• Ongeveer zes tot tien jongeren gaan in de kerstvakantie mee op een kamp van school. Ze gaan op kamp in een bosachtig gebied. Ze vinden het kamp maar saai en besluiten sneaky weg te sluipen van de groep om het gebied zelf te verkennen.
    Na urenlang door de bossen rond gedoold te hebben komen ze uit bij een groot, oud en verlaten huis. De jongeren besluiten hier te blijven, niet wetend wat voor vloek er rust op dit huis. De jongeren komen er te laat achter wat deze vloek in houdt en raken ingesneeuwd. Nu zijn ze gedwongen te overleven in dit huis waar maar rare dingen in gebeuren. Zo verdwijnen er wel eens mensen, die zomaar uit het niets terugkomen zonder dat ze weten dat ze überhaupt weg waren.
    Kunnen de jongeren hier nog op tijd weg komen of wordt deze domme actie hun fataal?


    Wat informatie over de vloek en wat er gebeurd is:
    De McAllister familie was zeer rijk en welvarend. Ze hadden een prachtig huis in het bos gekocht waar iedereen jaloers op was. Met name een van de houthakkers uit dat bos. Hij was een fanatiek natuurbeschermer en deed er alles aan om het bos te beschermen. Hij baalde erg het huis van de McAllister's zich in het bos bevond. Na drie jaar kon hij er niet meer tegen en sloop hij s'nachts het huis van de McAllister's in. Hij vermoorde ze stuk voor stuk met zijn bijl en verstopte hun lichamen ergens in de kelder van het huis. Nu hebben de McAllister's besloten zich te wreken op iedereen die hun huis betreedt door hen te teisteren met een vreselijke vloek. Ze laten mensen verdwijnen en verschijnen zonder dat ze er zelf iets tegen kunnen doen, drijven mensen tot waanzin en vermoorden tot slot ook nog mensen uit woede richting de vreselijke houthakker die hun hele familie uitmoordde.


    De regels:
    (gelieve deze door te lezen voor je überhaupt begint met het aanmaken van je rol)
    • Er is een minimum van 200 woorden.
    • OOC is altijd alleen in het praattopic.
    • 16+ is toegestaan, houd het netjes.
    • Je bestuurt alleen je eigen personage(s)
    • Niemand is perfect.
    • Naamsveranderingen en afwezigheden altijd doorgeven.
    • Let op spelling en interpunctie.
    • Reserveringen blijven 3 dagen staan.
    • Denk goed na voor je meedoet.
    • Max. 2 Personages per persoon. (Man en vrouw)
    • Alleen ik maak de topics aan! Tenzij ik daar iemand anders voor vraag.
    • Houd bij het aanmaken van rollen het aantal mannen en vrouwen een beetje gelijk.
    • Van te voren wordt er niet besproken wie een relatie krijgt met wie.
    Als je je niet aan deze regels houd, zal ik je moeten kicken uit deze RPG.

    De rollen:
    Chase Carter - RapunzeI (pagina 5)
    Micardo Guiseppe Vercini - Neverland (pagina 17)
    Drake Justin Parker - Kendizzzzle (pagina 2)
    Jongen
    Noah Riker Constantines - Teresa (pagina 5)
    Raven May Winter - Roww (pagina 17)
    Cassie Elora Mears - Bash (pagina 3)
    Meisje gereserveerd voor BarnOwl
    Agnes Meryl Ellery - Sheridan (pagina 18)
    Athalia Sevillia Espironaz - EIias (pagina 7)

    Geesten van McAllister's (maximaal 4)
    Euphemia (Mia) Ainsley Cresent McAllister - Candira (pagina 10)
    Lily McAllister - Saviorself (pagina 9)

    Belangrijke topics:
    - Praattopic
    - Rollentopic


    Het begin: De kinderen hebben al enkele uren in de bus gezeten en zijn inmiddels op de plek van bestemming aangekomen. Een paar mensen besluiten zich los te rukken van de grote massa en met een klein groepje rond te gaan dwalen.

    [ bericht aangepast op 5 jan 2014 - 12:33 ]


