerst er veel onrust in het koninkrijk, er dreigt oorlog te ontstaan. Daarnaast ontdekken een aantal mensen van adel en een aantal van niet-adel dat ze beschikken over magische krachten. De adel krijgt een speciale school om hun magische krachten te ontwikkelen, zij zullen ten tijde van de oorlog zich nuttig kunnen maken. Maar hoe staan de rest van de mensen die geen krachten hebben tegenover deze magische krachten? En hoe gaan zij die niet naar de school kunnen met hun krachten om? En wat als er mensen zijn die misbruik maken van hun krachten? Er zijn twee kanten tijdens de oorlog: Straveli en Gravel. Dit zijn twee gebieden die al langer dreigen met oorlog naar elkaar toe. Als personages mogen er mythische wezens worden aangemaakt (als heksen, magiërs, elfen, vampiers etc.) maar ook de adel kan verschillende rollen hebben (prins, koning, etc.) Overigens: niet iedereen heeft dus een kracht.

    De rollen

    Mannen (8 / ..):

    -Van adel (1/ ..):
    -Jared, van adel: prins, duistere / zwarte magie [topic 1, pagina 2]

    -Niet van adel (7 / ..):
    -Misha, niet van adel, arts in opleiding (bij het ziekenhuis van het kasteel), beheersing van het element vuur [topic 1, pagina 1]
    -Mordecai, niet van adel: burger, kan mensen laten hallucineren en hypnotiseren [topic 1, pagina 3]
    -Lucio, niet van adel, leerlingjager, kan teleporteren [topic 1, pagina 4]
    -Zandro, niet van adel, kracht van verleiding [topic 1, pagina 5]
    -Byron, niet van adel, half elf / half mens, heeft geen kracht maar wel scherper zicht en snellere reflexen [topic 1, pagina 6]
    -Alvaro, niet van adel, warlock, heeft een helende kracht [topic 1, pagina 6]
    -Robert, niet van adel, kapitein van de Koninklijke macht, kan in een sneeuwpanter veranderen [topic 1, pagina 8]


    Vrouwen ( 6 / ..):

    -Van adel (2 / ..):
    -Meghan, van adel, dochter van de Koning ofwel prinses, tweede in lijn voor de troon, dingen laten exploderen [topic 1, pagina 1]
    -Callidora, van adel, 3e in de lijn van troon opvolgster, gedachten lezen [topic 1, pagina 3]

    -Niet van adel (4 / ..):
    -Myrra - dochter van de raadsheer van de koning, kan wind en tornado's maken [topic 1, pagina 2]
    -Shana, is officieel toezichthouder van de kelder van het kasteel, kan de toekomst zien [topic 1, pagina 2]
    -Skye, dochter van de leider van de Koninklijke wacht, kan in dieren en andere menselijke gedaantes veranderen [topic 1, pagina 3]
    -Sophia , niet van adel, mentor van Misha, telekinese [topic 1, pagina 4]

    [ bericht aangepast op 23 jan 2016 - 17:46 ]


    Aan niets denken is ook denken.

    Misha Calligan
    Hij was blij dat hij niet meer onder de ban was van een hallucinatie maar met beide benen stevig op de grond stond. Hij deed geen moeite om te zien hoe het met Mordecai verging, nu hij een glas wijn over zich heen had gekregen. Hij had het verdient. Ongetwijfeld dacht hij daar zelf anders over. En ongetwijfeld dat hij hem nog iets zou flikken als hij hem weer zou tegenkomen. Gelukkig verkeerde hij nu in beter gezelschap. Hij had deze avond geen zin om tijd door te brengen met mensen die hij niet mocht. Dan kon hij nog beter alleen zijn. Hij keek even om zich heen. Er waren al heel wat mensen aan het dansen maar ook genoeg mensen stonden aan de kant te praten. Eigenlijk waren dit soort feesten niet helemaal zijn ding. Zo’n pak zat toch altijd veel minder los dan zijn gewone kleding en hij vond het hele feest gewoonweg te formeel. Hij hield ook absoluut niet van de muziek. Zelf was hij van de alternatieve / indie muziek. Dat verklaarde ook waarom hij vaker te vinden was in een donker achtergelegen café of club dan in de chiquere plaatsen. Wat Jared er van vond wist hij niet precies. Het viel niet van zijn gezicht af te lezen, maar hij kon zich goed voorstellen dat het voor hem vervelender was. Hij moest natuurlijk zijn glimlach opzetten en met de adel socializen. Misha was blij dat hij een ‘doodgewone’ arts was en dit niet hoefde te doen. Hij glimlachte even toen Jared lachte. Gelukkig bezat die wel over wat humor, bij een ander persoon van de adellijke familie hoefde hij met zo’n opmerking niet aan te komen zetten. 'Volgens mij heeft ze die in vlagen verspreid over een hele maand. Kan jij er als arts niet toevallig iets aan doen?' Hij hoefde niet lang over deze vraag na te denken. “Ik zou haar pijnstillers kunnen geven of wat sterkers tegen de pijn, maar verder kan ik er niets tegen doen” zei hij. . 'Afgezien van flinke hoofdpijn door al het geschreeuw de afgelopen week, goed. Met jou?' Hij knikte op dit antwoord. Misha wist niet precies of hij dit uit sociale wenselijkheid zei of dat het echt waar was. Als hij zich kut voelde mocht hij het wat hem betreft ook gewoon zeggen. Ze kenden elkaar lang genoeg om over dat soort dingen niet te liegen. Hij dacht even na over deze vraag. Eigenlijk voelde hij zich erg afgemat, maar dit besloot hij om maar niet te zeggen. Hij hield zich eigenlijk altijd wel staande en verdrong vermoeidheid altijd, waardoor hij het zelfs even niet meer leek te voelen. “Goed, maar ik ben wel moe. Komt door lange nachtdiensten en veel patiënten met complicaties” verklaarde hij. Zijn week stond eigenlijk altijd wel vol met diensten, maar lange nachtdiensten konden zelfs hem opbreken. Het was nooit zeker wanneer je klaar was en waarschijnlijk had hij wel meer uren doorgewerkt dan dat eigenlijk mocht en goed voor hem was. Maar dat was hij wel gewend. “Zie je het wel zitten om later zelf koning te zijn. En dit soort dingen te organiseren?” vroeg hij aan Jared, doelend op het gala. Hij zag hem nog niet voor zich als koning. Hij wachtte even op zijn antwoord. Een serveerster liep voorbij met een dienblad drank in haar handen. Toen ze weg was vroeg hij “Wil je iets te drinken?” Hij had in ieder geval wel zin om wat te drinken, zoals gewoonlijk, en was van de sterke drank. Ongetwijfeld dat ze daar wel iets van hadden staan.


    Aan niets denken is ook denken.

