• Ben ik weer. Ik heb weer een toets opgekregen die ik vrijdag in moet leveren zonder enige spel-, interpunctie-, zinsbouw- en grammaticafouten en ik ben nog steeds dyslectisch -goh :') - (voor de mensen die dit niet hebben meegekregen, een tijdje geleden deed ik ook al een oproep). Vorige keer is het prima afgelopen en ik heb nu al een 7 en een 8 in de pocket voor een ander vak. Echter moet ik nu dus een analyse inleveren voor Geschiedenis in het medialandschap van ongeveer 2000 woorden. Mijn vraag is dus of er mensen bereid zijn dit vandaag of morgen na te kijken voor mij (het liefst wel aangeven wat er verbeterd is of moet worden dmv dik gedrukte letters of rode letters bijvoorbeeld). Het zijn dus ongeveer 2000 woorden en het gaat over het tijdschrift Cinema en Theater, Interactive fandom en publieke sferen. Daar hoef je niks vanaf te weten, het belangrijkste is namelijk puur en alleen die spelling en dergelijke. Alle beetjes helpen! Overigens als je ergens echt de draad kwijtraakt, is het ook handig om dit te melden. Dan weet ik meteen dat ik stukken misschien nog iets duidelijker uit moet leggen. Voor mensen die geschiedenis en media interessant vinden, kan het nog best leuk zijn om te lezen c;

    Edit: Ingeleverd!

    Verbeteringen mogen in het topic, maar een pb of gb vind ik ook helemaal prima. Iedereen die bereid is mij te helpen ben ik echt eeuwig dankbaar en verdient daarom taart en heel veel virtuele knuffels:



    [ bericht aangepast op 16 okt 2014 - 23:31 ]


    Happy Birthday my Potter!

    Wel, ik ben ook een dyslectisch 'taaltalent' want ik houd van schrijven. Maarja aan mij heb je dus vrij weinig haha.='D


    You were born original, don't die as a copy.

    SPECS schreef:
    Wel, ik ben ook een dyslectisch 'taaltalent' want ik houd van schrijven. Maarja aan mij heb je dus vrij weinig haha.='D


    Hoeft niet hoor, ik ben van mening dat een dyslect goed in taal kan zijn. Ik weet alleen gewoon van mijzelf dat zelfs als ik het honderd keer doorlees er nog van die stomme foutjes inzitten, omdat het mij gewoon meer moeite kost die fouten eruit te halen dan de gemiddelde mens en gezien het perfect moet zijn :') Maar toch bedankt voor de reactie ^^


    Happy Birthday my Potter!

    Ik wil er zo wel even naar kijken. ^^


    "Just words." "But good words. That's where ideas begin." - Star Trek, The Wrath of Khan

    Als ik morgen of vandaag tijd en een internetverbinding heb, kijk ik er ook nog even naar! (;


    "Die Erinnerung ist das einzige Paradies, aus dem wir nicht vertrieben werden können."

    Square schreef:
    Ik wil er zo wel even naar kijken. ^^


    wat was dit ookalweer

    Dank jullie wel! _O_


    Happy Birthday my Potter!

    Ik moet nu even zelf wat aan huiswerk doen, maar ik heb de eerste drie delen voor je nagekeken. Waar ik iets verbeterd heb, heb ik de tekst onderstreept. Dingen die weg mogen zijn doorgestreept. Ik heb ook wat commentaar ín je tekst gezet, die schuingedrukte stukken tussen [ ], dus dat zijn dingen waarvan ik je aanraad er even naar te kijken. (:

    Ik zou overigens het stukje ”You Are Invited to Participate”: Interactive Fandom in the Age of the Movie Magazine helemaal tussen aanhalingstekens zetten, want dat geheel is de titel, niet alleen dat eerste deel, toch? Als die aanhalingstekens daar in de titel zo horen te staan en je ze dus niet kunt verplaatsen, zou je de titel ook schuingedrukt kunnen zetten.