    26 - 02 - '16


    Met een zucht sta ik uiteindelijk maar op om dan, net als zo'n beetje iedereen, mijn tent op te zetten. Voor ik op sta werp ik nog een blik om me heen, Chase heeft besloten zijn tent tussen twee meiden in te plaatsen, en een stukje verderop heeft Cassie het volgens mij nog redelijk moeilijk met haar tent, iets wat me doet grinniken. Ze is best aardig, maar echt super slim is ze niet. Als ze dat was dan zou ze misschien wel perfect zijn, ik bedoel, ze is knap. Er zijn genoeg jongens die haar willen.. Mij zien ze enkel maar als 'vriend'. Maar dat komt misschien ook gewoon omdat ik bijna altijd bij de jongens rond hang in plaats van bij de meiden. Ik doe ook meer jongens dingen dan meiden dingen trouwens.. eigenlijk is mijn reputatie gewoon mijn eigen schuld. Maar goed, er zal vast ooit wel een jongen komen die voor een Tomboy-type als ik zal vallen.. toch? Ik hoop het maar, ik heb niet bepaald veel zin om Forever Alone te zijn.
    Ik haal mezelf hoofdschuddend uit mijn gedachtes en kijk verder, Drake Parker komt het veld op met zijn spullen om die op een overig plekje te leggen. Ik mag hem wel, net als Chase, die mag ik trouwens ook wel. Ze zijn aardig tegen me. Maar dat zijn eigenlijk wel de meeste jongens.. de meiden mogen me niet zo, de meeste dan. Typjes als Cassie mogen me niet zo, alleen maar omdat ik niks van make-up en Tv-series weet, omdat ik niet altijd praat over hoe gewéldig sommige jongens van school er wel niet uit zien, omdat ik van jongensdingen houd en zij niet. Maar een enkeling mag mij wel.. Iets wat ik eigenlijk niet zo'n probleem vind, tot ze me gaan pesten en dingen naar me gaan roepen. Ooit heeft iemand me zelfs gevraagt wanneer ik me nu eens laat verbouwen, dat deed echt pijn..
    Ik schud mijn hoofd weer afwezig om vervolgens op te staan en mijn tent uit de tas te halen. Als eerst leg ik het tentdoek zorgvuldig op zijn plaats, zoals ik de tent wil hebben, om vervolgens de eerste vier stokken te bevestigen.
    "Shit.." mompel ik chagrijnig als ik niet bij het hoogste puntje van de tent kan komen met mijn 1.67. De tent is namelijk hoog genoeg om er in te staan en ik ben net te klein om de stokken aan de punt vast te maken.
    "Is er misschien iemand hier die me kan helpen met mijn tent?" ik kijk vragend om me heen "Ik ben een beetje te klein.." vervolg ik beschaamd. Zuchtend laat ik me voor mijn tent neer zakken en rustig ga zitten, hopen dat iemand zo aardig is om me met mijn tent te helpen. Desnoods ga ik op iemands schouders zitten, zo zwaar ben ik toch niet.. Ik grinnik zacht bij de gedachte, straks val ik zo voorover bovenop mijn tent, dan kan ik buiten slapen. Lekker in de koude van de wind.. het onder de sterren slapen vind ik geen probleem, het is enkel die koude die me niet zo aanstaat..


    [Ik had inspiratie :')]


    Little do you know

    Drake Justin Parker.

    Ik keek een beetje om me heen, terwijl ik een beetje mee neuriede met de muziek. Ik had niet echt behoefte om mijn spullen uit te pakken of zo. Bovendien had ik alleen maar een paar kledingstukken bij me, en een zaklamp, en voedsel, en al die basis benodigdheden. Ik was blij dat ik niet zoveel als die meiden mee hoefde te slepen. Nou ja, de meeste dan. Raven is anders, die zit meestal bij de jongens groep. Ik keek om me heen en zag dat Chase, Cassie, en Raven ook al bezig waren met hun tent op te zetten. Ik zag Raven met de stokken van de tent stuntelen. Ze is niet een van de langste, dus kwam ze niet bij de punt. "Is er misschien iemand hier die me kan helpen met mijn tent?" Ik ben ook niet echt super lang voor een jongen, maar ik ben wel iets langer dan haar, hopelijk kom ik er wel bij. "Ik ben een beetje te klein.." Zei ze vervolgens beschaamd. Ik grinnikte en liep naar haar toe om haar te helpen, ik was toch al klaar met mijn tent. 'Ik help je wel.' Zei ik toen ik bij haar stond. Ik pakte de stok, en maakte die vast aan de punt. 'Hopelijk zit ie zo vast.' Zei ik lachend. Ik was ook niet echt een held in tenten op zetten, maar ze bleven tenminste overeind staan. Nou ja, de meeste dan.


    How far is far


    Ik kijk rond het veld om te zien of er misschien iemand is die me kan helpen, tegelijkertijd bekijk ik de mooie loofbomen die om het veld heen staan. Het enige wat jammer is, is dat ze allemaal kaal zijn.. Maar gelukkig is het niet zó koud en heeft het ook nog niet gesneeuwd.
    Als ik dan mijn ogen weer over het kamp laat dwalen zie ik Drake mijn kant op komen, een glimlach siert mijn lippen als hij dan zegt dat hij me wel helpt. Hij pakt de stokken van mijn tent en maakt ze vast aan het tentdoek.
    "Hopelijk zit ie zo vast." zegt hij dan lachend. Ik grinnik zacht en knik.
    "Thanks, Drake" bedank ik hem glimlachend. Ik loop naar de tas waar mijn tent in zat en haal het bovendste tentdoek er uit, het doek dat zorgt dat ik niet natgeregent word en dat er geen wind door mijn tent ruist. Met moeite gooi ik het doen over mijn tent om vervolgens de eerste touwen vast te zetten met haringen.
    "Ik hoop dat hij niet weg vliegt en dat die haringen blijven zitten" grinnik ik dan zachtjes. Ik stamp nog wat op de haringen zodat ze niet uitsteken en ik mijn voeten er niet aan hoef te stoten 's ochtends vroeg of 's avonds laat. Met zulke dingen ben ik nogal een kluns..


