• Het is het jaar 2039 en de maatschappij is vrijwel geheel vernietigd na vele oorlogen. Overal in de wereld heerst er een crisis en 'normaal werk' bestaat vrijwel niet meer zonder dat je overvallen en/of vermoord wordt voor geld. Men komt op allerlei manieren aan hun geld doordat ze in paniek raken om te overleven. De werelddelen worden niet langer geleid door de regeringen, maar door bedrijven.
          Er zijn geruchten dat het machtigste bedrijf, [Elektro Corporations], elk jaar een levensgroot spel organiseert: een gevechtstoernooi voor geld, een miljoen om precies te zijn.
          Het doel is dat je het geld van je tegenstander afpakt zonder dat je, je eigen geld kwijtraakt. Enkele mensen worden uitgenodigd om hieraan mee te doen en krijgen een koffer met een miljoen met een simpel briefje opgestuurd: “Alleen openmaken als je mee wilt doen”.
    Ze worden in een groot huis gedropt waar ze het misleidende spel zullen spelen en duizenden mensen naar hun kunnen kijken. Overal in het huis zijn namelijk camera's geplaatst zonder dat hun het weten.
          Maar als iemand het geld kwijtraakt, zadel je diegene ook op met een gelijkwaardige schuld. Zou jij iemand voor een miljoen in de schulden steken, zodat jij je miljoen kunt krijgen? Zelfs als het een dierbare was?




    Zie onder de spoiler de foto's van het huis.
    Voorkant.
    Achterkant.
    Hal.
    Hightech 3D televisie in de hal voor de aankondigingen en ander nieuws. Foto 2; deze is eigenlijk meer om te laten zien wat voor effect 3D het geeft.
    Bij de woonkamer.
    Keuken.
    Bij de slaapkamer.
    Badkamer.
    Sport ruimte (inc. bokszakken.)
    Sport ruimte 2 (waar de gevechten zich plaats vinden.) - Ik kon geen goede foto ervoor vinden, maar het is zo'n soort ruimte en zo zijn de muren. Je moet je indenken dat het reageert op je stem, dus je kan zeggen wat voor ruimte je wilt om in te vechten (behalve als de spelleiders al iets voor je bedacht hebben).
    Recreatie.


    Rollen:
    Team 1.
    Rochelle Alesha Owens | Murdock
    Mikaela Hailey Hayes | Disaronno

    Team 2.
    Xavier Roman Jones | Opalia
    Brianna Valeria Felicity Amoris | Magnus

    Team 3.
    Callum Joshua Wakefield | Sigil - 4 t/m 15 Juli op vakantie.
    Roxana Jacey Wakefield | Makaveli

    Team 4.
    Rogier Brooks | Arqueiro
    Forrest Rochester | Kassiopeia - 3 juli tot 13 juli op vakantie/16 juli tot 28 juli op kamp.

    Team 5.
    Alex Michael Magini | Magnus
    Jayden Falks | Makaveli.

    Regels.
    • Je hebt 48 uur om je gereserveerde rol in te vullen. Red je het niet? Stuur mij (Chiroptera) en/of Sigil een berichtje met de reden.
    • Er worden groepen gemaakt, maar deze zal ik maken om het eerlijk te houden.
    • Bestuur elkaars personages niet. Alleen die van jezelf.
    • Vermoord geen andere personage zonder toestemming.
    • 16/18+ is toegestaan, maar zet er een waarschuwing boven.
    • Geen perfect personages! Er zijn ook negatieve eigenschappen.
    • In deze RPG moeten de posts 300 woorden bevatten. Minder mag niet en ik(Chiroptera)/Sigil zal erop letten.
    • Naamsveranderingen doorgeven.
    • Alleen Chiroptera/Sigil openen de nieuwe topics.
    • Let op je spelling en grammatica.
    • Er mogen banden gesloten worden, maar geen liefdesrelaties!

    Regels spel.
    • Elkaar niet vermoorden.
    • Er worden 4/5 opdrachten gegeven, waar daartussen ook nog gevechten worden georganiseerd.
    • Deze opdrachten moet je met je eigen team oplossen, dus niet die van de ander.
    • Deze moeten uitgevoerd worden, zonder tegenstribbelen.
    • Na elke opdracht en/of gevecht begeef je, je richting de hal waar de melding/vergadering word begeven wie er op de eerste plek staat.
    • Je mag maar twee wapens mee brengen.

    De volgende dag:
    Het is een zonnige dag, 20 graden, maar er staat wel een zachte windbries.
          Als je personage zich naar beneden begeeft, word er eerst een vechtfilmpje afgespeeld ter begroeting en dan opent het met de teams die in beeld komen, waarna de spelregels er zich onderaan volgen. Of je de anderen waarschuwt of niet, het filmpje begint niet opnieuw – maar het beeldscherm blijft wel met de teams en regels staan als alle gevechten geweest zijn; dan verdwijnt het weer met een nieuwe melding, maar dat ziet je personage dan weer.

    Gevechten.
    Murdock – Opalia
    Sigil – Makaveli
    Kassiopeia – Arqueiro
    Disaronno – Magnus
    Jayden – Alex.

    De gevechtsruimte - element: Water.

    [ bericht aangepast op 9 juli 2014 - 17:57 ]


    Don't walk. Run, you sheep, run.

    Forrest Rochester




          ”Waarom wachten tot morgenvroeg als het vanavond al kan?” Rochelle grijnsde haar parelwitte tanden bloot. Er hing een uitdagende blik in haar donkerbruine ogen, alsof ze afwachtte wat Forrest daar op te zeggen had.
          ”Simpel,” antwoordde Forrest, die haar uitdagende grijns kopieerde. “Omdat ik voor niets anders vroeg uit bed wil gehaald worden.”
          Na een stevig – en welkom – ontbijt, werd Forrest weer helemaal het huis doorgesleurd door de overenthousiaste Rochelle. Hij kon niet zeggen dat ze er slap uitzag, nog dat ze slap was. Je moest zelf al flink gespierd zijn om uit haar greep te ontsnappen. Dat was Forrest wel, maar behalve dat had hij daar gewoon geen zin in. Hij genoot wel van die plotse vrouwelijke aandacht, hoewel ze zoals alle andere vrouwelijke individuen die hij ontmoet had, enkel met hem wilde vechten.
          Rochelle kreunde toen Forrest haar een ferme klap gaf in haar zij. Forrest bleef aanvallen en dreef haar een hoek in. Opeens nam Rochelle zelf het heft in handen en ging zij plots over tot de aanval, voorafgegaan door een goedgeplaatste schijnbeweging. Ze betaalde hem zijn eerste streek terug, door hem een ferme slag in zijn maar te geven. “Ga vooral zo door als je wil dat ik je onderkots,” siste Forrest toen hij zich hersteld had van het dubbelklappen, dat nog steeds als een reflex ging. Rochelle leek steeds meer op dreef te worden en hoewel het een vriendschappelijk gevecht was, leek ze nogal pissed te zijn om het een of ander. Dat was in ieder geval toch wel duidelijk toen ze Forrest aan zijn been onderuit trok en zich bovenop hem liet zakken. Hoewel het best pijn deed, kon Forrest geen grijns onderdrukken. “Harde tante.”
          Rochelle was ondertussen over hem heen gebogen en hij kon haar lippen langs zijn oor voelen schuren. Hij kreeg kippenvel van haar adem in zijn nek en op een bepaald moment had hij zelfs bang dat ze in zijn oor ging bijten toen ze haar mond opende. Gelukkig begon ze te praten. “Je hoeft je niet in te houden omdat ik een chick ben, ik ben alles behalve broos.” Rochelles handen gleden over zijn armen naar beneden, tot ze zijn polsen bereikt had.
          Even had hij gewacht, zo’n vijf seconden. Het was misschien slimmer van haar geweest als ze ook zijn benen tegen de grond had gehouden, dan had hij nu niet de kans gekregen om om te rollen. Hij moest toegeven dat ze sterk was en best zwaar. De botten in zijn onderrug kraakte toen zijn romp niet gelijk omrolde met zijn benen. Ze had hem nog stevig in haar greep toen hij recht probeerde te komen en kon zo niet recht komen. Daarom gaf hij een stomp naar achteren, ook al keek hij niet uit waar hij haar raakte. Zolang het maar flink raak was. De stomp met zijn voet was enkel om haar af te leiden, zodat hij zijn polsen uit haar greep kon draaien. Eenmaal vrij nam hij een beetje afstand en kruiste zijn armen over elkaar. “Ik geef toe dat ik me inhield,” begon hij, voor hem was het gevecht gedaan, maar toch hield hij zich op z’n hoede voor het geval dat Rochelle daar anders over dacht. “Ik heb geen probleem met vrouwen slaan, maar ik wil niet degene zijn die je leuke snoetje verbouwt.” Ze kon het maar beter als een compliment zien, aangezien hij haar lichaam niet om zeep naar helpen. “Daarbij moeten we zelf nog vechten straks en dat kunnen we beiden niet als we al bont en blauw zijn.”


