• Als je het even niet meer weet kan je hier kijken voor de lijn en andere informatie. Maar lees ook even dit topic goed door voor de laatste beetjes informatie


    Rollen
    - Voor Tolstoy II Devlin
    - Voor SiIhouette Genelle Clarice Mason
    - Voor LetUsBurn II Clara Eva Schwartz
    - Voor BurningFlame Tiny Kayden Willow Snow
    - Voor Assassin II Henry Mason Clemens
    - Voor Rider II Paigelyn “Paige” Donella McQueen
    - Voor Simbaaa II Timothy Anthony Beckner
    - Voor Burglar II Penelope Maria Kara O'Resley
    - Voor Chantilly II Frederico "Fred" Luca Battistella

    Regels:
    - Max. 2 personage's per persoon, maar het liefste 1 omdat we maar 10 rollen hebben!
    - Geen Mary Sue's of Gary Sue's
    - 16+ is toegestaan, maar wel netjes.
    - Schelen mag, alleen met de personage's!
    - Naamsveranderingen doorgeven
    - 1x per week proberen te reageren
    - Reseveringen blijven 30 uur lang staan.
    - Ik snap dat je niet altijd even veel inspiratie hebt, alles tussen de 200 en 400 woorden vind ik prima


    De kleding die iedereen standaard aan krjjgt



    De uitrusting die je mee naar beneden de tunnels in krijgt is simpel, een zwart shirt zonder mouwen, een leren jack, een leren broek, leren laarzen, een bidon voor water. De vrouwen krijgen een soort van band om hun heup heen en hun benen waarin spullen kunnen, de mannen krijgen een rugtas. De vrouwen krijgen per persoon 2x een dolk en als man krijg je een zwaard. Wat er niet op staat is dat ze allen een lampje op hun shirt gebonden krijgen


    Het begin
    We beginnen eigenlijk simpel, de groep van 10 is net door een lange gang heen gegaan met een groep van 20 bewakers om zich heen. Daar achter bevinden zich 3 deuren, een grote houden deur die met 10 sloten dicht kan, een marmeren deur en een hek. Al deze deuren staan op, wachtend op de eerste tien mensen met een te sterke gave. Het begin is dus dat ze in deze eerste tunnel worden geduwd en ze voor eeuwig het donker in gaan.

    [ bericht aangepast op 5 jan 2014 - 20:46 ]


    .

    Tiny
    [Om mijn benen heen zat een harde en koude leren broek heen gepakt, net zoals mijn armen. De kleding voelde koud en oncomfortabel om mijn lichaam aan. Maar ik had wel grotere zorgen. Want op het moment dat ik langzaam langs de marmeren deuren heen liep hoorde ik hoe de grote houten deuren dichtvielen en op slot gingen. Ik kromp kort in één, maar het duurde niet lang voordat ik door een bewaker weer werd mee gesleurd. Ik perste mijn lippen op elkaar en raapte mezelf weer bij elkaar, er was geen weg meer terug.
    Ook viel al snel de marmeren duur dicht en stapte ik richting het hek, daar kreeg ik nog gehaast een lampje in mijn handen geduwd die voor op je shirt was. Wat onhandig maakte ik het lampje vast aan mijn shirt en doe ik een stukje van mijn jas dicht. Een nieuwe koude rilling liep over mijn rug heen waarna ik het hek beet pakte en de eerste stap in de duisternis zette. Ik wist dat verzet geen nut had, je werd alleen maar gestraft en ik vond alleen deze straf al genoeg. Dit was eigenlijk het moment dat ik realiseerde dat dit de laatste dag was dat ik daglicht had gezien en had gevoeld. De laatste dag dat ik alles helder en wel had gezien, want zodra ik mijn voet neer had gezet in de tunnel waren die dagen geteld. Mijn handen gleden naar het lampje toe, zochten het aan knopje en wisten uiteindelijk het lampje aan te krijgen. Het lampje brandde schamper, daar had ik dus echter weinig aan. Om deze reden besloot ik het lampje uit te drukken en mijn ogen gewoon aan het donker te laten wennen. De twee dolken die ik nog onhandig in mijn andere hand had stopte ik ten slotte bij de riem in die ik om had. Niet dat er speciale houders voor waren, ik stak ze er gewoon zonder na te denken door heen. Dan hoefde ik die dingen niet de hele tijd vast te houden, dat scheelde weer. ‘Wat nu?’ rolde er geknepen over mijn lippen heen, ik had echt geen idee wat ik moest doen. Er was gewaarschuwd, dat er vleesetende en andere bedreigende dieren onder in deze tunnels konden zitten en dat werkte al enorm op mijn zenuwen, voornamelijk omdat ik niet bepaald iemand ben voor in het donker. Ik hou van het licht, ik hou van de zon.