    Little do you know

    • Athalia Sevillia Espironaz

    Mijn adem maakte condens op de ruit en ik maakte met mijn vingers engel vleugels. Langzaam zag ik het getekende tekeningetje opgaan en ik ademde zachtjes weer tegen de ruit. Nu maakte mijn vingers een sleutel. En weer keken mijn grijs/groene ogen toe hij de zoveelste tekening in rook opging. Toen we aankwamen klikte ik mijn gordel los en liep snel de bus uit. De lucht zorgde ervoor dat mijn mondhoeken omhoog gingen en de koude lucht zorgde er voor dat ik dieper in mijn jas. Ik deed mijn zwarte leren handschoenen aan en pakte mijn spullen. Ik keek rond en zag Cassie, Drake, Raven en Chase al bezig waren met hun tenten. Ik aarzelde even en liep toen toch maar naar een plekje waar niet veel mensen in de buurt waren. Ik was niet echt iemand die omging met de mensen van de klas. De rede was omdat ik niet wist wat het nut daarvan was. Ik vond dat alles altijd nuttig moet zijn. En ik vond klasgenoten of vriendschap daar niet onder vallen. Het kon je wel blij maken maar het kon je ook verdrietig maken en je ziel kapot maken. Ik wilde gewoon geen vrienden. Ze konden mij pijn doen en ik wilde dat niet. De tentzak waarin mijn tent zat deed ik open en draaide hem op zodat de spullen er uit vielen. Ik keek verdwaast naar de spullen en pakte toen maar de gebruiksaanwijzing erbij. Ik mocht dan wel op bepaalde punten veel weten maar op het gebied van kamperen was dat een nul komma nul. Ik liep het boekje na en begon met het in elkaar zetten. Ik mocht een kwartier later lichtelijk trots het resultaat. Ik keek naar mijn spullen en zag toen een paar soort haken op de grond liggen nog. Ik keek ernaar en ik wist niet wat het was. Ik keek in het boekje en las dat het de haringen waren. Zodat de tent niet kon wegwaaien. Mierda! Alleen ik kon zoiets belangrijks vergeten. Ik keek in het boekje en zetten de haringen in de grond op de aangewezen plekken. Mijn koffer en tas zette ik in de tent en pakte uit mijn koffer mijn slaapzak. Ik klopte hem even uit en legde hem in de tent. Ik kwek even rond en begon over het veld doelloos te lopen. Ik wist echt niks te doen en ik kon moeilijk naar een vriendin gaan of een vriend want dat ging moeilijk als je er geen had. 'Eigen schult dikke bult' klonk een stem in mijn hoofd en ik begon in mezelf te schelden naar de stem.

    [ bericht aangepast op 2 jan 2014 - 2:05 ]


    | 'Sorry for being awesome, losers,' Call had said before he blacked out. | The Iron Trial

    Drake Justin Parker.

    Ze grinnikte ook zacht toen ik zei dat ik hoopte dat ie zo vast zat, waarna ze knikte. "Thanks, Drake" Bedankte ze me glimlachend. 'You're welcome.' Zei ik met een glimlach. Ik keek even om me heen. Mooi is het hier zeker, alleen wel een beetje saai. Ze liep naar de tas waar waarschijnlijk haar tent in zat, en haalde het tentdoek voor over de tent er uit. Met wat moeite gooide ze het doek over haar tent heen, en zette vervolgens de touwen vast met de haringen. "Ik hoop dat hij niet weg vliegt en dat die haringen blijven zitten" Grinnikte ze zachtjes, en stampte nog wat op de haringen zo dat ze goed in de grond zaten. 'Ja, dat hoop ik ook.' Grinnikte ik. Mijn tent zou waarschijnlijk weg vliegen, ik kon dan wel snel een tent op zetten, maar of ie ook zou blijven staan wist ik niet zeker. Ik had wel zin om hier de boel te gaan verkennen, maar of er iemand mee wou gaan was de vraag. 'Ik hoop dat mijn tent ook op zijn plek blijft.' Lachte ik. 'Moet ik je nog ergens mee helpen?' Vroeg ik daarna aan Raven.


