• Voor bestaande rol uit de serie altijd even navragen! Zo voorkomen we dat er problemen ontstaan!



    Het verhaal
    Het is na de oorlog en het is weer rustig tussen de landen. De meeste mensen denken dat avatar Korra ondertussen als is overleden en geloven er niet meer in. Toch hebben er een paar hoop dat er een nieuwe avatar op komst is. Ze geloven is deze kleine kans, maar het houdt de mensen wel samen. De stad groeit opnieuw op, net zoals de gevaren in de stad. Ondertussen zijn alle krachten weer gaan groeien. Ondanks dat Amon alle krachten had weggenomen, is alles weer gaan groeien en bloeien


    Rollen:

    Vuurnatie
    - Kasai Atsui Hataro•18•Dangerx
    -
    - Seshku Zuko•18•Ender
    -

    Waterstam
    - Izumi Amaya•18•Lissandra
    -
    -
    -

    Aarderijk
    - Erin Jillian Thorrins•17•Beifong
    -
    - Tilay Beifong•19•LyraPhoenix
    -

    Lucht tempel
    - Ikki•17•Took
    -
    - Tir Jaing•18•TheDarkKing
    -



    -Geen geruzie of gescheld! Na 2 waarschuwingen lig je eruit!
    -MINIMUM VAN 200 WOORDEN!
    -Off topic tussen haakjes () [] {} ||
    -Geen andere rollen beheersen! Je hebt je eigen rol dus hou je ook met je eigen rol bezig!
    -Je mag meerdere rollen. De max is 2 personages.

    [ bericht aangepast op 3 maart 2014 - 21:04 ]


    "I don't have sweet dreams.. I have beautiful nightmares" †

    Kasai Atsui Hataro~Vuurnatie~


    Als Seshku's moeder eenmaal weg is, draai ik me om naar hem en kijk hem met een korte glimlach aan. Ik bijt op de rand van mijn lip en voel de hitte van elektriciteit langs mijn wang strijken, maar me niet raken. Ik slik voorzichtig en sluit mijn ogen kort voordat ik Seshku antwoord. "Ja, blijkbaar is die hier. Hoe wil je de avatar ooit vinden Seshku? Sowieso de reis naar de andere kant duur al ruim 3 dagen!" Zeg ik met een brok in mijn keel en frons licht.
    "We moeten sowieso onze spullen pakken en hoe zal ik ooit aan de Vuurheer kunnen uitleggen waar ik heen ga?" Vraag ik en kijk Seshku aan. Vroeger kwam hij altijd met super goede smoesjes, maar nu wist ik niet hoe ik zou kunnen uitleggen waarom ik misschien wel maanden weg kan zijn. Ik zucht diep en kijk Seshku hopeloos aan. "Trainen klinkt goed, maar ik heb geen idee waar we heen moeten Seshku." Antwoord ik en pak alvast een tas terwijl ik wat kimono's uit mijn kast pak. Snel pak ik een paar schoenen en prop die allemaal in een tas. Ik had nooit gedacht dat ik dit zou doen, samen met Seshku. Ik verberg de tas onder mijn mantel. Ik trok mijn kimono los en verscheen in een outfit met een simpele broek en een omslag shirtje. Ik stak mijn haar snel op en keek Seshku aan. "Ik kan het hun niet recht in de ogen zeggen, dus schrijf ik een brief. Ik zal vertellen dat ik vertrek om de wereld te ontdekken aangezien ik te lang me opgesloten voel." Zeg ik snel en schrijf een kort briefje. Ik kijk Seshku aan en verdwijn via het raam de tuin in. Om een hoekje wacht ik op Seshku tot hij eraan komt.