    .

    [Mijn topics]


    Your make-up is terrible

    [ont] Bash heeft zich uitgeschreven, als er nog iemand gedesinteresseerd is mag je altijd inspringen

    [ bericht aangepast op 5 jan 2014 - 20:46 ]


    .

    Frederico
    We werden door drie deuren geduwd. De eerste was een houten deur met tien sloten. Die kan ik makkelijk vernietigen, bedacht ik me meteen. De tweede was een marmeren deur, zou ik deze kunnen vernietigen? Het zou kunnen, maar dan moest ik wel eerst de laatste deur vernietigen. En dat was een hek, het materiaal kon ik niet meteen achterhalen. Maar ik denk dat ze wel rekening met onze gaves hebben gehouden, dus het zal me niet zo makkelijk afgaan. We hadden een leren broek en jacket gekregen en een mouwloos zwart shirt. Een zwarte tas en een zwaard. Waarom zwart? Het was veel te saai, ik klonk nu net als mijn zusje.
    Een meisje zei nadat de bewakers weg waren: 'Wat nu?'
    Ik zuchtte. Een goede vraag. Wat moesten we nu doen? Het was donker. Ik liet een vlam vanuit mijn hand ontstaan, maar vuurde hem niet af. Ik liet hem ongeveer 3 centimeter boven mijn handpalm "zweven" en keek de donkere ruimte rond. 'Ik heb werkelijk geen idee,'
    Ik besefte dat ik toen straks het laatste zonlicht heb gezien voor de rest van mijn leven. Ik zal nooit meer mijn familie zien, ik zal nooit meer de zomers op Elba meemaken, ik zal nooit meer Florence zien. Ik slikte nadat ik dacht aan haar. Florence. De mooiste en liefste vrouw ooit, ze was mijn vriendin. We zouden gaan trouwen, totdat nouja.. Mijn krachten alles verpestte.


    My mom says I'm pretty, so fuck you

    [Mijn topics]


    “You want weapons? We’re in a library! Books! The best weapons in the world!” ~The Doctor

    | Mon topics |


    That is a perfect copy of reality.

    (Mijn topics)


    Happy Birthday my Potter!

    [Mijn topics}


    Tijd voor koffie.

