Mattaaq 'Matt' Avvá.
Ik knijp mijn ogen dicht, wanneer het licht van de overloop mijn kamer binnensijpelt en op mijn oogleden terecht komt. "Mattaaq, jongen," Klinkt de zware stem van mijn opa, "Het is tijd en je zusjes zitten al anderhalf uur op je te wachten." Ik murmel een antwoord, maar een gaap onderbreekt me. "Ik kom er zo aan" Mijn stem lijkt anders te klinken vandaag, volwassener.
Langzaam duw ik mijn deken van me af en laat ik mijn benen langs het randje van mijn bed glijden, waarna een zachte kuch mijn mond verlaat. Nadat ik mezelf uitgebreid heb uitgerekt, adem ik diep in en ga ik overeind staan. Het feit dat het mijn opa moet zijn die me wakker maakt, doet me zeer. Ik had het liefst gewild dat het mijn moeder was, maar dat zou hoe dan ook onmogelijk zijn en dan heb ik nog mijn vader die een paar dagen geleden onverwacht naar het buitenland moest voor zijn werk. Hij wist dat hij me een lange tijd niet te zien zou krijgen, maar ik kan het hem niet kwalijk nemen. We zijn beide niet erg goed in het nemen van afscheid. Misschien lijken we toch wat meer op elkaar, dan dat ik altijd heb gedacht. Mijn vader heeft er wel voor gezorgd dat ik afscheid kan nemen van mijn twee kleine zusjes én van mijn opa en oma. Hij heeft voor Ikiuna en Bibe een ochtend vrij kunnen krijgen om persoonlijke redenen en nou ja, opa en oma zijn opa en oma en hebben ook zo hun activiteiten die ze voor mij hebben afgezegd. Toch zal dit afscheid nooit compleet kunnen zijn zonder hem, maar hier zal ik het mee moeten doen.
Ik knipper even met mijn ogen, wanneer ik het lichtknopje indruk en de duisternis verlicht word. Met een vlugge beweging, trek ik een la van mijn ladekast open en haal ik er een schone boxer uit. Met mijn boxer en een kledinghanger waar mijn complete uniform aan hangt, loop ik de gang op richting de badkamer. Ik weet dat Ikiuna, Bibe en mijn opa en oma beneden op mij zitten wachten, maar ik wil een fris en fruitige start maken, met de nadruk op 'fris'.
Nadat ik mijn haar met shampoo heb gewassen en mijn lichaam met zeep, draai ik met een snelle beweging de kraan uit en laat de laatste druppels water over mijn lichaam glijden. Mijn ene hand trekt het gordijn en stukje open, waarna ik met mijn andere hand een handdoek van het rekje beetpak. Vlug droog ik mezelf af om vervolgens mijn schone boxer aan te trekken. Ik werp een blik op de spiegel, nadat ik het laatste deel van mijn uniform heb aangetrokken. Een bescheiden glimlach verschijnt op mijn gezicht. Ik weet dat mijn moeder trots op me zou zijn, als ze dit zou zien. Ik hoop dat ze ergens boven mij geniet van dit moment. Ik hoop en geloof dat ze voor Ikiuna en Bibe zal zorgen, wanneer ik voor een lange tijd naar het Hemmeligetræ Instituut zal gaan.
Ik werk mijn natte haar bij met wat gel, iets wat niet al te gemakkelijk gaat, maar ik kan niet klagen over het resultaat. Ik heb slechtere dagen gehad.
Wanneer ik beneden kom, verschijnt er een brede glimlach op mijn gezicht. Bibe houdt een dienblad vast met daarop een mok gevuld met zelfgemaakte thee en een bord met twee boterhammen die beide belegd zijn met kaas, tomaat, komkommer en een aantal kruiden. De kronkels die zich in de met thee gevulde mok vormen, geven aan dat de mok aan het trillen is. Dit laat mijn brede glimlach veranderen in een bescheiden glimlach. “Voor jou” Klinkt de stem van Ikiuna, die Bibe daarvoor al een teken had gegeven dat ze wat moest zeggen, maar wanneer Bibe dit niet deed, nam Ikiuna maar het voor touw. “Dank jullie wel,” Ik neem het dienblad snel van Bibe over, voordat de thee over het randje kolkt.
Een stilte volgt, terwijl ik mijn boterhammen naar binnen werk en zo af en toe een slok van mijn thee neem. Oma, Ikiuna en Bibe zijn normaal over van alles en nog wat aan het praten, maar nu is dit anders. Ik denk dat we, ook ik, nu pas beseffen dat ik daadwerkelijk weg ga. Zelfs Bibe is stil, terwijl je niet van haar zou verwachten dat ze nu al weet wat er de komende tijd zal gaan veranderen, maar de sfeer die hier nu hangt, maakt het voor bijna iedereen mogelijk om dit te begrijpen.
