Omfg, ik heb meteen maar mijn eigen moord als oorzaak gebruikt *\o/* Schoot me tijdens het schrijven ineens te binnen, haha.
Daenerys Éowyn Frey ~ Rebel.
Het was haar niet ontgaan dat Elijah schaamteloos naar de dame had gekeken en ze moest moeite doen niet even met haar ogen te rollen. Alle mannen waren hetzelfde. "Wel, ik heb nog nooit een assistent gehad dus ik zou niet weten wat je nu juist zou kunnen doen.” Ja, Elijah was ook nog altijd geen steek veranderd, zijn acteerkunsten waren behoorlijk belabberd. Haar part had hij een onnozele klus bedacht zodat ze ten minste rond had kunnen kijken, maar in plaats daarvan kwam hij haar om advies vragen. Ergens vond ze het schattig en deed het haar denken aan iets wat een broertje zou doen, maar je zou haar nog eerder dood terugvinden dan dat ze dat hardop zou toegeven. Gelukkig loste het probleem zich al vanzelf op toen de heer des huizes haar vroeg of ze een rondleiding wilde. Kort wisselende ze een veelbetekende blik met Elijah en greep deze prachtkans met beiden handen aan. "Oh, dat is erg attent van u." De glimlach die volgde was niet gemaakt. Al heel snel had ze gezien dat de oudere man de vriendelijkheid zelve was en dat ze niks van hem te vrezen had.
Niet veel later zat ze in de man zijn studeerkamer op een sofa te luisteren naar een monoloog waar geen einde aan leek te komen. Het was een ware verschrikking en het kostte haar steeds meer moeite te blijven glimlachen en door te vragen. De oudere man, Henry, sprak de oren van haar hoofd. Het was dat hij zo vriendelijk was en zich van geen kwaad bewust, anders had ze er al lang een opmerking over gemaakt. Echter kon ze dit niet over haar hart verkrijgen, de man was zo onschuldig en oud, zelfs zij had grenzen. De muur van de ruimte stond vol met gevulde boekenkasten en dat was dan ook waar de man nu wéér over begon, een gedicht dat hij had gelezen. Zijzelf kon slecht lezen, laat staan dat ze iets begreep van de stukken uit gedichten die hij zo nu en dan citeerde. Op een gegeven moment trok ze het dan echt niet meer, maar dit was juist de ruimte waar ze wilde rond kijken en dus zou ze hem eerst weg moeten zien te krijgen. "Dat schilderij op de gang.. " onderbrak ze hem daarom uiteindelijk en Henry hapte toe. "Oh, bedoel je die bij de trap? Dat is mijn overgrootva-" "Ja, die bedoel ik ja, zou ik hem nog eens mogen bekijken? Ik vond hem zo bijzonder." Opnieuw moest ze hem onderbreken, maar de man leek dit slechts even erg te vinden, aangezien zijn enthousiasme het uiteindelijk won en hij haar de gang weer op begeleidde. Al druk pratend over zijn overgrootvader, die Daenerys maar niet kon boeiend, liepen ze over de gangen. Het huis was groot en Daenerys zag hier zowel voor- als nadelen in. Ze probeerde te onthouden welke gangen ze namen en deed dit aan de hand van kleine details, zoals een spinnenweb bij een tafeltje, een lelijk schilderij, een stuk tapijt dat versleten was. Gelukkig had het ook één groot voordeel en dat was dat ze een smoes had voor wanneer ze terug zou komen. "Excuseer mij, ik moet even naar het kleine kamertje, waar is deze?"