    Je maakt trouwens niet veel echte spelfouten (of die heb je er allemaal zelf al uit weten te halen ^^), dus daar hoef je je in ieder geval geen zorgen over te maken. Ik vind het een erg interessante tekst en het grootste deel leest lekker. Media en fandom zijn dingen waar ik me zelf in mijn vrije tijd veel mee bezighoud, dus dit past wel binnen mijn interesses. :'D

    Interactieve sferen in Cinema en Theater

    In haar artikel ”You Are Invited to Participate”: Interactive Fandom in the Age of the Movie Magazine definieert Marsha Orgeron het begrip Interactive Fandom en bespreekt ze hoe dit invloed had op de formule voor de Amerikaanse movie magazines. De inzet van deze analyse is het toelichten van het idee gevormd door Orgeron. [< die zin snap ik niet, maar dat kan aan mij liggen :p ] Daarna zullen we kijken of dit ook toepasbaar is op de formule van het tijdschrift Cinema en Theater. [ik zou wat specifieker zijn over "dit" in "of dit ook toepasbaar is...", door er "deze analyse" of "dit idee" van te maken, want het is nu een beetje onduidelijk waar het naar verwijst] Hierbij zullen we gebruik maken van de 357e editie uit jaargang 1930. Vervolgens zullen we ook het begrip publieke sfeer bespreken en kijken in welke opzichten dit van toepassing is op Cinema en Theater.

    Interactive Fandom

    Eerst zullen we het begrip Interactive Fandom bespreken aan de hand van Orgeron haar Orgerons idee daarover bespreken. Het handigst is om het eerst letterlijk te vertalen en vervolgens beide begrippen los van elkaar te behandelen. [in "het eerst letterlijk vertalen" zou je ook iets preciezer kunnen zijn over "het"; gaat het om "het begrip" of "het idee" uit die vorige zin?]
    Interactive oftewel interactief is betekent abstract gezegd "elkaar wederzijds beïnvloedend". Zo kan bijvoorbeeld een game interactief zijn, doordat je als speler invloed kan uitoefenen op de uitkomst van het verhaal door zelf bepaalde keuzes te maken. De ene speler gaat in een spel bijvoorbeeld eerst naar de kelder om daar rond te kijken en verkrijgt de informatie die daar te vinden is. Met die informatie stuurt de game op zijn beurt weer de speler. Een andere speler zal er echter misschien [als je dat element van "mogelijk" toch in de zin wilt houden, kun je "zal" vervangen door "kan"] voor hebben gekozen eerst naar de badkamer op de eerste verdieping te gaan en verkrijgt dus andere informatie, waardoor de game de speler op een andere manier zal sturen richting de eindoplossing van de game. Hier is dus sprake van een wisselwerking, want eerst maakt de speler een bepaalde keuze en vervolgens reageert de game hierop aan de hand van die keuze, waarna de speler weer op de game zal reageren aan de hand van de informatie die hij heeft gekregen.
