• Out of Sight, Out of Mind

    Het is begin 19e eeuw en de hele wereld is net aan het herstellen van een oorlog die zojuist gestreden is, zo ook het stadje Bathum, de hoofdstad van het land Hawkscourt. Er heerst grote onrust onder het volk en sommige zijn zo ontevreden over het huidige bestuur dat ze soms samenkomen en de boel saboteren. Terwijl het volk denkt dat deze ‘bende’ het grote gevaar is, ligt er een groter gevaar op de loer. Vampiers. De laatste tijd hebben ook zij het moeilijk gekregen, met name een clan uit het noorden. De laatste tijd is de clan ontzettend gekrompen en de clanleider heeft besloten dat er verandering in moet komen en ze denken in Bathum de geschikte mensen hiervoor te kunnen vinden. Ondanks de nood om hun clan uit te breiden en de onrust die er al heerst zullen ze nauwkeurig te werk gaan, ze willen immers niet dat het op gaat vallen en ook niet iedereen is geschikt voor het harde vampiersleven.





    Rollen: Getallen achter naam. Rollentopic + paginanummer
    Vampiers:
    Clanleider: Silas Underwood - 26/247 - 1e rang - Tortura
    Rechterhand:Idwallon Calhoun Underwood - 24/245 - 1e rang - Goldenwing
    Verbannen: Will Mason Black (1,3) - 22/84 - Nomaad - Praelectio
    Leden (max 6):
    - Alice Woods - 21/103 - 3e rangs - Endure
    - Evelyn Gabriela Delavey (1,2) - 20/121 - 3e rang - Scabbia

    - Amelia Earhart (1,3) - 15/15 - 4e rang - Souvenir

    - Oliver William Dust (1,1) - 19/143 - 3e rang + ring - Memoria
    - Samuel Joshua Carrey (1,4) - 20/150 - 3e rang - Eyes
    - Cedric Laurentius Salomon - 21/138 - 3e rangs - X


    Mensen (max 5):
    - Eviënne Olivia Crawford (1,2) - 18 - Tegen - Praelectio
    - Félice Mabel Delamore - 19 - Voor - Jemima
    - Elisabeth Howell - 17 - Tegen - Eyes

    - X - X - X - X
    -

    [ bericht aangepast op 12 mei 2013 - 12:56 ]


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Ik schrijf na school een stuk.


    "It takes ten times as long to put yourself back together as it does to fall apart."

    Will Mason Black.

    Met snelle, behendige passen liep ik door de smalle straatjes van Bathum heen. Ik zette enkel mijn voeten in de steegjes, ofwel plekken waar de zon niet zou kunnen geraken. Ik had nou eenmaal niet de behoefte om een pijnlijke verschroeiing te moeten doormaken. Mijn vingertoppen gleden langs de muren van verschillende huisjes en ik blikte verschillende keren rond. Ik was niet een van de meest bekenden hier, maar sommige mensen zouden me waarschijnlijk herkennen. Ik stond bekend als een toerist hier, iemand die hier vaker langskwam en weer net zo snel vertrok. Ik was een nomade, een rondtrekker die na al die jaren nog steeds leed omdat zijn zusje op een donkere wijze vermoordt werd en af en toe zichzelf voedde met het rode, warme bloed van de mens. Ik voelde me af en toe net een verschrikking, maar gelukkig had ik nog nooit iemand hoeven te vermoorden. Een enkeling die ik tegenkwam toen ik net getransformeerd was, was de enige geweest die zijn leven moest verruilen voor de eeuwige stilte, de dood.
    “Komt u uw familielid weer bezoeken?”
    Mijn hoofd draaide zich iets langzamer, iets menselijker in de richting van de zachte, vrouwelijke stem. Het was een klein meisje met de naam Gianna. Ik herkende haar van de kleine bloemenwinkel die haar ouders bezaten, ze gaf me vaker een lelie in ruil voor het muntgeld dat ik bezat.
    “Ja, ik heb haar al tijden niet meer gesproken.” antwoordde ik met een klein glimlachje. Ze wist niet dat Elizabeth overleden was, ze wist enkel dat ik haar om de zoveel tijd een bloem kwam brengen.
    “Hetzelfde zoals altijd?”
    “Graag, Gianna.”
    Het zwartharige meisje beende het steegje weer uit en draaide naar de rechterrichting, wat betekende dat ze onmiddellijk naar de bloemenwinkel zou gaan om mijn bloem te halen. Ik liep niet mee, ik kon me niet in de zonnestralen vertonen op dit moment. Het meisje had er nog nooit iets van gezegd als ik hier op haar wachtte, maar ik zag in haar ogen dat ze nieuwsgierig was.
    Wie was nou niet nieuwsgierig naar het echte vampierleven?