“Mattaaq, er staat iets buiten.” Ik kijk opzij naar Ikiuna die het gordijn een stuk opzij heeft getrokken en door het raam naar de straat kijkt. “Daar is je vervoer, Mattaaq.” Zegt mijn oma, waarna ze me een warme glimlach schenkt. Ik knik kort en schuif mijn stoel naar achteren om vervolgens op te staan en mijn opa en oma aan te kijken. “Het komt goed, jongen. Dit is de juiste bestemming voor jou en het zal je goed doen, geloof me.” Spreekt mijn opa. Hij schenkt me een gemeende glimlach en knikt even als afscheid. Ikiuna draait haar gezicht weg van het raam en kijkt me recht in mijn ogen aan. “Ik ga je missen, Matt.” Ze bijt wat onwetend op haar lip, totdat ik naar haar toe loop en haar in een knuffel trek. “Ik jou ook, Iuna” Ik sluit mijn ogen tijdens de omhelzing en plaats mijn lippen kort op haar kruin om haar vervolgens weer los te laten. Ikiuna kijkt me nog even aan, maar loopt dan langs me naar mijn koffer toe om hem samen met mijn opa op te tillen en naar buiten te brengen. Mijn ogen gaan van Bibe naar oma, maar aangezien Bibe nog niets heeft gezegd en voor zich aan het uitstaren is, loop ik eerst naar mijn oma toe. “Ik ga je mi-“ – “Voordat je afscheid van me gaat nemen, wil ik eerst dat je iets krijgt.” Ik kijk mijn oma niet begrijpend aan en wacht geduldig tot ze een klein doosje tevoorschijn haalt. “Deze armband is van je moeder geweest en ik wil dat jij hem krijgt” Zegt ze, terwijl ze de armband uit het doosje haalt en hem rond mijn arm doet. Ik glimlach dankbaar naar haar en trek haar, voordat ze het doosje weer kan opbergen, in een knuffel. “Ik hou van u, oma.” Prevel ik zachtjes. Een traan glijd langs mijn wang, maar vrijwel meteen veeg ik hem met mijn duim weg. “Ik ook van jou, Mattaaq. En weet dat je ouders hoe dan ook trots op je zullen zijn, ook al is je vader een apart geval” Ze glimlacht wat moeilijk, maar ik geloof haar en dat zal ik altijd doen.
Ik werp nog een blik op Bibe, maar concludeer dat ze er niet aan toe is om afscheid van me te nemen. “Doeg, Bibe” Ik laat mijn blik over haar heen glijden en zucht dan zachtjes. Ik laat me door mijn oma naar buiten begeleiden en neem daar nog eens snel afscheid van ze. Net wanneer ik in de slee wil stappen, rent Bibe naar buiten en pakt mijn been beet. “Mattaaq,” Prevelt ze tegen mijn been aan, “Ik wil niet dat je gaat, Mattaaq”. Ik kijk haar aan en zie de tranen geruisloos over haar wangen stromen. “Ik kom terug, Bibe.” Stel ik haar gerust, terwijl ik mijn handen onder haar oksels plaats en haar op til. “Ik ga voor een tijdje weg en in die tijd blijf jij bij papa, opa en oma en Ikiuna. Zij zullen goed voor je zorgen, zodat je een grote meid wordt.” Zeg ik, waarna ik haar wat verder van me af hou, zodat ze haar hoofd van mijn schouder moet halen en ze me aan kijkt. “Zal jij dan goed voor hun zorgen?” Ik kijk haar aan, terwijl ik mijn ene hand de tranen uit haar gezicht veeg. Bibe knikt zachtjes en omhelst me nog een laatste keer, voordat ik haar bij oma neerzet. “Tot ziens, dan maar” Zeg ik, dit keer met een kleine glimlach op mijn gezicht en ik stap in de slee. Er zitten een paar mensen in, maar ik hoop dat ze niet veel hebben meegekregen van mijn afscheid. Ik zou er namelijk niet nog een keer mee geconfronteerd willen worden. Ze zwaaien naar me, totdat we eenmaal de straat uit zijn. Nu ik hier eenmaal zit, na het afscheid, ben ik blij. Ik weet dat ik het naar mijn zin zal hebben en ik kijk er al erg naar uit. Tijdens de reis kan ik me in ieder geval al vermaken door naar de inspirerende beesten te kijken die de slee vooruit trekken.
'I don't want to leave her just because she makes me a better person.'