Verwoed, maar toch in een poging niet te veel herrie te maken, trok Daenerys het laatje van zijn bureau open. Er lag een stapel papier die Daenerys er voorzichtig uithaalde en neerlegde op het bureau. Haastig nam ze plaats op het puntje van de stoel die bij het bureau stond en deed haar best het kleine handschrift te ontcijferen. Ze had leren lezen en schrijven, maar niet zo goed als ze zou willen en ze moest zich goed concentreren om het daadwerkelijk te kunnen lezen. Haar ogen gleden snel over de regels heen en zo las ze een paar brieven en documenten door. Haar gezichtsuitdrukking werd harder toen het tot haar doordrong wat er stond. Ze waren in gevaar, zij en alle andere criminelen. Doordat een paar lanterfanters onvoorzichtig te werk waren gegaan, er waren meerdere moorden gepleegd, die vorige avond zelfs nog, dus zou er meer bewaking komen. Daarnaast zouden alle criminelen direct aan de galg komen te hangen, zelfs wanneer er weinig bewijs zou zijn. Daenerys slikte en keek naar de brieven in haar handen, toen ze ineens zware voetstappen hoorde. Het nieuws had haar zo geschokt dat ze de tijd niet in de gaten had gehouden en, veel te laat, stopte ze snel de brieven terug in het laatje. "Al vanaf het eerste moment dat ik je zag wist ik dat ik je niet kon vertrouwen, al moet ik toegeven dat je een goede actrice bent," Henry leek een totaal ander persoon toen hij in de deuropening stond. Daenerys dwong haar hartslag omlaag terwijl ze rustig op stond. Het nieuws dat ze net had gelezen gaf haar alle reden om zenuwachtig te worden, maar haar woede overstemde dit. "Kijk eens aan, blijkbaar zijn we beide erg goede acteurs," zei ze bitter. De man waar ze eerder bijna medelijden mee had gehad, vanwege zijn ziekelijke uiterlijk en omdat hij overkwam als iemand met een warme persoonlijkheid, was ineens verdwenen. De man die voor haar stond zag er verweerd uit, alsof hij veel had meegemaakt en dit zijn tekenen had achter gelaten in zijn gezicht, maar ook in zijn hard. In zijn ogen was slechts afschuw en woede af te lezen, misschien wel iets triomfanterijks, omdat hij dacht haar te hebben. Daenerys deed dan ook geen pogingen om alles te ontkennen, deze man wist duidelijk hoe hij zijn vuile spelletjes moest spelen. Zwijgend keek ze toe hoe hij naar een kastje liep en een mes uit een laatje tevoorschijn haalde, de verrassingen hielden maar niet op. Ze liet toe dat hij haar ruw bij haar arm vastpakte, al wierp ze hem wel een paar vuile blikken toe, en liet zich de kamer uitduwen, het mes in haar rug. Ze had Elijah nodig.
"Jij en dat vriendje van je zijn er bij. Had je werkelijk gedacht dat ik niet door zou hebben waar jullie op uit waren?" Ze waren bij de trap aangekomen en hij duwde haar nog altijd voor zicht uit de trap af. "Ik geloof dat je het toch al gelezen had, dus het kan geen kwaad het je te vertellen, maar de maatregelen gaan inderdaad aangescherpt worden." Ze durfde er om te wedden dat deze man, die meer kracht bezat dan ze verwacht had, een triomfantelijke grijns op zijn gezicht had staan die ze er met alle liefde vanaf geslagen had. Wacht, sprak ze zichzelf in gedachten toe, terwijl ze haar woede in probeerde te houden. "Jij en je vrienden zullen naar de galg lopen en ik zal toekijken wanneer ze de grond onder je vandaan trappen en hoe de vogels de dagen erna jullie ogen uit zullen pikken. Jullie zullen op je knieën gaan van angst en vragen om genade, geloof mij maar." Ze zou hem makkelijk aan kunnen, ging het door haar hoofd. Sterk of niet, deze man was op leeftijd en dat was iets wat hij niet zou kunnen maskeren.
Daenerys snoof arrogant. "Ik ken geen vrees," antwoordde ze, maar de man luisterde niet en duwde haar de kamer waar Elijah en de jonge vrouw waren binnen. Meteen zocht ze Elijahs ogen op en probeerde hem, met slechts een blik, duidelijk te maken dat ze serieuze problemen hadden. Henry liet een paar, zo te zien, getrainde bedienden, de rijke stinkerd, haar in de gaten houden terwijl hij de wachters in ging lichten. Zo bleef zij achter met een paar bedienden, Henry's dochter die in paniek al een eind van hun vandaan was gegaan, en Elijah. Daenerys keek Elijah aan en gaf vervolgens een hoofdknikje richting een deur, ze zouden niet via de voordeur kunnen ontsnappen, maar de anderen werden bewaakt door een paar bedienden die meer deden dan alleen eten rondbrengen en poetsen. Daarnaast wilde ze niet dat de dochter van Henry het op een gillen zou zetten en zo de buurt wakker zou schreeuwen. Nee, ze moesten snel handelen en zodra Elijah in beweging kwam zou ook zij in actie komen.
[ bericht aangepast op 25 mei 2014 - 20:03 ]
In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.