    "Do not be angry with the rain; it simply does not know how to fall upwards.” - Vladimir Nabokov


    Xavier Roman Jones | Xanthe
    †††

          Hoewel de spanning tussen hen duidelijk aanwezig was,vond hij het een behoorlijke mood killer als ze de hele act in een keer zouden laten vallen en elkaar zouden bespringen. Zo zat hij niet in elkaar. Voor het gevoel moest hij eerst al zijn troeven uit hebben gespeeld voor hij over zou gaan op het echte werk. Met de ervaring die hij had zou het niet moeilijk worden om haar helemaal op de stang te jagen, haar zo gek krijgen dat ze alleen maar zou blijven smeken om meer. Die gedachte stond hem wel aan.
          Al deze praktijken die ze uit voerde waren simpelweg voor een doel : het behalen van hun genot. Het ging hier niet om speciale gevoelens. Ze waren op de een of andere manier tegen elkaar opgelopen en nu stonden ze hier. Een vreemde samenloop van gebeurtenissen maar daar zou hij niet om gaan zitten treuren. Als je zoiets werd aangereikt, dan moest je er rijkelijk gebruik van gaan maken. Wie gaf hem daarin ongelijk?
          Na zijn vraag had ze hem aangekeken met haar pretoogjes. Omdat hij haar niet goed kende – eigenlijk niet – wist hij niet hoe hij dat plaatsen moest. In elk geval niet negatief. Maar de verdere gedachten kwam niet bij hem op. Wellicht omdat hij een man was. Hij hield zich niet zo bezig met dergelijke dingen.
          Ze waren hier best serieus bezig, maar haar lachbui doorbrak toch de spanning op de een of andere manier – waardoor hij zijn gespannen houding ook iets meer af liet zwakken. Ze was knap als ze lachte, daarbij was het geen lelijk geluid wat zijn gehoorgang binnen drong.
          “Natuurlijk. Moest ik anders mijn lach inhouden?” vroeg ze hem, voor ze hem nog een warme glimlach schonk.
    Hij haalde zijn schouders op. ‘Nooit doen wat je niet wil is mijn advies hier in, dat doe ik immers ook nooit,’ vertelde hij haar met een grijns – zo’n typische kleine-jongens-grijns.
          “O, ik weet précies waar ik aan begin.” Had ze hem met een verborgen flikkering in haar ogen gezegd. “Maar ik heb zoveel verschillende keuzes om ermee te beginnen,” Haar plagerige manier verborg de sensuele toon die ze erin had verstopt, deze pikte hij er echter moeiteloos uit. Hoe deed ze dat? Hij was meestal degene die kon praten op de meest verleidelijke tonen – zelfs zonder plagende toon. Maar zij wist er ook behoorlijk mee uit de voeten te komen. Wat hem best aan stond. Ergens was ze een vrouw naar zijn hart in haar doen en laten. Helaas voor haar zou ze dat nooit te weten komen, want zodra dit hele ‘spel’ afgelopen was, zou hij haar vast en zeker nooit meer terug zien.
          Zijn blik gleed naar haar hand. Deze liet ze heel zorgvuldig over zijn borstkas naar beneden toe. Het wakkerde het vuur in zijn onderbuik aan, wat hij tot dusver nog sluimerend had kunnen houden. “Ik zou graag enkele suggesties vragen, maar..” begon ze langzaam, haar hand stopte op zijn onderbuik, waardoor hij een mondhoek op trok. “Dat zou niet erg spannend zijn, of wel?”
          ’Het is maar net hoe je er tegen aan kijkt,’ wierp hij daar op terug. Hij boorde zijn blik vast in de hare, uitdagend, speels. Het kon hem niet te gek zijn op het moment.
          Het was al vertrouwen genoeg dat hij haar zomaar al de shampoo uit zijn haren liet wassen. Meestal zocht hij overal een motief achter – alsof ze hem elk moment neer kon steken met een mes nu. Het waren paranoïde gedachten, wie nam er nu immers een mes mee de douche in? Zo zat hij nu eenmaal in elkaar. Maar hij kon wel genieten van haar behandeling.
          “Ja? Ben je zo goed dan?” vroeg ze hem plagerig. Hij opende zijn ogen en keek naar haar onschuldige gezicht. Zoals hij daar straks ook al had gezegd ‘ er is maar een manier om daar achter te komen. Afwachten,’ een goede magiër gaf het geheim van zijn beste trucs immers ook niet weg.
    Beide vervielen ze nu in hun rol als man en vrouw. De man was ervoor gemaakt om over te komen als een machtig , dominerend persoon. Terwijl de vrouw moest verleiden en liefelijk moest zijn. Hij wist niet of ze het tweede kon, maar in het eerste onderdeel was ze officieel geslaagd. Zoals ze tegenover hem stond, maakte dat de sfeer weer in een fractie van een seconde om sloeg. Het echte werk zou weldra gaan beginnen en hij wou daar geen seconde van missen.
    Hij sloot zijn ogen bij het voelen van haar lippen tegen zijn wang. “Dan is er geen andere manier,”
    Zacht lachend probeerde hij haar blik te vangen. Hun huid plakte aan elkaar. Dankzij de stoom wat van het water af kwam, ontstond er een broeierige situatie in de kleine cabine.
          Tot dusver had hij zichzelf nog een redelijk passieve rol aangemeten. Hij wou eerst zien waar ze zelf mee op de proppen kwam. Zijn woorden brachten hem vaak waar hij komen wou. Nu ook. Hij liet haar de douchegel over zijn borst heen smeren.
    “Hmm, zal ik hier beginnen?” vroeg ze hem zacht voor haar vingers een heel andere richting op dwaalden. “Of hier?” Vroeg ze op een quasi nadenkende manier en een onschuldige blik.
    Met een stalen gezicht keek hij haar aan. ‘waar jij denkt dat goed is. Wat jou straks aan dat ultieme genot gaat helpen,’ vertrouwde hij haar met een geheimzinnige stem toe. Zijn vingertoppen speelden langs haar heupen richting haar billen, waar hij plagend in kneep.
          Zijn handen gleden steeds een stukje verder naar boven naar mate ze verder naar beneden afzakte. Hij hield wel van deze aanpak als hij eerlijk moest zijn. Afwachtend met wat ze zou doen, hield hij haar scherp in de gaten. Zijn blik gericht op haar gezicht , voor zover hij deze zien kon. Ze keek hem enkele tellen aan met een zekere onzekerheid. Maar deze verdween als sneeuw voor de zon zodra hij zijn eigen blik uitdagend naar voren liet komen.
          Tatoeages of niet, hij vond haar perfect. Hijzelf had respect voor zijn lichaam en had gewoon nooit overwogen om zo’n plaatje te laten zetten. Wat moest hij er immers op zetten? Maar hij was wel van mening dat zijzelf ook wel respect had voor haar lichaam. Ze uitte het enkel op een andere manier.
          Iemand die nu de badkamer in kwam, zou enkel kunnen meegenieten van twee vlekken achter een beslagen stuk glas. Er was niets spectaculairs aan – tot je de cabine in stapte.