    Fandom is niet letterlijk te vertalen. Wanneer je fan van iets bent, houdt dit in dat je er helemaal weg van bent. Iemand die fan is van een bepaalde film of actrice is er weg van. Die persoon vindt dus of die film, of de desbetreffende actrice heel goed. Iemand die dit vindt, kan worden gerekend tot het fandom [ik heb hier geen aanpassing gemaakt, maar soms schrijf je fandom met een hoofdletter en soms niet; ik zou het zelf liever zonder doen, maar als je het met doet omdat het een "naam" van iets is, moet je dat wel overal doen]. Het Fandom is dus eigenlijk de verzameling van mensen die op een bepaalde manier laten blijken dat ze weg zijn van een actrice, film, boek en ga zo maar door.
    Wanneer je de twee begrippen nu aan elkaar koppelt, wordt eigenlijk de betekenis van Interactive Fandom al duidelijk. Het houdt in dat de fans en hetgeen waar ze fan van zijn elkaar wederzijds beïnvloeden. Aan de ene kant oefent bijvoorbeeld de film dus invloed uit op de fans, maar in dit geval kunnen de fans ook invloed uitoefenen op de film. Hiervoor moeten ze dus ook hun mening kunnen geven en hier weer antwoord op kunnen krijgen. Dit zien we terug bij de Amerikaanse movie magazines.
    De Amerikaanse movie magazines zoals besproken in het artikel van Orgeron bieden de mogelijkheid tot Interactive Fandom. Er kwam de mogelijkheid mee te doen aan wedstrijden waar vaak ook geld mee te winnen viel. Bovendien konden lezers brieven insturen met vragen of meningen en bestond er kans dat deze werden gepubliceerd in het desbetreffende tijdschrift of dat er antwoord op gegeven werd. Hierdoor konden lezers echt meedoen in het sterrenwereldje en werden ze erin betrokken in plaats van dat ze er slechts over konden lezen. Zo ontstond Interactive Fandom.
    De tijdschriften waren er helemaal op ingericht: doordat de lezer er juist op interactieve manier mee bezig was, wilden ze de nieuwe editie lezen. Ze wilden immers maar al te graag weten of ze die wedstrijd hadden gewonnen of ze vroegen zich constant af of hun brief beantwoord zou worden [ik zou deze zin een beetje veranderen zodat de vele "of"s niet voor verwarring kunnen zorgen; dit kan door "of ze vroegen zich..." te veranderen in "en ze vroegen zich..." óf (het eerste deel van) de zin een beetje anders te formuleren zodat je daar geen "of" hoeft te gebruiken, bijvoorbeeld zo: "ze wilden immers maar al te graag weten wat de uitslag van die wedstrijd zou zijn of ze vroegen zich..."]. Het was dus goed voor de verkoop van de movie magazines en dus was het dé formule tot succes.

