Blake Crevan Orcus
Head Counselor of the Cabin of Hades • 21
“Nee.” Het woord dat ze sprak was niet zoals Blake hoopt. Het was fluisterend nauwelijks hoorbaar en het irriteerde hem mateloos. Hij voelde hoe machteloos ze was tegen vele hij had het gezien keer op keer. Zijn ogen kijken recht op haar gezicht dat al zo vaak van hem weggekeken hadden. Nu echter keken ze wanhopig in die van hem. Het brak hem. Dat deed het echt. Ze was als een hert, o sierlijk, mooi, maar kwetsbaar. Ze keek hem aan alsof hij haar verwond had. Zijn nagels in haar vlees hadden gezet en zo een diepe kras achter gelaten dat ze bijna door haar benen zakte. Alsof hij de laatste baksteen aan het weg timmeren was, het laatste baksteentje dat haar liet staan voor ze in elkaar zou zakken. Afgezien van haar ogen zag Blake het niet aan de rest van haar gezicht. Hij zag haar verstrakte spieren dat ervoor zorgde dat ze niets anders weggaf. “Dat kan ik niet — ik ben niet zo’n persoon. Waarom wil je me zo laten zijn?” Haar blik wend af van hem. De helderheid en kwetsbaarheid kon hij niet meer zien aangezien dat alleen verscheen als hij door haar ogen heen boorde. Hij volgt haar blik echter die nu vol walging naar het mes dat nog in haar handen ligt. Hij ziet haar handen jeuken alsof ze het weg wilt gooien of het wilt laten verdwijnen, maar dat doet ze niet (tot Blake zijn spijt). “Ik dacht dat je anders was. . .” Het is een fluistering, maar het voelt alsof ze het schreeuwt. Het is bijna een klap in zijn gezicht, want hij was anders. Hij drukt zijn kaken op elkaar om zichzelf even tegen te houden en haalt gefrustreerd zijn handen door zijn haar. Zijn haar begint ook lichtelijk door de war te gaan en alle kanten op te steken.
‘Nova…’ Hij zegt het niet, hij ademt haar naam uit het was bijna te vergelijken met een zucht en alleen als ze luisterde had ze het gehoord. De radeloosheid was lichtelijk te horen in het enkele woordje dat hij uitsprak. Hij was niet goed met woorden, hij was niet zijn broer. Zijn broer die iemand was die nu precies zou weten wat hij zou moeten zeggen en zich er zo doorheen zou kunnen lullen. Blake daarentegen was vaak hard en hij had er moeite mee om dat niet te zijn. Hoe kon je mensen anders weghouden? ‘Je moet van je af leren bijten. Jij legt altijd de schuld bij jezelf terwijl dat vast en zeker nooit het geval is. Ik zeg niet dat je - jezelf moet veranderen, maar een linie van defensie kan echt geen kwaad.’ Blake zijn stem was rustiger geworden, maar hij zocht naar woorden om te zeggen, woorden die hij niet wist. Nog nooit had zijn kleine woordenkennis en kunsten met woorden hem zo tegen gezeten en hij voelde zich even machteloos, al niet dat het was te zien. Wat Nova zag was nog steeds de grote sterke jongeman, maar et een iets zachtere expressie op zijn gezicht zodat ze hem nog aan durfde te kijken. Haar laatste woorden suizen nog door zijn oren en even verstrakt zijn kaak nog. ‘Iedereen is anders dan de eerste indruk die ze achterlaten, want mensen doen zich in het begin altijd beter voor.’ Zijn woorden komen er per ongeluk uit aangezien ze enkel een gedachte waren. Ze waren een herinnering, een quote van iemand die hem deze les leerde zonder bewijs te zijn.