    The woods are lovely, dark and deep. But I have promises to keep, and miles to go before I sleep.

    Rogier Brooks

    Wachten was iets wat ik nooit leuk gevonden had. Ondertussen kwam er nog iemand de keuken binnen, een jongeman deze keer. 'Mogge,' zei hij en ik begroette hem terug met 'goede morgen'. Even bekeek ik hem en ik bedacht me dat ik hem gisteren niet gezien had. Vermoedelijk was hij pas aangekomen, toen ik al op weg was gegaan om een kamer te zoeken. Echter hield ik mijn aandacht niet lang bij hem en ging deze weer terug naar het koffiezetapparaat dat naar mijn idee tergend langzaam was. De jongeman kwam ook bij er ook bij staan en niet lang daarna was de koffie eindelijk klaar. Ik pakte mijn koffie deed een paar stappen opzij en leunde met mijn billen tegen het aanrecht, al kon ik er ook op gaan zitten als ik dat wilde. Eigenlijk stond ik hier wel goed. Ik kon de hele keuken overzien, maar stond opzicht wel op een rustige plek. Prima naar mijn zin.
    Kleine slokjes nemend van mijn koffie, omdat het nog behoorlijk warm was, volgde ik het gesprek tussen Felicity en de jongeman die Alex bleek te heten. Even later liep Callum naar buiten en ik keek hem nog even na. Ik wist op het moment echt niet wat ik van hem moest vinden. Opzich had ik hem wel aardig gevonden, maar het feit dat hij mij bedreigd had en enkele van de dingen die hij over zichzelf had vertelt. Nee, dat kon er bij niet echt in. Met deze gemengde gevoelens keek ik hem ook na, nu een normale slok van mijn koffie nemend.
    'Jongen met de donker krullende haren die niet Alex is?' hoorde ik Felicity toen vragen en ik keek haar met opgetrokken wenkbrauwen aan, nadat ik vermoedde dat ze mij bedoelde. Ik was momenteel de enige andere man in de keuken. Al kon ik het niet bepaald op prijs stellen dat ze me een jongen noemde. Jongen, serieus? Ik was 28! Iemand van die leeftijd wilde echt geen jongen meer genoemd worden. Met mijn vrije hand speelde ik wat met het staartje waarin ik mijn haar had gedaan om daarna een losgeraakte pluk achter mijn oor te vegen.
    'Wat is er?' vroeg ik haar, waarna ik toch maar op het aanrecht ging zitten. Mijn benen kruiste ik en met regelmaat tikte mijn onderste voet tegen de kasten onder het aanrecht aan. 'Ik zou het trouwens op prijs stellen als je me geen jongen meer noemt. Mijn naam is Rogier.'
    Ergens was ik wel nieuwsgierig naar wat ze wilde, maar zin om op te staan had ik ook niet. Ik zat wel lekker hier.

    Roxana Jacey Wakefield. •
    'Nooit doen wat je niet wil, is mijn advies hierin. Dat doe ik immers ook nooit.' Had hij haar met een grijns verteld, waar ze een klein knikje op had gegeven. "Geloof me, dit wil ik," had ze liefjes gezegd, terwijl ze hem aan bleef kijken.
          Ze had het op het begin leuk gevonden, leuk geleken, om mee te doen aan zo'n spel. Ze dacht dat ze niet gecharmeerd werd door iemands anders charme en daden, maar deze man deed dat wel en ze vond het zelfs bijna jammer dat als het spel voorbij was – ze hem niet meer tegen zou komen. Het was dan ook de reden dat haar lichtelijk ondeugende blik ietwat veranderde in een vragende twinkeling in haar ogen, maar voor de rest deed ze niks met die gedachte. Wat zou ze moet zeggen? Hoe zou hij denken van haar daarna? Dat ze gek was, dat was zeker. Nee, dit was alleen vanwege de lust – en dat mocht ze best.
          Ze wreef met haar wijsvinger, ofwel streelde meer, over zijn borstkas, terwijl ze dicht bij hem stond – haar hoofd kon ze op zijn schouder leggen, zo dicht, maar dat deed ze niet. Ze vond dat daar verder niets seksueels aan te geven was, maar dat het meer het tonen van liefde was. En dat was hij niet. Hij was niet haar liefde.
    En oh, ze kon erg lief zijn – als ze wilde. Maar dat lag geheel aan de persoon en de situatie. Het was dan ook wat voor soort lief je dan precies bedoelde..
          'Waar jij denkt dat goed is. Wat jou straks aan dat ultieme genot gaat helpen,' had hij haar met een geheimzinnig toontje verteld. Zijn vingers gleden soepel langs haar heupen, waarna hij plagend in haar billen kneep. Ze moest hierdoor grinniken – en dan niet het soort grinniken dat meisjes soms doen als ze verlegen zijn, maar het soort dat het haar wel aanstond. Het soort dat ze er graag verder in meegetrokken werd en hij haar zo vaak als hij wilde haar mocht aanraken.
          Zijn vingers gleden stuk bij stukje weer naar boven toen ze hem kusjes over zijn buik naar beneden gaf. Ze voelde dat zijn ogen op haar blikte, alleen keek ze niet op. Plagerig ging ze zelfs ietsjes verder dan ze van plan was en plaatste een allerlaatste kus vlak boven zijn lid, waarna ze heel doodleuk doch op een sensueel langzame manier omhoog kwam – haar vingertoppen gleden mee naar boven tot ze deze bij zijn nek stophield. Haar gezicht bracht ze langzaam dichter naar hem toe. Ze kon zijn prachtige, bruine ogen van dichterbij studeren en doorkijken – al keek ze nergens anders naar, ze kon toch zijn stoppelbaardje zien. Ze week haar ogen niet van zijn ogen af, intens en gedurfd bleef ze kijken.
          Ze had de grote, roze litteken die op zijn linkerkant bevond gezien. Ze kreeg er vragen door hoe hij deze gekregen had en wilde het hem vragen, maar beet snel op haar lip – misschien iets te hard waardoor haar lip rood werd en ze bijna haar lip open beet.
    Zelf had ze ook littekens. Gemene, lelijke littekens die vooral van het onschuldige vechten waren en ze gewoon lelijk neerkwam, maar ook van gevechten die zo schuldig waren dat – weliswaar in een ander en vroegere tijd, waar het recht altijd won – ze direct de politie had moeten bellen. Iets waarvan de misdadigers in de cel belandden. Maar omdat het een heel andere tijd was, zegevierde het recht niet, maar de rijkelui. En iedereen weet hoe het dan eindigt.
          "Meisjes eerst," fluisterde ze zoetjes, op een manier alsof ze de bijen gebood naar dezelfde bloem te gaan om diezelfde stroperige honing te maken; die ze o zo lekker vond. En dan als ze daar klaar waren, dan zou ze hen opleggen om dezelfde kwestie te herhalen. Ze glimlachte zoetelijk – haar lippen raakten bijna de zijne aan, het scheelde nog een milimetertje. Er was wel een lichte aanraking – het was als een zachte, elektrische schok, maar duidelijk voelbaar.
          "Dat geeft mij een ultiem genot. Als de man helpt.. weet wat hij doet."
    Er klonk een soort geluid alsof een microfoon werd aangezet en ze was even ontdaan toen ze een man hoorde. Hij had een donkere, zware stem.
    'Beste deelnemers, de eerste dag voor het allereerste gevecht is aangebroken. Dit betekend dan ook dat de eerste kandidaten klaar moeten staan over enkele minuten in de gevechtsruimte. Voor het geval deze het nog niet weten of het vergeten zijn, zal ik bij deze herhalen voor wie het gevecht vandaag staat. Dit is namelijk Rochelle en Xanthe.' De man schraapte zijn keel. 'Ik herhaal: De genoemde kandidaten moeten over enkele minuten klaar staan in de gevechtsruimte om het allereerste gevecht te starten. Xanthe Jones tegen Rochelle Owens. De wapenruimte is er van tevoren, zodat de kandidaat naar keuze een wapen kan uitkiezen. Eenmaal gekozen, kunnen de kandidaten doorlopen om uit te komen bij de gevechtsruimte.' Bij deze woorden had ze een tere, toch vragende uitdrukking in haar gezicht.
          Ze wist eigenlijk niet hoe hij heette. Ze schaamde zich lichtjes – vooral toen ze eraan dacht dat ze van plan was om met deze man seks te gaan hebben. Ze wilde altijd eerst de naam weten en het was, tot haar lichtelijke schaamte, haar gewoonte dat ze de naam wilde zeggen van de persoon met wie ze het deed; gewoon om te laten weten dat ze het lekker vond. Of dat diegene juist moest stoppen. 'Enjoy. En laat de beste winnen!' Had de man op een vermakelijke toon gezegd, waar ze iets meer achter zocht – waardoor het wat sinisters had, en het was weer stil. Hoe zou de man tegenover haar heten? Zou ze het vragen?
    Ze wendde haar hoofd af. Nee. Ze liet een lichte lach.
          "Het zou ironisch zijn als jij nu naar de gevechtsruimte toe moest, hé?" Ontging haar mond. Ze wilde het als grapje zeggen, maar het eindigde als een bedrukte, zwartgallige toon.

