Amaury;
Ik grinnik en kruip naast Yue in bed. 'Wat is er mooie meid van me?' zeg ik glimlachend en geef haar een lieve kus.
Cecile;
Mijn ogen verwijden zich en ik voel mijn doktershanden weer tintelen. 'Blijf liggen!' zeg ik bevelend tegen haar en dien haar een enorme hoeveelheid verdoving toe, zodat ze in slaap valt, in leven blijft en de pijn niet meer voelt. Ik prik even met een naald in haar buik om te zien of ze pijn heeft, en als ik zie dat ze slaapt, snijdt ik haar buik open. Ik snijd voorzichtig haar baarmoeder open en kijk even verbrouwereerd naar het kindje wat erin verscholen gaat. Heel voorzichtig haal ik het eruit, knip de navelstreng door en leg het kindje in doeken neer op de comode. Het kan toch nergens heen. Snel en zorgvuldig naai ik het goed dicht, nadat de nageboorte eruit is gehaald en in de ton belandde, en veeg ik het bloed van haar buik en rondom weg. Ik gooi nog snel mijn handschoenen weg. Ik trek snel een te grote boxer van mij bij haar aan en bekommer me dan om het kleine kindje. Ik was het, kleed het aan en kijk er verliefd naar. Dan loop ik, met het kleine kereltje, naar Aprillyne en streel door haar haren. Ik fluister zachte, lieve woordjes tegen haar en kus haar voorhoofd zacht. 'Rust maar goed uit liefje, je hebt het goed gedaan' zeg ik zacht, ook al weet ik dat ik bijna alles gedaan heb, zij heeft de zwangerschap vol gehouden.
Selena;
Ik glimlach en knik zacht. 'Ik zou graag willen slapen' zeg ik met een glimlach en wil hem net een kus geven, als hij over de pil en condooms begint.
Mijn kaken kleuren rood en ik knik zacht.
'Dat lijkt me wel verstandig, denk ik... En,, Ik ga wel mee, als het moet?' zeg ik zacht en een beetje ongemakkelijk.
Ik leg mijn hoofd op zijn borst en streel zijn borst zacht. 'Hmmm, ik hou echt zoveel van je!' zeg ik zacht en kijk hem met lieve, stralende oogjes aan.
Miko;
Enkele tellen later, omdat ik best chago was, kom ik binnen en het eerste wat ik hoor, is slecht nieuws. Izuna's moeder, Mai Uchiha, is vermoord op der missie. Ik sta echter aan de grond genageld, met mijn blik op de nog net niet instortende Izuna. Tobirama begint dan zachtjes te praten. 'We weten het nog niet. Op het moment brengen de Konoha shinobi haar lichaam hierheen. Daarom.. hebben we Miko gevraagd om hierheen te komen. Haar clan staat bekend als een clan die gespecialiseerd is in informatie verkrijgen, net als de Yamanaka clan. Helaas hebben wij nog geen alliantie met de Yamanaka-clan en verblijven zij niet in Konoha.' Dan praat Hashirama, alsof hij Tobirama onderbreekt. . 'Miko, we vragen van jou de gunst om Mai Uchiha's laatste herinneringen op te halen zodat we vast kunnen stellen wie haar vermoord heeft.' Ik kijk een beetje glazig voor me uit, en dan naar de twee mannen bij Izuna. Ik knik zacht en bijt op mijn lip. Verder reageer ik er niet echt op, tot ze weg gaan. Ik schud mijn hoofd en dwing mijn vastgevroren lichaam naar de gebroken man op de grond te gaan. Ik zak bij hem neer en trek hem, zonder na denken, stevig in mijn armen. De eerste traan die hij net liet, word gevolgd door meerdere.