    "I don't have sweet dreams.. I have beautiful nightmares" †

    Erin Jillian Thorrins × Zeventien × Aarderijk.
    Het laatste wat ik de jongen nog kon horen zeggen was dat hij me wel ergens naartoe kon brengen, maar dat er een 'maar' aanvast zat. Hij bedreigde de mannen van binnen en blies ze weg. Vervolgens stond hij naast me, terwijl ik nog steeds perplex voor de gigantische luchtbizon stond. 'Ik wilde je nog vragen of je hoogtevrees hebt of bang bent voor luchtbizons, maar blijkbaar heb je Ziza al ontmoet.' Ik keek hem aan. Er was maar een woord tot me doorgedrongen. 'Hoogtevrees?' Ik dacht er over na. Ik had alleen hoogtevrees als ik geen vaste grond onder mijn voeten had. Al stond ik op het randje van een gigantische klif, als ik op aarde stond had ik er geen problemen mee. Maar Ziza zag er niet uit als wat ik 'vaste grond' noemde. Maar daar kon ik me op het moment echt niet over beklagen. Ik maak een korte beweging zodat de aarde me naar het zadel van de luchtbizon schiet. 'Waar wil je eigenlijk heen? En ik zou maar snel antwoord geven, voordat ze met versterking komen.' Ik keek van de deur naar de jongen waarvan ik nog steeds zijn naam niet wist. 'Ik zal de elementen moeten leren, dus doe dan de vuurnatie maar. Ik ben Erin trouwens,' zei ik met een zenuwachtig lachje.


    These rings that I'm breaking are making you a personal debt.

    Seshku Zuko... -Vuurnatie-

    Ik kijk naar Kasai en stop even met lopen.
    "Ja, blijkbaar is die hier. Hoe wil je de avatar ooit vinden Seshku? Sowieso de reis naar de andere kant duur al ruim 3 dagen!" Ik knik langzaam even. Drie dagen reizen en deAvatar vinden, of hier zitten wachten tot de Avatar hierheen komt en in onze armen komt gelopen.
    "We moeten sowieso onze spullen pakken en hoe zal ik ooit aan de Vuurheer kunnen uitleggen waar ik heen ga?" Ik kijk naar Kasai. Waar is haar 'ik doe wat ik zelf wil en het maakt me niet uit wat jij denkt'- kant gebleven? Een zachte zucht verlaat mijn mond en ik haal mijn hand even door mijn haren. Ik loop naar haar toe en leg mijn hand op haar schouder. Waar maakt ze zich druk om. Het is niet dat de Vuurheer haar zal missen. En dan is dit niet lullig bedoeld, maar zij is nu ook volwassen. Waarom zou ze verantwoordelijkheid af gaan leggen tegen de man die niet eens haar vader is? Ik had het wel geweten, ik had meteen weg gegaan. Kasai zuchtte diep en kijkt me aan, die blik in haar ogen lijkt wel hopeloos. Waarom heeft ze geen hoop dan?
    "Trainen klinkt goed, maar ik heb geen idee waar we heen moeten Seshku." Ik kijk even weg.
    "De Avatar moet toch ergens zijn? We nemen genoeg goud en zilverstukken mee en we redden het. Vergeet niet, mensen zijn nog altijd bang voor de vuurnatie. Dus als we onze gezichten laten zien krijgen we ook dingen die we willen," Ik kijk haar recht aan, zodat ze kan zien dat ik het meen.
    . "Ik kan het hun niet recht in de ogen zeggen, dus schrijf ik een brief. Ik zal vertellen dat ik vertrek om de wereld te ontdekken aangezien ik te lang me opgesloten voel." Ik knik en laat Kasai haar briefje schrijven. Snel lees ik een paar zinnen en knik dan. Dit moet voldoende zijn. Ik volg haar met mijn ogen tot ze het raam uit is en ik wandel erheen. Ik kijk even rond, als ik zie dat de wachters met hun rug naar mij toe staan, spring ik naar beneden en kom precies achter een paar bosjes terecht. Ik maak een rol en snel dan naar Kasai toe.
    "Hoe ga je de wachters vertellen dat je weg gaan?" Grijns ik lichtelijk en kijk haar aan. Ik trek mijn capouchon over mijn hoofd, zodat vrijwel alleen mijn ogen zichtbaar zijn. Als we de goede wachter hebben hoef k mezelf niet te tonen en kunnen we doorlopen. Maar ze zijn niet te herkennen, ze dragen allemaal hetzelfde.