    [ bericht aangepast op 18 mei 2014 - 22:45 ]


    Don't walk. Run, you sheep, run.

    Brianna Valeria "Felicity" Amoris

    De jongen had zijn koffie gepakt deed een paar stappen opzij en had met zijn billen tegen het aanrecht aangeleund. Na mijn woorden had hij me echter met opgetrokken wenkbrauwen aangekeken.
    Met zijn vrije hand speelde hij wat met het staartje op zijn hoofd om vervolgens een losgeraakte pluk achter zijn oor te vegen.
    "Wat is er?" Vroeg hij me toen, waarna hij op het aanricht ging zitten met zijn benen gekruist. Met regelmaat begon hij met zijn onderste voet tegen de kastjes aan te tikken.
    "Ik zou het trouwens op prijs stellen als je me geen jongen meer noemt. Mijn naam is Rogier," zei hij. Even nam ik hem in me op. Hij was sowieso langer dan dat ik was, een stuk ouder waarschijnlijk ook. Hij had krullende bruine haren. Even dacht ik na over zijn eerste zin; 'Ik zou het trouwens op prijs stellen als je me geen jongen meer noemt.'
    Opeens begon er een belletje te rinkelen in mijn hoofde en wel tegelijkertijd schaapachtig als verontschuldigend glimlachte ik naar Rogier toe. Natuurlijk wou hij geen jongen genoemd worden, hij was waarschijnlijk ouder dan 25. Dan was je geen jongen meer. Ik wou ook niet graag meisje genoemd worden.
    "Sorry," zei ik verontschuldigend naar hem toe vanwege het feit dat ik hem jongen noemde. "Ik ben gewend om 'jongen' te zeggen omdat ik een jongere broer heb. Maar dat is op jou natuurlijk niet van toepassing. Aangenaam Rogier, ik ben Felicity." Ik glimlachte naar de man op het aanrecht toe en vroeg vervolgens:
    "Zit je lekker?"
    Als hij dan ja zou zeggen was de kans dat hij koffie voor me zou willen pakken, iets wat sowieso waarschijnlijk al klein was, nada. Dus daarom keek ik hem afwachtend aan. Het was een serieuze vraag en hoopte dan ook dat hij gewoon antwoord zou geven.
    Ik nam een hap van mijn eten en richtte mijn blik voor een seconde naar buiten toe. De tuin in, om mijn blik vervolgens weer op Rogier te richtten.


    It's not that I don't love our little talks, it's just... I don't love them. ~ Loki

    Xavier Roman Jones | Xanthe.
    ¤¤¤

          "Geloof me, dit wil ik," vertelde ze hem liefjes terwijl hun blikken onafgebroken in elkaar bleven haken. Bijna zou hij lachen, alleen maar door de bevestiging in haar stem. In feite had hij nu haar officiële woord dat zij dit net zo graag wou als hij dat wou, dus mocht ze er ooit over gaan zeuren – niet dat hij het verwachtte - dan zou hij haar daarmee bestoken.
          Na het spel? Wie weet waar hij dan uit zou hangen. Waarschijnlijk zou hij terug gaan naar zijn huis, waar hij ofwel een enorme schuld zou moeten afbetalen of zou zwemmen in het geld. Persoonlijk zou hij hopen op het laatste, dat stemde hem vrolijker dan het andere. Maar de mensen die hij hier had ontmoet? Een kans van een op negenduizend dat hij ze ooit nog eens terug zou zien. Ze hadden niets met elkaar te maken op welk vlak dan ook. Dus zolang hij de kans had, kon hij beter genieten van hetgeen wat hem werd aangeboden was het niet? Het klonk gemeen maar als het er op aan kwam zou hij niet weten wat hij zou moeten doen met haar. Haar liefde geven? Haar laten zien hoe mooi het leven was? Zo zat hij niet in elkaar. Hij moest wel behoorlijk last hebben van iets voor hij aan zoiets begon, niets persoonlijk naar haar toe gericht.
          Liefde was lastig. Daar was hij allang over uit. Hij wou geen liefde. Van niemand niet. Liefde maakte dingen kapot, zoals bij hem alles kapot ging. Het klonk dramatisch maar daar kon hij nu eenmaal niet om heen draaien.
          Haar vingers streelden over zijn stevige huid heen. Het liet op de een of andere manier een fijne tinteling achter. Hij kon niet ontsnappen aan het feit dat dit met haar opwindend was. Dat hij zin had om elk plekje van haar lichaam te ontdekken. Dat was de enige liefde waar hij naar verlangde, lust.. iets anders kende hij niet.
          Haar zachte gegrinik deed hem zijn wenkbrauwen optrekken. Madame had ook een zachtere kant? Een vrolijkere kant? Hij betrapte zichzelf erop dat hij het erg schattig bij haar vond, hij vond het bij haar passen.
          Hoe verder zij afzakte, hoe meer zijn hand in haar haren terecht kwam. Zijn huid werd geplezierd door haar lippen. Maar het ging hem eigenlijk nog iets te langzaam. Voorspel was allemaal prima, maar hij had zin. En dat betekende dat zijn geduld zo langzamerhand op begon te raken. Uitdagen was tot daar aan toe, maar nu wou hij over tot wat meer actie. Hij kon enkel vrij weinig nu ze zo ervaren bezig was.
          Langzaam kwam ze weer omhoog. Zijn hand gleed weer net zo sensueel over haar lichaam naar beneden als hij daarnet naar boven was gegaan. Het was voor haar eigen veiligheid dat ze hem niet naar het litteken vroeg. De meeste mensen tekenden hun doodsvonnis zodra ze daar ook maar een woord over te zeiken hadden.
          "Meisjes eerst," fluisterde ze zoetjes richting hem. Hij hield zijn hoofd schuin en legde zijn handen opnieuw op haar billen. Het trok hem gewoon enorm aan. Het zachte vlees nodigde hem uit om het zachtjes te kneden, haar er daarbij mee te plezieren. Welke vrouw zou dat nu weigeren?
          Hun lippen leken nog net geen vonken af te schieten. Ze wist het wel voor elkaar te krijgen, hoe ze hem stond te verleiden met haar woorden en daden. "Dat geeft mij een ultiem genot. Als de man helpt.. weet wat hij doet."
          Nog voor ze was uitgepraat, had hij zijn lippen op de hare geplant. Hij was het wachten beu en daar mocht ze nu de gevolgen van ervaren. Hij duwde haar tegen de badkamer muur aan en liet zijn handen gretig over haar lichaam glijden.
          Hij was nog niet goed op gang gekomen of hij hoorde een vaag geluid. In eerste instantie dacht hij dat de douche raar deed, tot een zware stem zijn oren bereikte. Bijna geïrriteerd zuchtte hij voor hij zich van haar afduwde en zijn oren spitste. Waarom hadden ze hier luidsprekers!?
          'Beste deelnemers, de eerste dag voor het allereerste gevecht is aangebroken. Dit betekend dan ook dat de eerste kandidaten klaar moeten staan over enkele minuten in de gevechtsruimte. Voor het geval deze het nog niet weten of het vergeten zijn, zal ik bij deze herhalen voor wie het gevecht vandaag staat. Dit is namelijk Rochelle en Xanthe.' De man schraapte zijn keel. 'Ik herhaal: De genoemde kandidaten moeten over enkele minuten klaar staan in de gevechtsruimte om het allereerste gevecht te starten. Xanthe Jones tegen Rochelle Owens. De wapenruimte is er van tevoren, zodat de kandidaat naar keuze een wapen kan uitkiezen. Eenmaal gekozen, kunnen de kandidaten doorlopen om uit te komen bij de gevechtsruimte.'
          Hij schudde zijn hoofd en keek naar haar gezicht. Nu pas verbaasde hij zich over het feit dat ze zich nooit aan elkaar hadden voorgesteld. Meestal wist hij de naam van de dames wel waarmee hij een plezierige tijd had, alleen leek zij een uitzondering op de regel te zijn.
          "Het zou ironisch zijn als jij nu naar de gevechtsruimte toe moest, hé?" Ontging haar mond. Het had vast een grapje moeten zijn ,maar zo kwam het niet op hem over.
          Schuldig keek hij haar aan. ‘ik zou graag willen blijven.. maar blijkbaar wacht mij een andere taak,’ zei hij met een zachte, schorre stem – die net zo sexy was als de harde, diepere stem. ‘Maar ik beloof je, wat je begonnen bent kan je niet zomaar stoppen,’ hij gaf een ferme pets op haar billen voor hij de douchecabine verliet.
    Verdomme.
    Dit schopte werkelijk waar al zijn plannen in de war.