    Mordecai Orthon Dalton

    Zoals verwacht was Misha niet bepaald blij. Mijn grijns werd met de seconde groter bij het zien van zijn irritatie, terwijl ik ondertussen wat nipte van het glas in mijn handen. Normaal zou ik iets anders prefereren, ondanks dat ik niet snel dronken werd, maar hé, het kostte me niets. Ik kon glazen alcohol achterover slaan en nog steeds perfect gebalanceerd bewegen, maar na te veel glazen zou er een moment komen waardoor ik ineens wél dronken werd. En als ik eenmaal dronken dan zou het gelijk ook een hele tijd duren voordat ik weer helemaal sober zou zijn. “Dus je hebt hier niets beters te doen dan je op zo’n sneue manier te vermaken?” Vroeg Misha, niet bepaald onder de indruk. "Mhmhm," stemde ik in, terwijl ik ondertussen weer een slok nam. Ik bleef hem de gehele tijd aankijken en zette de meest irritante grijns op die ik maar kon bedenken. “Als je ooit in het ziekenhuis terecht komt zal ik er persoonlijk voor zorgen dat niemand helpt en je doodbloed," kreeg ik op een fluistertoon te horen, die ik met een "aha" beantwoordde. De zin zelf was al genoeg om ervoor te zorgen dat ik een kleine grinnik uitstootte, maar wat pas echt grappig was was dat hij dacht dat ik niet te koppig was om naar een ziekenhuis te gaan. Ik kon prima mijn eigen wonden verzorgen, ook al was ik geen dokter. Zelfs als ik op sterven zou liggen zou ik nog niet naar een ziekenhuis gaan. Voordat ik nog een opmerking kon maken werd er een glas wijn over me heen gedumpt en was Misha alweer vertrokken. Ik deed mijn mond open om wat te zeggen, maar klapte hem weer dicht. Na even te staan kijken hoe mijn haar over mijn kleding heen drupte, trok ik mijn schouders een keer op en haalde een hand door mijn haar. Het zou samen met mijn nu natte kleding nogal plakkerig worden, maar het kon me vrij weinig schelen. Schaamte had ik toch vrij weinig. Een haar zwaaiende Meghan viel me op vanuit mijn ooghoek, die naar me toe kwam lopen. Bij het zien van de reden waarom ze weggelopen was schudde ik mijn hoofd met een glimlach. "En, allerliefste Meghan van me, hoe gaat het met het boze prinsesje?" Sprak ik met een licht sarcastische toon en een klein glimlachje terwijl ik mijn niet-natte arm over haar schouder heen zwaaide. Het was fijn haar weer te zien, ik had haar en Jared gemist. "Moet je niet bij je grote broer staan en wuiven naar iedereen die voor je buigt?" Lachte ik zachtjes. Uit het niets stond Callidora voor onze neuzen en stelde ons voor aan een ander meisje. "En daar hebben we prinses nummer twee, wat fijn om midden in een familie reünie te staan," mompelde ik. Mijn ogen gleden een keer ongeïnteresseerd over het onbekende meisje, geen zin om er aandacht aan te besteden. Mijn hand gleed weer van Meghan's schouder en ik nam de laatste slok van het glas in mijn andere hand. "Zin om dadelijk uit deze zwetende massa te ontsnappen en naar een echte bar te gaan of wat rond te lopen, of morgen wat bijkletsen als je oh-zo-gedwongen bent om hier te blijven?" Vroeg ik aan Meghan. Ik wist zeker dat haar vader en moeder haar hier zouden willen houden, maar misschien had ze er totaal geen zin in. Het zou tenslotte niet de eerste keer zijn dat ze uit het kasteel zou ontsnappen.


    United we stand, divided we fall.

    Ik voel me meteen al meer op mijn gemak, als ik bij Mordecai ben. De meeste hooggeplaatste mensen spelen een vuil spelletje, waarvan een verkeerd woord je heel veel problemen oplevert. Niet dat ik nou zoveel fouten maak, maar het is wel vervelend dat je ogen in je rug moet hebben en dat achter iedere glimlach een adder schuilt. Of kán schuilen, want soms menen mensen de vriendelijke gezichtsuitdrukking wel, en heb je weer een probleem als je die lach wantrouwt.
    'En, allerliefste Meghan van me, hoe gaat het met het boze prinsesje?' vraagt hij, met een hint van sarcasme in zijn stem en een klein glimlachje om zijn mond. Hij slaat zijn arm, gelukkig een droge, om mijn schouders en lacht zachtjes.
    'Moet je niet bij je grote broer staan en wuiven naar iedereen die voor je buigt?' Ik snuif verontwaardigt, maar heb het idee dat hij het niet eens hoort. Hoewel ik niet kan ontkennen dat het niet fijn is dat iedereen voor je buigt, ga ik nou ook weer niet zo ver. Ik sta op het punt om een zorgvuldig geformuleerde belediging op hem af te vuren, op zo'n manier verpakt dat hij pas een hele tijd later zal beseffen dat wat ik zei niet zo heel aardig was, als Callidora uit het niets opduikt. Hoewel ik weet dat haar gave die van gedachten lezen is, vraag ik me soms af of ze er niet nog een heeft. Ze duikt wel vaker uit het niets op, lijkt het, en is dan weer net zo snel verdwenen. Ik besef me ineens dat Callie deze vreemde hersenspinsel gewoon mee kon luisteren en dat ik haar negeer, waardoor ze zeker mijn hoofd zal uitpluizen.
    Ik heb er een tijdje op geoefend, maar het lukt nu eindelijk en beetje. Als ik heel erg mijn best doe, kan ik de diepste gedachten afschermen. Als ze wil komt ze natuurlijk makkelijk door de verdediging heen, maar mijn geheimen zullen nu niet meer per ongeluk haar hoofd in floepen als ze even in mijn buurt is.
    Ik wend me tot het meisje voor me en trek verbaast mijn wenkbrauwen op als ik haar zie. Haar hele verschijning is prachtig, hoewel dat maar een mooi jasje is. Haar felrode ogen verraden wat ze is. Een vampier.
    'En daar hebben we prinses nummer twee, wat fijn om midden in een familie reünie te staan,' hoor ik Mordecai zachtjes mompelen. Ik probeer hem onopvallend in zijn zij te porren, omdat de vampier hem zonder twijfel gehoord heeft en omdat het gewoonweg onbeleefd is. Maar zijn interesse in het meisje is binnen twee seconden alweer verdwenen en zijn arm glijdt van mijn schouder. Ik ril even van de plotselinge kou en vestig mijn aandacht op het meisje.
    'Hey, dit is Serena mijn beste vriendin.' Stelt Callie ons netjes voor. Het verbaast me eigenlijk niets dat zij vriendinnen zijn, ik vind het typisch iets voor haar. Wat me wel opvalt, of eerder zorgen baart, is het feit dat Serena hier is. Vampieren worden niet heel erg gewaardeerd, en aanvaringen met jagers doen veel meer bloed vloeien dan nodig is. Nu lijkt alles echter rustig en past Serena ook prima tussen de mensen.
    Zin om dadelijk uit deze zwetende massa te ontsnappen en naar een echte bar te gaan of wat rond te lopen, of morgen wat bijkletsen als je oh-zo-gedwongen bent om hier te blijven?' wekt Mordecai me uit mijn gedachten. Zonder dat ik het goed en wel overwogen heb, heb ik al ja gezegd. En wat maakt het ook uit. Het lijkt me sterk dat mijn ouders me zullen missen, Jared heel misschien. En als het hem zou opvallen dat ik weg was, zou hij nog niets zeggen. Daarvoor verdwijnt hij zelf te vaak naar de stallen.
    En ach, als mijn vader erachter komt, wat zou dat? Die ruzie hebben we nu al zo vaak gehad dat ik elk argument kan weerleggen. Trouwens, knappe crimineel die ons aanvalt.