    Cinema en Theater

    Nu we weten wat Interactive Fandom precies is en hoe dit terugkwam in de Amerikaanse movie magazines, kunnen we kijken of Interactive Fandom ook terug te vinden is in de 357e editie van Cinema en Theater. Daarna kunnen we constateren in welke opzichten het tijdschrift overeenkomt met de Amerikaanse movie magazines zoals beschreven in het artikel van Orgeron.
    Meteen op pagina’s drie tot en met vijf zien we Interactive Fandom terug. Er staat namelijk een artikel genaamd “Hoe schmink ik mij voor de film”. Dit is een voorbeeld van hoe de fans van films worden meegesleurd in de wereld van film en dus niet slechts lezen over het onderwerp. Het laat lezers namelijk zien hoe zij er net zo uit kunnen zien als de filmsterren en hoe ze mee kunnen doen in het filmwereldje. Hierdoor wordt het [het wat?] interactief, want de lezer kan nu ook daadwerkelijk op zijn beurt iets uitvoeren. Dit maakt het artikel voor de lezer extra interessant.
    Nog een voorbeeld van een op Interactive Fandom gebaseerd item van Cinema en Theater is de wekelijkse prijsvraag die op pagina vijftien te vinden is. Ook staat de oplossing van één van de eerdere prijsvragen er vlak naast gegeven. De lezer wordt dus uitgenodigd om na te denken over de vraag en het eigen geformuleerde antwoord op te sturen. en aan Aan de hand van die antwoorden wordt een winnaar geselecteerd. Daarnaast zal de lezer ook nog wachten op het antwoord dat een aantal edities verder gegeven zal worden. De lezer is dus weeral [is dit Belgisch? waar ik woon zou niemand ooit "weeral" zeggen, maar bijvoorbeeld "opnieuw" of gewoon "weer", maar het is mogelijk dat dit niet per se fout is] interactief bezig met het tijdschrift.
    Een derde voorbeeld is de column “Film-enthousiasten” op pagina 27. Hier staan ingezonden briefen gepubliceerd met commentaar of vragen. De lezer kan dit tijdschrift dus brieven sturen naar dit tijdschrift met eigen inzichten en ideeën, waarop vervolgens antwoord wordt gegeven. Dit is misschien wel hét voorbeeld van Interactive Fandom in Cinema en Theater. De lezers nemen het tijdschrift tot zich, denken hier verder over na en gaan soms zelf op onderzoek uit. Vervolgens sturen zij een brief met hun bevindingen, waar de makers van het tijdschrift op reageren. Het feit dat dit een mogelijkheid is voor de lezers, geeft hen het idee dat hun mening gewaardeerd wordt en dat ze meedoen en meetellen in het sterrenwereldje waar ze fan van zijn. Er is hier dus in grote mate sprake van Interactive Fandom.
    Er kan aan de hand van de zojuist gegeven drie voorbeelden dus worden gesteld dat ook het Nederlandse tijdschrift Cinema en Theater zijn bladzijden indeelt aan de hand van het idee van Interactive Fandom. De vraag is nu of het tijdschrift ook wat betreft doelgroepen overeen komt met de Amerikaanse movie magazines.
    Uit het artikel van Orgeron komt naar voren dat de Amerikaanse movie magazines vooral gericht waren op vrouwen. Dit blijkt uit zingedeelten zinsdelen als “… and the degree to which these magazines increasingly spoke toe [als je dit citeert en er echt "toe" stond, moet je dat zo laten staan, want je hoort dingen over te nemen met typfouten en al, maar eigenlijk hoort het "to" te zijn] women who were confronted with a range of entertainment options and related forms of consumerism” en “In the November 1949 issue, all but one of the letters were written by women…”. Bij het tijdschrift Cinema en Theater is ook een groot gedeelte bedoelt bedoeld voor vrouwen die zich bezighouden met vele soorten entertainment en hier ook veel vanaf weten van afweten. De al eerder genoemde prijsvraag gaat over onderwerpen omtrent entertainment en het gros van de advertenties is op vrouwen gericht. Bovendien wordt het idee wordt opgewekt dat de ingestuurde brieven van de eerder genoemde column “Film-enthousiasten” door alleen vrouwen worden geschreven. Opvallend is dan ook de laatste pagina die opeens volledig op mannen lijkt te zijn gericht. Het artikel “Het Geheim van den Haargroei!” beslaat daar haast de volledige pagina. De doelgroep hier bestaat dus opeens uit kalende mannen en niet uit vrouwen. Hierin verschilt Cinema en Theater dus van de door Orgeron beschreven Amerikaanse movie magazines.