    The woods are lovely, dark and deep. But I have promises to keep, and miles to go before I sleep.

    Jayden Falks. •
    Hij hield van een uitdaging en het was nog beter dat het voluit naar hem gericht stond. Het woord 'uitdaging' was in zijn hoofd gegrift – een grimas kwam op zijn blanke gezicht tevoorschijn. En dat was ook het enigste woord waardoor hij meedeed aan het spel. Hij had geen andere intenties ervoor. Alleen dat hij die uitdaging wilde aangaan – aankijken of het wel echt een uitdaging voor hem was.
          Hij was het vroegst aangekomen en settelde zichzelf meteen in een kamer, de eerste beste die hij kon vinden. De intentie om contact met anderen te hebben, had hij niet. Hij was er gewoon voor het spel, en het spel alleen.
    Hij sliep goed, beter dan hij in al zijn nachten buiten moest doorbrengen. Hij heeft weleens goede nachten gehad, na een uitdaging, maar dit was een van zijn beste. Want hij wist niet wat hij ervan moest verwachten en dat maakte het voor hem juist spannender.
    Nee, hij had niet alles gelezen op het kaartje. Alleen het woord 'uitdaging' en daarom deed hij mee. Simpelweg om dat woord.
          Zijn maag rommelde en hoewel hij het liefst de hele dag in zijn bed lag; nam hij toch aanstalten om naar beneden te gaan. Te socializen of hoe men dat ook weleens noemde, had hij geen trek in. Wanneer hij hieraan dacht, pakte hij een wit t-shirt uit zijn koffer – die weliswaar overhoop lag – en trok 'm over zijn blanke lichaam aan, zodat zijn vele littekens niet te zien waren. Een baggy, gescheurde jeans trok hij aan en simpeltjes gooide hij ook nog eens een jacket over zijn schouders – zodat de outfit nu compleet was.
          Zijn haren had hij alleen wat loom doch met snelle bewegingen bewerkt met water, zodat het enigszins zat.

    Eenmaal hij beneden kwam en hij net een voet zette op de marmen vloer in de gang, hoorde hij een microfoon dat aanging. De man met de donkere stem had een mededeling. Hij keek ietwat verschrikt op, het geluid was veel te hard voor hem in de vroege ochtend. Hij was een nachtpersoon.
          Zijn ogen blikten op de keuken en hij liep er met een langzame tred naartoe, waar hij een groot glas met water vulde en grote slokken nam. Hij likte zijn lippen af en vulde het glas nog eens. Zijn donkere kijkers vielen op de man die buiten zat en hij liet een zachte, honende lach. Het glas dat nu op het aanrecht stond, tikte hij zachtjes zijn wijsvinger tegen aan, maar besloot toch om het glas op te pakken en naar buiten richting de man te gaan. "Je leeft nog," had hij gezegd toen hij ging zitten op de stoel naast de man. De witte stoel bevond zich een kleine meter van die van de man af – genoeg ruimte voor hem. Maar dat kon altijd veranderen.
          Hij leek op iemand die hij vermoord had. In opdracht.


    Don't walk. Run, you sheep, run.



    Callum Joshua Wakefield

    Net toen ik op het randje stond om te beseffen dat ik me begon te vervelen hoor ik opeens "je leeft nog". Met opgetrokken wenkbrauwen kijk ik op en zie een jongen met donker haar en een glas water in zijn hand staat voor me en gaat op de witte stoel naast me zitten. "Nou.." Zeg ik nog een tikkeltje verbaast. "Ik was en ben niet bepaald van plan dood te gaan" zeg ik droogjes. "Maar aangenaam kennis te maken" ik knipper met mijn ogen en stop nog een druif in mijn mond. Ik geniet van de zoete sap dat gelijk mijn mond en keel in stroomt zodra ik met mijn kiezen het druifje plet.
    "Werd er net nou iets om geroepen? Ik verstond het niet echt?" vraag ik al kauwend. "ik ben Callum trouwens. " Ik richt mijn ogen weer op het zwembad voor me en stop nogmaals een druifje in mijn mond. Mijn gedachtes die er zojuist nog waren zijn allemaal weg. Op de een of andere manier ben ik rustiger geworden. Al kauwend op de druiven die ik een voor een in mijn mond stop kijk ik naar het zwembad, naar het huis, naar de mensen die langs de ramen lopen en dan toch maar weer naar het zwembad.
    Enkele minuten gaan voorbij en daarna kijk ik de jongen weer aan. "het eerste gevecht gaat zo dus van start hmm?" zeg ik. Een pervers, sadistische glimlach glijd over mijn gezicht, dat langzaam aan in een grijns veranderd. "ik ben benieuwd" vervolg ik. "Hoe de deelnemers die straks moeten vechten, vechten zeg maar. Ik ben nieuwsgierig naar hun stijl." ik zucht licht waarna ik het laatste druifje in mijn mond stop. Ik kijk de jongen weer even aan. "Ik heb je gisteren trouwens helemaal niet gezien? Wanneer ben jij aangekomen eigenlijk?" Ik kijk de jongen even recht aan met mijn fel blauwe ogen en houd mijn hoofd vragend iets schuin. Vervolgens steek ik een sigaret op en inhaleer diep. Terwijl ik de rook via mijn neus uitblaas mompel ik. "Tsjah, dan gaan we zo maar naar binnen, kijken bij dat gevecht"


    [i]Help always come when people fight for right - Tonto [/i]

