Lauren Cara Michels
Ik glimlachte zwakjes toen Max niet doorvroeg. Ik was blij dat hij dat deed. Hoewel ik soms graag met iemand over mijn moeders dood wilde praten, wilde ik geen medelijden. Ik had niet het idee dat ik met iemand erover kon praten. In de vakantie probeerde ik altijd vrolijk te doen. Niemand zag mij het hele jaar door en een beste vriendin had ik niet echt. Ivy kwam aardig in de buurt, maar na zes weken vertrok zij weer. Heel goed contact hadden we dan niet. Ieder had zijn eigen levens. Bovendien leefde Ivy aan de andere kant van de wereld. Ik had geen beste vriendin. In de wildernis leefde haast niemand, behalve de boswachter en een paar boerengezinnen, maar die boerderijen lagen zo'n drie kilometer verder op. Net zoals het dichtstbijzijnde dorpje. Het klonk armmoedig en als je erover nadacht was dat het ook. Maar toch stelde het bos me gerust. Mijn vader had het naar zijn zin. Hij had afleiding en een nieuwe start gemaakt, ik deed het wel een beetje voor hem. Hij was degene met wie ik wilde praten over mama, maar hij was te druk om daar echt een geschikt moment voor te vinden. Zijn verdriet verborg hij in het werk. Na het werk hadden we niet veel tijd om echt te praten, aangezien mijn vader zich zorgen maakte in Jona, die s'nachts nachtmerries had. En hoewel het misschien niet zo was, voelde ik me vaak alleen. Jona ging voor, hij was jonger en leek beschadigder dan mij. Ik wilde er voor hem zijn en voor mijn vader, maar het was moeilijk. In de familie was ik degene die mijn moeders rol had overgenomen. De was, koken, schoonmaken. Ik deed het allemaal. Gelukkig had de schoonmaakster de taak van het schoonmaken gekregen, maar alsnog. Ik voelde me soms de nieuwe moeder in het gezin. Degene die mijn vader erop wees dat hij tijd moest nemen om te ontbijten, degene die Jona vroeg hoe het met hem ging en degene die de familie zo blij mogelijk wilde zien. En hoewel ik niet vergeten was, was ik wel moe en kropte de gevoelens zich op. Mijn vader wilde ik er liever niet mee lastig vallen, al verlangde ik wel een beetje naar zijn troostende woorden en naar armen waar ik uit kon huilen. Alleen was dit de slechte tijd. Het was zomer, te druk voor familiegedoe. En ook al dacht ik zo, mijn vader zou gelijk vrij nemen als hij me zou zien huilen. Alleen wist hij het niet. Hij wist niet hoe ik eraan onderdoor ging, dat was mijn geheim.
De boze stem van Ivy deed me opschrikken. Ze keek boos in het rond. Ik glimlachte zwakjes.
'Rustig,' mompelde ik en liep naar haar toe. Ik trok haar in een knuffel en wiegde haar lachend heen en weer. Daarbij begroef ik mijn zorgen en verdriet. 'Er is geen Australische invasie. Niet zover ik weet. Wat is er gebeurd?' Ik kijk Ivy met een schuinhoofd aan en daarna naar Max. 'Kom, ondertussen lopen we naar jou plek toe.' sprak ik en trok Ivy mee, terwijl ik nog een paar spullen van Max overnam. Zwijgend liep ik tussen de twee in en keek voor me uit. 'Je staat op hetzelfde veld als Ivy en Levi,' sprak ik tegen Max en keek Ivy aan. Misschien dat ik weer een nachtje bij Ivy zou komen logeren. Het terrein waar zij allemaal sliepen leek me erg gezellig.
Embrace your weirdness - Cara Delevingne