Tatia Quinn
Het was zo'n zes uur toen mijn wekker af ging. In de kamer naast mij hoorde ik mijn broer Krister luid vloeken en met een kleine grijns zette ik mijn wekker uit. Nee, ik was geen ochtend persoon, maar mijn broer plagen was altijd wel leuk. Ik stapte mijn bed uit en direct vormde er kippen vel op mijn blote benen en armen.
'Koud, koud, koud,' mompelde ik terwijl ik zo snel mogelijk mijn badjas greep en naar de badkamer rende.
Mijn haar zag er niet uit. Het zat vol met klitten en het duurde veel te lang voordat ik ze er eindelijk uit gekregen had. Tegen de tijd dat dat gebeurd was, had ik het zo koud dat ik mijn tanden amper kon poetsen omdat ik zo aan het klappertanden was. 'Koud, koud, koud.' Ik rende zo snel mogelijk terug en trok in mijn kamer mijn hardloop kleding aan.
In de bossen kon ik altijd rust vinden. Het was er zo mooi en zo stil dat je kon geloven dat de wereld buiten de bossen niet bestond. Vroeger geloofde ik altijd dat de tijd trager ging in de bossen en ik was altijd verbaasd dat als ik thuis kwam mijn ouders er het zelfde uit zagen en we geen vliegende auto hadden.
Het was fris in het bos en nog behoorlijk donker. Ik had een lichtje aan mijn vest vast gemaakt, maar toch kon ik niet ver voor me uit kijken. Niet dat dat veel uitmaakte, ik kwam al heel mijn leven in deze bossen en kende ze als mijn broekzak.
Ik rende zo'n drie kwartier voor ik terug keerde naar huis. Ik vond mijn vader in de keuken met een kop koffie en hij gaf me een grijns terwijl ik naar boven schoot om een douche te nemen. Mijn moeder en de tweeling sliepen nog en mijn oudste broer zou waarschijnlijk over een paar uur terug komen van zijn nachtdienst (hij is verpleegkundige).
'Hoe waren de bossen?' vroeg mijn vader toen ik gedoucht en in school kleding naar beneden kwam.
'Donker en koud en nat, maar mooi als altijd,' zei ik met een grijns.
'Jij hebt een behoorlijk goed humeur vandaag,' zei mijn vader grijnzend. Op dat moment kwam Vincent de keuken binnen lopen met het gezicht alsof hij een kat was die in de sloot was gegooid. 'Tatia! Koffie! Snel!' zei mijn vader en ik schonk mijn broer grijnzend een kop koffie in.
'Goed geslapen, Vincent?' vroeg ik. 'Waar is je wederhelft?'
'Alex, slaapt nog,' mompelde hij. 'Hij hoeft zo niet te werken.' Ik grinnikte. 'Jij moet zo naar school.' Ik grinnikte niet meer.
'Vinc, wees lief voor je zusje,' zei mijn vader streng. 'En geef mij de krant.' Ik draaide mijn ogen en begon mijn ontbijt te maken. Tegen de tijd dat ik klaar was met eten, was Vincent wakker geworden en waren mijn moeder en Alex boven aan het vechten over wie de badkamer mocht gebruiken.
'Ik ga maar eens naar mijn werk,' mompelde mijn vader op het moment dat boven de derde wereld oorlog uit leek te barsten. 'Lieverd ik ga, zie je vanavond.' en met die woorden vluchtte hij het huis uit. Ik schudde grinnikend mijn hoofd, pakte mijn school tas in. Er klinkt een geluid alsof er iets breekt gevolgd door een harde vloek van Alex.
'Ik denk dat ik ook maar eens ga,' zei ik snel. Vincent keek me smekend aan.
'Het is pas acht uur, je hebt nog alle tijd om te helpen en...'
'Alex...' brulde mijn moeder.
'Ja, ik denk dat ik ook ga,' zei Vincent. 'Ik wil moeder nooit meer mee maken in de ochtend.' Ik draaide met mijn ogen, mompelde hem iets onvriendelijks toe over tweelingbroerverader en liep snel het huis uit.
Op school aangekomen zie ik dat de gebruikelijke groepje er al staat. De mooie meisjes-meisjes omringt door jongens die wel, maar ook heel vaak geen kans hadden bij ze. Mijn oog valt op Keith die voor een klein meisje op zijn knieën hurkt. Hij geeft haar een aai en loopt dan naar zijn vrienden groep. Ik kijk het kleine meisje na en vraag me af of ze zijn zusje is. Heel erg leek ze niet op hem.
Dan zie ik Clyde staan en naar gevoel bekruipt me. Clyde deed deze vakantie anders dan gewoonlijk, was afstandelijker... Ik schudde het gevoel van me af en besloot gewoon vrolijk naar hem toe te gaan.
'Hé lelijkerd!' begroete ik hem met een grijns. 'Zin in een nieuw jaar in hel?'
[ bericht aangepast op 6 dec 2014 - 18:08 ]
There is something alluring about an angel drawn to the dark side.