Hoihoi,
voor school heb ik dus een tekstje geschreven en nu moet ik die naar het frans vertalen. Ik zelf ben niet de allerbeste in frans dus ik durf het niet aan :c. Is er hier iemand die me wilt helpen ? *smeekoogjes*
de tekst is
P: Eindelijk, even een tijdje vrij loslopen in Parijs. P: Oh kijk, wat een leuk museum en wat een leuke winkel! P: Daar moet ik toch echt wel eventjes kijken. P: Die jurk wow die moet ik hebben. P: oh ik moet rennen dat is de allerlaatste. I: He wacht ik wil die jurk! P: Nee ik wil hem! I: Ach hou jij hem maar. Ik ben (Hier komt een naam) P: Heel erg bedankt ik ben (Hier komt een naam) I: Ahh wat een mooie naam maar zo te zien kom jij niet uit Parijs, zal ik je rondleiden? P: Ja graag lijkt me gezellig. Ik kom trouwens uit Nederland. Hoe oud ben jij eigenlijk? I: Ik ben 13 jaar en jij? P: Ik ben 12 jaar. wat zijn jou hobbies? I: mijn hobbies zijn tekenen en gamen. en de jouwe? P: Mijn hobbies is tekenen en dingen ontwerpen. I: oohh wat toevallig! Oh kijk mijn school. Op welke school zit jij (Hier komt een naam)? P: ik zit op (Hier komt een naam) Mijn rooster is echt super fijn. ik heb op maandag en donderdag kunst dus dat maakt m'n week wel weer goed. Op woesdag, donderdag en vrijdag heb ik dan wel weer wiskunde dat verpest mijn week wel een klein beetje. I: echt waar? Ik vind wiskunde juist heel erg leuk. Ik heb best wel een stom rooster. Ik heb maar 1 keer in de week kunst en 3 keer per week gym. Latijn en Wiskunde zijn mijn favoriete vakken. P: latijn?? ik heb ook latijn. haha wat toevallig. Welke talen spreek jij eigenlijk allemaal? I: Ik spreek Frans, Turks en engels. en jij? P: ik spreek natuurlijk nederlands, frans en engels. I: zal ik je wat laten zien van deze stad? we zijn nu in le trocadero dit is de straat waar ook de eiffeltoren is. P: Ik kan hem zien wat mooi! I: Wil je hem anders beklimmen? P: Ja dat lijkt me echt heel erg leuk. I: O wat een pech hij is gesloten vandaag. P: zullen we anders ergens naar binnen ik heb het best koud? I: Ja goed idee ik ken nog een snoepwinkel. zullen we er heen gaan? P: Ja lekker. P: ohh wat was het daar binnen lekker warm. I: ik weet nog een heel leuk museum zal ik je die laten zien? P: ja lijkt me leuk. I: Kijk hier is het. Het museum van kunst. P: wow wat is het een mooi gebouw. I: Ja he. P: o, ik moet over 10 minuten gaan dan ga ik met mijn ouders dineren. I: wil je anders nog iets voor hun kopen? Laten we nog even snel naar de bakker gaan dan. P: Dit ruikt allemaal zo lekker wat moet ik kiezen? I: hier deze is het lekkerst. P: Oke dan zal ik die kopen. P: help ik moet nu echt gaan rennen. I: Wacht nog heel even mag ik misschien je email dan kunnen we hierna nog spreken. P: is goed (geeft email op)
Als er iemand is die dit kan vertalen ben je eeuwig dankbaar ToT
I'm not short D: I just live in a big world