    Egal was kommt, es wird gut, sowieso. Immer geht 'ne neue Tür auf, irgendwo.

    Tir Jaing || 17 || Luchtnomaden


    Erin begint me wat beangstigend aan te kijken. Ik begrijp het wel wanneer ze het liever niet heeft, aangezien haast alle aardstuurders liever met hun voeten op de grond staan, dan zwevend op een grote luchtbizon. Maar voor een luchtstuurder is het een geweldige ervaring wanneer ze in de lucht zweven of vliegen met een luchtbizon, in mijn geval is dat Ziza natuurlijk.
    "Hoogtevrees?" Vraagt ze. "Tja, aangezien we lastig via land door deze stad kunnen met dit dier, al helemaal wanneer er een paar niet-stuurders dadelijk op ons af komen rennen." Zeg ik wat zwaaiend met me armen om meer duidelijkheid over te geven, probeer het tenminste.
    Nadat ik dat zeg maakt ze een korte beweging die haar afvuurd boven op Ziza, mooi dat ze deze ervaring aanneemt. Tenminste dat moest ook wel aangezien de mannen nu aankomen met versterking, ik vuur me snel af in de lucht en gooi er een bal van wind richting hun kant op die midden in hun groep beland.
    Ik land neer op Ziza en grijp de teugels vast. "Adios sukkels, Ziza go go." Zeg ik. En Ziza maakt een staartbeweging waarna ze opstijgt, door de kracht van haar staart veegt ze nog even de mannen aan flarden en we beginnen te vliegen over de stad heen.
    Na mijn vraag waar we naartoe zouden gaan antwoordt ze alsvolgt. "Ik zal de elementen moeten leren, dus doe dan de vuurnatie maar. Ik ben Erin trouwens." Zegt Erin waarna ik een zenuwachtig lachje hoor. "Tir, Tir Jaing is mijn naam. En is dit de eerste keer in de lucht?" Vraag ik aan haar. "En de vuurnatie is aardig ver ik doe het op één enkele voorwaarde, ik wil jou leraar luchtsturen worden wanneer je het gaat leren." Zeg ik met een lach op mijn gezicht naar haar toe gedraait.
    Onderhand vliegen we al weer uit Ba Sing Se, hoelang ben ik hier geweest één, misschien wel twee uurtjes? Ach dit is wel het begin van een nieuw tijdperk voor de avatar, avatar Erin is nu gekomen wereld dus zet je schrap voor haar grootheid.

    [ bericht aangepast op 24 feb 2014 - 16:45 ]


    Hi, I'm glad you're reading this....but this is worthless. :)

    Erin Jillian Thorrins × Zeventien × Aarderijk.
    'Tir, Tir Jaing is mijn naam. En dit is de eerste keer in de lucht?' Ik knikte ietwat twijfelachtig. Ik vond het helemaal niks in de lucht. Ik had echt veel liever vaste grond. 'En de vuurnatie is aardig ver, ik doe het op een enkele voorwaarde;' zei hij. Ik hield mijn adem in. Wat nou als hij om geld vroeg wat ik niet had? 'Ik wil jouw leraar luchtsturen worden wanneer je het gaat leren.' Een lach was op zijn gezicht te vinden en ondanks de spanning die ik doormaakte lachte ik terug. Ik keek even over de rand om te zien hoe ver we waren, maar trok mijn hoofd meteen terug met een geschrokken ademteug. We waren echt veel te hoog. Maar ik had lang genoeg gekeken om te zien dat we Ba Sing Se uit waren. Ik sloot mijn ogen en probeerde rustig in te ademen. Gelukkig had ik in de vorm van enkelbandjes altijd wat aarde bij me, en deze maakte ik los om me af te leiden. Ik vormde ze om tot allemaal verschillende dingen, maar uiteindelijk lag het teken van Ba Sing Se voor me. Het was toch een soort van thuis, en dat ik er nu afscheid van moest nemen deed pijn. Maar er blijven en opgepakt worden was ook geen optie, dus dan had ik dit liever.