    Rogier Brooks

    Na mijn opmerking over het feit dat ze me een jongen noemde, glimlachte ze schaapachtig, maar verontschuldigend naar mij.
    'Sorry,' zei ze. 'Ik ben gewend om 'jongen' te zeggen omdat ik een jongere broer heb. Maar dat is op jou natuurlijk niet van toepassing. Aangenaam Rogier, ik ben Felicity.' Ik grinnikte wat bij deze opmerking. Natuurlijk was dat niet op mij van toepassing. Vaak was ik één van de ouderen, dan wel niet de oudste. In mijn gezin ook: ik was het oudste kind van mijn ouders en ik was een jaar ouder dan Marion. En tja, om dan opeens jongen genoemd te worden, dan kijk je wel even op.
    'Achja,' zei ik tegen Felicity en ik haalde mijn schouder op. 'Maar aangenaam kennis te maken, Felicity.'
    'Zit je lekker?' vroeg ze toen aan mij en weer gingen mijn wenkbrauwen even omhoog. Het was duidelijk dat ze meer aan subtiliteit dan aan directheid deed, al begon ik wel een groot vermoeden te krijgen over wat ze van me wilde. Mijn blik ging van Felicity naar het koffieapparaat en weer terug naar haar.
    'Eigenlijk zit ik wel lekker, ja,' beantwoordde ik haar vraag. In mijn kop zat nog een beetje koffie en dat laatste beetje dronk ik op. Daarna glimlchte ik vaagjes naar haar, wetend hoe gemeen ik nu was. Zeer waarschijnlijk wilde zij koffie van mij en ik had tijdens het opdrinken van mijn koffie besloten dat ik dat haar niet zou geven. Ze mocht het zelf gaan halen, als ze wilde. Maar ik had dus wel koffie, al lag de nadruk op had, omdat die nu op was. Ik zette de kop naast me neer op het aanrecht en rekte me even uit. Ja, nu was ik opzich wel wakker. Een stevig ontbijt en koffie deden wonderen.
    Mijn aandacht werd echter afgeleid toen er opeens iets omgeroepen werd. Ik bleef nog wel half naar Felicity kijken, maar mijn gedachten waren bij de omroep. Gevechten, het eerste gevecht zou beginnen. Hierdoor werd ik wel weer met mijn neus op de waarheid gedrukt. We waren hier om te vechten en ik had geen flauw idee wat ik hiervan kon verwachten, iets wat mij wel zenuwachtig maakte. Om haar van de koffie af te leiden, leidde ik ons gesprek maar in een andere richting door gebruikt te maken van de mededeling, die we net gehoord hadden.
    'Wat denk jij eigenlijk van die gevechten?' vroeg ik haar. 'Ik vraag me af hoe hard het er aan toe zal gaan.'
    Ondertussen was er nog een man de keuken binnengelopen, die na het pakken van een glas water, naar buiten was gelopen, waar Callum geloof ik zat. Ook hem had ik gister nog niet gezien en ik vroeg me af hoeveel onbekenden er nog in dit huis zouden rondlopen.

    Jayden Falks. •
    'Nou..' Er zat een verbaasde uitdrukking op de man met de vele tatoeages. 'Ik was en ben niet bepaald van plan dood te gaan,' het kwam er droogjes uit, maar hij moest erdoor zachtjes lachen – waarbij hij zijn hoofd zachtjes schudde, doordat hij er een heel ander idee bij had. 'Maar aangenaam kennis te maken,' hij hield abrupt op met lachen en trok zijn wenkbrauwen op. Hij had zich niet voorgesteld.
    De jongen met de tatoeages had een druif in zijn mond gestopt en hij likte er zijn lippen met zijn blik op de druiven. 'Werd er net nou iets omgeroepen? Ik verstond het niet echt.' Zijn blik vastgericht op de kauwende mond – het druifje dat geplet werd, humde hij even. Er was inderdaad iets omgeroepen, alleen niet iets waar hij aandacht aan had besteed – dus niet had gehoord. 'Ik ben Callum trouwens.' Hij had zijn blik nog op zijn kauwende mond, vooral omdat hij er nog steeds eentje in stopte.
          Hij schraapte zijn keel en bewoog zich langzaam, om te verzitten. Loom bracht hij zijn arm op met zijn hand naar het bakje druiven. Hij keek niet naar de man met tatoeages – Callum. Hij pakte een druif en stopte die in zijn mond, waarna hij met een kleine glimlach naar Callum keek doordat hij weer begon te praten. In tegenstelling tot hem was hij een vele prater, merkte hij op. 'Het eerste gevecht gaat zo dus van start, hmm?' En nu net als dat er een sadistische glimlach op zijn gezicht kwam, kwam er ook eentje bij hem op zijn gezicht. "Leuk," sprak hij tegelijkertijd met dat Callum 'Ik ben benieuwd,' sprak. Hij grinnikte en schudde zijn hoofd, zijn geplette, vermorzelende druifje doorslikkend.
    'Hoe de deelnemers die straks moeten vechten, vechten zeg maar. Ik ben nieuwsgierig naar hun stijl.'
          "Daarvoor hoef je niet te wachten," sprak hij op gewone toon met zijn blik naar niets speciaals gericht – hij keek Callum niet aan. 'Ik heb je gisteren trouwens helemaal niet gezien? Wanneer ben jij aangekomen eigenlijk?'
          "Gisteren." Begon hij. Hij keek nu wel de man aan. "8 uur." Eerder.
    De sigarettenrook kwam zijn kant op en hij keek toe hoe Callum een hijs nam, waarna hij zijn blik afwende naar het zwembad. 'Tsja, dan gaan we zo maar naar binnen. Kijken bij dat gevecht.'
          "Ik ga slapen." Het was zinloos om te kijken – hij ging liever zijn sterkte en kracht opbouwen door te slapen. Hij had het nodig en vond het veel handiger. Hij deed er liever zelf aan mee dan naar een scherm te kijken.
    En van de man met de tatoeages deed hem nog steeds een herinnering aan de man met bloed aan zijn hoofd, die doodbloedde op de betonnen grond. Ja, hij leek echt op Nathan. Dat was zijn conclusie.

    Roxana Jacey Wakefield. •
    Ze was zelf gelukkig zelf ook niet het type voor een relatie, maar als ze een relatie had en je haar vertrouwen eenmaal voor je had gewonnen – dan is ze bereid voor haar relatie te vechten.
          Ze vond het leuk om hem te plagen. Ze zou de dingen zo tergend langzaam ondernemen dat degene er gek van werd, er niet meer tegen kon, en uiteindelijk in een uitbarsting haar tegen de muur zou planten – precies hoe zij het wilde. En ze was benieuwd wanneer zijn uitbarsting zou komen.
    Natuurlijk zou ze niet over het litteken beginnen, want dat zou de sfeer verpesten en daarbij ging het haar ook niks aan. Als hij erover wilde praten dan zou hij zijn eigen mond openen – tot dan zou ze er niets over zeggen. Daarbij, ze waren nu bezig met iets totaal anders – iets wat haar humeur opkrikte sinds het gedoe met Callum.
          Zijn handen lagen op haar zachte billen.
    En daar was de uitbarsting. Voor ze het wist en haar zin kon afmaken was ze tegen de muur gedrukt. Zijn ruwe lippen op de hare. Ze zoende gretig terug en in tegenstelling tot de man – die gretig zijn handen over haar lichaam liet gaan, had zij haar armen over zijn schouders gelegd – hem de kans gevend overal bij te kunnen.
          Ze wilde hem nu al helemaal – door de ruwe lippen die de hare bewerkten. Ze waren nog niet goed bezig of er werd iets omgeroepen. Ze zuchtte – hij ook. Hij duwde zich van haar af en ze liet haar hoofd, beteuterd, tegen de muur aanvallen.
    Na de mededeling had de man zijn hoofd geschud en haar aangekeken. Met hoopvolle ogen keek ze terug, naar hem op. Hij was een kop groter dan haar. Ze had iets gezegd met een achterliggende betekenis dat ze niet wilde dat hij weg ging, maar hij kreeg echter schuldige ogen. Iets wat voor haar al genoeg zei.
          'Ik zou graag willen blijven..' Ja, daar had je het al. Ze beet op haar onderlip.
          'Maar blijkbaar wacht mij een andere taak.' Ze liet haar armen, die ze rond zijn nek had liggen, vallen langs haar zij. 'Maar ik beloof je, wat je begonnen bent, kan je niet zomaar stoppen.' Met die woorden gaf hij een klap op haar kont en liep hij de douchecabine uit.
          "Daar houd ik je dan aan," zei ze met een zachte glimlach.
    Ze liet een korte lach en keek hem even na, waarna ze zich omdraaide. Ze slaakte een zucht.
          Dit schopte niet alleen zijn plannen in de war, maar ook de hare.
    Ze greep naar de douchegel – die voor mannen bestemd was, en smeerde haarzelf haar daarmee in waarna ze het af liet spoelen door de druppels water.
    Zo snel als dat de opgebouwde seksuele spanning was gekomen, verdween het ook weer en waren de ruiten van de douchecabine niks anders dan het beslagen van het hete water.