    Three words, large enough to tip the world. I remember you.

    Callidora Sallisilan

    Meghan en Mordecai keken ons verbaasd aan. "En daar hebben we prinses nummer twee, wat fijn om midden in een familie reünie te staan," mompelde Mordecai. Ik rolde met mijn ogen, had hij niets beters te doen? Ik zag dat Serena moeite had om te blijven glimlachen, ik wist waarom. Al die mensen hier bij elkaar, dat moest wel een enorme druk op haar leggen. Ik richtte me op Meghan en wilde weten wat zij dacht. ''Hoewel ik weet dat haar gave die van gedachten lezen is, vraag ik me soms af of ze er niet nog een heeft. Ze duikt wel vaker uit het niets op, lijkt het, en is dan weer net zo snel verdwenen. Ik besef me ineens dat Callie deze vreemde hersenspinsel gewoon mee kon luisteren en dat ik haar negeer, waardoor ze zeker mijn hoofd zal uitpluizen.'' Ik fronsde. Betekende dit dat ze iets doorhad? Dan moest ik voortaan maar wat voorzichtiger zijn, want hoewel ik er uit zag als een mens had ik ook een andere kant ik had de voordelen mee gekregen van een vampier en een van die voordelen was, Snelheid en daar moest ik nu voorzichtiger mee zijn. Gelukkig hoefde ik geen bloed te drinken, daar was ik zo dankbaar voor. Anders had ik hier niet meer gestaan vanavond. Ik rolde met mijn ogen bij haar laatste gedachten spinsel, zo erg was ik nou ook weer niet. Maar niets kon verborgen blijven als ik in de buurt kwam, al hoewel ik bij Meghan niet alles er uit krijg. Maar meestal lukte het me toch om dat gene te weten wat ik in het begin niet kon horen. Opnieuw luisterde ik naar haar gedachtes. ''Ik heb er een tijdje op geoefend, maar het lukt nu eindelijk en beetje. Als ik heel erg mijn best doe, kan ik de diepste gedachten afschermen. Als ze wil komt ze natuurlijk makkelijk door de verdediging heen, maar mijn geheimen zullen nu niet meer per ongeluk haar hoofd in floepen als ze even in mijn buurt is.'' Ah dus vandaar, ze oefent erop. Ik kon het haar niet kwalijk nemen, sommige zaken waren prive en gingen mij eigenlijk ook helemaal niets aan. Haar mening over Serena was positief, maar helaas had Meghan als snel door wat ze was. Haar ogen vielen te veel op, ik hoopte maar dat de mensen niet te moeilijk zouden doen. Ik keek naar Sereen om te zien hoe het met haar ging, haar gezicht' s uitdrukking stond geconcentreerd. Ze had het erg moeilijk, maar ze deed het erg goed. Meghan daarin tegen leek wat bezorgd, waarschijnlijk maakte ze zich zorgen waarom Serena hier was. En de aanvaringen met jagers? Dat viel wel mee en als ze kwamen dan hadden hun meer bloed verloren dan wij. Mijn vrienden zorgde er dan meestal voor dat ze niet meer terug kwamen en de gene die vluchtte? Die lieten ze wel gewoon gaan.
    'Maak je maar geen zorgen Meghan, ze doet ons geen kwaad,' zei ik. Ik hoorde wat Mordecai vroeg en Meghan haar antwoord. Ze verdiende het wel hier binnen werd het een beetje saai. 'Meghan, mogen Serena en ik ook mee?' vroeg ik. Ik had het hier wel gezien voor vanavond.

    [ bericht aangepast op 27 nov 2015 - 20:41 ]


    Have Courage And Be Kind ~ Cinderella

    Mordecai Orthon Dalton

    Ik knikte een keer toen Meghan 'ja' antwoordde. Onmiddellijk ging ik in mijn gedachten een lijstje af met alle bars waar we heen konden gaan. Vier van de elf in de stad werden al gelijk doorgestreept aangezien ik er uit was gegooid, twee waren enorm duur en zou ik nauwelijks kunnen betalen, dus er waren nog vijf over. We keken wel, eerst zouden we nog even moeten wachten omdat het bal pas net begonnen was. Het zou nogal vreemd zijn als één van de twee prinsessen uit het niets weg zou zijn, maar later in de avond zou ze vermoeidheid als een excuus kunnen hebben. "Maak je maar geen zorgen Meghan, ze doet ons geen kwaad," zei Callidora. Ik fronste lichtjes en dit keer liet ik mijn ogen wat langer over het vreemde meisje gaan. Zonder dat ik het doorhad begon ik weer een aantal dingen te mompelen en herhalen wanneer ik de ogen van het meisje zag. Natuurlijk, het kon ook niet anders. Aan haar houding was al te zien dat ze zich niet bepaald op haar gemak voelde, en haar glimlach was niet bepaald gemeend. Haar ogen, niet te vergeten, vielen ook op wanneer je een tijdje naar haar keek. Zo te zien had Meghan de vampier eerder door dan ik, en Callidora probeerde haar wat gerust te stellen. Een diepe, verveelde zucht verliet mijn mond. Ik had hier geen zin in, zolang dat meisje anderen maar niets aan deed kon het me niet echt veel schelen. Weer in mijn gedachten staarde ik wat voor me uit en begon onbewust met mijn voet op de grond te tikken. "Meghan, mogen Serena en ik ook mee?" Binnen een seconde schoten mijn wenkbrauwen omhoog. "Ho, wacht, wat?" Vroeg ik terwijl ik van Callidora naar Meghan keek, en weer terug. "Ben jij niet iets van vijftien, zestien?" Volgens mij had ik ergens gehoord van iemand dat de jongste dochter van de koning zestien was, maar dat kon al goed twee jaar geleden zijn. Ze leek in ieder geval niet ouder dan achttien. Ik hield het allemaal niet meer bij. "En daarnaast, een vampier die dadelijk aangeschoten is? Horen jullie niet op die dingen te jagen of wat voordat ze besluiten in een dronken bui je te vermoorden?" Mijn blik ging van Callidora naar de vampier. Als het een normaal mens zou zijn geweest zou ik het geen probleem vinden, maar ik zat er niet bepaald op te wachten dat mijn avond verpest zou worden door problemen met een vampier. Mijn armen sloeg ik over elkaar terwijl ik nonchalant tegen de muur aanleunde, en Callidora aan bleef kijken. Ik had niets tegen haar en haar vriendin, maar ik zou het liefste zonder problemen ergens binnen willen blijven. "Al een idee waar we heen gaan? Voorkeur?" Vroeg ik aan Meghan. Ik draaide wat aan de knopen van het jasje dat ik aan had, en haalde nogmaals een hand door mijn haar. De wijn in mijn haar was nog steeds wat plakkerig maar het droogde al. Mijn kleding daar in tegen was alweer helemaal droog, maar de vlekken waren nogal duidelijk.


    United we stand, divided we fall.