    How far is far

    Noah Riker Constantines.
    Ga maar mee, het wordt leuk. Dat waren de woorden die de afgelopen uren door Noahs hoofd spookten. Het was duidelijk geweest dat Noahs vader het liefst van al een weekje alleen met zijn nieuwe vriendin wilde zijn en dat hij geen last wilde van zijn opdringerige zoon, die rond Kerstmis altijd depressief deed. Hoe kon het ook anders? Ik bedoel maar, als de gewoonte van naar het graf van je moeder en je zus die allebei in december zijn doodgegaan plotseling onderbroken wordt, ben je er niet 'totally happy' omdat je mee mag om de sfeer voor je klasgenoten te verzieken. Maar Noah was eerlijk gezegd opgelucht dat hij een deel van de Kerstvakantie niet moest doorbrengen met zijn vader, al die mensen aan de vaderlijke kant van de familie die Noah met gesloten armen hadden niet-verwelkomd in de familie en al die vrienden van zijn vader die maar niet konden begrijpen hoe Noah - Noah zonder brein - het in godsnaam voor elkaar had gekregen om nog steeds zijn studie voort te zetten. Het feit dat de enige kampeeruitjes die hij in zijn leven al had meegemaakt met zijn moeder en zijn zus was geweest, maakte het er niet echt beter op. Maar Noah was niet iemand die heel veel zat te piekeren over stomme dingen als dit. Wie in het verleden leeft, kan geen stappen vooruit zetten. Dat zei zijn moeder altijd en het was altijd al een heel belangrijke leidraad geweest.
    In ieder geval, Noah had zijn best gedaan een façade op te zetten en een paar minuten lang had hij zich ook echt als een normaal iemand gevoeld met een normale familie dat op een normaal kamp ging.
    Een tijdje later was hij op de bus in slaap gevallen, ook al dreunde Imagine Dragons door zijn oren. Hij zou waarschijnlijk niet wakker geworden zijn als zijn ene oortje er niet uit gevallen was en zijn buur hem op zijn schouder tikte.
    Noah had zich uitgerekt en even luidop gegeeuwd. Zijn haar stond aan de rechterkant rechtovereind en hij wachtte een paar minuten voordat hij uit de bus stapte, omdat de rest hem anders gewoon uit de kant zou duwen.
    Het duurde letterlijk twee seconden voor Noah om zijn tent in elkaar te steken. De piketten in de grond steken nam meer tijd in beslag. Hij twijfelde even lui of hij de stormdraden in de grond zou vaststeken, omdat hij er daarmee altijd voor zorgde dat zijn tent haast in elkaar zakte door ze te sterk aan te spannen. Uiteindelijk besloot hij de touwen toch maar vast te steken in de grond en daarna smeet hij zijn slaapzak in de tent. Hij rolde de draad van zijn oortjes rond zijn gsm en rekte zich nog maar eens schaamteloos uit terwijl hij om zich heen keek. Cassie zat neergehurkt bij een boom en was blijkbaar van plan haar tent vlak op de wortels te zetten.
    Noah zuchtte en haalde zijn hand door zijn haar, dat nu onmogelijk nog meer warrig kon zitten dan het al was. Hij plukte de stokken die als kader voor de tent dienden uit Cassies handen en zocht in de zak naar het onderzeil.
    "Als ik van jou was, zou ik die tent toch ergens anders in elkaar steken, tenzij je van een ruwe ondergrond en slapeloze nachten houdt." Hij glimlachte even - fake - lief naar haar en keek even om zich heen voor een plekje om het tentzeil neer te leggen, toen hij de naam zag die op het zeil stond geschreven. Het was niet Cassies naam en Noah draaide zich even verward om.
    "Cassie, is dit zelfs jouw tent?"

    [ bericht aangepast op 2 jan 2014 - 23:35 ]


    help

    Cassie Elora Mears
    Hopeloos kijk ik naar de tentspullen. Ik weet zelf niet eens waar ik moet beginnen. Ik zucht gefrustreerd. Hadden ze er niet een gebruiksaanwijzing bij kunnen doen? Gewoon zo'n ding dat ook altijd bij IKEA-meubels zit, dat zou het vast een stuk makkelijker maken. Om mij heen zijn ook mensen bezig om hun tenten op te zetten, maar het gaat hun een stuk beter af. Eigenlijk had ik gewoon mijn buurjongen mee moeten nemen, hij kampeert elk weekend met zijn padvinders dus hij kan zoiets vast wel snel. Ik doe een poging wat stokken in elkaar te zetten, maar als ik zie dat ik iemands oog er bijna mee uit prik haal ik het snel weer uit elkaar. Dat klopt vast niet.
    Plotseling worden de stokken uit mijn uit mijn handen getrokken, waarschijnlijk iemand die me er op aan gaat spreken dat ze er niet voor bedoeld zijn om iemands oog mee uit te steken, maar alsof ik dat zelf niet weet. Ik kijk op en zie dat het Noah is. 'Ik weet heus wel dat ik er niet iemands oog mee moet uitsteken hoor,' brom ik, maar het blijkt over totaal iets anders te gaan. 'Als ik van jou was, zou ik die tent toch ergens anders in elkaar steken, tenzij je van een ruwe ondergrond en slapeloze nachten houdt,' zegt hij, terwijl hij een zeil uit de tenttas haalt. Hij glimlacht liefjes naar me, maar het ziet er niet erg gemeend uit en een lichte frons verschijnt op mijn gezicht. Het was niet dat ik zijn oog er bijna uit prikte of zoiets. Dan haal ik lichtjes mijn schouders op en ik kijk naar de plek waar ik zit. Veel boomwortels. 'Ik weet het niet,' zeg ik. 'Ik heb niet echt veel gekampeerd, maar ik dacht dat dit handig zou zijn omdat het dichterbij de boom is en dat veiliger is. Denk ik.' Weer haal ik lichtjes mijn schouders op en kijk ik toe hoe Noah om zich heen kijkt, met het de zeil in zijn handen. Ik vraag me af of dat ding onder of boven de tent moet, want als je het er boven doet en alle zeilen aan elkaar vast maakt, dan kan je droog van de ene tent naar de andere tent lopen als het regent of sneeuwt. Er is dan alleen wel touw of lijm nodig. Snel kijk ik in de tenttas, maar er zit helaas geen touw in, ook geen lijm.
    'Cassie, is dit zelfs jouw tent?' vraagt Noah dan. Er staat een verwarde uitdrukking op zijn gezicht. 'Nee,' antwoord ik, 'ik heb hem geleend van een vriend van mijn vader.' Ik loop naar Noah toe en kijk naar de naam die op het zeil staat. Het zal vast wel kloppen, denk ik.
    We, of eigenlijk Noah, ik sleep meer achter hem aan met de spullen, vinden een plekje om het zeil neer te leggen en gaan aan de slag. Het gaat nog best wel goed. Ik had uiteindelijk toch gelijk, want die stokken moest wel in elkaar. Twee van de stokken zit al in de tent en we zijn net met de derde bezig, als ik me ineens iets bedenk en de stok loslaat, waardoor die terug schiet tegen Noah's hand. Ik til de tent een stukje op, waarbij één andere stokken een beetje uit het ding floept, zodat ik de naam kan lezen. Er staat Derrick op. Ik weet niet veel van mijn vader's vriend, maar ik weet wel dat hij niet Derrick heet. Zijn tweede naam weet ik niet, maar het lijkt me sterk dat hij die er op zet. 'Noah?' begin ik. 'Volgens mij is dit toch niet mijn tent,' vervolg ik beteuterd en ik houd mijn hoofd een tikkeltje scheef. 'Ik dénk eigenlijk dat ik mijn tent vergeten ben...'