    [ bericht aangepast op 7 maart 2013 - 7:46 ]


    Reading a good book is like taking a journey.

    Oliver Williams Dust

    Voorzichtig ga ik met mijn handen door mijn haar. Het krult zachtjes aan de onderkant, maar gelukkig heb ik die er vandaag uit gekregen. Dat heb ik voor mekaar gekregen door heel vaak door mijn haar te gaan, waardoor het nu plat op mijn hoofd ligt. Ik probeer van mijn haar een kuif te maken, maar dat mislukt. Mijn haar is niet nat genoeg om er dingen mee te doen en ik ben niet zo veel van die menselijke producten. Natuurlijk heb ik wel gehoord dat ik naar de Grote Zaal moet komen, maar die kunnen best nog wel even op mij wachten. Ik zet mijn haar zo dat het precies perfect valt, waarna ik rustig naar de Grote Zaal slenter. Ik doe mijn handen in mijn zakken en loop door de gangen. Gelukkig kan er geen zonlicht doorheen komen, waardoor ik compleet ben beschermt door de duisternis. Ik heb niet zo'n zin in om verschroeid te worden door het zonlicht. Als ik de Grote Zaal binnen kom zie ik dat ik toch nog een van de eersten ben. Normaal moeten ze op mij wachten, maar vandaag dus blijkbaar niet. Een hele verbetering, als je het mij vraagt. Ik plof ergens neer en zak lekker onderuit. Ik haal mijn handen uit mijn zakken en staar voor mij uit. Zachtjes trommel ik met mijn vinger op de bank, waarna ik zachtjes wat geluiden maak. Ik heb dat laatst nog op de straat gehoord s' nachts, toen ik erop uit ben gegaan. Die nacht was een groot succes, want ik heb die nacht weer een dame aan de haak geslagen. Ze wist niet wat haar overkwam toen zij me tegen kwam, ze heeft vast nog nooit iemand zo knap gezien als ik. Wel, ik zal waarschijnlijk voor altijd in haar gedachten blijven rond spoken. Toen ze in slaap is gevallen ben ik voorzichtig naar haar kamer gegaan, want ik heb zo ook mijn behoeftes. Ik heb het in ieder geval heel voorzichtig gedaan, waardoor die dame nu van niks weet. Ik ging nog even met mijn tong over het kleine wondje in haar nek, waardoor het wondje hopelijk zo snel mogelijk herstelt. Ik kijk om mij heen, want nu wil ik echt wel weten wat er aan de hand is. Hopelijk hoeven we hier niet weg, want het voelt hier langzaam vertrouwd aan. De donkere gangen zijn nu steeds vertrouwder, zeker omdat we hier gewoon veilig zijn. We hebben hier niks om zorgen over te maken. We kunnen namelijk gewoon ons eigen ding doen, zonder ons zorgen te hoeven maken.

    [ bericht aangepast op 8 maart 2013 - 7:21 ]


    "It takes ten times as long to put yourself back together as it does to fall apart."