    Callidora Sallisilan

    Ik stond te wachten op antwoord. 'Callie?,' vroeg Serena Ik keek om. 'Ik denk dat ik zo maar naar huis ga,' zei ze.
    Ja, mijn pogingen om haar verborgen te houden ging minder goed dan ik had verwacht. 'Misschien is dat inderdaad verstandig' zei ik.
    "Ho, wacht, wat?" riep Mordecai. Ik keek hem met opgetrokken wenkbrauwen aan en las zijn gedachten "Ben jij niet iets van vijftien, zestien?"
    ''Volgens mij had ik ergens gehoord van iemand dat de jongste dochter van de koning zestien was, maar dat kon al goed twee jaar geleden zijn. Ze leek in ieder geval niet ouder dan achttien. Ik hield het allemaal niet meer bij. "En daarnaast, een vampier die dadelijk aangeschoten is? Horen jullie niet op die dingen te jagen of wat voordat ze besluiten in een dronken bui je te vermoorden?" Mijn blik ging van Callidora naar de vampier. Als het een normaal mens zou zijn geweest zou ik het geen probleem vinden, maar ik zat er niet bepaald op te wachten dat mijn avond verpest zou worden door problemen met een vampier.''
    Dacht hij er echt zo over? Waarom? Hij zag toch dat het goed ging? En vijftien serieus? Dan kende die me blijkbaar nog niet.
    'Nee, ik ben al achttien en mocht je het willen weten Serena gaat zo naar huis en ik heb geen zin om hier op het feest te blijven,' zei ik en keek Mordecai geërgerd aan. Waarom heeft iedereen het over jagen? Het zijn wel mijn vrienden waar ze het over hebben. Ik keek de zaal een keer rond om even mijn gedachten op orde te krijgen. Ik keek Mordecai weer aan en las zijn gedachtes opnieuw want die waren uiterst interessant ''Ik had niets tegen haar en haar vriendin, maar ik zou het liefste zonder problemen ergens binnen willen blijven. "Al een idee waar we heen gaan? Voorkeur?" Vroeg ik aan Meghan. Ik draaide wat aan de knopen van het jasje dat ik aan had, en haalde nogmaals een hand door mijn haar. De wijn in mijn haar was nog steeds wat plakkerig maar het droogde al. Mijn kleding daar in tegen was alweer helemaal droog, maar de vlekken waren nogal duidelijk.'' Ik snapte zijn reactie wel, Serena was een vampier dat kon niemand ontkennen maar Serena was juist anders dan de andere vampiers ze kon zich beter beheersen dat werd vanavond toch ook wel bewezen?
    De rest van zijn gedachtes boeide me niet erg veel. Als ik niet mee mocht dan zou ik met Sereen mee gaan, daar zijn tenminste geen saaie mensen die vampiers haten. 'Meghan?' vroeg ik. 'Serena gaat toch zo naar huis, dan kan ik toch wel mee?' vroeg ik. Ik zuchtte.
    'En ik weet wat jullie denken, maar Serena kan zich goed beheersen, ik ken haar, geloof me,' zei ik en keek de twee streng aan. Ze moesten niet zo bevooroordeeld zijn. Als ik maar wist hoe mijn vrienden waren dan was er niets aan de hand, de rest had het gewoon mis.

    (Sorry voor het korte stukje, ik beloof dat ik weer langere stukjes zal plaatsen de volgende keer)

    [ bericht aangepast op 28 nov 2015 - 8:55 ]


    Have Courage And Be Kind ~ Cinderella

    Meghan Sallisilan

    'Maak je maar geen zorgen Meghan, ze doet ons geen kwaad,' Callie kijkt me geruststellend aan. Het is ook niet mezelf waar ik bang voor ben. Ik kan me prima verweren mocht er iets uit de hand lopen, Mordecai even zo. Het was eerder het drama waar ik bang voor was. Naast me fronst Mordecai zijn wenkbrauwen. Ik merk dat het bij hem iets langer heeft geduurd voordat hij doorhad dat Serena een vampier was. Inwendig glimlach ik, dat zal hij nog vaak te horen krijgen. In ieder geval van mij.
    'Meghan, mogen Serena en ik ook mee?' Zegt Callie, als ik niet antwoord. aan. Ik begrijp wel dat ze hier weg wil, wie wil dat nou niet, maar toch stuit het me tegen de borst. Bovendien is op stap gaan met een vampier toch wel riskant, ondanks Callie's verzekering dat Serena zich prima in de hand kan houden.
    'Ho, wacht, wat?' vraagt Mordecai, met opgetrokken wenkbrauwen. 'Ben jij niet iets van vijftien, zestien?' Nu is het mijn buurt om mijn wenkbrauwen op te tillen. Oke, Callie kan er wat jonger uitzien dan ze is, maar zestien is wel heel erg overdreven.
    ''Nee, ik ben al achttien en mocht je het willen weten Serena gaat zo naar huis en ik heb geen zin om hier op het feest te blijven,' reageerde Callie dan ook verontwaardigt. Ik knijp mijn lippen op elkaar en zeg niets. Ik probeer ook niets te denken, wat haar aandacht dan weer naar mij zou kunnen trekken. Het liefst wil ik gewoon samen met Mordecai weg, zonder dat ik ook nog mijn kleine zusje op sleeptouw moet nemen. Bovendien, mocht alles verkeerd lopen kan ze zich absoluut niet verdedigen. Gedachtenlezen is een leuke gave in het kasteel, maar op straat heb je er bijna niets aan.
    'Al een idee waar we heen gaan? Voorkeur?' Onderbreekt Mordecai mijn gedachten.
    'Eh, nee. Is er überhaupt nog een plek waar je er niet bent uitgegooid met de boodschap niet meer terug te komen?' grinnik ik. 'Ach, wat maakt het ook uit. Kies maar iets leuks.'
    'Meghan?' vraagt Callidora mijn aandacht weer. 'Serena gaat toch zo naar huis, dan kan ik toch wel mee?' ze zucht. 'En ik weet wat jullie denken, maar Serena kan zich goed beheersen, ik ken haar, geloof me,' vervolgt ze. Ze kijkt ons streng aan. Het is niet dat ik nou zo'n hekel heb aan Serena, maar vampiers over het algemeen liggen me niet echt. Vooral misschien omdat zij een van de enigen zijn die in een gevecht met mij nog wel een kans hebben om te winnen.
    'Calli,' begin ik voorzichtig. 'Blijf nou maar hier. Had jij het niet heel gezellig met die jongen, George? Stel hem anders aan Serena voor, dan kan zij ook nog iets langer blijven.' Voordat ze me kan onderbreken ga ik verder, op een zachtere toon. 'En Callie, wees even eerlijk met jezelf. Hoevaak ben je nou echt buiten geweest? Zonder bewakers? Je hebt een prachtige gave, maar als we worden aangevallen heb je er niets aan. Je kan jezelf niet verweren. We liggen op de rand van oorlog, we mogen onze vijanden geen kans geven ons te manipuleren door een gijzelaar.'

    [ bericht aangepast op 2 dec 2015 - 17:12 ]


    Three words, large enough to tip the world. I remember you.