    {(Sorry, twee posts achter elkaar)}

    Penelope Kara O'Resley
    Nerveus lik ik over mijn bovenlip. Een klein laagje koudzweet heeft zich gevormd over mijn hele lichaam. Ik heb nooit echt last van claustrofobie gehad, maar de ruimte begint zich steeds meer om mij heen te sluiten. We lopen al een tijdje in een nauwe gang en het lijkt niet alsof er een einde aan komt. Om mezelf af te leiden telde ik de bewakers- Het zijn er twintig. Voor iedereen twee. Ik sluit mijn ogen en dwing mezelf rustig adem te halen. Panikeren is er niet bij, het zal al mijn energie kosten. Ik ben echter wel blij met mijn dolk, al kijk ik jaloers naar het zwaard van de mannen. Zo een zou ik er ook wel willen. Misschien kan ik iemand overhalen met mij te ruilen. Toch voelt het gevest van de dolk me veilig aan en ben ik er nu al lichtjes aan gehecht. Na een wandeling stoppen we. De gang was sowieso niet verzadigd van licht, maar hier schijnen de toortsen nauwelijks goed genoeg. Ik benijd de bewakers, met hun grote zaklampen. Aankijken zal niet lukken; de groep is te groot. Moeizaam onthoud ik mezelf een diepe zucht. We blijven langdurig stilstaan en niemand lijkt de zin op te kunnen brengen om te praten, wat ik begrijp. Als ik zelfs zou willen praten, zou er ongetwijfeld niet meer uit mijn mond komen dan schor gebrabbel. Als ik me echter richt op de drie deuren voor ons, zakt de moed me in mijn leren laarzen. Waarom weet ik niet, maar de deuren zorgen ervoor dat ik het liefst weg wil rennen. Ze zijn bepakt met sloten en ze geven me een angstgevoel zoals ik dat nog nooit gehad heb. Ik vraag me af wat erachter is, en ook of het daar donker zal zijn. Weemoedig denk ik aan de zonnige dagen in weilanden, maar zelfs mijn verbeeldingskracht lijkt niet mee te willen werken. Moeizaam slik ik. Het ziet er niet uit als iets waar ik ooit uit zal komen. Ik weersta alweer de drang om te gillen en tegelijkertijd te huilen, dus kijk ik maar een beetje om me heen, zorgvuldig ieders ogen vermijdend. Dan lopen de eerste bewakers naar voren en zie ik de sleutelbossen flitsen in het gespaarde licht van de vlammende toortsen.
    Al snel reutelen de deuren open, na iets wat eeuwen geweest lijkt te zijn. Er zijn geen uitgangen, en ik voel de paniek naderen. Ik zie hoe iedereen een voor een naar binnen wordt geduwd; de een wandelt, de ander heeft er absoluut geen zin in. Langzaam kroop ik naar achter, maar nu ben ik als laatste aan de beurt. Ik sta verstijfd, aan de grond genageld. Ik zie dat de bewakers het doorhebben, en voor ik weet wat ze aan het doen zijn, pakken ze me bij mijn armen, en duwen me naar de ingang toe. Ik sluit mijn ogen en haal diep adem, voor ik het donker in loop. Ik voel hoe er ruw iets tegen me aangedrukt wordt en ik pak het aan. Een klein lampje. Ik heb geen tijd om een verrukte zucht te slaken, want dan gaan de deuren dicht. Het krakende geluid zal me voor altijd bij staan. Het geluid dat bewijst dat ik de zon voor het laatst gezien heb. Ook weet ik dat deze deuren ons nooit meer vrij zullen laten, de groep waar ik net bij liep zal het zonlicht nooit meer zien. Wij zullen hier vast blijven zitten. Permanent. Voor altijd.

    [ bericht aangepast op 6 jan 2014 - 11:32 ]


    Tijd voor koffie.