    [ bericht aangepast op 3 jan 2014 - 1:08 ]


    To the stars who listen — and the dreams that are answered

    Micardo Guiseppe Vercini

    "Meneer Vercini – Wat een eer om u te verwelkomen op onze schooluitstap."
    Alhoewel ik de deur van mijn eigen auto – een oude, afgetakelde Chevrolet – enkele seconden geleden dicht had geslagen met het idee dat dit het juiste was, bekroop me de neiging om direct weer terug in mijn auto te stappen om hier zo snel mogelijk vandaan te komen. Echter, in plaats van te vluchten – wat ik mijn gehele leven al had gedaan – besloot ik door te zetten, waardoor ik mijn rug rechtte en mijn adem langzaam over mijn lippen naar buiten liet rollen. Vervolgens richt ik mijn blik omhoog, waardoor deze in contact komt te staan met de blik van mijn gevreesde geschiedenis leerkracht – meneer Sherman – welke zojuist de woorden vol sarcasme had uitgesproken.
    Meneer Sherman was de enige leerkracht op mijn school welke het geen enkel excuus vond dat ik het leven van mijn jongere zusje en mijn ouders uit mijn handen had moeten laten glijden – alsof het iets was dat ik achter me zou moeten laten om er nooit meer naar terug te kijken, alsof dat zo gemakkelijk zou gaan. De allereerste dag na mijn terugkeer na het ongeluk was deze man veranderd in aardsvijand nummer uno – waardoor ik hem op dit moment niet kon zien of luchten. Zonder wat te zeggen neem ik hierdoor mijn bagage uit de laadbak en been met grote passen richting de kampplaats – waar meerdere personen al bezig zijn met het opzetten van de tenten.
    "Ik hou je in de gaten, Vercini – Vergeet dat niet."

          "Ik vergeet nooit wat, klootzak."
    Inmiddels ben ik aangekomen bij de rand van de kampeerplaats – terwijl mijn stem niet meer is dan een zachte fluistering, aangezien meneer Sherman uiteindelijk een leerkracht bleef en er simpelweg niet tegenin gegaan kon worden. Vanuit mijn ooghoeken zie ik hem aan de andere kant van de kampeerplaats beginnen met het opzetten van de leerkrachtentent – iets wat een grote opluchting in mijn gedachten teweeg brengt, hij zou in ieder geval niet dicht bij mij in de buurt zijn gedurende dit schooluitstapje.
    Zwijgend begin ik vervolgens aan het opzetten van mijn eigen tent – een afgetakeld geval wat bij mijn vader's oude spullen had gelegen op de zolder van mijn grootmoeder. Hoogstwaarschijnlijk was er maar plek voor twee personen; niet dat er iemand bij mij zou slapen – ik had geen vrienden meer sinds het ongeluk, ik had ze allemaal buiten gesloten en mijn oude vrienden hadden allemaal een nieuw leven opgebouwd.