    Evelyn Gabriela Delavey


    Het enige wat Evelyn in haar kamer had was een bed, stoel, en een grote kast. Het bed had ze zelf gemaakt. Al was ze niet echt goed met het in elkaar zetten van spullen, was het haar aardig gelukt. Met een matras en een simpele deken kon je er goed op slapen wanneer je dood moe was. Evelyn is niet vaak moe en ze slaapt ook niet veel. Slapen vindt ze een verspillen van tijd, maar ze heeft het eens in de zoveel tijd nodig. Soms als je niets te doe hebt is slapen ook een optie.
    Evelyn zat op haar bed en keek naar haar grote kast. De kast was van hout en behoorlijk oud. In de kast zaten grotendeels kleren. Ze had niet veel persoonlijke bezittingen. Haar kleren bestonden grotendeels uit zwarte broeken en korsetten. Iets waar je makkelijk in kon vechten en niet zo snel kapot ging. Er hing ook een paar jurken in haar kast. Ze zegt tegen iedereen dat ze geen jurken draagt, maar heeft toch een zwak ervoor. Ergens in de kast staat een dood, maar Evelyn kijkt nooit in de doos, het is te pijnlijk voor haar. Evelyn keek naar het dikke boek op haar stoel. Het boek was weliswaar niet van haar, maar toch was het in haar kamer. Ze pakt het boek en kijkt naar de cover. De cover is bruin en bijna kapot, net zoals de rest of het boek. Ze openend het boek en begint rustig met lezen. De letters staan in het Latijns, dus zullen niet veel mensen weten wat zij leest. Lezen was 1 van de weinige dingen die Evelyn nog doet. Het feit dat ze Latijns kon lezen maakt het nog makkelijker. Het boek ging over wetenschap, iets waar ze niet echt geïnteresseerd in was, maar het toch las. Misschien had ze er later nog wat aan. Al had ze waarschijnlijk niets aan het stukje wat ze nu las. Het ging over zonlicht. Evelyn heeft al heel lang niet meer in het zonlicht gestaan Hoelang had ze al niet meer in het zonlicht gestaan?100 jaar? Het ging over de weerkaatsing van zonnestralen en de biologie kant: Dat je verbrandt kan raken. Vampiers hadden wel een grotere probleem dan 'maar verbrand raken'. Meer gelijk in brand vliegen. Evelyn werd even later geroepen om naar de grote zaal te komen. Ze klapte haar boek dicht en stond op. Ze liep naar haar grote kast en pakte een elastiek die ze bijna altijd in haar haren heeft. Ze maakte een hoge staart en liep gelijk haar kamer uit. Evelyn weet dat ze bijna nooit naar de grote zaal worden gestuurd, behalve...
    '....Als er iets belangrijks is,' Zei ze hardop.
    Ze liep de grote zal binnen. Er waren niet veel mensen. Normaal kwamen ze veel sneller. Evelyn vroeg zich af wat er te bespreken valt. Normaal kon ze wel een schatting doen waarover, maar dit keer had ze geen idee. Ze keek met een ijzige blik door de zaal heen. En ja hoor, daar stond Alice al te tekenen. Evelyn ging tegen de muur leunde en wachtte af.

    [ bericht aangepast op 8 maart 2013 - 15:19 ]


    “You want weapons? We’re in a library! Books! The best weapons in the world!” ~The Doctor