    [ bericht aangepast op 24 mei 2014 - 0:04 ]


    Don't walk. Run, you sheep, run.



    Brianna Valeria Felicity Amoris

    De man op het aanrecht grinnikte wat om mijn opmerking en automatisch kwam er een glimlach op mijn gezicht te staan.
    "Achja," zei Rogier tegen me en hij haalde zijn schouder op. "Maar aangenaam kennis te maken, Felicity." Ik had hem toegeknikt en na mijn vraag gingen zijn wenkbrauwen even omhoog. Waarschijnlijk had hij door wat ik wou want zijn blik ging van mij naar het koffieapparaat en weer terug naar mij. Ja, hij had het definitief door en ik zag ook dat hij het niet ging doen. Shame...
    "Eigenlijk zit ik wel lekker, ja," beantwoordde hij mijn vraag. De koffie die in zijn kop zat dronk hij op waarna hij vaagjes naar me glimlachte. Ik kneep mijn ogen lichtjes samen vanwege het feit dat hij dat expres deed, maar toch kon ik het niet laten om te grinniken. Dat hield me echter niet van het feit om nog steeds naar de koffie die nog in de koffiepot zat te verlangen. De man zette de kop naast hem neer op het aanrecht en rekte zich even uit en even zag ik zijn spieren.
    Opeens kwam er een omroep en even luisterde ik aandachtig, ik zag hoe Rogier nog half naar me keek maar net als ik luisterde hij naar de omroep. Zodra de omroep was afgelopen vroeg ik mezelf af tegen wie ik moest. Wat ik kon verwachten. Maar al snel waren die gedachten weg. Het was iets om later zorgen om te maken en mijn blik gleed alweer terug naar de koffiezetapparaat die me aanstaarde.
    "Wat denk jij eigenlijk van die gevechten? Ik vraag me af hoe hard het er aan toe zal gaan," zei hij tegen me, me uit mijn gedachten van koffie trekkend.
    Ondertussen kwam er een man de keuken binnenlopen, die na het pakken van een glas water, naar buiten liep, waar Callum zat.
    Ik zuchtte even, maar stond toen op om mijn eigen koffie te pakken, mijn mok meenemend. Terwijl ik mijn tweede mok koffie vol aan het schenken was zei ik tegen Rogier die vlak naast me was:
    "Ik weet niet echt wat ik ervan moet verwachten. Ik weet sowieso al niet tegen wie ik moet vechten," ik zette de koffiepot terug en ging even met een hand door mijn haren heen. "Dat vraag ik me ook af. Ik wil weten wat die 'spelmakers' van ons verwachten. Moeten we doden of niet?" Bij het idee van iemand doden ging ik bijna over mijn nek, ik wou geen mensen doden. Ik zou het alleen doen als mijn eigen leven ervan af hing, maar ik deed het niet met plezier. Ik had sowieso nog nooit iemand gedood.
    "Weet jij tegen wie je moet vechten?" Vroeg ik aan hem terwijl ik me met mijn kop koffie naar hem toedraaide en met mijn zij tegen het aanrecht aanleunde. Ik moest iets opkijken om hem aan te kijken, want zelfs als hij zat was ik te klein om hem te kunnen aankijken zonder omhoog te kijken. Even nam ik een slok van mijn koffie en wachtte geduldig op het antwoord van de man naast me.


    It's not that I don't love our little talks, it's just... I don't love them. ~ Loki



    Rogier Brooks

    Ondanks dat het gemeen van mij was geweest om expres mijn koffie voor haar neus op te drinken, zonder voor haar te willen pakken, moest ze er toch om grinniken, wat mij weer enigszins gerust stelde. Na de mededeling stond ze uiteindelijk op om maar zelf koffie te pakken en ik grijnste even, toen ze voor een moment met haar rug naar me toe stond. Deze wist ik gelukkig gauw weer aardig weg te krijgen, toen ze zich naar me omdraaide.
    'Ik weet niet echt wat ik ervan moet verwachten. Ik weet sowieso al niet tegen wie ik moet vechten,' beantwoordde ze mijn vraag. 'Dat vraag ik me ook af,' ging ze verder. 'Ik wil weten wat die 'spelmakers' van ons verwachten. Moeten we doden of niet?'
    Doden, nee, alsjeblieft niet. Ik wilde niet doden, ik wilde geen onnodige levens nemen. Als we hier zouden moeten doden, zou dat zeker onnodig zijn, iets waar ik niet mee aan wilde doen. Maar soms had je weinig keus. Met pech was het de één of de ander. Of ik moest doden, of ik moest zelf het leven laten, iets waar ik nog meer voor vreeste dan het eerste. Wat zou er na de dood zijn? Ik wist het niet, wilde het eigenlijk niet weten, vreesde het idee. Ook mocht ik Marion niet achterlaten. Dat idee was ondragelijk voor mij.
    'Weet jij tegen wie je moet vechten?' hoorde ik toen Felicity zeggen. Echter duurde het even voor ik dat door had, ik was te diep in gedachten verzonken geweest, te druk bezig geweest met mijn angst voor de dood. Zo keek ik haar na enkele seconden ietwat verward aan, moest haar vraag nog even tot mij door laten dringen. De vraag in hoeverre mijn angst van mijn gezicht af te lezen was geweest, ging ook door mijn hoofd heen. Ik hoopte niet teveel.
    'Nee, ik heb geen idee,' zei ik uiteindelijk na ik er met mijn hoofd weer helemaal bij was. 'Dat zal ik waarschijnlijk pas via zo'n omroep te horen krijgen als ik aan de beurt ben.' Mijn blik verdween in het niets, mijn gedachten gingen weer naar de vraag of we moesten doden. 'Als we moeten doden, ben ik hier weg,' stamelde ik wat, me dan pas bedenkend dat ik dat eigenlijk niet hardop had willen zeggen. Ik keek wat beschaamd op haar neer, ze was kleiner dan ik, zoals de meesten hier ook waren. Mijn lengte, er zaten voor en nadelen aan. Ik kon makkelijker bij dingen, maar zo stootte ik ook eerder mijn hoofd in lagere ruimten, plekken die ik dan ook liever meed.