    Clara Eva Schwartz

    3 deuren. Het waren 3 dieren waar ik door heen moest. De 3 deuren die me afsloten van vrijheid. De eerste deur was groot en had 10 sloten. 10 sloten? Is dat niet een beetje te veel, dacht ik in mezelf. 1 goed slot zou genoeg voor me zijn. De tweede deur was van marmeren. Een stevige deur om ons binnen te houden. 2 bewakers zaten heel dicht bij mij. Ik vond dat niet prettig. Zij leken dat ook niet prettig te vinden, maar ze hadden geen keus. Ik keek om me heen. We waren met een groep van 10 en 20 bewakers. Het was best donker. Licht kwam hier ook niet. Terwijl we liepen keek ik om me heen. Mensen waren bang, verdrietig in paniek en sommige hadden een strak gezicht. Geen emotie. Ik was boos, boos dat ik hierin werd gestopt. Ik kan mijn 'gevaarlijke' gaven niet onder controle houden, maar me hier op sluiten is ook nutteloos. Ik kom hier nog wel eens uit. Ooit....
    De derde deur was niet echt een deur, eerder een hek. Het was donker, echt heel donker. ‘Wat nu?’ hoorde ik iemand vragen. 'Ik heb werkelijk geen idee,' antwoordde iemand anders terug. Ik wouw dat ik een antwoord kon geven, maar die had niet. Wat nu was een goede vraag. Moeten we nu gewoon wachten? Ik had geen problemen met de duisternis. Ik kou was irritanter. De zwarte kleding die we kregen waren niet echt voor de kou. Zouden ze dat expres hebben gedaan? Waren er hier niet gevaarlijke beesten? Gelukkig hebben we daar een dolk voor en anders gebruik ik altijd mijn gave. Ik maakte me niet zo'n zorgen om de kou, de duisternis en gevaarlijke beesten, maar eerder hoe lang het gaat duren voordat ik hier uit bent. Dit kan misschien jaren duren. Of ik kom er nooit meer uit.


    “You want weapons? We’re in a library! Books! The best weapons in the world!” ~The Doctor

    Henry Mason Clemens • Elektrokinese

    Met een uitgestreken gezicht loop ik tussen de bewakers op, samen met anderen. Ik loop redelijk voorop, helaas. Zo is het voor mij erg lastig om de situatie in te schatten. Ik kan veel voetstappen tellen en ik weet dat de bewakers in de meerderheid zijn. Helaas weet ik niet wat voor gaven de anderen hebben die zo gevaarlijk zijn. Als ik dat wel wist had ik allang een opstand in gang gezet. In mijn eentje kan ik ze niet aan, daarvoor raak ik te snel uitgeput met mijn kracht. Ik kan nooit meer dan 5 mensen verlammen zonder dat ik zelf knock-out ga. De uniformen zijn te gepantserd om met onze wapens doorheen te komen.
    We gaan door drie deuren, eerst een houten met allerlei sloten, de tweede is een marmeren deur, beide geleiden ze geen stroom, dus kan ik er ook niks mee. Misschien de derde, aangezien het een hek is, wel. Tijd om aan het hek te voelen had ik niet, er werd een paar handen tussen mijn schouderbladen gezet en ik werd erdoorheen geduwd. Tegelijk duwde iemand een lampje in mijn handen die ik met een zucht vast maakte aan mijn shirt. Ik hou er niet van om leer te dragen, het is niet comfortabel, maar wel warm hier. Het is koud hier, duister en koud.
    Er gaan lichtjes aan en uit waardoor ik die van mij ook aanzet. Het is maar een triest lichtje. Ik zet mijn wijsvinger erop en stuur er wat extra stroom doorheen waardoor hij feller begint te branden. Iemand anders tovert een vuurbal uit zijn handpalm waardoor de ruimte spookachtig verlicht word. "Wat nu?" vraagt iemand achter me, waardoor ik me omdraai. "Ik heb werkelijk geen idee," is het antwoord van een ander. Ik grijns, ze geven me al gelijk de kans om mijn leiderschapscapaciteiten te tonen.
    "Ik weet het wel." zeg ik tegen iedereen is het algemeen. "We moeten samenwerken om te overleven en zo een mogelijkheid vinden om hieruit te komen." Ik haal mijn hand door mijn haar heen en veeg het zo op zijn plek terug naar achteren. Mijn mondhoeken krullen omhoog en ik bekijk iedereen één voor één en probeer ze in te schatten. Volgens mij ben ik één van de oudste en zijn de mannen in de meerderheid. Mooi, vrouwen zijn makkelijker te beïnvloeden.