    Drake stemt grinnikend in met dat ik hoop dat mijn tent niet weg vliegt en gewoon netes blijft staan waar die staat.
    "Ik hoop dat mijn tent ook op zijn plek blijft." Lacht hij dan vervolgens, ik grinnik zachtjes en knik instemmend dat ik dat ook hoop voor hem.
    "Moet ik je nog ergens mee helpen?" vraagt hij me dan. Ik kijk om me heen en schud dan uiteindelijk mijn hoofd.
    "Nee, ik gooi mijn spullen in de tent en dan ruim ik dat vanavond wel allemaal netjes in" zeg ik met een glimlach tegen hem. Ik pak mijn rugtas en grote zwarte tas van de grond en schuif ze zo de tent in om vervolgens mijn tent dicht te ritsen met beide ritsen naast elkaar.
    Dan ga ik voor de opening van de tent op mijn knieën zitten om een hangslotje door de twee gaatjes van de ritsen te doen, gewoon voor het geval dat er hier iemand bij zit die geïnteresseerd is in andermans spullen.
    De sleutel hangt aan een ketting rond mijn nek, dus die zal ik niet zo snel kwijtraken.
    "Zo, ik ben klaar" zeg ik dan met een glimlach tegen Drake terwijl ik weer op sta.
    Ik kijk weer even op het veld en zie dat een nieuweling het veld op is gekomen. De jongen, die er niet verkeerd uit ziet trouwens, loopt naar een uithoek van het veld en ik volg hem met mijn nieuwsgierig kijkende, grijsblauwe ogen, ik ken hem nog niet.. Misschien dat ik hem een aantal keer heb zie lopen op school maar verder is hij compleet nieuw voor mij, tenminste dat denk ik.. Het kan ook zo zijn dat, door de manier waarop hij zich zo afzonderd, hij me nooit is opgevallen.
    Als hij dan zijn tent gaat opzetten bekijk ik hem nog steeds aandachtig. Hij is redelijk knap. Mijn nieuwsgierige grijsblauwe blik volgt zo'n beetje elke beweging die hij maakt. Hij heeft zo te zien niet de nieuwste tent mee. Ik vraag me af of dat goed gaat houden als het ineens gaat stormen..
    Dan wanneer hij even uit het zicht raakt kijk ik het veld weer even over, Cassie heeft hulp gekregen met het opzetten van haar tent maar zo te zien gaat het niet helemaal geweldig. De uitdrukkingen op haar gezicht vertellen me dat er wel iets mis is. Ik grinnik zachtjes, leedvermaak.
    "Ik hoop dat dit kampeertripje wat gezellig word, en dat de buitenbeentjes geen buitenbeentjes meer zijn over een paar dagen.." mompel ik dan, eigenlijk meer tegen mezelf dan tegen Drake. Die jongen die zich helemaal in de hoek aan het afzonderen is van de rest trekt toch steeds weer mijn aandacht. Hij ziet er niet uit als een buitenbeentje.. meer als een jongen die er graag bij hoort. Ik vraag me af hoe het komt dat hij zich zo afzondert..
    Dan kijk ik weer tegenover me naar Cassie en Noah, de gene die haar aan het helpen is met haar tent. Als ik zie dat de twee niet echt veel opgeschoten zijn met de tent richt ik me weer naar Drake: "Dus, heb jij er een beetje zin in?" vraag ik hem met mijn eeuwige glimlach.

    [ bericht aangepast op 3 jan 2014 - 14:06 ]


    Little do you know

    Noah Riker Constantines.
    "Ik weet het niet," antwoordde Cassie. "Ik heb niet echt veel gekampeerd, maar ik dacht dat dit handig zou zijn omdat het dichterbij de boom is en dat veiliger is. Denk ik." Ze haalde lichtjes haar schouders op en Noah schudde glimlachend zijn hoofd.
    "Als het onweert heb je meer kans dat de bliksem in die boom inslaat waardoor hij in brand vliegt, dan dat hij op een open plek inslaat." Daarna zag Noah dat er een naam op het zeil stond en hij vroeg haar of het zelfs wel haar tent was.
    "Nee," antwoordde het meisje. "Ik heb hem geleend van een vriend van mijn vader." Wanneer ze eindelijk een plekje hebben gevonden en begonnen met de tent op te zetten, leek Cassie zich plotseling iets te herinneren en de stok die ze vast had liet ze los en die schoot tegen Noahs hand. Hij trok pijnlijk zijn hand terug en keek haar even geïrriteerd aan.
    Ze wilde het ding opheffen en Noah ging maar even uit de kant staan, wat een slimme keuze was aangezien hij anders een oog had kwijtgespeeld.
    "Noah?" begon ze dan. "Volgens mij is dit toch niet mijn tent. Ik dénk eigenlijk dat ik mijn tent vergeten ben..." Cassie klonk zo beteuterd dat Noah op zijn lip moest bijten om niet in de lach te schieten. Hij staarde haar geamuseerd aan. Hij kende haar al langer dan vandaag en wist dat ze soms wel iets... dommer was dan de gemiddelde mens, maar toch bleef ze hem verbazen. Het was niet alsof Cassie en Noah beste vriendjes waren. Volgens Noah had hij altijd al ietwat afstandelijk tegenover haar gedaan, maar dat deed hij tegenover alle mensen die nieuw waren geweest in zijn leven. Ze woonde in zijn straat en zijn vader kende haar familie, wat al meteen een minpunt opleverde van Noah's beeld over Cassie.
    "Meen je dat nu?" vroeg hij grinnikend. Maar het was blijkbaar echt zo, want hij zag een jongen een beetje verderop in paniek rond lopen alsof hij iets zocht. "Ik ga maar een beetje daar staan..." mompelde Noah. Het was best wel gemeen, want hij liet Cassie daar gewoon staan. Wat dan? Het was toch haar probleem...