    Callidora Sallisilan

    Ik keek Meghan aan, die nog altijd niets zei. Ik kon maar op een manier met haar comeniceren of in ieder geval weten wat ze dacht, het was best wel een handige gave. Helaas niet op verjaardagen, dan moest ik echt moeite doen om niet in iemands hoofd te kijken wat voor cadeaus ik dan zou krijgen.
    ''Het liefst wil ik gewoon samen met Mordecai weg, zonder dat ik ook nog mijn kleine zusje op sleeptouw moet nemen. Bovendien, mocht alles verkeerd lopen kan ze zich absoluut niet verdedigen. Gedachten lezen is een leuke gave in het kasteel, maar op straat heb je er bijna niets aan.'' hoorde ik Meghan denken. Dacht ze werkelijk zo over mij? Was ik voor haar alleen maar het zusje. En hoezo is gedachten lezen alleen leuk in het kasteel? Het is overal handig bij, ik kan altijd zo onderscheiden wie slecht is en wie niet. Ik snoof verontwaardigd. Ze kende me blijkbaar minder goed dan ik dacht en dan zei denkt. Het stelde me wel een beetje teleur, maar ach ik had wel wat anders te doen dan me daar druk over te maken. En hoezo kan ik me niet verdedigen? Als Meghan wist wat ik nog meer was, dan zou ze dat niet gedacht hebben. Ik was half vampier, dus ik had ook op een ding na alle voordelen mee van een vampier! Ik was dus snel en sterk. Ik kon me verdedigen en zo niet dan had ik wel vrienden die dat konden doen, maar helaas kan ik mijn geheim nog niet prijs geven geen idee wat ze dan zou doen. Ik wachtte nog steeds op antwoord. Ik balde mijn vuisten, het werd steeds moeilijker om niet te zeggen wat ik was, dan zou ze me wat serieuzer nemen. 'Hoezo kan ik mij niet verdedigen? Ik kan meer dan jij denkt,' zei ik. Ik las haar gedachten weer. ''Het is niet dat ik nou zo'n hekel heb aan Serena, maar vampiers over het algemeen liggen me niet echt. Vooral misschien omdat zij een van de enigen zijn die in een gevecht met mij nog wel een kans hebben om te winnen.'' Hm dat was niet zo boeiend, dat wist ik onder andere al wel. En natuurlijk zouden ze winnen, ze zijn veel sterken dan Meghan.
    'Calli,' begin ze voorzichtig. 'Blijf nou maar hier. Had jij het niet heel gezellig met die jongen, George? Stel hem anders aan Serena voor, dan kan zij ook nog iets langer blijven.' zei Meghan. Ik trok een wenkbrauw op. Mijn vrolijke humeur is spontaan verdwenen, waarom? Waarom nam ze mij niet serieus en dacht ze dat ik mezelf niet kon verdedigen?
    'En Callie, wees even eerlijk met jezelf. Hoe vaak ben je nou echt buiten geweest? Zonder bewakers? Je hebt een prachtige gave, maar als we worden aangevallen heb je er niets aan. Je kan jezelf niet verweren. We liggen op de rand van oorlog, we mogen onze vijanden geen kans geven ons te manipuleren door een gijzelaar.' zei Meghan. Ik kijk Meghan boos aan. 'Hoe vaak? vraag je? Ik ben vaker buiten geweest zonder bewakers dan jij denkt! Ik ga vooral snachts naar buiten omdat dan de beste tijd is om mijn vrienden te zien, en ik kan me zelf prima verweren omdat ik iets bezit dat zorgt dat ik dat kan en al kon ik dat niet dan zorgen die vrienden daar wel voor, duidelijk? En ja ik weet dat het oorlog is en ik geef die vijanden ook geen kans, daar zorg ik zelf voor.' zei ik dat laatste zei ik haast fluisterend. 'En weet je wat, ik hoef al niet meer mee, ik ga wel naar mijn vrienden,'' zei ik. Ik kijk haar boos aan.
    'Excuseer me even,' zei ik. voordat ik vertrok. 'Kom Sereen, we gaan,' en ik trok haar mee weg van Meghan en Mordecai. Achter me hoor ik gezucht. 'Callie, doe rustig, word eerst even rustig, je bent zo boos nu,' zei Serena. Ze kwam voor me staan en keek me bezorgd aan. 'Sorry, het was misschien overdreven hoe ik reageerde, maar het moest er gewoon even uit,' zei ik. Waarom ging ik zo te keer? Zo erg was het toch niet dat ze me niet mee wilde hebben, dat kan wel eens.
    Misschien trok ik het me net even te veel aan. Ik zou later wel met haar gaan praten, nu was het plan om even langs mijn vrienden te gaan.

    (Sorry Ashallayn, Callie vloog een beetje uit, xD Ach ja, zal wel een zussen ding zijn zullen we maar zeggen. )

    [ bericht aangepast op 2 dec 2015 - 22:53 ]


    Have Courage And Be Kind ~ Cinderella

    Meghan Sallisilan

    'Hoe vaak? vraag je? Ik ben vaker buiten geweest zonder bewakers dan jij denkt! Ik ga vooral 's nachts naar buiten omdat dan de beste tijd is om mijn vrienden te zien, en ik kan me zelf prima verweren omdat ik iets bezit dat zorgt dat ik dat kan en al kon ik dat niet dan zorgen die vrienden daar wel voor, duidelijk? En ja ik weet dat het oorlog is en ik geef die vijanden ook geen kans, daar zorg ik zelf voor.' zegt ze, waarbij haar laatste woorden door de woede bijna fluistert. Ik kijk kil terug.
    'En weet je wat, ik hoef al niet meer mee, ik ga wel naar mijn vrienden,' bijt ze me toe, waarna ze zich omdraait en Serena met zich meetrekt.
    'Kom Sereen, we gaan.' Ik hoor Serena's antwoord niet meer, maar het valt me wel op dat zij lang niet zo boos is als Callidora. Dat moet ik haar nageven.
    Ik haal mijn schouders op terwijl ik haar nakijk, met mijn handen achter mijn rug gevouwen en een onverschillige, arrogante uitdrukking op mijn gezicht.
    'Dat is ook weer opgelost.' Het maakte me niet zoveel uit dat Callidora nu boos op me was, dat zou wel weer overgaan. Het verbaasde me wel dat ze 's nachts het kasteel ontvluchtte, die daad stond op mijn naam, en daar zou hij blijven ook. Dat zou trouwens wel verklaren hoe ze Serena kent. Zo goed. Alweer een bewijs dat ze zich niet zo redden op de straat, ze laat dingen te duidelijk merken. Ik ben heus niet dom, en nu ik één en één bij elkaar optel vraag ik me af waarom ik het niet eerder heb geweten. Ze leek toch al niet zoveel affectie te hebben met mijn moeder en ze heeft een compleet andere gave dan dat Jared en ik die hebben. Het zou wel eens zo kunnen zijn dat ze meer met vampiers gemeen heeft dan je zou denken.
    En beeld schiet voor mijn netvlies langs en binnen een paar seconden heb ik me bedacht en sta ik naast haar. Met een ijzeren greep pak ik haar schouder vast en draai haar om, zodat ik haar recht aan kan kijken.
    'Nu moet je eens heel goed luisteren, Callidora,' sis ik, zo zacht dat niemand anders het kan horen. 'Jij waant jezelf heel veilig tussen die bloedzuigers,' ga ik verder, terwijl mijn ogen vuur spuwen, Ik voel Serena's ogen in mijn rug branden en bedenk me dat ik misschien beter een ander woord had kunnen kiezen. Maar dat negeer ik nu maar even. 'Maar je bent een prooi, Callie. En dat zullen ze nooit vergeten. Als ze moeten kiezen tussen jouw dood, of de hunne, gaan ze voor die van jou. En geen seconde, geen seconde zullen ze daaraan twijfelen. En als dat gebeurt, Callie, ben je heel, heel ver van huis.' Het goud uit mijn ogen zal nu wel helemaal verdwenen zijn, en vervangen door de doodse kleur van zwart. Mijn huid is verkleurt tot abnormaal bleek. Maar heel even, daarna heeft het zijn normale tint weer terug. Maar ik weet zeker dat Callidora het gezien heeft. Ik richt me weer op, me nu pas van het feit bewust dat ik me voorover heb gebogen zodat ik haar recht aan kon kijken. Een giftige blik beheerst mijn ogen, maar rond mijn mond hangt een bevallige glimlach.
    'Veel plezier, Callie.' Ik draai me om en loop met lange passen weg en knik beleeft naar Serena als ik langs haar komt. Zodra ik uit het grootse gedeelte van de menigte ben, is mijn lach ver te zoeken.
    'We gaan.' snauw ik naar Mordecai, terwijl ik zelf al richting de deur loop. Ik lsa mijn armen om mezelf heen, om me te wapen tegen de duistere beelden op mijn netvlies. Het helpt niet. Herinneringen wentelen door mijn hoofd, hoe hard ik ze ook probeer tegen te houden. Het is niet voor niets dat ik weet dat ik tijdens een gevecht het afleg tegen een vampier.