    These rings that I'm breaking are making you a personal debt.

    Tir Jaing || 17 || Luchtnomaden


    Ze lacht naar me terug op de vraag of ik haar luchtsturen mag leren, ik weet dat er een oorlog aanbreekt. Er ontstaan steeds meer rellen tussen stuurders en niet-stuurders, plus met dat ze de avatar niet zouden willen is het wel duidelijk dat ze oorlog willen tegenover de stuurders. De luchtnomade weten er al van en daarom waarschuwden ze me ook op mijn reis.
    Maar wie had gedacht dat ik op de vlucht ben voor de Orde van de Witte Lotus om de avatar te helpen met het redden van de wereld en dat ik hoge kans heb op het zijn van haar luchtstuur leraar te zijn.
    Achter me hoor ik een ademteug vandaan komen. "Gaat het?" Roep ik naar achteren.
    Al in de verte zie ik de Slangenpas tevoorschijn komen. "Dames en heren als u nu naar rechts kijkt ziet u de Slangenpas in al haar glorie." Roep ik wanneer we erlangs komen. De gigantische slang die daar leeft heeft tevens ook haar vorige leven aangevallen en waarschijnlijk nig vele anderen, een mooi maar gevaarlijk beest is het toch.
    Ik zie aan de zon dat het al aardig laat begint te worden, niet genoeg tijd meer om aan te komen bij een dorp. "Ik ga dedalijk landen in De Grote Afgrond, heb je daar problemen mee?" Vraag ik aan haar en ik begin wat lager te vliegen met Ziza als voorbereiding op een eventuele landing.


    Hi, I'm glad you're reading this....but this is worthless. :)

    Erin Jillian Thorrins × Zeventien × Aarderijk
    'Gaat het?' roept Tir naar achteren. Ik knikte met gesloten ogen. Even vlogen we in stilte, maar toen hij weer begon te roepen opende ik mijn ogen. 'Dames en heren als u nu naar rechts kijkt ziet u de Serpents pass in al haar glorie.' Ik lachte om zijn opmerking, maar mijn blik veranderde meteen in waakzaam toen ik de gigantische slang uit het water omhoog zag komen. De lucht werd steeds donkerder, en ik keek vragend naar Tir. 'Ik ga dadelijk landen in The Great Devide, heb je daar problemen mee?' Ik schudde snel mijn hoofd. Een gigantische afgrond vol rots was precies wat ik nu nodig had. Ziza begon langzaam te dalen. Zodra we dicht genoeg bij de grond waren - wat voor mijn zo'n tien meter erboven was- sprong ik van de rug van het gigantische dier af en landde soepel op het harde steen. Daar liet ik me achterover vallen en maakte een steenengel. 'Ahh, dat is beter. De lucht is een ramp. Geef mij maar liever stevige, harde aarde,' mompelde ik. Na een minuut of wat kwam ik weer overeind en krabde me ietwat gegeneerd in mijn nek. 'Sorry, ik heb het gewoon niet zo op lucht. Niets persoonlijks, hoor.' Ik ging in een stevige positie staan en maakte een tent uit de harde rotsen. 'Zo, dat zou ons moeten beschermen tegen de Canyonkruipers. Heb je dekens of kussens bij je?' vroeg ik.


    These rings that I'm breaking are making you a personal debt.