    Samuel Carrey

    Het gebeurt niet vaak dat er een mededeling is. Meestal doet iedere vampier gewoon zijn of haar ding. Als wij dorst hebben gaan de meeste van ons s'nachts naar buiten om een slachtoffer te zoeken. Sommige hebben het geluk dat ze overdag naar buiten kunnen. Wat het geloof in vampieren hopelijk wat af zwakt. Ik loop door de met fakkels verlichte gangen. Het past eigenlijk wel bij vampieren deze ondergrondse gangen en de vertrekken of kamers natuurlijk ook. Als ik eenmaal in de grote zaal ben, zie ik dat nog niet iedereen er is. Alice en Evelyn zijn er al. Alice is, hoe zeg je dat, iemand die je soms niet op merkt. Er is altijd wel een andere vampier die aandacht weet te trekken. Maar Alice is best wel aardig als je haar wat beter leert kennen. Ik ga naast haar aan tafel zitten, zowel de stoel als de tafel kraakt zacht. Dan bestudeer ik het gezicht van Alice. Mijn haren zijn precies het tegenovergestelde van die van mij. Mijn haren zijn zwart en kort, die van haar half lang ongeveer en lichtblond. Een verschil zoals dag en nacht. Ik moet glimlachen om mijn eigen vergelijking. En nu maar wachten op Silas. Hoewel het kan ook zijn dat Idwallon als eerste in de grote zaal is van de twee broers. Misschien komt er een toernooi om te kijken wie er het sterkste is van de derde rangs vampieren. Of misschien krijgen wij de twee broers te zien die met elkaar vechten hoewel die kans klein is. Ik probeer te bedenken wat voor medeling het zal zijn. Misschien is er iemand niet voorzichtig tijdens het drinken geweest. Dat zou echt balen zijn. En dan vraag ik mij af wie dat is geweest. Dan zie ik dat Alice aan het tekenen is. Waarschijnlijk is ze de grote zaal aan het tekenen. Ik twijfel of ik haar zal aan spreken, zal groeten of gewoon naar haar blijf kijken terwijl ze tekent. Het laatste besluit ik niet te doen. Zelf heb ik er een hekel aan als mensen naar mij kijken als ik met iets bezig ben. Tijdens het vechten ben ik het wel gewend.

    {@Endure, ik heb Samuel nog maar niks laten zeggen tegen Alice omdat ik niet zeker wist of je daar iets mee zou kunnen}


    Physics is awesome

    Ik hoop komende week een post te plaatsen maar ik kan niets beloven, het wordt een drukke week.


    Stand up when it's all crashing down.

    Het was even zoeken maar ik hoop dat iedereen er wat mee kan. (:

    Idwallon Calhoun Underwood

    De witte ongekreukte blouse is al een tijdje mijn aandacht aan het trekken. Iets verderop hangt mijn zwarte colbert over de rugleuning van mijn luie stoel. Ik ben al even wakker maar zin om uit bed te komen heb ik alleszins niet. Dat komt waarschijnlijk doordat ik weet wat ik straks aan de andere clanleden mag gaan vertellen. Eigenlijk hoort Silas dat zelf te doen en dat was hij ook van plan te doen totdat hij gisteravond ineens voor mijn deur stond met de mededeling dat er iets tussen was gekomen. Ik heb nog gevraagd wat dan zoveel belangrijker voor hem was dan de toekomst van zijn clan maar hij had de vraag weggewuifd. Ondanks dat we broers zijn en elkaars enige vertrouweling als het er op aan komt hebben we meer dan genoeg geheimen voor elkaar. Over die geheimen ben ik in het verleden nog wel eens boos geworden maar nu weet ik dat het normaal is, Silas beschermt me door het niet te zeggen. Het is bovendien lastig om 245 jaar aan de zijde van je broer te leven terwijl je kwaad op hem bent. De taak is dus aan mijn overgelaten, degene van de broers Underwood die het minst spreekt. Graag hou ik dit verhaal niet maar ik weet dat ik geen andere keuze heb, ik ben de enige die het kent naast Silas en dus de aangewezen persoon om het te vertellen.