    Your make-up is terrible

    Penelope Kara O'Resley
    Achter mij hoor ik het gekraak van de duur die dichtvalt, met een onherroepelijke klik. Dat geluid zal ik niet meer snel vergeten. Tezamen met het gkraak van de deur zijn zr mijn opborrelende paniekzaaiers. Ik draai me nog om als ik het hek door ben en hoor het galmende geluid van een stevige tik die het hek wordt verkocht, maar meer is er niet te doen. Ik voel mijzelf op de rand van de instorting staan. Ik kijk naar de grond om me heen, die niet te zien is. "Wat nu?" Hoor ik iemand zeggen, die met zijn stem het duister doorkliefd. Ik leun tegen het hek aan, maar blijf naar de grond staren. Een gewoonte die ik heb ontwikkeld na de wetenschap dat anderen mijn ogen niet aankunnen. "Ik heb werkelijk geen idee," antwoord iemand die dichterbij mij staat. Toch kan ik hem nog niet zien en lijkt het nog steeds alsof ze meters voor mij af staan. Ik sluit mijn ogen even kort, maar het blijft even donker. Iemand die nog dichterbij me staat, laat me lichtjes opschrikken. "We moeten samenwerken om te overleven en zo een mogelijkheid vinden om hieruit te komen." Ik wend me tot de kant waar het geluid vandaan komt, maar sluit dan snel mijn ogen weer. Nog niet wil ik iemand pijn doen en zo wantrouwen opwekken. Dan besef ik me ineens welk voordeel de duisternis met zich meebrengt. Mijn maag vult zich met een warm gevoel en ik voel hoe mijn schouders opgelicht worden, alsof er een bakstenen lading van mij afvalt. Ik kan een piep van opwinding niet weerstaan. Ik beheers mezelf en dwing mijn hart zich te verstillen. Toch kan ik een brede grijns niet helemaal weerstaan. "Prima. Ik denk dat drinkwater de hoogste prioriteit heeft. Tenminste, voordat we ons met andere dingen bemoeien." Ik kijk naar de kant waar ik de derde stem hoorde. "Al vind ik een uitweg ook geen slecht idee." Voeg ik eraan toe.

    [ bericht aangepast op 10 jan 2014 - 23:40 ]


    Tijd voor koffie.

    Paigelyn “Paige” Donella McQueen

    Met een rechte rug liep ik voor mijn twee bewakers uit. Ik had meteen al laten merken dat ik er niet van gediend was om vooruitgeduwd te worden, alsof ik een gedetineerde was of iets dergelijks. Ik kon prima zelf lopen en was mij er best van bewust dat mijn krachten nu nog te gevaarlijk waren om in de buitenwereld gebruikt te worden. Nee, ik wilde niet eens meteen terug. Hier in het donker zou ik mijzelf leren beheersen en pas daarna zou ik terugkomen. Dat was mijn plan en zo ging het ook in de toekomst. Die deuren zouden mij toch niet tegenhouden, wanneer ik mijn krachten onder controle had. Die waren binnen vijf tellen weggeblazen. Ik had mijn krachten alleen nog niet onder controle dus nu was het nog te gevaarlijk. Straks zou ik het hele ondergrondse gangenstelsel in laten storten en zouden we met z'n allen bedolven worden onder het gesteente. Niet echt iets waar ik op zat te wachten, noch de anderen.
    'Wat nu?' klonk de stem van een vrouwelijk persoon. Ik antwoordde niet en keek van de plek waar de het hek was dichtgevallen de gangen in. We mochten de weg terug niet vergeten. Anders zaten we voor eeuwig opgesloten en daar had ik geen behoefte aan.
    Plots verscheen er een lichtpuntje in de duisternis. Blijkbaar was er nog iemand instaat om vuur te creëren alleen dan uit het niets in plaats van moleculen van een voorwerp dusdanig te versnellen, waardoor er hitte en vervolgens vuur ontstaat. Het was een jonge jongen -voor zover ik in het zwakke schijnsel van de vlam kon zien- en hij gaf wel antwoord op het vrouwelijke persoon, hoewel het niet heel veel nut had, gezien hij geen idee had. De volgende persoon die antwoordde, leek in mijn ogen een stuk minder hulpeloos en verdwaald. Hij klonk naar mijn idee ook ouder.
    'Ik weet het wel. We moeten samenwerken om te overleven en zo een mogelijkheid vinden om hieruit te komen,' zei hij. Toch was ik het er niet geheel mee eens. Hieruit komen was immers niet het allergrootste probleem. Zodra ik mijzelf kon beheersen, was ik weer vrij. De laatste spreker kwam meer met mijn idee overeen. Ze gaf drinkwater een hogere prioriteit en daar had ze gelijk in. Anders zouden we binnen een aantal dagen allemaal uitdrogen en had ontsnappen helemaal geen zin.
    'Water lijkt mij nu ook het belangrijkst, maar als we hieruit willen komen, lijkt het mij wel handig om dit op zo'n manier te zoeken, dat we de weg terug niet kwijt raken. Zodra ik mijn krachten wat meer onder controle heb, kan ik die deuren wel aan, maar ik heb nog niet echt geoefend, waardoor de kans groot is dat ik de tunnels laat instorten en dan zitten we al helemaal gevangen. Ik weet niet wat voor krachten jullie hebben?' Ik keek een beetje om mij heen. Mijn ogen waren nu gewend aan het duister en de vlam belichtte de mensen genoeg om iedereen te onderscheiden. Zo te merken was ik één van de oudsten en ik vond mijzelf eigenlijk al te jong om in vast te zitten in een ondergronds gangenstelsel.


