In haar dromen
Ze keert hen haar rug,
En denkt weer terug
Aan de priemende ogen
Die haar van vertrouwen beroven.
En de vele blikken
Die haar verstikken,
Bant ze uit
Als ze haar ogen sluit.
Ver hier vandaan,
Daar waar ze kan staan.
Maar ze moet dromen
Om daar te komen.
Met de hoop van een dwaze,
Is ze vastberaden.
En in staat
Tot wat niemand ooit raadt.
Ze keert hen haar rug,
En denkt weer terug
Aan de priemende ogen
Die haar van vertrouwen beroven.
En de vele blikken
Die haar verstikken,
Bant ze uit
Als ze haar ogen sluit.
Ver hier vandaan,
Daar waar ze kan staan.
Maar ze moet dromen
Om daar te komen.
Met de hoop van een dwaze,
Is ze vastberaden.
En in staat
Tot wat niemand ooit raadt.
We dwaalden en verdwaalden en noemden sterren naar onszelf.