    De dekens, die een witte kleur hebben, duw ik van mijn lichaam af. Ik zal maar eens gaan opschieten, de clanleden laat ik het liefst niet al te lang wachten. Eenmaal uit bed voorkomt het tapijt op de grond dat ik de koude vloer aanraak. Het heeft zeker voordelen dat ik de rechterhand van de leider ben, zo heb ik de beschikking over een compleet eigen kamer waar ik me in kan terugtrekken mocht ik dat graag willen. Mijn benen brengen me naar de grote kom met water erin, slechts het topje van mijn vinger steek ik er in voordat ik hem vlug terug trek, koud. Ik mag zeker niet klagen over de privileges die ik geniet door deze hoge positie maar een kamermeisje ontbreekt nog altijd. De ruime haard die vannacht is uitgegaan maak ik opnieuw aan, zodat ik op een houder de kom met water kan zetten. Geduldig wacht ik totdat het water warm genoeg is zodat ik de lichte stoppeltjes op mijn gezicht weer weg kan halen. Ondanks dat ik een vampier ben hoort het scheren nog steeds tot een dagelijks terugkomend ritueel, tot mijn grote ongenoegen.

    Het heeft ruim twintig minuten geduurd, langer dan ik had verwacht, voordat ik door de gangen loop van ons ondergrondse ‘paleis’. Het is stil in de ruimtes die ik passeer, iedereen zal al in de Grote Zaal zijn, de zaal die ik zo mag gaan betreden in de hoop niet al te verontwaardigde medevampiers aan te treffen omdat ik wat te laat ben. Mijn zwarte schoenen klikken zacht op de ruwe tegels, mijn ogen zijn straks gericht op de richting die ik uitga. Mijn colbertje heb ik toch niet aangedaan, in plaats daarvan draag ik over mijn witte blouse mijn zwarte blazer, wat me net een tikkeltje minder formeel maakt. Daarnaast voel ik me in de blazer net wat prettiger dan in mijn colbert wat toch wel handig is aangezien ik mag gaan praten, iets wat ik van nature zo veel mogelijk vermijd. Mijn vinger glijd over de ring die ik draag, de ring die er voor zorgt dat ik in het zonlicht kan komen. Hoewel ik het grootste deel van de tijd ondergrond blijf draag ik hem altijd. Hij is te zeldzaam en daardoor kostbaar om onbewaakt achter te laten, ondanks dat ik iedereen van de clan vertrouw.

    Met beide handen duw ik de deuren open die me toegaan verschaffen tot de Grote Zaal. Het aanzwellende geluid maakte me zekerder van mijn eerste constatering, iedereen is naar de zaal gekomen. Achter me sluit ik de deur, als ik me terug omdraai zie ik wel dat een aantal vampiers naar me hebben opgekeken maar de meesten zijn alweer in gesprek met iemand anders. Een andere reactie dan deze had ik ook niet verwacht, ten slotte verwachten ze mijn broer, ze zouden dan ook direct stil zijn geworden als hij door de deur was gekomen maar hij komt niet. Met enige moeite raap ik het laatste beetje moed bij elkaar dat ik nog nodig heb om de anderen te gaan vertellen waarvoor ik hier ben gekomen. Ik ga in het midden van de zaal staan, zodat iedereen me duidelijk kan verstaan. Een hap lucht zuig ik naar binnen voordat ik mijn keel schraap, hier gaat niets ..
    ‘We zijn hier allen bij elkaar gekomen om te luisteren naar een aankondiging die mijn broer, onze clanleider, Silas, zou doen. Hij is gisteravond echter onverwachts bij mij langs gekomen om uit te leggen dat hij vandaag helaas verhindert is. Daarom dan ook dat ik hier nu staat, Silas heeft mij de taak gegeven om het volgende aan jullie mee te delen. ‘ Mijn blik glijd over de gezichten van de aanwezigen maar hen echt aankijken doe ik niet. Dat ging nog best goed, nu de rest van het verhaal nog.


    Stand up when it's all crashing down.