    help

    Chase Carter

    Ik liet mijn tentspullen liggen toen ik een meisje zag dat eruit zag alsof ze ergens ontzettend erg van baalde. Volgens mij was het Cassie. Ik had haar wel eens gezien op de campus. Ik had niet super veel contact met haar, maar voor zover ik haar kende was ze best wel aardig. Ik liep op haar af en sprak haar aan. 'Hey, lukt het allemaal een beetje?' Ik staarde even naar mijn tent die nog in losse delen op de grond lag. Die tent zette ik later wel op, dat was toch in een wip gebeurd. Zo moeilijk kon dat toch niet zijn? Even een tent opzetten. Ik bedoel van; je hebt wat stokken, een groot stuk stof en touwtjes. Dat moest een tent worden. Eerst de stokken aan elkaar vast maken en dan het doek erover heen. Hoe moeilijk zou dat kunnen zijn? Waarom piekerde ik hier dan überhaupt over, waarom maakte ik me er dan überhaupt druk over? Ik maakte me volgens mij veel te snel druk over dingen. Dat moest ik niet doen, dat kon me namelijk compleet opvreten en me helemaal gek maken. Dat zou eventueel mijn humeur kunnen verpesten en dan was ik al helemaal niet meer te genieten.


    26 - 02 - '16

    Cassie Elora Mears
    Ik kijk Noah aan en zie dat hij op zijn lip bijt en een erg geamuseerde blik in zijn ogen heeft. Mijn gezicht betrekt iets en ik richt mijn donkerblauwe ogen. Tenminste iemand die het amusant vindt... Ik dacht écht dat ik die tent had meegenomen, ik snap niet dat 'ie ineens weg kan zijn. 'Meen je dat nu?' vraagt Noah grinnikend. 'Ik maak hier heus geen grapje over hoor,' mompel ik zachtjes. Half om half hoop ik dat hij zegt dat ik wel bij hem in de tent kan, ik zou niet weten wat ik anders zou moeten doen... 'Ik ga maar een beetje daar staan...' mompelt Noah dan. 'Oh, okay, is goed...' Ik voel me dom en onnozel voor wat ik hoopte. We zijn tenslotte niet eens vrienden, dat zijn onze vaders. 'Ik kan wel buiten slapen misschien...' mompel ik nog, maar ik betwijfel of hij het gehoord heeft, aangezien hij al wegloopt. Nu hoop ik al helemaal dat hier geen beren of wolven zitten. Ik wilde dat nog vragen, maar ik heb nu niet zoveel zin om hem achterna te gaan.
    Ik zucht zachtjes en ga op mijn tas zitten. Misschien kan ik papa bellen, om te vragen of hij de tent nog wilt brengen. Hoopvol pak ik mijn mobiel, maar mijn gezicht betrekt weer wanneer ik zie dat ik geen bereik heb en nu ik zo rond kijk, betwijfel ik ook of er nog wel een tent had bijgepast. Misschien kan ik wel in de bus slapen, maar ik betwijfel of dat mag.
    'Hey, lukt het allemaal een beetje?' Ik kijk op en zie een jongen staan, die volgens mij Chase heet. Lichtjes haal ik mijn schouders op. 'Ik dacht dat dit mijn tent was, maar blijkbaar is deze van iemand anders. Mijne ligt waarschijnlijk nog thuis.' Ik weet een glimlach op mijn gezicht te persen, al vermoed ik dat het niet zo overtuigend overkomt. 'Weet jij trouwens of er wolven en beren in dit gebied zitten?' vraag ik vervolgens aan hem. 'Ik heb namelijk niet echt veel zin om buiten te slapen als die beesten hier rondlopen...'


    To the stars who listen — and the dreams that are answered

    Chase Carter

    'Ik dacht dat dit mijn tent was, maar blijkbaar is deze van iemand anders. Mijne ligt waarschijnlijk thuis' zei ze met een overduidelijk lichtelijk geforceerde glimlach. Ik kon me goed voorstellen dat ze alles behalve blij was. Dit zou namelijk betekenen dat ze óf buiten op de harde grond moest slapen óf met een random persoon een tent moest delen. Dit zou ook wel een goed moment zijn om een betere band met Cassie op te kunnen bouwen. 'Weet jij trouwens of er beren of wolven in dit gebied zitten?' vroeg ze vervolgens aan me. Ik knikte en schudde vervolgens mijn hoofd. 'Geen idee' mompelde ik. 'Ik heb namelijk niet echt veel zin om buiten te slapen als die beesten hier rondlopen...' zei ze vervolgens. Ik knikte. Dat snapte ik natuurlijk volledig. Niemand zou hier buiten willen slapen met al die beesten en de hele reutemeteut. Ik staarde even naar de grond om na te denken en keek haar vervolgens aan. 'Je mag wel in mijn tent, tenminste als je dat wilt en als je wilt helpen met het opzetten van de tent' zei ik met een brede glimlach. Ik staarde vervolgens even naar mijn voeten die ik over de grond heen en weer liet gaan.