    (Hahaha, inderdaad ja :')

    [ bericht aangepast op 2 dec 2015 - 21:11 ]


    Three words, large enough to tip the world. I remember you.

    Callidora Sallisilan

    Langzaam aan bedaar ik een beetje, hopelijk konden we dit straks uitpraten. ''Het maakte me niet zoveel uit dat Callidora nu boos op me was, dat zou wel weer overgaan. Het verbaasde me wel dat ze 's nachts het kasteel ontvluchtte, die daad stond op mijn naam, en daar zou hij blijven ook. Dat zou trouwens wel verklaren hoe ze Serena kent. Zo goed. Alweer een bewijs dat ze zich niet zo redden op de straat, ze laat dingen te duidelijk merken. Ik ben heus niet dom, en nu ik één en één bij elkaar optel vraag ik me af waarom ik het niet eerder heb geweten. Ze leek toch al niet zoveel affectie te hebben met mijn moeder en ze heeft een compleet andere gave dan dat Jared en ik die hebben. Het zou wel eens zo kunnen zijn dat ze meer met vampiers gemeen heeft dan je zou denken.
    En beeld schiet voor mijn netvlies langs en binnen een paar seconden heb ik me bedacht en sta ik naast haar.''
    Ik moest hier straks met haar over praten voordat ze conclusies ging trekken. Maar dat kwam straks wel, hopelijk was het nog niet te laat. Ik wilde doorlopen maar een hand op mijn schouder liet mij halt houden. Ik draai me om en de kille blik in Meghan haar ogen, ontgingen mijn niet. 'Meghan,' zei ik zacht. 'Het spijt...' Maar ik werd onderbroken.
    'Nu moet je eens heel goed luisteren, Callidora,' sist ze, zo zacht dat niemand anders het kan horen. Als versteend bleef ik haar aan kijken.
    'Jij waant jezelf heel veilig tussen die bloedzuigers,' gaat ze verder. Volgens mij was ze kwaad, erg kwaad. Ik voel hoe Serena haar blik veranderde zonder dat ik haar aan hoefde te kijken. 'Maar je bent een prooi, Callie. En dat zullen ze nooit vergeten. Als ze moeten kiezen tussen jouw dood, of de hunne, gaan ze voor die van jou. En geen seconde, geen seconde zullen ze daaraan twijfelen. En als dat gebeurt, Callie, ben je heel, heel ver van huis.' zei ze kil. Ze had het mis, ik was een van hen, mij zouden ze geen pijn doen. Ook ik kan hun gedachten lezen en niets blijft verborgen voor mij. We moesten allebei even wat anders doen nu en het later bij leggen. 'Veel plezier, Callie zei ze voordat ze weg beende. Voordat ik ook maar iets terug kon zeggen. Oke, niet alle vampiers waren vrienden met me, maar waren mensen dat wel? Ik was ook niet bevriend met iedere dorpeling hier. Maar de vrienden die ik heb, zijn echte vrienden daar kon ik gewoon van op aan. 'Meghan, ik leg het nog wel uit, beloofd,' schreeuwde ik nog naar haar voordat ik de duisteren nacht in ging.
    'Sorry, Sereen, dit had een avond zonder ruzies moeten zijn,' zei ik. Serena komt glimlachend op mij afgelopen. 'Dat geeft niet, aan de ene kant weet je dat Meghan gelijk heeft, maar jij evenmin net zo goed. Jij moet het allemaal gewoon maar eens gaan uitleggen, dan word het voor haar ook makkelijker om jou te begrijpen.' zei Serena. Ik fronste. Ze had gelijk, zodra ik alles uit kon leggen kwam het goed, dat hoopte ik. Ondanks onze verschillen, hield ik wel van haar. We begrepen elkaar soms gewoon niet. 'Zullen we naar onze vrienden?' vroeg ik. Serena knikte twijfelachtig. 'Ik wil alleen niet te lang blijven, ik ben moe en die ruzie zit me niet echt lekker,' zei ik. 'Dat is prima, Callie en wat Meghan zei was niet waar, we geven veel om jou, je bent onze vriendin,' zei Serena. Ook in haar gedachte dacht ze het zelfde en ik kon verder niks vinden dat bewijs gaf dat ze niet de waarheid sprak. Ik lachte. 'Ik hou ook van jullie,' zei ik.
    We liepen naar het bos en toen we ver genoeg in het bos waren zodat niemand ons kon zien, gingen we er rennend vandoor. De schaduwen van de bomen gleden langs me heen, de volle maan scheen hoog aan de hemel en verlichte voor ons, ons pad. Ik had de maan altijd mooi gevonden, het straalde een soort rust uit en ik werd er vaak rustig door als ik weer eens kwaad werd, wat vaker gebeurt de laatste tijd. Misschien krijg ik wel hoofdpijn van al dat gedachten lezen? En uit ik mijn frustraties op andere. We kwamen aan bij het kamp waar onze vrienden wonen, hun kampen zijn altijd tijdelijk, ze blijven nooit langer dan een paar dagen en trekken meestal weer verder. 'Hey,' riep ik. 'Callie, Sereen, jullie zijn terug,' riep Gavin. Gavin was geen gemene vampier, hij was nou ja hij leek op een puber, hij was gewoon nog jong van geest. Luna, Roxy en Wolf kwamen er ook bij. Dat waren de rest van het vrienden groepje, het was niet erg groot maar dat hoefde ook niet voor ons. Luna was ook een goede vriendin, maar ze was wat grover met haar woorden maar was een schat van een meid. En dan had je Roxy, zij was erg verlegen maar op het eerste gezicht merk je daar niks van. En Wolf was nou ja gewoon Wolf, hij at als enigste van de groep mensen voedsel, de rest dronk van dierenbloed. Ik bewonderde dat, dat zoiets kon. Na een uur of twee vol plezier was het tijd om weer te gaan. 'Zeg wat vinden jullie nu echt van mij? Ben ik een vriendin of zien jullie mij slechts als prooi?' vroeg ik. Ik waagde de gok er toch op. Ik wilde het van hun horen. De blikken in hun ogen ontging mij niet, die dachten allemaal waarom ik zoiets in hemels naam vroeg. 'Waarom vraag je dat? Dat weet je toch al lang,' zei Gavin. Ik keek hem onschuldig aan.
    'Ja, dat is zo maar ik wilde het zeker weten,' zei ik. 'Wat jou ook is wijsgemaakt, wij houden van jou, je hoort nu bij ons en al was je nog helemaal mens, dan nog zouden we altijd voor jou kiezen wanneer het er op aan zou komen,' zei Luna. Ik glimlach. 'Dat is fijn om te horen,' zei ik. Ik moest nu trouwens echt weg.
    'Ik moet er vandoor,' zei ik. De rest glimlacht naar me. 'Is goed, slaap wel,' zeiden ze in koor. Ik liep bij hen vandaan en rende in volle vaart terug. Net voor de rand stopte ik met rennen en liep rustig verder richting het paleis. Ik liep door de poorten en liep regelrecht naar mijn kamer. Ik had geen zin meer, ik was moe en mijn hoofd deed zeer. Aangekomen deed ik mijn kamer deur open en liep rustig naar binnen. Ik sloot de deur zacht en begon met de jurk uit te doen. Ik kon wel een heet bad gebruiken. Het kamer meisje was er niet, ach een keer zelf alles regelen was geen probleem. Ik liep naar de aangrenzende badkamer en liet het bad vollopen en ondertussen maakte ik mijn haar los en ontdeed mij van mijn make-up. Ik pakte mijn favoriete rozenbadschuim en deed er flink wat van in. Al gauw was het bad vol en ging ik er in liggen genietend van dit hete bad sloot ik mijn ogen en voor het eerst in tijden was mijn hoofd leeg niet een gedachte kwam binnen. Rust, er heerste rust.