    Tir Jaing || 17 || Luchtnomaden


    Ze begint te lachen na mijn opmerking over de Slangenpas, ach lachen kon wel even wanneer ik ook zie dat er zwarte wolken opkomen, zwarte wolken afkomstig van schepen die door de Slangenpas gaan. Wat zouden ze vervoeren? Vraag ik bij mezelf af, wapens, soldaten, voertuigen.
    Ik hoor geen antwoord op mijn vraag vandaan komen, wat ze wel doet is duidelijk nee schudden met haar hoofd, maar het leek me al dat ze het geen probleem zou vinden en het wel leuk zou gaan vinden wanneer ze weer met beide benen op de grond staat, aangezien ze een aardstuurder is.
    Wanneer Ziza zo ongeveer tien aan elf meter boven de grond zweeft springt Erin van hem af. Ik kijk even naar beneden om te zien of het goed gaat met haar, zover ik kan zien is er niks ernstigs en ik begin verder te dalen naar beneden.
    "Ahh, dat is beter. De lucht is een ramp, geef mij maar liever steviger, harde aarde." Zegt Erin die ondertussen bezig is met een steenengel te maken. Ik ben alvast aan het uitpakken van de spullen die ik mee heb, een kussen, een deken, drie zakken met goud en zilver stukken en eten voor drie weken nu eigenlijk één aan anderhalf omdat we nu met zijn tweeën zijn.
    "Sorry, ik heb het gewoon niet zo op lucht. Niets persoonlijks, hoor." Zegt Erin. "Ach ik heb het niet zoveel op de grond, maar toch hebben je alles in de wereld nodig om in balans te blijven." Zeg ik.
    Erin begint weer overeind te krabbelen en staat weer op een stevige positie waaruit ze een tent maakt van harde, stevige rotsen uit de bodem. "Zo, dat zou ons moeten beschermen tegen de Canyonkruipers." Zegt Erin. "Ja dit moet wel lukken, of ze moeten ineens met zijn tienen komen opdagen, maar hoe groot is doe kans." Zeg ik.
    "Heb je dekens of kussens bij?" Vraagt Erin aan me. "Ja, maar ik heb maar één set, maar de deken is wel groot genoeg om te scheuren." Zeg ik. Ik pak de deken uit mijn tas en scheur hem door midden waarna ik het aan Erin aanbied. "Hier." Zeg ik.
    "En heb je trouwens honger, ik heb ook eten bij als je wilt." Zeg ik. En ik pak een zak met eten uit de tas waarna ik het ook aanbied aan haar.


    Hi, I'm glad you're reading this....but this is worthless. :)

    Erin Jillian Thorrins × Zeventien × Aarderijk
    'Ach, ik heb het niet zoveel op de grond, maar toch heb je alles in de wereld nodig om in balans te blijven,' zei hij. Ik knikte, wat hij zei was best wijs. Dus het was waar wat ze over luchtnomaden zeiden. Toen ik de tent had gemaakt zei hij; 'Ja, dit moet wel lukken, of ze moeten ineens met zijn tienen komen opdagen, maar hoe groot is de kans.' Ik knikte weer. 'We zijn wel twee benders, dus dan komen we er vast alsnog wel uit.' Vervolgens haalde hij een deken uit de tas van Ziza en scheurde die doormidden. Ik pakte dankbaar het deken aan, en liep de tent in. Daar maakte ik twee soort van bedden, waar ik mijn deken oplegde. Als er nu een vuurstuurder bij was geweest, was het niet nodig. Maar het kon in de Devide flink koud worden, zelfs als je de wind had afsloten als aardestuurder. Bij mij maakte ik -zonder aardesturen- een zacht kussen van zachte, ietwat klamme aarde die ik bij een rivier een stukje verderop vond. Toen ik terug was zag ik dat Tir een tas met eten had. 'En heb je trouwens honger, ik heb ook eten bij me als je wilt,' zei hij. Ik keek er ietwat twijfelend naar, aangezien het als een magneet was voor Canyonkruipers. Maar het rommelende gevoel in mijn maag was sterker, vele malen sterker dan de angst die ik voor de beesten had. Dus ik pakte dankbaar een broodje aan, waar ik aan begon te knabbelen.