Ik zwijg, streel door zijn haar en laat hem uit huilen. Ik weet ongeveer hoe het is, je moeder verliezen. Hoewel het bij mij eerder om mijn tante ging. Ik schudt de nare gedachte van me af, voor ik ook begin te huilen en probeer hem rustig te krijgen. 'Izuna, rustig, ik blijf bij je, dat beloof ik' zeg ik geruststellend, of het werkt, ik denk het niet. Mijn gedachte net, om hem vaarwel te zeggen door dat gedoe wat we hadden, dat gevoel, die gedachte, die is als sneeuw voor de zon verdwenen. Ik bedoel, hoe kan ik hem nou achterlaten, nu hij dit nieuws net gehad heeft?! Ik wieg zacht, zoals ik mijn mijn jongere zusje ook altijd deed als ze verdrietig was om iets. Ik hoop zo dat het snel voorbij is, dat dit gewoon een nachtmerrie is, dat het niet waar is, dat Izuna zijn laatste familie lid verloren heeft. Ik gun veel mensen pijn in hun leven, maar dit zou ik mijn ergste vijand nog niet toe wensen...
Ik denk dat Izuna en ik op deze manier nog een redelijk lange tijd gezeten hebben, want als ik op kijk als Tobirama en Hashirama naar binnen komen, begint het al te schemeren buiten. De kilte tussen de twee broers, is niet bepaalt aangenaam. En Izuna doet meteen zijn best zijn tranen in te houden, alsof hij niet wil dat ze hem zien huilen. Hoewel mijn shirt behoorlijk nat is geworden van zijn tranen, negeer ik het, en veeg met mijn duimen zijn laatste tranen weg. Ik kijk in zijn ogen en zie leegte, verdriet en pijn door zijn ogen razen. Ik bijt hard op mijn lip en trek hem weer tegen mij aan. Uit reflex, ik kan het niet aan zien om de sterke, niet breekbare Izuna zo..... GEbroken en verdrietig te zien. Dat breekt mij ook. 'Miko... Kun je nu mee komen.... Om Mai Uchiha te onderzoeken..?' zegt Hashirama zacht en kijkt me in mijn ogen aan. Ik schud mijn hoofd zacht. 'Nee, niet nu... Ik wil haar best morgen onderzoeken, maar ik laat Izuna niet alleen. Niet op dit moment,..' zeg ik zacht. Ik knijp mijn oogjes tot spleetjes als ik naar Tobirama kijk, in zijn ogen, en informatie zoek die misschien nuttig kan zijn, zodat ik weet waar ik me op moet voorbereiden. Ik sis heel zacht, als ik te "zien" krijg, wat hij Izuna wilde aan doen. 'Leugenaar' sis ik zachtjes en kijk nijdig.
'Het is te begrijpen dat je Izuna niet alleen wil laten. Ik kan jullie wel een onderkomen aanbieden, voor een tijdje, als jullie dat graag willen?' zegt Hashirama zacht en vriendelijk. 'Broer!?' sist Tobirama en ik grom. 'Ik denk dat als ik uit beide mag spreken, dat ik het afweer... mijn huis is net buiten de stad, goed 10 minuten lopen, dus, nee bedankt.. Ik waardeer je gastvrijheid Hashirama...' zeg ik met een fake-smile. Ik sta op en trek Izuna overeind. Ik hou hem stevig vast, als ik zie dat hij een beetje wankel op zijn benen staat. 'Tot morgen' zeg ik kortaf, geen buiging of zo, en pak nog snel een zakdoekje van Hashirama zijn kast voor Izuna zijn tranen. Tobirama zijn koude hand omsluit mijn pols en ik werp hem woedende blikken toe. 'Laat...Los...' sis ik zacht en dreigend. Tobirama blijft me aankijken, met een emotie die ik niet ken, niet van hem in elk geval. Ik slaak een zucht. 'Dan niet' zeg ik geïrriteerd en laat mijn hand eraf vallen. Snel laat ik mijn echte hand terug komen en loop weg.
An eye for an eye, a tooth for a tooth and an angry requiem for evil! ~ Yuuki Tenpouin