    (Wow deze is wel erg lang geworden, haha. Was volgens mij ook de bedoeling Right ? d: )

    [ bericht aangepast op 2 dec 2015 - 22:54 ]


    Have Courage And Be Kind ~ Cinderella

    Mordecai Orthon Dalton

    Oké, schijnbaar was ze achttien en nu ook nog eens pissig. Ik wist soms niet eens meer hoe oud ikzelf was, hoe moest ik in godsnaam haar leeftijd dan onthouden? Met mijn mond dicht keek ik toe hoe Meghan en Callidora een nogal luide discussie hadden die binnen no-time overliep tot een ruzie. Het viel allemaal niet bepaald volgen. Eerst kreeg ik het antwoord van Callidora, daarna vroeg ze aan Meghan of ze met de vampier mee naar huis mocht. Bij die vraag schoten mijn wenkbrauwen omhoog. Meghan deed een poging om haar binnen de muren van het kasteel te houden waarop een duidelijke 'nee' kwam, en daar begon de ruzie. Ik wilde instemmen dat de gave gedachten lezen inderdaad niet bepaald handig was maar besloot dat ik geen zin had in een chagrijnige opmerking terug. Nadat Callidora was uitgeraasd trok ze de vampier mee de mensen in, op weg naar buiten. Net toen het leek dat Meghan zich erbij neer had gelegd liep ze haar zusje achterna. Het was van een afstandje te zien, dus lichtelijk vermaakt keek ik toe, proberend om een klein glimlachje te verbergen. Kwader dan dat ik haar in een hele tijd gezien had begon ze iets te zeggen tegen Callidora. Het was zo zacht dat het nauwelijks verstaanbaar was, maar ik wist bijna zeker dat het absoluut niets goeds was. Het viel te snappen: niemand zou willen dat zijn kleine zusje iets overkwam, maar met een volwassen leeftijd zou het zusje daar anders over denken. Voordat ik alles kon verwerken wat er gebeurd was was Meghan alweer terug. Stilletjes keek ik haar aan. Als ik nu iets zou zeggen dan zou ik waarschijnlijk of een klap voor mijn kop krijgen, of ze zou me de hele tijd doods aanstaren. Geen van beiden klonken echt goed, dus mijn mond bleef dicht. "We gaan," werd er gesnauwd. Gehoorzaam volgde ik haar naar buiten, waar de zon inmiddels al ten onder was gegaan en de duisternis tevoorschijn was gekomen. Niemand was meer te bekennen voor het kasteel, wat het nogal stil maakte. Iedereen zat binnen of was op één van de kerstmarkten. Onderzoekend keek ik naar Meghan. Ze leek met iets te zitten, of het de ruzie met Callidora was of iets anders wist ik niet. Het zag er alleen niet echt uit alsof ze het naar haar zin had vandaag. Begrijpelijk. Zo vrolijk mogelijk sloeg ik mijn arm om haar schouders heen. "We gaan wel naar de eerste bar die we tegenkomen, als ik er binnen mag," zei ik met een glimlach terwijl ik haar aankeek. Hopelijk beurde ze snel een beetje op, ik zou het niet bepaald fantastisch vinden als ze dadelijk zo dronken als wat was en ook nog eens tien keer zo kwaad. En volgens mij vond niemand het leuk als een van zijn beste vrienden ergens mee zat. Na een korte tijd lopen kwamen we aan bij een kleine bar aan de rand van de stad waar ik pas een of twee keer binnen was geweest. Door het raam zag ik dat het al wat voller zat en Meghan dus nauwelijks op zou vallen. Als iemand er achter zou komen dat de dochter van de koning er zat, dan hadden we een probleem. "Dames eerst," zei ik met een kleine glimlach, terwijl ik de deur voor Meghan openhield.


    United we stand, divided we fall.

    Skye Lunaira Brannpoire



    De weelderigheid een aantal meter onder me begon me te vervelen. Ik zat hier inmiddels al ongeveer een halfuur, maar er leek niet echt iets speciaals te gebeuren Het standaard feestgedrag was naar voren gekomen. Gedans, gelach, onderlinge ruzietjes, her en der slinkse blikken naar andere danspartners en vrienden. Meisjes die in groepjes bij elkaar waren gepakt en lachend achter hun handen het voorbijlopende mannelijke ras te bekritiseren.
    Her en der vond ik iemand van het andere volk onder het dans gedrang, maar daar besteedde ik niet echt aandacht aan. Zolang het allemaal goed ging hoefde ik niet in de springen. Ik heb al wel vaker met een elf gevochten, al ken ik er van mijn uitstapjes naar het bos genoeg die ik een warm hart toedraag.
    Toen mijn moeder nog leefde hield ik ervan om samen met haar over de dansvloer te dralen, zij had dan haar armen om me heen geslagen en leidde me in rondjes totdat we beiden duizelig werden. Ze bakte zelf altijd heerlijke appel kaneelkoekjes voor het buffet en zette de heerlijkste kannen vol mede op de tafel.
    Vooral haar kersen mede was iets waar ik altijd weer troost in vond, misschien ook omdat het een alcoholistische drank was die heerlijk warm door je keel stroomde met een zoete nasmaak, wat ook enorm hielp in het vergeten van alles. Al zou ik er dan redelijk veel van moeten drinken zou dat echt aan willen slaan.
    Haar lach weerklonk nog weer in mijn oren elke keer als ik eraan terugdenk, maar de tranen waren een lange tijd geleden al gestopt. Het gevoel dat nu echter ij me opkwam was woede. Woede jegens één persoon in het bijzonder.
    Vanuit mijn ooghoeken zag ik hoe de desbetreffende persoon, of te wel, mijn vader zich naast de koning schaarde en zijn ogen gleden als een havik over de menigte heen. Niet precies wetend of hij mij zocht of iemand anders liet ik mijn voeten uitbundig bungelen, hopend dat ik daarmee zijn aandacht kreeg om te laten weten dat ik hier wel degelijk ben. Als hij niet naar me op zoek was maar naar iets of iemand anders dan hield ik zijn aandacht daarvan af. Hij heeft een hekel aan het andere volk. Hij zou daarom ook een hekel moeten hebben aan mij. Mijn gaven zijn nou niet bepaald normaal te noemen en hij heeft een afkeer voor alles wat magisch is.
    Maar dan is er nog het feit dat mijn gave uitzonderlijk handig voor hem uitkomt en hij me op die manier als een soort voorwerp in kan zetten.
    Ik keek toe hoe hij iets tegen de koning zei, die op diens beurt met diens gezicht in de plooi iets terug. Ergens zou ik er veel voor over hebben om erachter te komen waar die twee soms over spraken.