    These rings that I'm breaking are making you a personal debt.

    Tir Jaing || 17 || Luchtnomaden


    Ze knikt een paar keer op mijn vragen en nam de halve deken met alle genoegen van mij aan. ''We zijn wel twee stuurders, dus dan komen we er vast alsnog wel uit.'' Zegt Erin tegen me na de conclusie over de stenen tent.
    Via aardsturing maakt ze twee bedden, nou ja ze zijn hard, koud en van steen dus bedden zijn het niet echt.
    Erin loopt de tent uit naar om opzoek te gaan naar iets, uiteindelijk kwam ze terug met een eigen kussen gemaakt van wat klei en droog aarde. ''Knap.'' Zeg ik tegen haar.
    Op mijn verzoek of ze eten wilt twijfelt ze wat, begrijp het wel Canyonkruipers kruipen hier overal en dat eten trekt ze aan zoals licht muggen aantrekt. Maar je moet toch niet verhongeren dacht ze waarschijnlijk aangezien ze toch het eten van me aanneemt.
    Het begon al aardig koud te worden in dit bouwwerk van steen. Hadden we maar iemand die kon vuursturen op dit moment, dat is veel makkelijker dan een vuurtje maken van hout en vuurstenen. ''Ik ga maar wat hout en vuurstenen zoeken, ben zo terug.'' Zeg ik en ik loop de tent uit terug de frisse lucht in.
    Ik zoek naar droge takken, gaat aardig goed aangezien ik al snel genoeg heb. Maar de vuursteen is een ander verhaal, verschrikkelijk dat ik steen na steen moet bekijken en dan moet zien dat het weer geen goede is, uiteindelijk had ik er genoeg van en gebruikte ik mijn vlieger om in de lucht te gaan zoeken naar eventuele plekken waar die stomme stenen kunnen zijn.
    Eindelijk vind ik een steen, maar niet op een juiste locatie. Canyonkruipers geweldige beesten, als je van dood gaan houd. Stilletjes probeer ik langs die dieren te sluipen, één voor één laat ik ze niet wakker maken. Uiteindelijk pak ik de steen. ''Yes!'' Roep ik.
    Maar door mijn gejuich maak ik meteen die roede Canyonkruipers wakker. Snel vlieg ik omhoog en probeer zo snel mogelijk te vliegen naar de tent toe.
    ''Erin! Ik heb het verknalt!'' Roep ik onder dat ik rennende Canyonkruipers achter me hoor.


    Hi, I'm glad you're reading this....but this is worthless. :)

    Erin Jillian Thorrins × Zeventien × Aarderijk.
    'Ik ga maar wat hout en vuurstenen zoeken, ben zo terug.' Ik knikte weer en liet hem gaan. Ik was toch niet zo'n sociaal wezen. In het begin hield ik hem wat in de gaten, maar dat begon saai te worden dus ik begon de buurt te inspecteren. Ik vond een ijzeren kar die we misschien zouden kunnen gebruiken, die waarschijnlijk ooit in de diepte was gestort. Er zaten namelijk flink wat deuken in en het roest zat er op. Ook had ik een skelet in de buurt gevonden. Met moeite duwde ik het ding doormiddel van een muur van aarde terug naar de tent, en net op dat moment kwam Tir in paniek aanvliegen. 'Erin! Ik heb het verknalt!' Ik keek verbaasd op, en zag toen de gigantische meute Canyonkruipers. 'Oh Tir, kom op!' riep ik ergerlijk. Ik sprong overeind en sloeg de snelsten naar achteren met rotsen. Ik keek naar de groep, het waren er erg veel. Mijn blik gleed naar de kar, en toen naar mijn handen. Ik maakte een beslissing. Mijn 'vader' had altijd gezegd dat ik aanleg had voor metaalsturen. Ik wist niet of het een grap was of niet, maar ik ging het proberen. Ik rende naar de kar en legde mijn handen erop. Ik concentreerde me uit alle macht, en sloot mijn ogen. Ik voelde het metaal meebewegen onder mijn handen, en opende mijn ogen. Ik had het ding samengeknepen in mijn handen, en mijn blik begon te stralen. 'Tir, ik kan metaalsturen!' liep ik blij uit. 'Ik kan het!'