    Happy Birthday my Potter!

    Frederico "Fred" Luca Battistella
    "Ik weet het wel. We moeten samenwerken om te overleven en zo een mogelijkheid vinden om hieruit te komen." zei een mannelijke stem. Ik keek in de richting waar het geluid vandaan kwam.
    "Prima. Ik denk dat drinkwater de hoogste prioriteit heeft. Tenminste, voordat we ons met andere dingen bemoeien.Al vind ik een uitweg ook geen slecht idee." zei een vrouwelijke stem.
    "Water lijkt mij nu ook het belangrijkst, maar als we hieruit willen komen, lijkt het mij wel handig om dit op zo'n manier te zoeken, dat we de weg terug niet kwijt raken. Zodra ik mijn krachten wat meer onder controle heb, kan ik die deuren wel aan, maar ik heb nog niet echt geoefend, waardoor de kans groot is dat ik de tunnels laat instorten en dan zitten we al helemaal gevangen. Ik weet niet wat voor krachten jullie hebben?" zei een andere vrouw. Jezus, wat was het hier donker. Ik liet mijn vlam groter worden, zodat iedereen elkaar kon zien.
    "Water, lijkt me voor mij niet zo'n groot probleem," mengde ik me in het gesprek. "Ik ben trouwens Frederico, afgekort Fred, voor als je het wilt weten. Mijn gave is dat ik water, lucht, aarde en vuur kan beheersen. Zoals jullie vast al hebben gezien kan ook vuur laten ontstaan, water jammer genoeg niet. Maar er zit waterstof in de lucht. Door al die waterstof deeltjes bij elkaar te brengen kan ik het water er vast uit halen. En het lijkt me best logisch dat hier ergens een verbinding met de buitenwereld moet zijn, anders krijgen we geen zuurstof en dan is het uit met de pret," zei ik "Wojo, ik klink net als Albert Einstein," ik glimlachte breed. Ik keek de groep rond, nog niet iedereen had iets gezegd. Ik snapte hen wel, het was ook best raar. Je werd hier opgesloten met wild vreemde mensen.


    My mom says I'm pretty, so fuck you

    (

    "There's someone I'm dying to introduce you to."

    Rider -> Jafar
    )


    Happy Birthday my Potter!