    Roxana Jacey Wakefield. •
    Ze kwam druipnat onder de douche vandaan – ze had de kraan al dichtgedraait en liet met elke stap die ze op de betegelde vloer zette, natte voetstappen achter. De waterdruppels voegden zich bijelkaar tot één grote waterdruppel aan het eind van haar haarslierten en spetterde toen op de vloer. Ze boog voorover om in de kastjes te kijken voor een handdoek. De eerste keer had ze niks gevonden, maar de tweede keer haalde ze er een redelijk grote handdoek tevoorschijn en had ze eerst haar haren afgedroogd – ze liet vervolgens haar haren naar achteren gooien, toen ze de handdoek om haar lichaam had gevouwen. Ze had haar lichaam ook afgedroogd en raapte nu haar kleding bijeen die op de grond was gegooid – mede dankzij de man, die voor een lange tijd onbekend voor haar was geweest, die zich Xanthe noemde.
          Voor een paar korte secondes bleef ze in de spiegel kijken naar haar spiegelbeeld. De vrouw met de lange, donkere haren en haar bleke lichaam die gesierd werd door tatoeages die ze gespaard had over de jaren. Ze moest haar hoofd erbij houden en ze bedacht dan ook of ze naar het gevecht kon kijken of niet; simpelweg om te zien hoe Xanthe het zou doen. Hij moest tegen een vrouw, Rochelle genaamd, dus ze was automatisch voor Xanthe. Ze had iets tegen vrouwen en het spiegelbeeld dat dan ook vasthoudend terugkeek in de spiegel – stond haar niet aan.
    Met de beslissing dat ze zichzelf niet langer wilde kwellen liep ze door de slaapkamer naar de deur toe, de gang op om vervolgens een andere deur open te doen – in de hoop dat het haar slaapkamer was. Maar ze werd er niet wijs uit, want alles leek zo hetzelfde.
          Ze had besloten dat ze toch niet zou gaan kijken naar het gesprek. Ze zou aan haar vechtkunsten werken en haar technieken verbeteren. Ze mocht er niet nu al vanuit gaan dat ze zou gaan winnen van degene. In plaats van dat ze meteen haar schone ondergoed tevoorschijn trok, keek ze in de deuropening toe hoe een brunette zich omkleedde. "What the hell.." Ontging haar mond en haar ogen waren ietwat verwijderd – van afgunst. Ze wilde haar zeggen waarom ze zich in haar kamer bevond, maar toen ze beter keek in de kamer was ze ervan bewust dat ze een andere kamer binnen was gelopen. "Had ik het ongeluk een meidenkamer in te lopen.." Mompelde ze grof, onbeschaamd.

    [ bericht aangepast op 29 mei 2014 - 22:59 ]


    Don't walk. Run, you sheep, run.

    Mikaela Hailey Hayes
    Ik heb net een shirt aangetrokken als ik iemand achter me ‘What the hell’ hoor zeggen. Ik kijk om en zie iemand in de deuropening van de badkamer staan. Ze had alleen een handdoek omgeslagen en had redelijk wat tattoos, net als Callum. Hij had zich niet voorgesteld, maar ik had hem wel zijn naam horen zeggen tegen die andere man. Ik frons even kort en kijk, net als haar, even de kamer rond. Nee, ik wist zeker dat ik in mijn eigen kamer was. “Had ik het ongeluk een meidenkamer in te lopen” mompelt ze ietwat grof. Ik glimlach even. “Maakt niet uit, kan gebeuren. Ik heb het zelf ook gehad al denk ik dat mijn uitzicht wat beter was dan die van jou op dit moment.” Zeg ik en ik trek een short aan gevolgd door een paar gympen. Het waren geen spullen van mij, maar van hier. Waarschijnlijk standaard dingen die hier aanwezig zijn zodat we ons kunnen voorbereiden op dit belachelijke spel en vooral op die belachelijke gevechten. Eerlijk is eerlijk: dit zat wel lekkerder dan mijn eigen sportoutfit. “Ik ben Mikaela trouwens.” Stel ik mezelf nog maar voor. “In ieder geval, ik ga even sporten. Ik neem aan dat je zelf ook weer de weg naar buiten kan vinden?” zeg ik en nadat ik opsta van het bed, waar ik even op was gaan zitten. “Misschien wil je wel mee naar de sportzaal?” vraag ik dan. “Hoewel je net onder de douche vandaan komt..” ga ik verder. “Ik kan wel wat gezelschap gebruiken en maak je geen zorgen, ik zal niet veel praten. Het is meer dat ik me dan niet zo… bekeken voel..” Ik haal even mijn schouders op. Ik weet vrijwel zeker dat er hier vrijwel overal camera’s hangen om ons in de gaten te houden en weet ik veel wat nog meer. Het geeft me een ongemakkelijk gevoel. “Ik laat je wel even alleen zodat je je kan aankleden, misschien zie ik je zo in de sportzaal?” zeg ik nog als laatste, om vervolgens de kamer maar uit te lopen richting de sportzaal.

    Nadat ik nog even langs de keuken ben gegaan voor een flesje water, sta ik nu in de sportzaal. Er stonden best veel verschillende apparaten etc. in de zaal. Ik kijk even bedenkelijk rond: wat zal ik eens gaan doen? Ik besluit om maar eens te beginnen met de loopband. Ik loop erheen, zet mijn flesje water in de flessen/bekerhouder en begin met wat kleine warming-up oefeningetjes. Eenmaal op de loopband begin ik op een rustig tempo en voer die langzaam op. Mijn conditie was redelijk goed en ik kon inmiddels wel een paar km hardlopen. Ik vond het altijd heerlijk om te gaan hardlopen. Dat was het moment waarop ik mijn hoofd kon legen en alle frustratie en boosheid eruit kon rennen. Daarnaast hielp het ook met het in vorm houden van mijn lichaam, wat absoluut een vereiste was voor mijn werk. Of nou ja, vereiste niet echt, maar hoe beter je eruit zag, hoe meer klanten je kreeg en dus hoe meer je verdiende. Ergens ben ik blij dat ik die doos open had gemaakt. Nu hoefde ik ten minste niet meer dat werk te doen. Aan de andere kant kon ik mezelf wel voor m’n kop schieten. Dit is een belachelijk idee, een misselijkmakend idee, gewoon ziek. Mensen zijn ziek, deze wereld is ziek. Ik ben inmiddels zo druk bezig met mijn eigen gedachtes en om alles eruit te rennen, dat de wereld om me heen niet lijkt te bestaan. Alsof ik helemaal alleen ben.


    Xavier Roman Jones | Xanthe
    †††

    Teleurstelling of niet, verplichtingen gingen voor op plezier. Hoewel hij het met alle geweld andersom zou willen maken, had hij daar de macht niet voor. Xavier had zo het idee dat er uiteindelijk wel iemand op zijn stoep zou staan als hij niet kwam opdagen, of hij werd afgeschreven als een verliezer – iets waar hij absoluut niet mee akkoord ging. Als hij ergens aan meedeed, dan wou hij er graag uitkomen als winnaar. Niet als verliezer.
          Voor het gemak sloeg hij een handdoek rond zijn middel. Druipend van het water maakte hij zijn weg naar de slaapkamer terug. Dat er voetstappen achter bleven op het tapijt, deerde hem niet bepaald. Zolang het niet zijn zorg was, zou hij er ook niet aan denken. Was het immers niet aan de orde dat hij zich zou komen melden voor het gevecht?
          Nadat hij zichzelf had afgedroogd, schoot hij in een stel kleren. Wat hij aan moest bij een gevecht, wist hij niet goed. Vandaar dat hij het hield op een simpele spijkerbroek met t-shirt hield. Als dat kapot zou gaan dan zou hij er in elk geval niet bepaald om gaan staan rouwen. Nu was het alleen nog hopen dat hij zijn oude vechtkwaliteiten nog had. Het was al een tijdje dat hij had getraind dus het zou behoorlijk aanpoten worden.
          Na een laatste check in de spiegel, was Xavier van mening dat het allemaal wel snor zat. De vraag was echter hoe hij de dag door zou gaan komen. Hij hoopte dat hij niet al te veel blauwe plekken zou gaan oplopen.
          Zwijgend verliet hij zijn kamer nadat hij er zeker van was dat Roxana weg was. Niets persoonlijk, maar het was en bleef een wedstrijd waar ze zich in bevonden. Het zou schadelijk zijn als hij over zou komen als een open iemand. Dan zou men misbruik van hem maken. Behoorlijk wat misbruik.
          Beneden in de hal was er niemand te bekennen. De mededeling zweefde nog heen en weer op het lcd scherm, waarop stond dat hij tegen Rochelle moest vechten. Een meisje? meende ze die nu? Brommend begaf hij zichzelf naar de daarvoor bestemde zaal. Daar zou wel verder worden verteld wat de planning was. Althans, dat hoopte hij toch.


    The woods are lovely, dark and deep. But I have promises to keep, and miles to go before I sleep.