    Cedric Salomon, 3erangs vampier.
          Enkele minuten later nadat mij het nieuws werd verteld opende ik mij mijn ogen, die ik half dicht kneep. De koppijn was er nog steeds, maar was wel wat minder geworden. Er werd mij het nieuws verteld dat ik naar de Grote Zaal moest komen, terwijl ik net in slaap was gevallen. Het feit met dat ik hierdoor wakker werd gemaakt, maakte mij chagrijnig en had ik een zacht gegrom laten horen. Ik was benieuwd wat er weer voor nieuws was dat Silas of Idwallon ons wilde mededelen.
          Ik haalde diep adem en mijn hand haalde ik kort door mijn warrige haar. Het was niet te veel gevraagd om eventjes te wachten toch? De laatste tijd kon ik steeds amper slapen en dat ik hierdoor wakker moest blijven maakte mij er niet blijer op. Ik had er schijt aan, dus werd ik nu net pas wakker. Iedereen zou nu vast wel in de Grote Zaal aanwezig zijn. Zouden ze wachten op mij of niet? Ik liet een zucht uit mijn mond rollen, terwijl ik rustig opstond en mij vervolgens uitrekte. De doodskist deed ik goed dicht en ik keek mijn kamer rond. De donkere broek dat op een houten stoel lag, dicht bij de uitgang, had ik gevonden en griste ik ervan af; die ik aantrok.
          Met een boel moordlustige gedachten in mijn hoofd liep ik de kamer uit richting de Grote Zaal. Het zwakke licht van de fakkels flakkerde in de gangen en liet een mysterieuze, donkere sfeer hangen; wat mij fijn liet voelen. Het schemerende licht liet schaduwen in de donkere gaten van de muren stilzitten. '… Als er iets belangrijks is,' hoorde ik een jonge vrouwenstem hardop zeggen. Lange, bruine haren zag ik voorbij gaan met een bekend gezicht.
          Eenmaal toen ik aan kwam lopen in de Grote Zaal gingen mijn ogen snel, maar rustig over de mensen gaan wie er allemaal waren; en waar er plek was. Een donker, goed plekje ergens in de hoek was nog vrij, dus liep ik daar naartoe. Ik had Evelyn Delavey al tegen de muur zien leunen, zodra ik binnen kwam lopen. Was zij niet degene die ik net hoorde of was het toch iemand anders? Ach, het deed er ook niet veel toe. Mijn blik gleed verder en viel toen op Alice Woods die er ook zat met Samuel Carrey naast haar.
    Jammer genoeg was er tot mijn verbazing nog geen Silas of Idwallon te bekennen, maar hopelijk kwamen zij wel snel. Ik was erg ongeduldig van aard en was niet bekend vanwege het wachten op iemand of iets.
          Uiteindelijk hoorde ik schoenen klikken op de tegels – wat bekende dat een van hun eraan kwam en dan worden de deuren van de Grote Zaal open geduwd. De meeste vampieren zouden waarschijnlijk opgekeken hebben om te kijken wie het van de twee was geweest en of het een van hun wel was, maar ik bleef rustig afwachten zonder op te kijken.
          Toen kwam het bekende gezicht in beeld; Idwallon. Wat betekende dat Silas er niet was. Waar zou hij zijn? Nu begon de nieuwsgierigheid aan mij te vreten. De mond van Idwallon ging open om de volgende woorden te zeggen; 'We zijn hier allen bij elkaar gekomen om te luisteren naar een aankondiging die mijn broer, onze clanleider, Silas, zou doen. Hij is gisteravond echter onverwachts bij mij langs gekomen om uit te leggen dat hij vandaag helaas verhindert is. Daarom dan ook dat ik hier nu staat, Silas heeft mij de taak gegeven om het volgende aan jullie mee te delen.' Zijn blik gleed over de vampieren heen.
          Mijn wenkbrauwen fronste ik, mijn armen sloeg ik over elkaar heen en ik schraapte mijn keel. Ik had zo'n gevoel dat mijn honger zo meteen weer begon en ik aan de slag moest gaan.
    Ja? Vertel maar verder. Dacht ik. Mijn aandacht heb je. Als je maar niet met onbelangrijk nieuws komt dat mijn slaap heeft verpest.


    † Love? I want to sleep.

    [Hoe begin ik Amelia's post? Mag ik haar gewoon laten wakker worden, dat ze zich niets meer herinnert?