    [ bericht aangepast op 15 okt 2014 - 14:29 ]


    "Just words." "But good words. That's where ideas begin." - Star Trek, The Wrath of Khan

    Aangezien Square de vorige heeft gedaan en ik ook veel huiswerk heb, zal ik de laatste deeltjes doen ^^
    Ik heb alles tussen haakjes gezet wat ik heb aangepast, of in hoofdletters. Zoals Square al zei, is je grammatica en spelling echt al heel goed (: alles wat ik heb aangepast, is dus eerder muggenzifterij.

    De publieke sfeer in Cinema en Theater

    Als laatste punt in deze analyse, (komma) zullen we bespreken wat publieke sfeer is en of dit is terug te vinden IS in Cinema en Theater (leest makkelijker). Dat brengt ons bij de opvatting van Habermas over wat de publieke sfeer is. Dit Deze wordt namelijk beschouwd als de klassieke theorie over publieke sfeer (je hebt al eens vermeld dat het over publieke sfeer gaat). Wanneer er een vorming van een “sociaal domein” is voor een debat tussen burgers die samen een publiek vormen, wordt dit domein de publieke sfeer genoemd. Volgens Habermas moest dit debat aan een aantal punten voldoen. Zo moesten alle burgers individueel deel kunnen nemen aan het debat, moesten ze dit vrij van externe druk kunnen doen, moest het debat over serieuze onderwerpen gaan die van algemeen belang waren en moest het debat rationeel gevoerd worden. Met rationeel werd dan bedoelt dat iedereen het debat moest kunnen begrijpen en het volledig transparant was.
    Bepaalde punten die de klassieke publieke sfeer bevat, zijn terug te vinden in Cinema en Theater en dan vooral bij de ingezonden brieven onder de column “Film-enthousiasten”. Iedere lezer kon immers individueel brieven insturen en dat konden ze doen vrij van externe druk. Ook was alles te begrijpen voor de lezer en kan je stellen dat het debat of de discussie over de onderwerpen rationeel was. Echter voldoet het onderwerp niet aan alle vereisten van Habermas. Het gaat niet over serieuze onderwerpen die van algemeen belang zijn: het gaat over sterren. Omdat er toch wel overeenkomsten zijn, is uit Orgeron haar stuk op te maken dat Interactive Fandom wel degelijk een publieke sfeer is: de “Remote public sphere”. Het tijdschrift is een soort denkbeeldige gemeenschap die brieven inzendt en op deze manier discussieert. Bovendien stimuleerde het de gemeenschap samen te komen om naar theaters en bioscopen te gaan, waardoor er een daadwerkelijke gemeenschap en publieke sfeer ontstond.
    Ook de theorie die Voskuil over de publieke sfeer heeft is in sommige opzichten toepasbaar op Cinema en Theater. Voskuil stelt dat er sprake is van een “counter public sphere”, (komma) zoals zij dat noemt, wanneer het publiek een individuele somatische ervaring heeft en zich er bewust van is dat ook andere mensen deze zelfde somatische ervaring heeft hebben (mensen is meervoud). De ervaring is dan aan de ene kant wel individueel, maar toch ook collectief te noemen. Dit kwam dan bijvoorbeeld voor in de zogenaamde sensatietheaters, waar het publiek individueel rillingen over zijn of haar rug voelde lopen, maar (is 'en' hier niet beter?) zij dit allemaal hadden. Dit kan je terugvinden in het tijdschrift. Alle lezers van het tijdschrift ervaren namelijk de individuele somatische ervaring waarover zij Voskuil (hier zou ik terug Voskuil betrekken) spreekt bij het lezen van de artikelen. Omdat alle lezers deze individuele ervaring hebben, is het collectief te noemen en kan er dus van een gemeenschap gesproken worden. Cinema en Theater voldoet dus aan deze eisen die Voskuil noemt bij de “counter public sphere”.

    De conclusie

    Men kan stellen dat Interactive Fandom dus zeker een rol heeft gespeeld in de formule voor het tijdschrift Cinema en Theater. Ook zijn de doelgroepen van Cinema en Theater gelijk aan de doelgroepen van de Amerikaande movie magazines. De uitzondering is echter de laatste pagina, (komma) waar de doelgroep opeens kalende mannen zijn. Verder is er van een publieke sfeer te spreken in Cinema en Theater, hoewel deze verschilt van de klassieke opvattingen over de publieke sfeer zoals bijvoorbeeld Habermas deze heeft verwoord. Het voldoet namelijk wel aan de eisen van de door Marsha Orgeron genoemde “Remote public sphere” en de “Counter public sphere” van Lynn Voskuil.


    “Moonlight drowns out all but the brightest stars.” - Tolkien

    Frodo schreef:
    Aangezien Square de vorige heeft gedaan en ik ook veel huiswerk heb, zal ik de laatste deeltjes doen ^^
    Ik heb alles tussen haakjes gezet wat ik heb aangepast, of in hoofdletters. Zoals Square al zei, is je grammatica en spelling echt al heel goed (: alles wat ik heb aangepast, is dus eerder muggenzifterij.
    De publieke sfeer in Cinema en Theater