Sterling "Chav" Chavez Orcus
Head Counselor of the Cabin of Hypnos • 18
"Wacht, dus jij beweerd dat je een zoon bent van een god? Of één van mijn ouders een Griekse mythe hoort te zijn? Dat klinkt toch te gek voor woorden!" Haar blik is ongelovig net als haar lach, maar het stopt als ze mijn serieuze gezicht zag. Ze haalde de linnen van haar arm en keek naar de klauwen die haar huid geschaad hadden. Ze waren groot, al niet te groot, maar ondanks dat wel groter dan de gemiddelde huiskater. Ze slikte en keek Chav recht in zijn ogen aan. ‘Ik ga wel met je mee naar Chiron." Ze mompelde het, maar liep aan zijn zijde richting The Big House De stilte die hen had omringt was lichtelijk ongemakkelijk en de altijd sociale Chav wist nu niets te zeggen. Het was alsof zijn zo spraakzame lippen aan een gebonden zaten. Hij voelde zich als zijn oudere broer… Tot Chav’s eigen geluk doorbreekt Esmeralda zelf de stilte. "Van wie zou ik de dochter kunnen zijn denk je? Ik bedoel ik heb nooit mijn moeder gekend en mijn vader is... Nou ja echt geen type om Griekse god te kunnen zijn." Haar grote groene kijkers keken recht in de bruin achtige die Chav had bemachtig met zijn geboorte. Hij bijt even nadenkend op zijn lip, een tik die hij bijna altijd had, en kijkt even weg om na te denken. Na enkele seconde kijkt hij terug in haar groene ogen.
‘De goden en godinnen mogen ons niet opvoeden. Het is ook logisch dat je niet weet wie ze is aangezien ze eigenlijk ook niet met ons mogen communiceren. Sommige ouders doen het ondanks dat het niet mag wel, maar het is vaak maar een raar verschijnsel. Je vader zal dan ook wel helemaal menselijk zijn. Veel vallen voor de goden, voor hun schoonheid, intellect en meer. Diegene die wel weet wie je moeder is, is Chiron.’ Chav onderbreekt zich weer en wijst naar het blauwe gebouw vlak voor hen. The big house. ‘Zodra we daar zijn hoef je alleen maar uit te kijken naar een paardenbips en anders iemand die te mokken zit over zijn flessen wijn.’ Een grote glimlach speelt op zijn lippen en een kleine lach vloeit eruit. Dan bedenkt hij zich dat ze vast niet weet waarom ze voor het achterste van een paard moet uitkijken. ‘Alsof het niet gekker voor je kan worden vandaag, Chiron is een centaur. Half paard half mens.
Kaela “Kay" Louanna Parthéna
Daughter of Athena • 18
‘Heee, Kay! Ach het was zoals gewoonlijk, het zijn er veel te veel en ze praten veel te vaak tegen je ondanks dat je duidelijk maakt niet met hen te willen praten, maar het was wel fijn om mijn weer even thuis te zijn geweest. Heb je je erg verveelt hier, of durfden er nog wel een aantal het op te nemen tegen de ene helft van het gouden duo?’ Vroeg Gracy en ze knuffelde Kay iets wat ze ook snel beantwoordde door haar armen rond Gracy te slaan. Ze glimlachte aangezien ze haar beste vriendin na zulke lange tijd weer zag. Toch voelt ze een kleine steek van afgunst aangezien zij nog een familie heeft, maar dit wappert ze snel weg met alle macht die ze heeft.
‘Heb er genoeg tegen me gehad en helaas zijn er daardoor genoeg naar de Infirmary gebracht.’ Een klein lachje staat op haar gezicht. De “slachtoffers” waren niet ernstig verwond, maar sommige konden zich niet zo goed verdedigen als ze hadden gedacht.
‘Anders moeten we even een gezelligere plek zoeken om even bij te praten!’ Stelde ze voor en Kay glimlacht. Ze kwam hier om te lezen, wetend dat als Gracy er al was ze zich niet onder de mensen zou weergeven, maar vond dit niet erg. ‘Misschien zelfs een plek waar we van de warme zon kunnen genieten? Het is echt belachelijk lekker weer.’ Gracy haar blik glijd omhoog en Kaela volgt. De prachtige blauwe hemel word lichtelijk verdoezeld door de bomen. Echter door kleine gaten die vallen tussen de bladeren zie je ze prachtige gele zon en straal blauwe hemel. ‘Misschien wel iets te lekker weer. Ik vraag mij af hoeveel mensen er gaan verbranden in de zon vandaag.’ Kaela lacht hier lichtjes door.
‘Ik verwacht er een hoop. Ik denk dat de Apollo kinderen met Vitakinesis genoeg te doen hebben dan.’ Een glimlach zit over haar lippen en ze went haar blik weer af van de hemel boven haar. ‘We kunnen inderdaad wel een beetje uit de schaduwen komen en ons onder de mensen weergeven. Suggesties waar we heen kunnen gaan?’ Kay kijkt Gracy vragend aan als aantoning dat ze haar zou volgen met de beslissing om waar te gaan zitten.
The Clock Is An Illusion And We Are All Trapped In It. Fye • Onism • Astrophe • Alazia