    De ogen van mijn vader schoten opeens mijn kant op, mijn bungelende benen hadden uiteindelijk diens werk goed gedaan, al had ik natuurlijk gehoopt dat hij er geen aandacht aan zou schenken. De blik in zijn ogen liet me echter weten dat ik niet één van de personen of wat dan ook ben waarnaar hij op zoek is.
    Hij knikte daarom ook enkel even voordat zijn haviksogen zich weer over de menigte begaf.
    Zuchtend hield ik op met het laten bungelen van mijn voeten. Maar ik bleef hem zorgvuldig in de gaten houden. Waar is hij naar op zoek?
    Minuten verstreken, maar we verroerden beiden geen spier.
    Ik kom pas in actie als hij duidelijk maakt waarnaar hij op zoek is. Dan was het aan mij te beslissen of ik hem hielp, negeer of tegenhoud.
    Vanuit mijn ooghoeken zie ik opeens iets bewegen en mijn hand glijd bijna automatisch naar de dolk die ik om mijn middel draag en ik die van mijn vader verplicht was altijd bij me te dragen. De bescherming van mijn onderarmen raakten daarbij mijn borstplaat even aan wat voor een relatief hard geluid zorgt.
    Verdomme, hopelijk had niemand dat gehoord.
    Ik deed de dolk die nog geen vijf centimeter uit diens schede was gekomen weer terug zodra ik merkte wie er naast me was komen zitten.
    Haar gezicht kwam me bekend voor en het duurde eventjes voor ik weer wist wie ik voor me had. Mijn vader had me zo goed als iedereen die in het kasteel liep qua gezicht laten herinneren, ook al betekende dat het soms één grote waas werd.
    Maar zij was Myrra, de dochter van de raadsheer van de koning.
    Haar donkere haar stak sterk af tegen de witte jurk en het viel best wel in het oog, maar opvallender dan mijn blinkende platen zou het wel niet zijn. Ik merkte dat er een lichte angstige gloed over haar gezicht heen ging en ik vroeg me direct af waarom ze hier überhaupt omhoog was gekomen, en hoe.
    Het leek met wat moeite trok ze zichzelf op de balk naast de mijne en ik wist dat de heerlijke rust voorbij was.
    "Hé." Zegt ze zacht. "Wat doe je hier?"
    Wat moest ik antwoorden? Het was vreemd genoeg dat ze zelf helemaal omhoog was gekomen om me die vraag te stellen.
    De meest voor de hand liggende vraag was een retour 'Ik kan hetzelfde aan jou vragen.' Nee, dat zou te bot overkomen.
    Om haar mijn gehele planning voor vanavond te geven was ook geen optie, dat was grotendeels altijd enkel en alleen tussen mijn vader en mij.
    "Eh...Gewoon zitten." Ik haalde mijn schouders even op en zorgde ervoor dat de schouderplaten weer wat comfortabeler op diens plek vielen. "En jij?"





    {Sorry voor het relatief korte stukje.

    [ bericht aangepast op 8 dec 2015 - 17:28 ]


    Credendo Vides

    DreamerN: Ik dacht al in contact te zijn gekomen, maar gezien ik heel goed snap dat je niet alles leest (Ik heb zelf ook lang niet alles gelezen) wil ik het wel opnieuw posten?


    obsessive rage

    Mikko schreef:
    DreamerN: Ik dacht al in contact te zijn gekomen, maar gezien ik heel goed snap dat je niet alles leest (Ik heb zelf ook lang niet alles gelezen) wil ik het wel opnieuw posten?


    {Oeps, my bad. Ik dacht dat ik alles gelezen had, maar nu ik terugkijk merk ik dat er een aantal stukjes door mijn vingers zijn geglipt. Ik zal mijn stukje aanpassen.}


    Credendo Vides

    Mijn woede zakt al snel weer weg. De schemering is ingevallen, waardoor overal nu het zachte licht van vuur grillig over de muren beweegt. Zelfs het voorval van twee jaar geleden heeft mijn liefde voor deze tijd van de dag niet weggehaald. De straten zijn echter nagenoeg leeg, nu iedereen thuis of op een kerstmarkt. Mordecai heeft tot nu toe wijs zijn mond gehouden en alleen maar terloopse blikken op me geworpen. Ergens vond ik het wel een beetje stom voor hem, nu ik zo deed. Maar hij wist het niet. Niemand, behalve ik en Misha. Dokter Morgan wist het ook, maar hij is overleden wat het aantal weer terug brengt op twee. En dat wil ik graag zo houden. Het is niet heel erg ofzo, maar toch. Het geeft me een ongemakkelijk gevoel.
    Terwijl hij een arm vrolijk om me heen slaat, haalt Mordecai me uit mijn gedachten.
    "We gaan wel naar de eerste bar die we tegenkomen, als ik er binnen mag,' zei hij met een lach. Ik grinnikt zacht en lach terug. Ik kan lang kwaad blijven, en dat weet hij als geen ander. Het is leuk om te zien hoe hij me uit mijn sombere geachten wil halen. En het lukt hem, natuurlijk. Ik duw mijn donkere gedachten weg en kijk hem plagend aan.
    'Wel bijblijven dan!' zeg ik, waarna ik mijn pas iets versnel. Na een tijdje komen we bij de rand van de stad. Zelf was ik er nog nooit geweest, en aan de blik van Mordecai te zien had hij er hier geen problemen mee om binnen te komen. Door het verlichte raam kon je vanaf de straat goed naar binnen kijken. Het was er al wat voller, zodat ik niet heel erg zou opvallen. Hoewel mijn kleding wel zou verraden dat ik van rijke komaf was. Maar ach, mocht het voor problemen zorgen, dan zagen we dat dan wel weer.
    'Dames eerst,' zegt Mordecai met een kleine glimlach, terwijl hij de deur voor me openhoudt. Met een lach stap ik naar binnen.

    [ bericht aangepast op 7 dec 2015 - 21:35 ]


    Three words, large enough to tip the world. I remember you.