    Le Beau n’est que la promesse du bonheur | Will you dance, dear Emma? | page 28

    Souvenir schreef:
    [Hoe begin ik Amelia's post? Mag ik haar gewoon laten wakker worden, dat ze zich niets meer herinnert?


    Dat kun je inderdaad prima doen, ze heeft wel - net als de andere clanleden - een mededeling gekregen om naar de Grote Zaal te komen, dus dat kun je ook nog in je post verwerken.


    Stand up when it's all crashing down.

    [Ze ligt zo ongeveer te sterven van de pijn, en dan moet ze naar de GroteZaal. Fun. Ik zal mijn best doen. (:]


    Le Beau n’est que la promesse du bonheur | Will you dance, dear Emma? | page 28

    Eviënne Olivia Crawford.

    Met enige moeite hees ik de zwarte dienstmeisjesjurk over mijn hoofd heen en knoopte ik het schortje vast. Mijn haren werden met een beschadigde kam bewerkt, maar het meeste werd toch alweer met mijn vingers op zijn plaats gebracht. Ik had niet de luxe om een nieuwe kam te gaan kopen, helaas. Al snel gleed ik in mijn zwarte schoentjes en ik liep met kleine, zachte pasjes de trap af naar beneden. Het eerste wat ik deed was mijn zakje met munten verstoppen onder mijn jurk, waarna ik een mantel over mijn schouders sloeg. Mijn maag knorde en ik snakte naar een zacht broodje met beleg, maar ook dit zou ik niet kunnen krijgen. Na een zachte zucht geslaakt te hebben liep ik naar buiten toe en ik stapte in de zon, ook al was deze niet erg verwarmend. Ik had het amper warm, eigenlijk.
    Met snelle passen beende ik naar de dichtstbijzijnde bakkerij. Voordat ik aan het werk zou gaan had ik toch een beetje energie nodig. Met een gevulde maag werkte ik namelijk beter. De laatste keer dat ik twee dagen geen eten kon verkrijgen had ik trillend mijn werk gedaan om vervolgens op straat in te zakken. Uit meelij wierp een oude man een stuk verbrandt brood naar me toe. Ik was hem nog steeds innig dankbaar daarvoor.
    Bij de bakkerij aangekomen legde ik een enkele munt neer, waarvoor ik een stuk brood terugkreeg. Mijn blik stond enkel verward toen ik mijn tanden erin zette en erachter kwam dat het net zo hard als steen was. Ik zou er een raam mee kunnen breken.
    “Wat is hiermee gebeurd?” vroeg ik aan de verkoper, die me een ziedende blik toezond.
    “Het meel raakt op. Je zal het moeten doen met minder vers brood.”
    Ik slikte de brok door en snoof lichtjes, voordat ik de bakkerij weer uitliep. Zonder verder mokken at ik het harde stuk brood op en liep ik verder naar het grote huis van mijn werkgever. Ik was toch wel gerust gesteld met mijn werk als dienstmeid. Ik had tenminste munten waarmee ik brood kon kopen. Er waren genoeg mensen die dat geluk niet hadden.


    Reading a good book is like taking a journey.

    Souvenir schreef:
    [Ze ligt zo ongeveer te sterven van de pijn, en dan moet ze naar de GroteZaal. Fun. Ik zal mijn best doen. (:]


    Owh, dat is dan misschien niet zo handig .. Aan de andere kant, ze kan wel weer voor wat gedoe in de Grote Zaal zorgen eventueel.


    Stand up when it's all crashing down.

    Ik schrijf vanavond een post.


    Le Beau n’est que la promesse du bonheur | Will you dance, dear Emma? | page 28

    Mijn laptop gaat morgen in reparatie omdat de onderkant loslaat. Ik zal kunnen reageren via mijn oude computer, maar dit zal stukken langzamer gaan en ik ben ook minder online ivm mijn proefwerkweek.


    Reading a good book is like taking a journey.