    26 - 02 - '16

    Athalia Sevillia Espironaz

    Mopperend in mijn zelf liep ik over het veld. Mijn voeten schopte tegen elk klein dingetje waar je tegen aan kon schoppen en ik voelde voelde verveling aansloeg. Ik was hier. nog geen eens een halve dag. Toen ik bij de grens was waar het veld eindigde keerde ik mijn lichaam een kwartsslag om en liep langs de grens. Mijn grijs/groene ogen keken naar de struiken waar geen blaadjes aan zaten. Mijn ogen werden wat groter zodra ik een dode haas zag tussen de takken. Zijn lichaam was al lichtelijk aan het rotten en ik voelde hoe mijn gezicht betrok. Ik had dan wel vaker dode dieren en mensen gezien maar nog nooit rottende. Ik draaide mijn lichaam snel om voordat mijn maag zich zou gaan omkeren. Ik keek stug naar de grond en liep snel richting mijn tent. Eigenlijk liep ik gewoon snel naar de kant op waar ik dacht waar mijn tent lag. Toen ik voor mijn gevoel ver genoeg was van het dode dier keek ik op en keek even vluchtig naar beneden. Ik voelde hoe ik ergens tegen aan botste en mijn handen grepen geschrokken in de lucht en pakte het genen waar ik tegen aan gebotst was. Ik viel op de grond en keek geschrokken naar het gene waar ik tegen aan was gebotst. Of eigenlijk. Tegen wie ik aan was gebotst.
    '' Triste.'' Mompelde ik snel. Toen ik mij realiseerde dat ik weer voor de zoveelste keer in mijn 2de moeder taal was overgesprongen wat voor mij eerder mijn eerste was. ''Sorry, bedoelde ik.'' Zei ik tegen de jongen en ik verklaarde snel tegen de jongen voor hij wat kon zeggen. ''Triste betekend sorry in het Spaans. Je kan natuurlijk ook 'Lo siento' zeggen maar ik zeg meestal triste. En dit is helemaal niet interessant voor jou wat ik nu vertel eigenlijk. '' Dat laatste mompelde ik eerder in mijzelf dan naar de jongen. Ik strekte even mijn linkerbeen en voelde een klein beetje pijn erdoor heen gaan. Ik stond langzaam weer op en probeerde niet al veel kracht te zetten wetend dat dat de pijn zou verergeren. Ik hield mijn been een klein beetje de lucht in en keek naar de jongen.


    | 'Sorry for being awesome, losers,' Call had said before he blacked out. | The Iron Trial


    De jongen verdwijnt weer achter zijn tent en ik kijk kort naar Drake.
    "Uhm, sorry Drake, ik ga even naar iemand anders toe.. ik ken hem namelijk nog niet" excuseer ik mezelf van Drake. Zonder eigenlijk nog op antwoord te wachten loop ik in de richting van waar de nieuwkomer zijn tent heeft geplaatst.
    "Hoe kan het dat ik jou nog niet ken?" vraag ik de jongen als ik bij hem sta, ik wind er zeker geen doekjes om heen nee. Misschien dat hij het anders op vat als dat ik het bedoel, dus ik glimlach er wat bij, zodat de kans minder groot is dat hij zich aangevallen voelt of zo.
    "Ik bedoel maar, ik ken zo'n beetje iedereen van de campus.. zelfs de meeste buitenbeentjes. Dus of jij bent nieuw, of jij bent gewoon enorm goed in jezelf onzichtbaar maken" vervolg ik dan met een zachte grinnik, maar de glimlach die rond mijn lippen siert is er nog steeds, nog steeds hopende dat hij dit allemaal niet verkeerd op vat.
    "Maar eigenlijk zie ik jou niet echt als een buitenbeentje.. dus als je dat echt bent vraag ik me af hoe dat komt" begin ik dan weer met praten.
    Ik grinnik dan zachtjes en schud mijn hoofd afkeurend "Ik praat teveel, of niet?" vraag ik hem met een scheve glimlach. Ja, ik praat zeker te veel.. en als deze jongen werkelijk een buitenbeentje is -ik bedoel maar, hij zou zich toch niet voor niets zo afzonderen van de rest?- dan zal hij het vast ook zo geweldig niet vinden als zo'n typje als ik zich plots met hem gaat bemoeien. En dan ook nog iemand die teveel praat.. onzekerheid is echt een bitch.
    Ondanks mijn gedachtes verlaat de lach mijn gezicht niet, iedereen hier kent mij als het meisje dat altijd lacht. Van buiten ben ik áltijd vrolijk, terwijl ik van binnen eigenlijk vaak zat in elkaar zak. En dat laat ik nooit zien aan de buitenwereld. Ik ben geen aansteller, niemand hoeft opgezadelt te worden met mijn problemen.
    Afwachtend kijk ik de jongen aan, hopend op een niet zo pijnlijk antwoord voor hem of voor mij. Er zijn genoeg mensen die je meteen afsnauwen als je vrienden prodeert te worden namelijk..


    Little do you know