    Als laatste punt in deze analyse, (komma) zullen we bespreken wat publieke sfeer is en of dit is terug te vinden IS in Cinema en Theater (leest makkelijker). Dat brengt ons bij de opvatting van Habermas over wat de publieke sfeer is. Dit Deze wordt namelijk beschouwd als de klassieke theorie over publieke sfeer (je hebt al eens vermeld dat het over publieke sfeer gaat). Wanneer er een vorming van een “sociaal domein” is voor een debat tussen burgers die samen een publiek vormen, wordt dit domein de publieke sfeer genoemd. Volgens Habermas moest dit debat aan een aantal punten voldoen. Zo moesten alle burgers individueel deel kunnen nemen aan het debat, moesten ze dit vrij van externe druk kunnen doen, moest het debat over serieuze onderwerpen gaan die van algemeen belang waren en moest het debat rationeel gevoerd worden. Met rationeel werd dan bedoelt dat iedereen het debat moest kunnen begrijpen en het volledig transparant was.
    Bepaalde punten die de klassieke publieke sfeer bevat, zijn terug te vinden in Cinema en Theater en dan vooral bij de ingezonden brieven onder de column “Film-enthousiasten”. Iedere lezer kon immers individueel brieven insturen en dat konden ze doen vrij van externe druk. Ook was alles te begrijpen voor de lezer en kan je stellen dat het debat of de discussie over de onderwerpen rationeel was. Echter voldoet het onderwerp niet aan alle vereisten van Habermas. Het gaat niet over serieuze onderwerpen die van algemeen belang zijn: het gaat over sterren. Omdat er toch wel overeenkomsten zijn, is uit Orgeron haar stuk op te maken dat Interactive Fandom wel degelijk een publieke sfeer is: de “Remote public sphere”. Het tijdschrift is een soort denkbeeldige gemeenschap die brieven inzendt en op deze manier discussieert. Bovendien stimuleerde het de gemeenschap samen te komen om naar theaters en bioscopen te gaan, waardoor er een daadwerkelijke gemeenschap en publieke sfeer ontstond.
    Ook de theorie die Voskuil over de publieke sfeer heeft is in sommige opzichten toepasbaar op Cinema en Theater. Voskuil stelt dat er sprake is van een “counter public sphere”, (komma) zoals zij dat noemt, wanneer het publiek een individuele somatische ervaring heeft en zich er bewust van is dat ook andere mensen deze zelfde somatische ervaring heeft hebben (mensen is meervoud). De ervaring is dan aan de ene kant wel individueel, maar toch ook collectief te noemen. Dit kwam dan bijvoorbeeld voor in de zogenaamde sensatietheaters, waar het publiek individueel rillingen over zijn of haar rug voelde lopen, maar (is 'en' hier niet beter?) zij dit allemaal hadden. Dit kan je terugvinden in het tijdschrift. Alle lezers van het tijdschrift ervaren namelijk de individuele somatische ervaring waarover zij Voskuil (hier zou ik terug Voskuil betrekken) spreekt bij het lezen van de artikelen. Omdat alle lezers deze individuele ervaring hebben, is het collectief te noemen en kan er dus van een gemeenschap gesproken worden. Cinema en Theater voldoet dus aan deze eisen die Voskuil noemt bij de “counter public sphere”.

    De conclusie

    Men kan stellen dat Interactive Fandom dus zeker een rol heeft gespeeld in de formule voor het tijdschrift Cinema en Theater. Ook zijn de doelgroepen van Cinema en Theater gelijk aan de doelgroepen van de Amerikaande movie magazines. De uitzondering is echter de laatste pagina, (komma) waar de doelgroep opeens kalende mannen zijn. Verder is er van een publieke sfeer te spreken in Cinema en Theater, hoewel deze verschilt van de klassieke opvattingen over de publieke sfeer zoals bijvoorbeeld Habermas deze heeft verwoord. Het voldoet namelijk wel aan de eisen van de door Marsha Orgeron genoemde “Remote public sphere” en de “Counter public sphere” van Lynn Voskuil.


    Hoera voor teamwork. :Y)


    "Just words." "But good words. That's where ideas begin." - Star Trek, The Wrath of Khan

    Square schreef:
    (...)

    Hoera voor teamwork. :Y)


    Haha awsome.x)


    You were born original, don't die as a copy.

    Square schreef:
    (...)

    Hoera voor teamwork. :Y)


    Inderdaad! (krul)


    “Moonlight drowns out all but the brightest stars.” - Tolkien

    Square schreef:
    (...)

    Hoera voor teamwork. :Y)


    Super bedankt allebei. Titels staan in het originele document overigens wel schuin gedrukt. Was even vergeten dat Q dat niet overneemt als je kopieert en plakt :')


    Happy Birthday my Potter!