    These rings that I'm breaking are making you a personal debt.

    Tir Jaing || 17 || Luchtnomaden


    Het lijkt wel dat er steeds meer en meer Canyonkruipers achter me aankwamen. ''Oh Tir, kom op!'' Roept Erin naar me wanneer ze vrienden van me ziet. ''Sorry, is niet mijn schuld dat ze om de vuursteen heen sliepen! Maar wel dat ik ze wakker maakten.'' Zeg ik in de hoop dat ze het laatsten niet hoorden.
    Ik land maar dan op de grond en probeer zoveel mogelijk Canyonkruipers weg te blazen met mijn luchtsturing, het lijken er wel oneindig veel te zijn.
    Onder het vechten door zie ik Erin staan bij een oude, verroeste en ijzeren kar. ''Wat doe je, kom me helpen!'' Roep ik. Ookal verdien ik dit ook wel, maar dit is niet het goede moment om te gaan staren naar een ijzeren mijn kar. Ik blaas wat Canyonkruipers weg tegen de stenen wanden van De Grote Afgrond.
    Ik kijk weer naar Erin en zie dat er wat metaal op haar arm staat te verspreiden. ''Tir, ik kan metaalsturen!'' Roept Erin naar me toe. ''Geweldig hoor, maar kun je me hier ook helpen?'' Vraag ik aan haar nog steeds vechtend tegen de enorme hordes. ''Ik kan het!'' Roept ze nog even daarna. '' Erin help nou toch, jij bent immers de avatar niet ik!'' Roep ik naar haar. En ik blaas met mijn hand een Canyonkruiper van me vandaan.
    Na al die hordes komen ze lekker nog terug met meer. ''Ja nu ben ik het zat.'' Zeg ik. En ik maak een luchtscooter waarna ik hem afvuur met mijn voeten naar de Canyonkruipers toe.


    Hi, I'm glad you're reading this....but this is worthless. :)

    Mt


    Vampire + Servant = Servamp

    Tilay Beifong//Aardenrijk
    Met een lange stok in mijn handen geleund liep ik over de zachte aarde. De koele wind blies door mijn haren en ik luisterde naar de zang van de vogels. Zachtjes zette ik mijn voeten verder op de droge aarde voor me.
    Een zachte trillingingen kropen door mijn lichaam en vertelde me precies waar een boom of obstakel was. Ik wilde weer een stap zetten als ik het geluid van zware schoenen hoorde. Ik wende mijn hoofd naar het geluid. 'Ik zei toch, dat ik even alleen wilde zijn,' zei ik kill. De persoon, waar hij of zij maar stond begon te spreken. 'Maar, je moeder verwacht je binnen waar het veilig is.' Het was overduidelijk een mannenstem.
    'Ja, en.. Ik ga pas naar binnen als ik zin en tijd heb, ik wil genieten van de buitenlucht, en moeder ontneemt dat alleen maar,' ging ik verder en leunde weer terug op de stok.
    Ik haatte het dat ik blind was, soms wou ik dat ik niet werd behandeld als een kind dat niets mag. Ik was niet altijd blind geweest. Door een heftige brand heeft het zo aangetast dat ik alles wazig zag, tot op een zekere avond waarbij ik voor altijd die donkere leegte bleef zien.
    Ik zuchtte zachtjes. 'Goed, ik ga wel mee, maar ik ben niet van plan om niets te gaan doen,' zei ik en liep via andermans voetstappen in de richting waar het huis zou moeten staan.


    Vampire + Servant = Servamp